Een brief
professor.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een dikke drie maanden geleden werd er op een dag, even vóór de middag, aan mijn deur gebeld. Daar stond Amandientje, die een tiental huizen verderop woont in de straat. Ze stond in haar peignoirke en op savatten en met een enveloppe in de hand.
- Een brief
professor, zei ze verlegen. De facteur heeft zich weer van nummer vergist.
Ik dacht dat Amandientje een grapje maakte, maar ik had niettemin de goede ingeving van ernstig te blijven. Ik nam de enveloppe uit de handen van het beteuterde Amandientje. Er stond inderdaad op gedrukt Professor Kris Vansteenbrugge, Sint-Denijsestraat 191B, 8500 Kortrijk.
- Ik
ik wist niet dat gij professor waart, mijnheer doktoor, stamelde ze nog.
Ik ook niet, had ik kunnen antwoorden. Of: t zal wel een vergissing zijn, want ik bén geen professor. Maar het mensje stond mij zo vol bewondering aan te kijken, dat ik het zonde vond om haar de ware toedracht van zaken mee te delen. Toen zei ik maar, met een kwinkslag:
- Ach, Amandientje, er is nog zovéél wat gij niet weet
- Och Here, zei ze, we hebben een professor in de straat en we weten het niet. Dáár zal mijnen Ture van opkijken.
Ze was er effenaf van gepakt, het brave Amandientje. Ik ken haar al zon zesendertig jaar, van toen we in Kortrijk zijn komen wonen. Ze was één van mijn eerste patiënten, zij en haren Ture. Ze dragen allebei hoorapparaatjes, door mij voorgeschreven. Ture heb ik daarenboven nog geopereerd, aan zijn neus.
Ze stapte huiswaarts met een driftige pas. Ik bleef haar nakijken. Ze had groot nieuws te vertellen. Daar zou Ture van opkijken. En niet alleen Ture
Ze was een beetje van t lam gods geslagen geweest en ze had een beetje met haar mond vol tanden gestaan. En toch weet ik zeker dat er op dit ondermaanse tranendal maar weinig schepseltjes rondlopen die beter van de tongriem gesneden zijn dan Amandientje.
Een week later kwam er een man op de raadpleging die gehoord had dat ik in feite professor was. Hij vroeg zich af waarom ik dat niet vermeldde op het plakkaat naast mijn deur. Ben ik een leugenaar omdat ik zei Ach, daar moet ge niet mee te koop lopen? De hele straat wist het toen al, dat ik professor ben, en zó bescheiden dat ik het al die jaren voor iedereen heb verzwegen. Op dit ogenblik weet zelfs de helft van Kortrijk het. En nu staat bij die arme professor de telefoon roodgloeiend. Voor een professor, dáár hebben ze pas respect voor in Kortrijk. En des te meer als zijn ereloon minstens het drievoud is van het gewoon tarief. Maar déze professor is al twee jaar met pensioen, hij houdt zich alleen nog bezig met gehoorstoornissen en hij opereert niet meer. Ze hadden tien of twintig of dertig jaar vroeger moeten komen, toen hij nog boordevol werklust zat, toen hij nog een vaste hand had en een geheugen als een olifant.
Lief moedertje zaliger, als jij nu nog geleefd had! Ik zou je die brief getoond hebben, met dat opschrift professor Vansteenbrugge. Je zou het warempel geloofd hebben. Je had één van je mooiste dromen in vervulling zien gaan. Hoe vaak heb je niet gezegd: jongen, je had professor kunnen worden
had je maar wat meer je best gedaan. Maar laten we nu overgaan tot de ware toedracht van zaken
De brief was afkomstig van de professoren Clement en Lameire, een dapper duo professoren emeriti. t Was een uitnodiging voor een reünie van de geneesheren afgestudeerd aan de Gentse universiteit anno 1965. Een sterke lichting. Een flink percentage ervan is professor geworden. Ik heb een vermoeden dat ze iedereen met professor aangeschreven hebben, voor alle zekerheid, om er géén over t hoofd te zien. Of anders was het tóch als grap bedoeld. Een grap met verstrekkende gevolgen, weliswaar
Ook dit nog: de reünie heeft ondertussen plaats gevonden, vorige week zaterdag. Hartverwarmend. Ook dáárover zou ik u nu reeds kunnen onderhouden. Ik wacht er liever nog wat mee. In de eerste plaats om de emoties wat te laten bezinken. In de tweede plaats omdat dit cursiefje anders te lang wordt. Een cursiefje moet een cursiefje blijven.
|