De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub
Grijsloke.
Deel 26: Het jaar van de apotheose.
Het was reeds aangekondigd op t eind van
t vorig jaar: in 1996 zouden de goden deelnemen aan Dwars door Grijsloke. De
Griekse wel te verstaan. Als dank omdat ze via de medailles vijf jaar lang in
de belangstelling hadden gestaan in Grijsloke. Welke godenploeg de oppergod
Zeus zou afvaardigen was nog de vraag
De loopclub zette weer zijn beste beentje
voor en deed zo mogelijk nog beter dan het vorig jaar, met activiteiten het
hele jaar door. Om er enkele te noemen
In het winterseizoen: o.a. de
Nieuwjaarsreceptie, het weekend aan zee, de wafelbak, het eerste
cross-kampioenschap (in Oudenaarde). In het lenteseizoen: o.a. de
paaseierenloop, de bedevaartloop, de verbroederingsloop met de Hastingsrunners
op 12 en 13 mei. In 1991 hadden een tiental dapperen van de Engelse club en
vijf lopers van ónze club een estafetteloop ondernomen van Hastings naar
Oudenaarde. En nu exact vijf jaar later was de tijd rijp voor een tocht in
tegenovergestelde richting. Grijsloke was vertegenwoordigd door Gilbert Terras
en Maurice Adams (die er in 1991 ook al bij waren) alsook Christine De Schamp,
Hendrik Van Herzeele, Peter Vansteenbrugge en Eric Vancoppenolle. Een foto (uit
de krant) van de start (op de grote markt van Oudenaarde) van deze heroïsche
verbroederingsloop kunt u zien op www.bloggen.be/kris.
In het zomerseizoen was het alle hens aan dek voor de godenloop. Daar vertellen wij u over in een volgende aflevering, maar dat het een weergaloos succes werd kunnen we, voor diegenen die het niet mochten beleven, nu reeds verklappen. En in het najaar waren er nog o.a. het souper van de loopclub, het Sinterklaasfeest en de nachtelijke oriëntatieloop, een nieuwigheid van opa Gilbert: een schot in de roos en voor herhaling vatbaar, zoals blijken zou.
Ook op zuiver sportief vlak was 1996 een groot jaar voor onze club. Met talrijke stratenlopen in binnen- en buitenland, waaronder veel halve en hele marathons. Nieuw was de marathon van Reims waarvoor een tweedaagse reis werd uitgetrokken. Het juniorteam beleefde eveneens een hoogconjunctuur in die dagen (zie foto uit de krant op www.bloggen.be/kris).
Marc Waelkens, één van onze beste marathonlopers werd dat jaar een internationale beroemdheid. Echter niet in de loopsport. Ons vriendelijk en bedeesd Marcske bokste op 10 februari in het Duitse Cottbus voor de wereldtitel lichtgewichten tegen de gerenommeerde Duitser Marco Rudolph, die een zilveren medaille had behaald op de Olympische Spelen van 92 en die als profbokser nog geen enkele partij had verloren. Onze Marc had van zijn veertien profkampen er dertien gewonnen en nog maar één verloren (op punten). Hij was een meester in het ontwijken van slagen en voor zover mij bekend heeft Marc in zijn hele loopbaan niet éénmaal kennis gemaakt met het canvas. In 1994 was hij Benelux-kampioen geworden. De zaal in Cottbus was uitverkocht. De Duitse pers besteedde ruime aandacht aan de hoofdkamp Rudolph-Waelkens en deze kwam uitgebreid op TV. Didier Libbrecht bevond zich onder de toeschouwers. In ons clubblad van maart/april schrijft Didier het volgende:
Vriend Marc verloor deze wedstrijd op punten, doch kon de ring met opgeheven hoofd verlaten; hij hield het immers 12 ronden vol tegen deze gerenommeerde Duitser die kon rekenen op de steun van 3000 supporters (tegen 4 voor Marc). Onmiddellijk na de eerste gongslag toog Marc ten aanval tegen de 11 cm grotere tegenstander en bezorgde deze zelfs enkele moeilijke momenten in de vierde ronde. Marcske bleef maar aanvallen en trachtte de ontwijkende Rudolph af te matten; deze haalde echter telkens zwaar uit op de counter (voordeel van lichaamslengte), doch kreeg Marc niet neer. Het werd een technisch hoogstaande, zeer spannende partij. Beide boksers kregen een staande ovatie van een tevreden publiek.
|