Dat Het Laatste Nieuws een degelijke krant is, wie zou het durven ontkennen? Vooral in t week-end krioelt het er van de interessante artikelen. Niet voor niets is het de meest gelezen krant in België ik schrijf dit helemaal belangeloos al vraag ik mij soms af waarom er in ons land nog zovelen zijn, voornamelijk intellectuelen en pseudo-intellectuelen, die de duurdere De Morgen of De Standaard verkiezen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In de weekendeditie laakt professor Eric De Keuleneer de loonsverhogingen van topmanagers. Er staan fotos bij van vijftien goed verdienende topmanagers. Men noemt ze ook CEOs en dat schijnt niets anders te zijn dan wat men vroeger PDG (président directeur général) noemde. Een vijftal onder hen verdienen rond de vier miljoen euro per jaar. En daar heeft professor Eric De Keuleneer nu kritiek op, op de hoogte van die weddes. Hij slaagt er evenwel niet in mij te overtuigen. Die mensen werken toch hard voor hun centjes, Eric. Neem mij niet kwalijk, maar ik denk dat gij een beetje jaloers zijt, omdat gij zelf moet rondkomen met een habbekrats van tweehonderdduizend euro per jaar. Dat dit nog altijd tien keer zoveel is als waar ikzelf mee rondkom doet niets ter zake: een mens kijkt nu eenmaal naar boven en niet naar wat ónder hem gebeurt. Maar dan moet u toch bedenken, mijn beste professor, dat ook die Belgische topmanagers naar boven kijken, naar Pierre Lagrange bijvoorbeeld, van het Londense hefboomfonds GLP-Partners. Pierres wedde bedraagt achthonderd miljoen dollar per jaar. En toch zal die Pierre Lagrange nog opkijken naar ene John Paulson van het New-Yorkse bankwezen, wiens jaarwedde drie miljard dollar bedraagt. Die John Paulson verdient dus ongeveer tienduizend keer zoveel als u, mijnheer de professor. Met andere woorden, die mijnheer Paulson verdient in één uur ongeveer zoveel als u in vier jaar. Zit ge nu nog dieper in de put, professor? Of helpt het als ik u vertel dat de doorsnee Vlaamse arbeider veertig jaar moet zwoegen voor wat de heer Paulson in één uur verdient en de doorsnee arbeider in Haïti zestienhonderd jaar? Beken het nu maar eerlijk, professor De Keuleneer: gij zijt gewoon jaloers! Denk nu niet dat ik u dat kwalijk neem, en ook niet getreurd: jaloersheid is een zéér menselijk gevoelen. Ook ík ben jaloers en nog wel op Herman Brusselmans. Niet omwille van zijn inkomen, want daarover is mij niets bekend, maar wel omwille van zijn fenomenaal literair talent.
En dat brengt mij onopvallend naar een ander artikel uit de weekendeditie van Het Laatste Nieuws. In zijn wekelijkse column stelt de literaire grootmeester zijn eerstvolgende roman voor. De titel ervan luidt: Ik Zit Met Een Ei In Mijn Broek. Ziehier hoe Brusselmans schrijft over zijn volgende roman (ik citeer letterlijk):
hij zal handelen over mn angstaanvallen in de jaren tachtig. Ik was toen zo angstig dat ik niet eens aan een willekeurig meisje durfde te vragen: Mag ik mn tong in je vrouwelijk geslachtsdeel steken? Op een bepaalde dag, ik zal het nooit vergeten, het was op 17 juni 1988, durfde ik het toch vragen en dat meisje zei: Oké, als ik mijn tong in je mannelijke reet mag steken. Wat een vies meisje! Om haar te straffen voor haar verregaande sexuele losbandigheid gaf ik haar een rechtse hoek, een uppercut, een mep tegen haar kanis, een safflet tegen haar bakkes en een patat op haar neus. Bloedend zeeg ze ten gronde. Ze kon nog net fluisteren: Herman, ik heb je lief, waarna ze het bewustzijn verloor. Ach, over mn avonturen in de jaren tachtig zou ik beter zwijgen, want dat waren poelen van ellende, zeeën van miserie, en oceanen van malaise, tristesse en onheil. (einde citaat)
Hoogstaande wereldliteratuur dus, waarmee de Nobelprijs literatuur ons, na de mislukkingen van Louis-Paul Boon en Hugo Claus, nog moeilijk kan ontsnappen. Ongetwijfeld zit heel literatuurminnend Vlaanderen nu uit te kijken naar Brusselmans nieuw meesterwerk. Zoals dat met al zijn boeken gaat, zal het binnen de kortste keren uitverkocht zijn en aan een herdruk toe. Enkele tienduizenden exemplaren
Moet het, begripvolle lezer, verwondering wekken dat ik jaloers ben op zoveel talent? Ik zou maar wat graag zon column hebben in Het Laatste Nieuws ik durf wedden dat Brusselmans daar zelfs nog voor betaald wordt ook en wat heerlijk moet het zijn om op de boekenbeurzen te staan en je eigen werk te signeren en te zien hoe je boeken als zoete broodjes aan de man komen. Van O jerum jerum jerum
, mijn eigen meesterwerk, heb ik, och arme, amper tweehonderd stuks verkocht en dat is nog niet één honderdste van wat Brusselmans verkoopt. Begrijp me nochtans niet verkeerd: ik klaag niet! Ik heb daar immers geen reden toe: Brusselmans heeft duizend maal méér talent dan ik en hij verkoopt slechts honderd maal méér boeken
Overigens zou ik Herman Brusselmans moeten beklagen. Ook híj kijkt immers naar boven, naar wiens werk nog beter verkoopt dan het zijne. En wie ziet hij daar? Piet Huysentruyt! Piets boeken zijn stuk voor stuk goed voor honderdduizend exemplaren. En tóch sla ik het werk van Brusselmans hoger aan. Zou Herman niet jaloers zijn op het succes van Piet? Ja, Herman jong, Piet is nu eenmaal niet de eerste de beste, want dat durf ik nu reeds voorspellen ongetwijfeld de grootste Westvlaming van de eenentwintigste eeuw, in navolging van Briek Schotte, die in de vorige eeuw die titel in de wacht heeft gesleept
|