xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vlaanderen en Nederland samen één land? Ik heb er altijd wel oren naar gehad. Maar er hebben zich de laatste tijd dingen voorgedaan waardoor ik de fusie niet helemaal meer zie zitten. Enkele dagen geleden zijn de Hollanders begonnen met stokken in de wielen te steken van onze nationale Vlaamse sport, door te beweren dat duivensport geen sport is. Denk eens aan: duivensport géén sport, ik kan er nog steeds niet van slapen! En nu wéér treffen ze de Vlaming in zijn grootste sportieve trots, door te zinspelen op haar hoog
Sidonia-gehalte! Ze bedoelen daarmee dat er een zekere fysieke gelijkenis bestaat tussen ons langwerpig hoogspringend troetelkind Tia Hellebaut en tante Sidonie. Dat klópt natuurlijk wel, maar weten zij dan niet dat die uitspraak precies dáárom zo pijnlijk overkomt, dat de waarheid kwetst? Natúúrlijk weten zij dat! Ze willen ons gewoon kleineren. Onder die voorwaarden wil ik alvast geen fusie met Nederland. Jawel, samen zouden we nu achttien olympische medailles gehaald hebben, maar denkt ge dat die Hollanders het niet zouden uitgekiend hebben dat de inbreng van dat achterlijk Vlaams landsgedeelte maar twee stuks bedraagt? Kaaskoppen van onder en vooral van boven de Moerdijk, luistert allen goed: ik eis verontschuldigingen, of ik stem tégen de fusie. Hebben we ons niet reeds genoeg laten couillonneren, hebben we in t verleden al niet te veel naar uw pijpen gedanst? Neem nu, jawel, tante Sidonie. Onder druk van de Hollanders heet ze nu
Sidonia. Belachelijk! En Schalulleke dan. Die heet nu, weer onder druk van de Hollanders,
Schanulleke. Belachelijk! Maar wees er maar zeker van Willy Vandersteen mag dan nog bezweken zijn voor de Hollanders dat het gros van de Vlaamse lezers het nog steeds heeft over tante Sidonie en Schalulleke.
Maar dit terzijde. Hopelijk heeft Tia zich de uitspraak van onze lieve Noorderburen niet al te zeer ter harte genomen. Tia is een knappe lieve sportvrouw. Ik was een fiere Vlaming toen ze daar in Peking minzaam glimlachend op het ereschavot stond, zonder dat er tranen aan te pas kwamen. Tia heeft daarenboven een gave die o zo zeldzaam is bij het schone geslacht: ze spreekt slechts als ze iets te zeggen heeft. Ik zou haar willen vragen: Tia, wilt ge mijn vrouw worden?
Maar ik wil het natuurlijk met u ook hebben over enkele andere landgenoten in Peking. Aan de vrouwtjes van de vier maal honderd kan alleszins niet voorbijgegaan worden. Zilveren medaille, dank zij een vlekkeloze stokwisseling. In geen enkel land kunnen ze de stok zo goed doorgeven als bij ons. En wie heeft hen dat bijgebracht? Rudy Diels, hun trainer. Hier hebben de meisjes hard voor getraind, zegt Rudy Diels, en ze hebben er honderdentien procent voor geleefd. Hoe bedoelt Rudy dat, die honderdentien procent? Letterlijk? Dan zit er bij Rudy een vijs los: méér dan honderd procent bestaat niet! Figuurlijk? Dan moeten ze in de toekomst nog méér hun best doen. Sommige sportlui beweren immers tot tweehonderd, sommigen zelfs tot driehonderd procent voor hun sport te leven
Ontroerend was het optreden van Frédéric Xhonneux (uit te spreken als Oneu). Tijdens de tweede dag van de tienkamp verscheen deze atleet aan de start van de 400 meter-proef met zijn gewone trainingsschoenen aan de voeten, zonder spikes dus. Na enkele meters staakte hij de strijd. Hij verklaarde achteraf nooit de bedoeling gehad te hebben die 400 meter uit te lopen, vanwege een kwetsuur. Waarom hij dan toch aan de start was verschenen? Om nog eens de Olympische sfeer op te snuiven, om nog eens de Olympische vlam te zien branden en om nog eens op het TV-scherm te komen. Mijn supporters zien mij toch al zo weinig, verklaarde de gekwetste Frédéric. De Hollanders zullen blij zijn dat hij er uit is. Ze slaagden er maar niet in zijn naam behoorlijk uit te spreken en dat komt omdat ze maar niet kunnen begrijpen waarom men Xh schrijft, als men het niet uitspreekt. Het is een kwestie van cachet denk ik. Zo heb ik, jaren geleden, iemand gekend ik zweer u dat het waar is die O heette, simpelweg O, in één letter. Hij had een winkel in hoorapparaten, in het Brusselse, en misschien heeft hij die winkel nu nog. Uit commercieel oogpunt geen zeer geschikte naam dunkt me, want de O werd verward met het cijfer nul. Daarenboven had de man vaak last met de administratie. Bij het invullen van formulieren werd er hem op gewezen dat hij zijn hele naam moest invullen en niet enkel de eerste letter. Zelf heb ik hem aangeraden zijn naam te veranderen in Xhaults: het zou een boel administratieve problemen van de baan helpen, het zou veel meer cachet hebben en het zou maar weinig kosten, omdat het jaja, beste Hollandse lezer nog altijd als O zou uitgesproken worden. Ik denk dat hij mijn voorstel in overweging genomen heeft, maar bij mijn weten is hij daar (nog) niet op ingegaan.
En dan is er nog het Vlaamse roeikoppel of is het peddelkoppel? dat door een Chinees duo met een paar tienden van een millimeter werd geklopt voor de derde plaats in de halve finale van het roeien twee zonder stuurman maar t kan dus ook peddelen geweest zijn. Nooit iemand gezien met meer ingehouden woede dan de oudste van de twee roeiers c.q. peddelaars. Ontgoocheling noemden ze dat op de VRT. Men zou voor minder ontgoocheld zijn: de man zijn hele wereld was in elkaar gestort, alles waar hij jaren had voor geleefd lag nu aan diggelen. Het leek erop dat het leven voor deze man geen zin meer had. En dat alles door de stomme schuld van zijn mederoeier c.q. peddelaar, die vooraan in de boot had gezeten en dus het ritme van de slagen had aangegeven. Welnu, dat ritme was véél te snel geweest in t begin, en dat hadden ze op t einde moeten bekopen. Náást de ontgoochelde man stond de schuldige. Ootmoedig gaf deze zijn fout toe. Ik denk dat alleen menselijk fatsoen verhinderd heeft dat hij ter plaatse en vóór het oog van de camera de schedel werd ingeslagen door zijn vriend, de ontgoochelde roeier-peddelaar. En toch ben ik ervan overtuigd dat de marktwaarde van de meest ontgoochelde roeier-peddelaar aller tijden, niet te lijden heeft gehad onder die nederlaag. Wel in tegendeel. Want hoe was het ánders gelopen? Onze twee (ex)vrienden hadden de finale gehaald, waren daarin ongetwijfeld laatste of voorlaatste geworden en misschien voorgoed in de anonimiteit gegleden. Nu staan ze voor eeuwig te boek als de meest ontgoochelde roeiers-peddelaars uit de geschiedenis van de moderne Olympische Spelen. En zeker de helft van de Vlaamse bevolking leeft in de overtuiging dat ze het brons aan hun neus hebben zien voorbijgaan. Brons op een haar na!...
|