Vorig
weekend (zaterdag 7 en zondag 8 oktober) konden we genieten van een
extra maandag en dinsdag. Dinsdag 10 oktober is hier nl. een van de
feestdagen en een van de weinige extra vakantiedagen voor iedereen. Op
10 oktober 1868 riep de landeigenaar Carlos Manuel de Céspedes op zijn
landgoed zijn mede-Cubanen op tot verzet tegen de Spanjaarden die toen
Cuba als kolonie beheersten. Hij liet zijn slaven op zijn
suikerplantage vrij en veroverde een stadje (Bayamo) waar er een
revolutionaire regering werd gesticht met onze Carlos als president van
de republiek. Het Cubaanse volkslied werd toen voor het eerst gezongen,
een echt strijdlustig en trots lied dat hier iedereen vanbuiten kent.
Het is dan ook leerstof in de lagere school. Wat nationalisme betreft,
kunnen wij nog wel iets van hen leren
Deze
nieuwe republiek bestond maar kort. De Spanjaarden lieten zich niet
zomaar van het eiland afsmijten en de opstanden werden neergeslagen.
Toch was dit het begin van een onafhankelijkheidsstreven dat
uiteindelijk leidde tot Cubas onafhankelijkheid in 1898. In
dat jaar werd de vrede van Parijs ondertekend. Dit betekende het einde
van de Spaanse overheersing, maar ook het begin van de Amerikaanse
invloed. De vrede van Parijs was een onderonsje tussen Spanje en de
V.S., Cuba was zelfs niet vertegenwoordigd! De V.S. hadden zich handig
in de oorlog gemengd door hun eigen mariniersschip te doen ontploffen (
de Maine, lag voor de kust van de haven van Havana om er op een
neutrale manier Amerikaanse burgers te beschermen). Vervolgens
beschuldigden ze Spanje van een aanslag en sloegen samen met de Cubanen
de laatste stuiptrekkingen van het Spaanse leger neer. De oorlog was
eigenlijk al door de Cubaanse opstandelingen gewonnen op dat moment.
Dat de Amerikanen zelf hun schip hebben doen ontploffen, dat wordt hier
algemeen verkondigd. Mijn gids van Cuba blijft wat dat betreft neutraal
hierin, maar tussen de regels kun je wel lezen dat ze dankzij deze
aanslag wel konden rekenen op steun van de publieke opinie thuis en
dat de bedoeling duidelijk was een stem te hebben in het vredesverdrag.
Ook is het belachelijk te geloven dat Spanje een aanslag zou plegen op
een neutraal Amerikaans schip. Ze hadden de oorlog zo goed als verloren
en gingen zich niet nog meer vijanden op hun nek halen
Enfin, als
iemand ergens hierover iets vindt, laat maar weten! Als je dan de lijn
doortrekt naar vandaag en je denkt terug aan de aanslag op de
WTC-torens, dan kun je je natuurlijk wel voorstellen dat iedereen hier
in Cuba heilig gelooft dat de Amerikanen zelf achter deze
verschrikkelijke aanslag zitten en dat het heel normaal is dat ze het
brein hierachter B.L. niet vinden, volgens hen zit hij in Camp David
zelf
Wij hebben dit al meegemaakt. Zelf geloof ik het niet want er is
nog een verschil tussen een bootje tot ontploffing brengen in het
buitenland en wat mariniers, vooral zwarten natuurlijk en met een
lagere graad in het leger, te verliezen en een aanslag plegen op je
eigen economisch hart op zon manier. Bovendien toonde deze aanslag ook
een enorm falen aan van de Amerikaanse veiligheidsdiensten en kreeg
onze Amerikaanse president toch ook enorm veel kritiek te verduren
vanaf het eerste moment. Tenzij hij natuurlijk houdt van spektakel,
vroeger veel oorlogje gespeeld heeft en het voor iedereen geloofwaardig
wilde maken
De waarheid zal over 30 of 40 jaar hopelijk geweten worden
Dit
was even een ommetje voor de mensen die van geschiedenis houden. Het
komt er eigenlijk gewoon op neer dat we van zaterdag tot en met dinsdag
vrijaf hadden en dus veel hebben kunnen zien. Zaterdag hebben we de
ronde van Santa Clara gedaan, het stadje van Che Guevara Steven
verblijft. Je kunt er de plaza de la revolución iets buiten het
centrum zien: een groot plein met een bouwwerk waarop een standbeeld
van Che prijkt. Binnen is er een museum over deze nationale held en ook
zijn graf dat recent naar hier werd overgebracht, kun je er bezoeken.
Dan ligt er op de weg van de universiteit (8 km
van het centrum) naar de stad ook nog de vereerde plek el tren
blindado waar commandant Che voor het eerst zijn ongeëvenaarde
talenten als militair strateeg liet blijken. In opdracht van F.C.
bezette hij met 364 vrijwilligers een hopeloze strijd van 1 tegen 10
- de zwaarbewaakte stad Santa Clara, met de hulp van de bevolking
weliswaar. In Santa Clara kwam eveneens de tren blindado of
geblindeerde trein voorbij met daarin tot de tanden gewapende soldaten
die de troepen in het oosten moesten gaan versterken. Door
verschillende bruggen ten oosten van Santa Clara op te blazen, werd de
trein tot stilstand gebracht in het station van Santa Clara. Aan de
oostkant van de stad liet Che een twintigtal meter rails weghalen en de
volgende dag veroverden Che en zijn vrijwilligers het station en
verschillende kazernes. Ze voerden hierna een verrassingsaanval uit op
de trein waarop de soldaten van Batista (de laatste dictator van Cuba
vóór de revolutie van F.C.) in paniek raakten en met de trein uit het
station vluchtten. Zoals voorzien ontspoorde deze trein in het oosten
van de stad waar de rails weggehaald waren. Met nauwelijks 18 man
voerde men een aanval uit op de ontspoorde trein en de soldaten
capituleerden vrij snel. Deze gebeurtenis riep toen en roept nog steeds
een enorme waardering en bewondering op voor Che Guevara. Hij is hier
de grootste nationale held en wordt tot vandaag nog steeds vereerd.
Enkele ontspoorde wagons liggen nog steeds op de plek die el tren
blindado wordt genoemd. Binnenin de wagons is een soort klein museum
ingericht over het wapenfeit zelf. Musea hier zijn niet al te
fantastisch; meestal enkele losse voorwerpen waar weinig informatie
bijhangt en zeer revolutionair getint natuurlijk.
De
volgende twee dagen waren weggelegd voor een uitstap naar de
Varkensbaai ten zuidoosten van Santa Clara. Op weg hiernaar lag ook een
krokodillenboerderij en La laguna del tesoro(de lagune van de schat).
In de boerderij werden de bezoekers geleid over een wegje met her en
der steeds spannendere informatie over hoe groot krokodillen wel kunnen
worden en verschillende soorten en zo tot de climax
een grote hut
restaurant- waar je door moest lopen om tot aan een grote vijver te
komen waar de grote krokodillen te bezichtigen zijn
maar die
krokodillen hebben waarschijnlijk al lang genoeg van al die starende
toeristen en gillende kinders en laten zich niet zien. De climax werd
dus snel anticlimax
De laguna del tesoro was daarentegen wel de moeite.
Met een motorbootje werden we eerst langs een zeestraat gevoerd met
links en rechts hele typische, arme vegetatie. Opeens kwam deze
zeestraat uit op een groot meer met in de verte een eiland. Hier
leefden vroeger, volgens de overlevering, indianen die bij de dreiging
van de Spaanse veroveraars hun schat in het meer wierpen
vandaar de
naam. Nu ligt er een soort hotel waar de kamers allemaal aparte houten
hutjes zijn verspreid over het eiland. Er is ook een indianendorp
nagebouwd. Het eiland zelf is heel moerassig, je loopt continu over
houten weggetjes op palen. Op het meer liggen soms vlaktes bezaaid met
witte lelies.
Per
taxi reden we verder naar Playa Larga waar de chauffeur ons afzette bij
een gezellig huisje aan de baai waar we konden overnachten. Playa Larga
ligt helemaal landinwaarts aan het einde van de Varkensbaai. Deze baai
zal bij jullie wel een belletje doen rinkelen, het is de baai waarlangs
1400 Cubaanse bannelingen, getraind door de CIA met toestemming van de
Amerikaanse president Kennedy, in 1961 probeerden Cuba te heroveren. De
CIA hadden de koraalriffen echter voor zandbanken aanzien en de bootjes
strandden jammerlijk genoeg onder het vuur van enkele Cubaanse
vliegtuigjes. De bannelingen werden achtergelaten door de Amerikanen en
werden later omgeruild voor voedsel, medicijnen en medische apparatuur
voor de ziekenhuizen in Cuba.
De
volgende ochtend zouden we een motor ter onzer beschikking krijgen om
zo alles in de buurt te kunnen bezoeken. Transport is hier nl. het
grootste probleem in Cuba. Ik denk dat Cubanen ook wel de meest
geduldige mensen ter wereld moeten zijn. Als je snel en goed transport
wil, toeristenbussen of taxis, dan is het redelijk duur. Dus zon
motor leek een toffe oplossing
als hij dan ook effectief aankomt
natuurlijk. De volgende morgen bleek onze motor voorlopig een droom te
blijven en na een uur wachten besloten we dan maar te gaan liften. Na
tien minuten hadden we al beet
een ambulance weliswaar stopte voor ons
en we konden achterin meerijden samen met drie andere lifters en een
man die op een brancard lag en wiens buik volledig verpakt was in gips.
Hij was wss degene die de ambulance kwam halen en naar het ziekenhuis
bracht. De ambulance zelf zag er vanbinnen wel mooi uit met overal
schuifjes en zakjes voor verschillende geneesmiddelen en ander medisch
materiaal, maar alles was leeg.
Onze vriendelijke ambulancier zette
ons dan af aan Cueva de los Peces of grot van de vissen. Dit is een
meertje of eerder grote poel tussen de rotsen. Deze lagune is 70 meter
diep en staat in verbinding met de zee. Je kunt er duiken en snorkelen
tussen tropische vissen, het was echt heel mooi en we hadden de poel
voor ons alleen, het is nu immers toeristisch laagseizoen. Vanaf
november begint het hier volgens de Cubanen weer volop met pieken eind
december en januari. Op 50 meter van de lagune ligt het strand waar het
snorkelen eigenlijk nog veel mooier was. Er waren veel meer vissen te
zien en het onderwaterlandschap had wel iets weg van wat je op een
documentaire zoal te zien krijgt, maar alles was veel witter, minder
groen. Naar het schijnt kun je bij Trinidad, een ander koloniaal
stadje, wel heel mooi duiken. Dat is dan iets voor een van de volgende
tripjes. Nemos hebben we niet gezien, maar er was wel een vriendelijke
vis die aan onze benen kwam plakken om ze proper te maken en een heel
klein visje die het echt kicks en veilig vond bij ons. Het bleef heel
dicht rond je zwemmen en volgde je overal, na een uur snorkelen zwom
het nog rond ons. We hebben het dan, met pijn in het hart moeten
verlaten en zijn verder gelift, per toeristenauto, naar Playa Girón.
Daar hebben we dan iets gegeten en wilden we terug, maar dat was een
probleem
Playa Girón is immers een groot woord voor een kruispunt van
twee bewoonde straten en autos waren er eigenlijk helemaal niet te
zien. We zijn dan maar naar een van de huisjes gestapt voor een
particuliere auto, dat lukte vrij snel en in een oude Amerikaanse wagen
van 1965 reden we dan de 30 km terug naar Playa Larga. De motor was van
Russische makelij en was zelfs vier jaar ouder dan de auto
Het blijft
heel straf dat dat nog steeds rijdt
Het ding zuipt wel letterlijk
benzine (voor
de kenners: 16 tot 17 l/100 km!). Dezelfde taxi die ons naar Playa
Larga gebracht had, reed ons dan terug naar Santa Clara. Op dinsdag
zijn we dan per taxi vanuit Santa Clara, met twee Belgische meisjes uit
Gent die ook aan de universiteit van Santa Clara thesissen, een dagje
op strandvakantie gegaan naar het noordelijk gelegen eilandje Cayo las
Brujas. Zon strand uit de boekjes: wit zand en helblauw water met op
de achtergrond palmbomen en een discreet hotel dat gelukkig volledig in
harmonie met het schitterende eilandje gebouwd werd.
Dit weekend moest Steven dan ook nog naar Havana komen om zijn
vingerafdruk te zetten op de Cubaanse studentenkaart die we gaan
krijgen. Dit magische kaartje maakt veel dingen 25 keer goedkoper, je
moet nl. dezelfde prijs betalen maar met nationaal geld (Cubaanse
pesos) i.p.v. met CUC, de munt van de toerist en van de officiële
winkels. Opnieuw even geduld uitoefenen want het wil wel eens lang
duren voor je eindelijk die afdruk mag zetten en dan moet je drie dagen
later nog eens teruggaan om het kaartje zelf op te halen
Het moet nl.
nog geplastificeerd worden
Zaterdag zijn we dan in de voormiddag het museum van de rumfabriek gaan
bezoeken in het oude Havana waar we de zeven jaar oude rum konden
proeven, heel straf maar wel lekker! Daarna hebben we nog een van de
forten (Castillo del Morro en San Carlos de Cabaña) bezocht aan de
ingang van de haven van Havana. Op zich is er niet zoveel te zien maar
het uitzicht op de stad en de zee is uniek. Je kunt ook tot helemaal
boven in de vuurtoren gaan en van daaruit heeft Steven zich met zijn
fototoestel kunnen uitleven en een panoramafoto van 360° genomen.
In de namiddag waren we uitgenodigd bij Germán, mijn Spaanse
begeleider, voor zijn verjaardagsfeestje, een echt Cubaans
familiefeest. Zijn neven vormen een Cubaans muziekgroepje (twee
gitaren, maraccas en drie mooie stemmen) die de hele avond volspeelden
en dan werd er in het kleine courtje achteraan gedanst. Er werden
Cubaanse hapjes rondgedragen en heel veel rum geschonken. Het was heel
gezellig.
|