xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Gisteren weer eens een bezoekje gebracht aan mijn dierbaar Gent. Hoofddoel van de reis was de patisserie Bloch. De bakkerij-patisserie Bloch stopt ermee op 29 maart, morgenavond. Allen daarheen dus, nu het nog kan. Iedere rechtgeaarde Gentenaar treurt om dit heengaan. Het etablissement dateert al van de 19e eeuw en is dus ruim boven de honderd jaar oud. Morgen is de fatale dag. Het doet mij pijn aan het hart. Niet dat ik er ooit eerder een voet heb binnengezet, maar honderden keren als t er geen duizenden zijn ben ik er voorbij gewandeld tijdens mijn studentenjaren. Er waren altijd veel klanten. t Waren meestal mooi versierde en bepoederde dames van meer dan middelbare leeftijd. Heel soms zat er een deftige student met een dito lief. Eén keer heb ik er zelfs Jack Vanlichtervelde zien zitten met een lief. Hij is daar nu nóg beschaamd over. De serveuses waren allemaal jong en er waren er een paar heel knappe bij. Alles gepercipieerd doorheen de vitrines, nooit binnengeweest, ik zweer het u, beste lezer.
Waarom, o waarom moet Bloch verdwijnen? Dat is wat wij ons allemaal afvragen. Omdat de zaak verlieslatend is, klinkt het. Als er één goed draaiende bakkerij-patisserie is geweest in Gent, dan toch Bloch wel zeker. Hoe rooien die andere het? En dan wordt er nog gefluisterd dat het personeel bij Bloch steeds onderbetaald is geweest. Dat kan dus niet waar zijn!
Met de trein van 12.18 uur naar Gent Sint-Pieters. Tram één naar de Korenmarkt. Je bent er zó. In het restaurant Le Petit Paradis, Donkersteeg nummer 19, is het gezellig toeven en ze hebben er heerlijke friet-stoverij met een pilsje, aan een studentenprijsje. Ik ga nog even een groet brengen aan Klokke Roeland op het burgemeester Braunplein, aan de Mammelokker achter het belfort en aan het monument van Jan Frans Willems op het Sint-Baafsplein. In de schouwburg spelen ze De Geruchten van Hugo Claus. Het stuk begint pas om 20.30 uur en wie weet of ik dan nog de laatste trein haal. Géén Hugo Claus dus vanavond.
De friet-stoverij is al een beetje gezakt, het regent, maar Bloch is niet ver. Alvast eens zien of er geen mooie film is in de Sphinx, Sint-Michielshelling nummer 3. Vroeger was daar de cinemazaal Plazza, waar vrijwel uitsluitend Duitstalige films werden vertoond. Ik herinner mij nog enkele filmsterren uit die tijd: Magda en Romy Schneider, Karlheinz Böhm, Maria Schell, Horst Buchholz, Peter Lorre, OW Fischer, Marlene Dietrich. Nu zijn er verscheidene zalen. In één ervan spelen ze een film over het leven van Edith Piaf: La vie en rose. Om 17.00 uur. Nostalgie. Dat staat mij wel aan. Eerst Bloch dus.
De bakkerij-patisserie bevindt zich op de hoek van de Veldstraat en de Hoornstraat: tien minuutjes wandelen, een snelle wandelaar kan het in vijf. De verbruikerszaal zit stampvol. Toch lukt het om, na enig speurwerk, een vrij plaatsje te bemachtigen. De meisjes lopen gejaagd en chagrijnig tussen de tafels. De sfeer is allesbehalve vrolijk. Ik heb plaats genomen naast een bejaard koppel. Ze zijn hier al jaren trouwe klant. Ze hebben een koffie besteld en daar wachten ze op. De vrouw heeft vijf suikerkoeken gekocht, één voor elk van haar kinderen: het zijn de laatste. De vijf suikerkoeken liggen vóór haar op het tafeltje, ze hebben ze zo in haar handen gestopt. Ik zou een zakje moeten hebben om de koeken in te doen, zegt de vrouw, maar ze zeggen dat er geen zakken meer zijn. Van op de plaats waar ik zit zie ik een stapeltje plastic zakjes liggen. Kijk daar eens, zeg ik. Ze heeft er uiteindelijk eentje bemachtigd, niet zonder moeite. Eerst weigerden ze een zakje te geven, dan bleek dat ze er eentje kon krijgen tegen betaling, doch uiteindelijk was het toch gratis. Ik bestel een koffie en een appelflap. De appelflap is op, zegt het meisje nors, alsof ik dat diende te weten. Maar ook de chocoladekoeken zijn op en de boules de berlin. Kies zelf maar wat, zeg ik. Ook dát staat haar blijkbaar niet aan. Toch komt ze even later terug met de koffie en een of ander uitgedroogd gebakje met een stuk half en half tot moes gekookte appel erop. De koffie is allesbehalve lekker en lauw bovendien. Ik eet het gebakje maar half op. Twee reporters van Het Laatste Nieuws zijn op pad. Ze vragen of ik de zaak al lang ken, of ik een trouwe klant ben van de zaak, of ik mijn kofiie met gebak lekker vind, of ik het spijtig vind dat de zaak definitief sluit. Ik geef hen ronduit mijn mening. Er is ook een persfotograaf. Ik pak de vrouw van de vijf suikerkoeken vast en allebei zetten we onze vriendelijkste glimlach op: zaterdag verschijnt de foto in de krant. Maar goed ook. Zo heb ik nog een beetje waar voor mijn geld: voor de koude koffie en het onsmakelijk stukje taart betaal ik al evenveel als voor mijn overheerlijke friet-stoverij in Le Petit Paradis.
Er is nog net een beetje tijd over om binnen te wippen bij De Slegte. Eens kijken hoe de verkoop loopt van Trou Moet Blycken, u weet wel, het prachtig lijvig boek van Gerrit Komrij, de grootste hedendaagse dichter uit het Nederlands taalgebied. Op 13 februari waren er nog zeven exemplaren te koop à 2,99 . Ik heb er toen één gekocht. De zes andere liggen er nog steeds. En ik die dacht dat ze tegen die prijs! reeds lang als zoete broodjes ándere dan die van Bloch van de hand zouden gegaan zijn
Voor La vie en rose is de belangstelling maar matig. Hier geen Bloch-toestanden: in de grote bioscoopzaal zitten vier mensen, met mij erbij is vijf en dan komen er nog twee oude vrouwtjes. Aan de ingang staat niemand om te controleren of we wel een entreekaartje hebben. Logisch: als ze voor zeven man een controleur moesten aanwerven zou het voorzeker een verlieslatende zaak worden. De film lijkt mij niet super-gemakkelijk te volgen, in de eerste plaats door de talrijke nogal ingewikkelde flash-backs. Persoonlijk heb ik daar geen moeite mee, maar dat komt ongetwijfeld doordat ik reeds goed ingewerkt ben in de materie: het boek Edith en Simonne gelezen, plus tweemaal het gelijknamig toneelstuk. Ik hoop maar dat de twee oude dametjes even goed hebben kunnen volgen.
Op de trein naar huis wacht mij een aangename verrassing, iets waarvan ik niet meer hoopte dat het mij nog ooit te beurt zou vallen
De conductrice heeft mijn identiteitskaart gevraagd, om te controleren of ik wel degelijk de vijfenzestig voorbij ben en dus recht heb op verminderd tarief! Als zíj het mag weten, dan u ook, mijn beste trouwe lezer: over een dikke twee maand word ik achtenzestig. Maar, toegegeven, ik zie er vééél jonger uit
|