Banken, belastingontwijking, fiscale paradijzen en kapersbrieven (Deel 2)
Hierbij komen we bij de rol van de aandeelhouders. Uit de grafiek in bijlage van deel 1 van dit bericht blijkt ondubbelzinnig dat ze de voorbije jaren veel te gulzig zijn geweest. In de neoliberale logica hebben aandeelhouders nu eenmaal meer invloed dan andere belanghebbenden, en met de toenemende invloed van allerlei beleggingsfondsen (pensioenfondsen, hedgefondsen, etc.) belust op een hoge return on investment zijn we quasi geruisloos geëvolueerd van een economisch systeem waarbij de financiële middelen van bedrijven dienden om goederen met waarde te creëren naar een economisch systeem waarbij de goederen die bedrijven maken, dienen als middel om financiële waarde te creëren.
Een volgende punt waar ik over wil uitweiden vormt het concept belastingontwijking. (4) In tegenstelling tot belastingontduiking is belastingontwijking niet illegaal. Belastingontwijkers volgen dan ook mooi de spelregels, en overtreden zelfs geen wetten (toch niet de letter van de wet, vaak wel de geest van de wet, maar dat is een ander verhaal). Ze verdedigen zichzelf met het argument dat het hun recht is om hun vermogen te beschermen tegen te hoge belastingtarieven, en uiteindelijk enkel het wettelijk kader (lees: de wettelijke achterpoortjes) gebruiken om dit doel te bereiken. Het bestaan van belastingparadijzen helpt hen hier uiteraard bij, en ondertussen bestaat er een hele industrie van consultancy-bedrijven die voor anderen uitzoeken hoe ze het best belastingen kunnen ontwijken. (5) Uiteraard zijn het vnl. de grootste bedrijven (en rijkste individuen) die van deze praktijk gebruikmaken, hierdoor geholpen doordat de Europese spaarrichtlijn enkel privé-personen en geen rechtspersonen viseert.
Op de voorbije G20-top in Londen werd de strijd tegen belastingparadijzen in de schijnwerpers geplaatst, en werd een paar dagen na de G20-top trots verkondigt dat er geen landen meer op de zwarte lijst stonden. Als men echter dieper gaat graven zal men snel merken dat dit een lachertje is. Het is namelijk al voldoende dat een land zich akkoord verklaard om een belastingakkoord af te sluiten met 12 landen om van de lijst verwijderd te worden. In 2002 zijn op die manier 18 belastingparadijzen van de zwarte lijst gehaald, waarvan er sindsdien 11 nog geen enkel en 4 amper 1 belastingakkoord hebben afgesloten (bijlage). Als dit de manier is waarop de leiders van de G20-landen de strijd tegen fiscale paradijzen gaan voeren, dan moeten we niet al te veel verwachten.
Het hele verhaal van belastingontwijking en belastingparadijzen doet mij denken aan de praktijk van de kapersbrieven zoals die vroeger bestond. Toen kregen scheepskapiteins ook de machtiging van koningen om andere schepen te overvallen, en werd piraterij dus een legale praktijk. Op dezelfde manier krijgen multinationale ondernemingen en de rijken der aarde nu een vrijgeleide om hun verschuldigde belastingen voor zichzelf te houden. En ten koste van wie gebeurt dit? Juist, ten koste van de brave werknemer die zijn inkomsten niet onzichtbaar kan maken voor de fiscus. Hij moet meer betalen, omdat degenen die meer zouden kunnen bijdragen aan de samenleving het weigeren.
(4) De uitleg over belastingontwijking op Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Belastingontwijking (5) geef de term belastingontwijking maar eens in in een zoekmachine als google, je zal er direct een aantal hebben.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen) Categorie:Analyse - Markt en waarden Tags:belastingontwijking, belastingontduiking, fiscale paradijzen, banken, aandeelhouders, kaperbrieven, Europese spaarrichtlijn
30-04-2009
Banken, belastingontwijking, fiscale paradijzen en kapersbrieven (Deel 1)
Dat de huidige financiële en economische crisis in de banksector is ontstaan en direct voortvloeit uit de verregaande deregulering van deze sector onder invloed van de neoliberale ideologie, weten we ondertussen allemaal. Wat er zou moeten veranderen om de financiële sector en onze economie terug op het goede spoor te krijgen is al minder evident. Ik ga niet beweren dat ik een groot specialist ter zake ben, maar ga toch een poging doen om enkele gegevens op een rijtje te zetten, en op basis daarvan enkele conclusies te trekken.
Eerst en vooral zou ik het over de bankwereld en zijn rol binnen de economie willen hebben. Traditioneel zijn banken eigenlijk tussenpersonen tussen andere economische actoren. Ze verzamelen spaargelden aan de ene kant, en verstrekken leningen aan de andere kant. Ze zouden dus eigenlijk een neutrale (f)actor in de economie moeten vormen. Dit is echter niet het geval, aangezien ze rente vragen op het geld dat ze uitlenen. Op zich is dit logisch, want als banken geld gratis zouden uitlenen, dan zou dit geld onverantwoord gebruikt worden. Het lenen van geld heeft dus een prijs (de rente), en deze rente vormt een inkomen voor de banken. Het is volstrekt verdedigbaar dat banken geld verdienen aan hun activiteiten, want zo kunnen ze hun kosten dekken, en investeringen doen. Dit impliceert wel dat deze eigenlijk neutrale economische actoren geld onttrekken aan de economie. Maar zolang ze dit niet doen aan een tempo dat hoger ligt dan de groei van de totale economie, is er eigenlijk nog steeds geen probleem. En dat is nu net het probleem geweest tijdens de neoliberale jaren.
Tijdens de neoliberale jaren hebben regeringen tegen banken gezegd dat ze met elkaar moesten concurreren om spaargelden aan te trekken en leningen te verstrekken. Bovendien hebben zowel regeringen als investeerders en aandeelhouders tegen banken gezegd dat ze zo veel mogelijk winst moesten maken op het geld dat ze beheerden. Daarbovenop hebben regeringen tegen banken gezegd dat ze dit wereldwijd moesten doen. Waarop banken dit zijn beginnen doen, en almaar meer risico zijn beginnen nemen om dit doel te bereiken, en nu zijn we er van geschrokken dat ze dit ook effectief hebben gedaan.
Een nieuw woord dat velen van ons recent hebben geleerd is deleveraging, vrij vertaald als ont-hefbomen. Waar gaat het hier nu over? Banken hebben veel geld ter beschikking, maar dit is niet allemaal geld van de bank zelf, veel geld is afkomstig van mensen of rechtspersonen die hun spaargeld aan de bank hebben toevertrouwd en dit later zullen terugwillen. Het geld van de bank zelf, of eigenlijk van de aandeelhouders van de bank, is het eigen vermogen (EV) van de bank. De verhouding tussen het EV en geld dat de bank geleend heeft (of Vreemd Vermogen, VV) is de hefboomratio. De grote Europese banken hanteren gemiddeld een hefboomratio van 1 op 35. (1) Dit wil zeggen dat ze ongeveer 3% EV hebben, en als ze op hun beleggingen een minwaarde moeten boeken van laten we zeggen 5%, dat ze dan eindigen met 2% negatief eigen vermogen (en ze dus eigenlijk min of meer failliet zijn). Waarom hebben banken (en bij uitbreiding veel bedrijven) nu zon laag EV?
Aangezien de financiële crisis is ontstaan in de VS, is het eens interessant om te kijken naar de verhouding tussen de uitgekeerde dividenden en het in het bedrijf gehouden deel van de winst na belastingen (zie bijlage en voetnoot (2)). De ingehouden winst van een onderneming verhoogt het eigen vermogen van die onderneming. Aangezien de voorbije jaren, almaar grotere hoeveelheden van de gemaakte winst aan de aandeelhouders werd uitgekeerd (in 2007 was dit bijvoorbeeld 80%!!!!), hoeft het dan verbazing te wekken dat banken met een tekort aan eigen vermogen kampen? (3)
(1) Een interessant artikel dat het probleem schetst is het volgende: http://www.volkskrant.nl/economie/article1071954.ece/Na_Fortis_wacht_andere_Europese_banken_een_ramp (2) Het lagere % van uitgekeerde dividenden in 2005 kwam door een eenmalige belastingmaatregel. (3) De grafiek in bijlage 1 toont de verhouding voor de hele VS economie. Ik heb geen aparte cijfers voor de financiële industrie, maar ik veronderstel dat ze niet zo heel veel zullen afwijken van het gemiddelde, aangezien de financiële industrie ongeveer 1/3 van de totale winsten van de volledige VS-economie binnenhaalde het laatste decennium zoals aangegeven op de volgende site: http://chartingtheeconomy.com/?p=665
Het Chinese voorstel voor een nieuwe wereldmunt: Waarom nu? (Deel 2)
Mijn persoonlijk aanvoelen is dat het puur om een risicospreidingmaatregel gaat. Op dit moment maken VS dollar een zeer groot deel uit van de Chinese reserves, omwille van de Chinese politiek om de wisselkoers tussen de Yuan en de VS $ te manipuleren. (7) China vreest dat de waarde van de VS $ die het in bezit heeft enorm zullen verminderen door de VS-politiek van quantitative easing en dat de FED wel eens onhandig zou kunnen zijn in het bestrijden van de komende inflatie-opstoot (waardoor de Chinese beleggingen enorm in waarde zouden kunnen verminderen). Als de SDR de VS dollar als wereldreservemunt zouden vervangen, dan zou dit betekenen dat China zijn dollarreserves kan omzetten naar andere munten, en dat het zijn wisselkoersrisico kan spreiden. Een bijkomend voordeel zou zijn dat het dan in 1 keer de koers van 4 munten zou kunnen manipuleren door het omzetten van zijn handelsoverschot in monetaire reserves van SDR (en dus in 4 munten) i.p.v. in VS dollar alleen. Een laatste voordeel zou zijn dat de eigen munt dan niet als wereldreservemunt beschouwd zou worden, waardoor de vraag naar Chinese Yuan niet plotseling zou stijgen (dat zou namelijk tot een koersstijging van de Yuan leiden, waardoor Chinese producten op de wereldmarkt veel duurder zouden worden, en het Chinese handelsoverschot veel kleiner zou worden).
Is de Chinese vrees dat de FED de toekomstige inflatie-opstoot onhandig zou aanpakken gegrond? Volgens mij wel, want hoewel de meeste prognoses voorspellen dat de economie weer zal aantrekken in 2010, voorspellen ze ook allemaal dat de werkloosheid zal blijven stijgen in 2010. M.a.w. tegen de tijd dat de huidige toename van de geldhoeveelheid zich in de reële economie begint te vertalen in stijgende inflatie, zal de werkloosheid pieken. Denk je dat een Amerikaanse president of FED-voorzitter er op dat moment voor zal kiezen om de rente te verhogen en daardoor voor nog meer werklozen te zorgen?
Bovendien, waarom zouden de VS op dit moment geen inflatie willen? Zowel de Amerikaanse overheid, banken, andere bedrijven als gezinnen verzuipen op dit moment in de schulden. Inflatie kan die relatief laten verminderen (als het geld uit het verleden minder waard wordt, dan worden ook de schulden uit het verleden minder waard). Een laatste nuttig weetje in dit verband is dat de Amerikaanse schulden grotendeels (95%) in de eigen munt (VS dollars) zijn aangegaan, terwijl de Amerikaanse bezittingen in en tegoeden uit het buitenland voor een groot deel in andere munten zijn uitgedrukt (65%). (8) Dit betekent paradoxaal genoeg eigenlijk dat als de waarde van de VS dollar daalt (wat logisch zou zijn bij een inflatie-opstoot in de VS), dat de VS daardoor (relatief) rijker worden. (9) Het erge hieraan is dat de prijzen van heel wat basisproducten (voedsel en grondstoffen) op de wereldmarkten uitgedrukt worden in VS dollars, en dat de VS daardoor haar inflatie zal exporteren naar andere landen (zoals ook in 2007 reeds gebeurde).
Het Chinese voorstel voor een nieuwe wereldmunt: Waarom nu? (Deel 1)
In de aanloop naar de G20-top in Londen hebben achtereenvolgens Kazakstan, China en Rusland een pleidooi gehouden om de dollar als wereldreservemunt in te wisselen voor een nieuwe wereldmunt. In deze tekst wil ik hier dieper op ingaan (en dan vooral op het Chinese voorstel). Het is mijn bedoeling om de beweegredenen achter deze oproep te bespreken.
Laat ons beginnen bij het begin. In de aanloop naar de G20-top deed de gouverneur van de Chinese centrale bank een oproep om de VS dollar als wereldreservemunt te vervangen door de SDR van het IMF (1). Deze SDR zijn zogenaamde speciale trekkingsrechten (Special DrawingRights), die in 1969 ingevoerd werden om de inwisselbaarheid van VS dollar in goud te omzeilen, en zo de dollarstandaard van Bretton Woods in leven te houden. (2) De SDR worden gerekend op basis van een korf van munten (44% VS dollar, 34% euros, 11% Britse pond en 11% Japanse yen voor de periode 2006-2010). (3)
Waarom deed China dit voorstel op dit moment? Om deze vraag te beantwoorden moeten we eerst even de aard van ons huidige internationale monetaire systeem bekijken. Sinds de opzegging van de Bretton Woods-akkoorden door de VS op 15 augustus 1971, hebben we wat men een fiat currency system noemt. (4) Het komt er op neer dat onze geldmunten en geldbiljetten waarde hebben omdat we GELOVEN dat onze regeringen de waarde ervan garanderen en dit in de toekomst zullen blijven doen. Het grote gevaar voor een dergelijk systeem bestaat erin dat overheden massaal geld beginnen bijdrukken, en op die manier de waarde van de door hen gegarandeerde munt beginnen ondergraven (met als meest angstwekkende scenario hyperinflatie). De logische vraag die hieruit volgt is of dit risico op dit moment bestaat.
Op deze vraag kunnen we onder de huidige omstandigheden enkel een volmondig JA antwoorden. Een eerste alarmsignaal vormde de mededeling van de FED (De Amerikaanse Centrale Bank) op 23 maart 2006 om de M3-indicator niet meer te publiceren. (5) Traditioneel wordt de M3-indicator beschouwd als de beste maatstaf om de geldhoeveelheid en op die manier ook de toekomstige inflatie-verwachtingen weer te geven.
Dit alarmsignaal was echter nog maar klein bier vergeleken bij de maatregelen die genomen werden in het kader van de financiële crisis vanaf december 2008. Quasi alle belangrijke centrale banken in de wereld gebruiken op een of andere manier quantitative easing (6) als middel om de bankbalansen opnieuw op orde te krijgen (ze toveren m.a.w. geld uit de lucht i.p.v. reeds bestaand kapitaal te gebruiken om kapitaalverhogingen door te voeren in de banken). Een dergelijke politiek zal binnen enkele jaren ontegensprekelijk en onvermijdelijk leiden tot een fikse inflatie-opstoot. Op de G20-top in Londen werd trouwens beslist om deze politiek van quantitative easing ook op IMF-niveau toe te passen door de bestaande SDR-trekkingsrechten van 217 miljard SDR (145 miljard $ aan de huidige koers) met 250 miljard $ (ongeveer 375 miljard SDR) te verhogen.
Maar als alle centrale banken van de munten die deel uitmaken van de muntkorf die de SDR uiteindelijk zijn (zowel de FED, de ECB, de BoE, de BoJ) een gelijkaardige politiek voeren, waarom wil China dan de VS dollar vervangen door de SDR? Dat is de interessantste vraag die nu gesteld moet worden, en die ik morgen in een nieuw bericht zal beantwoorden.
(1) De toespraak van de gouverneur van de Chinese Centrale Bank is te vinden op:
Het vergetelheidje van de G20-top in Londen (deel 2)
Ik zou het effect van het defragmenteren van je harde schijf willen vergelijken met het effect van een tijdelijke renteverhoging in je economie om een speculatie-bubbel leeg te laten lopen.Iedere computergebruiker weet dat je regelmatig je harde schijf eens moet defragmenteren om te versnipperde bestanden die samen horen terug samen te brengen, en overbodige rommel op je harde schijf op te ruimen. Dit verhoogt naderhand de werksnelheid van je computer. Een tijdelijke renteverhoging in je economie werkt op een gelijkaardige manier. Ze zorgt er namelijk voor dat slechte leningen uit het systeem verdwijnen, en dat enkele van de minder rendabele ondernemingen met een te hoge schuldgraad uit de economie verdwijnen. Daardoor is er daarna weer meer ruimte voor de meer rendabele ondernemingen om te groeien, en op die manier wordt je economie terug gezonder gemaakt. Het directe effect van de koersmanipulatie van de Yuan-dollarkoers door de Chinese overheid was dat de rente in de VS te lange tijd op een te laag niveau bleef (4). In onze computeranalogie komt het er op neer dat China tegen de VS heeft gezegd dat het niet nodig was om de harde schijf te defragmenteren, en dat de VS het moment om haar harde schijf te defragmenteren steeds maar heeft uitgesteld tot het te laat was. Toen de VS dan uiteindelijk in 2006 toch de rente begon te verhogen (om de inflatie te stoppen)waren er zo veel slechte leningen en schulden in omloop dat dit leidde tot een hele reeks wanbetalingen en tot de huidige crisis, m.a.w. door een te versnipperde harde schijf is het defragmentatie-proces vastgelopen, en kon het niet succesvol voltooid worden.
In meer economische termen spreken we hier over het Mundell-Fleming kader en de onmogelijke drievuldigheid van monetaire zelfstandigheid, wisselkoersstabiliteit en financiële integratie. De onmogelijke drievuldigheid betekent eigenlijk gewoon dat een land maximaal 2 van de 3 doelen van deze drievuldigheid tegelijk kan nastreven, maar niet alle 3 tegelijk. Sinds de opzegging van de dollarstandaard in 1971, en zeker sinds het aantreden van Reagan in de VS in 1980, kan men zeggen dat de VS steeds gestreeft hebben naar monetaire zelfstandigheid en financiële integratie. Wisselkoersstabiliteit is geen doel van de economische politiek van de VS, en wordt volgens de VS-regering en de FED (de nationale bank van de VS) het best aan de markt overgelaten. Door zijn wisselkoers aan de dollar vast te koppelen (en via actieve marktingrepen er voor te zorgen dat dit zo bleef) heeft de Chinese overheid er eigenlijk voor gezorgd dat de VS in een situatie van de onmogelijke drievuldigheid terechtkwam en bijgevolg een keuze moest maken tussen welke van haar oorspronkelijke doelen ze zou opgeven. In de realiteit heeft de VS deze keuze niet gemaakt, en is ze er blijven van uitgaan dat ze haar beleid ongestoord kon verderzetten (5). In de feiten verloor ze echter haar monetaire zelfstandigheid en ontkenden Amerikaanse functionarissen van de Bush-regering en de FED het probleem. China heeft gewoon zijn handelsoverschotten met de VS omgezet in Amerikaans schuldpapier, en zo de Amerikaanse rente kunstmatig laag gehouden, wat tot de huidige vastgoedbubbel heeft geleid.
(4) De rente waartegen banken konden lenen lag vrij lange tijd op een lager niveau dan de inflatie, wat eigenlijk concreet betekent dat geld gratis was voor banken. Een dergelijke situatie te lang volhouden is er om vragen om een hoop slechte leningen in je economischsysteem te krijgen. Je zou dit economische doping kunnen noemen. (5) Deze situatie diende de korte-termijnbelangen van zowel de Chinezen (reusachtige economische groei kon volgehouden worden door comparatieve voordelen t.o.v. de VS) als de Amerikanen (de financiering van een te dure oorlog tegen het terrorisme en de schijn van economische groei en een sterke economie hoog houden).
Het vergetelheidje van de G20-top in Londen (deel 1)
Het is soms verbazingwekkend om vast te stellen dat politici, en dan vooral deze van regeringspartijen, er regelmatig in slagen om een probleem op te lossen door de symptomen ervan te laten verdwijnen zonder iets te doen aan de oorzaken (en dus eigenlijk het probleem niet op te lossen, maar verder te laten bestaan). Een mooi staaltje hiervan vormt het probleem van de buitensporige lonen, bonussen en ontslagvergoedingen in de banksector. Iedereen herinnert zich nog wel de maatschappelijke verontwaardiging die ontstond nadat enkele van deze bedragen bekend werden eind 2008. Onze nationale regering werd door deze verontwaardiging toch tot enige actie aangemaand, en prompt werd de ontslagvergoeding, de zogenaamde gouden parachute, beperkt tot een periode van 1 jaar. Was hiermee het probleem opgelost? Waren hiermee de oorzaken aangepakt? Nee hoor, het meest storende symptoom verdween dan wel van de radar, maar voor de rest bleef alles zoals het was (1). Nu ja, we kunnen klagen over de inertie/onbekwaamheid/onvermogen van onze regeringen, maar uit de volgende paragrafen zal blijken dat de zogenaamde wereldleiders van de G20-landen het niet veel beter doen op dat vlak.
Op het niveau van de G20-top van Londen zie ik eenzelfde fenomeen, nl. dat men wel de ergste symptomen van het probleem aanpakt, maar niet een van de belangrijkste oorzaken. Versta me niet verkeerd, wat op de 2 laatste G20-toppen werd beslist, zijn noodzakelijke stappen op weg naar een oplossing. Ik ga niet ontkennen dat het versterken van de transparantie, integriteit en aansprakelijkheid op de financiële markten, betere regelgeving en meer bevoegdheden voor toezichthouders, effectiever risicomanagement en het versterken van de internationale samenwerking en een hervorming van de internationale financiële instellingen zoals beslist in Washington geen goede en noodzakelijke maatregelen zijn. Daar gaat het dan ook niet over. Waar gaat het dan wel over? Naar mijn mening worden hier eerder de symptomen aangepakt (2), en niet een van de belangrijke onderliggende problemen. Dit onderliggende probleem wordt zelfs niet vermeld en zal dus ook niet verdwijnen.
Wat is nu dit onderliggende probleem dat volgens mij één van de grote boosdoeners is en onaangeroerd blijft? Het gaat hier over de manipulatie van de wisselkoers van de Chinese Yuan t.o.v. de VS $ door de Chinese overheid. Onderstaande grafiektoont de procentuele wijziging van de Chinese munt t.o.v. de VS $ tussen 1985 en 2007. De jaren 1993 en 1994 vormen het scharnierpunt (zie bijlage 1). Na een zware devaluatie besloot de Chinese overheid om de waarde van zijn munt op dat niveau te houden t.o.v. de VS $. Men deed dit door de dollars die China binnen kwamen door een positieve handelsbalans met de VS te herinvesteren in de VS (vnl. Amerikaans schuldpapier), waardoor de koers van de Chinese Yuan niet steeg, en de koers van de VS $ kunstmatig hoog gehouden werd. Dit resulteerde in een ongezien globaal macro-economisch onevenwicht (hoge positieve Chinese betalingsbalans en hoge negatieve VS-betalingsbalans), waar de laatste jaren nogal wat macro-economen zich zorgen over hebben gemaakt (3). Waarom is dit nu zo belangrijk? Dat wil ik u illustreren a.d.h.v. een vergelijking met de werking van een computer in een volgende bericht.
(1) Het probleem van de 'gouden parachutes' is de voorbije week weer op het bord van de regering beland, omdat de Raad van State problemen zag bij het wetsontwerp zoals het voorlag. De situatie is dus eigenlijk nog erger dan ik ze beschreef, aangezien onze regering niet alleen het probleem niet heeft aangepakt, maar enkel het ergste symptoom, maar dat dan ook nog op een slechte manier heeft gedaan. Gelukkig heeft het parlement wel goed werk geleverd aangaande de toekomstige regelgeving voor de banken, alleen is het de vraag hoeveel en welke van deze aanbevelingen effectief omgezet zullen worden in wetgeving. (2) Sommige zaken van wat ik hier symptomen noem, zijn evengoed te classificeren als oorzaken. Het is echter om het onderscheid te maken tussen oorzaken die vernoemd en aangepakt worden, en de oorzaak die niet vernoemd en aangepakt wordt, dat ik ze hier als symptomen beschrijf. (3) Zoek de term 'global imbalances' eens op in google of een andere searchengine, en kijk eens naar de instellingen van wie die publicaties zijn. Je zal merken dat het niet Janneke en Mieke waren die zich zorgen maakten over het probleem.
Bij de opstart van een Blog lijkt het me logisch mezelf even voor te stellen, zodat jullie je er een idee van kunnen vormen wat voor vlees je in de kuip hebt.
Ik ben Luc uit Antwerpen. Ik heb een diploma Politieke Wetenschappen, optie Internationale Politiek.
Tijdens de afgelopen anderhalf jaar kon ik er niet aan weerstaan om na te denken over de financiële crisis en zijn gevolgen. Hierbij ben ik uiteraard ook bij een aantal oplossingen uitgekomen. Versta me niet verkeerd, ik ga deze volledige rotzooi niet op mijn eentje oplossen, dat kan niemand. Het enige wat ik wil beweren is dat ik een redelijk goed beeld heb van welke richting het dan wel uit zou moeten gaan. Bovendien denk ik dat het nu wel voor iedereen duidelijk is dat de wereld op de verkeerde manier draait, en dat bijgevolg de luisterbereidheid van veel mensen naar zinnige en goed doordachte alternatieven groot is.
Wat ik wil proberen te doen in de aanloop naar de verkiezingen in juni is om met de politieke partijen in dit land een soort 'socratisch debat' aan te gaan. Ik zal in de komende weken naar een aantal politieke debatten gaan, en daar proberen elke keer een vraag gesteld te krijgen. Via deze blog zal ik daar dan verslag over uitbrengen (het debat, mijn vraag en hun antwoorden). Dit zal ik afwisselen met stukjes waarin ik mijn eigen ideeën uit de doeken doe en onderbouw met argumenten en feiten.
Het is mijn bedoeling dat deze blog meegaat tot de verkiezingen op 7 juni. Na 7 juni zal ik dan beslissen of ik blijf verderschrijven (dit zal zo'n beetje afhangen van het succes van de blog en wat de toekomst brengt in mijn privé-leven).