In Elsegem zijn er welgeteld twee cafés, het Brouwershuis en t Kapelhof. Het is ooit wel anders geweest: vóór de oorlog waren er nog vierenveertig! In één van die twee cafés, in t Brouwershuis bij Marie-Jeanneke om precies te zijn, heb ik deze zondagmorgen Leo Vantorre ontmoet. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Zeg nooit nooit! Er zijn maar weinig dingen die meer als een paal boven water hebben gestaan dan dat Leo zich nooit door den houwelijkschen band aan een vrouwmens zou laten binden. En tóch is het gebeurd! Drie dagen geleden. Leo Vantorre, zeventig jaar oud, getrouwd met Palmyrke Blyau, die een paar jaar jonger is. Ik had het nieuws gisteren reeds vernomen en ik schrok een beetje toen ik Leo daar zo alleen zag zitten, aan den toog. Ik begon met hem geluk te wensen.
- Ach, t was van moeten jong, zei Leo. Ik stond op t punt om in de lach te schieten, maar Leos gezicht stond zo ernstig en droefgeestig dat ik mij nog op tijd kon inhouden.
Leo was net aan een Wortegemsen begonnen en hij deed teken naar Marie-Jeanneke dat ze er mij ook één mocht inschenken. We geraakten aan de klap en zo heb ik een en ander vernomen van hetgeen ik niet of maar half wist.
Leo is zijn hele leven schrijnwerker geweest en zelfstandig. Hij was amper vooraan in de twintig toen hij de schrijnwerkerij overnam van zijn vader Louis, die op een dag dood lag in zijn bed. Leo heeft alzeleven hard gewerkt en goed zijn brood verdiend. Hij kende zijn vak en leverde altijd degelijk werk af. Dat Leo jonkman bleef was volgens sommigen te wijten aan tijdsgebrek: geen tijd om een vrouwmens te zoeken. Anderen beweerden dat Leo niet genoeg hormonaal gecommandeerd werd. Er waren er ook die volhielden dat hij te veel op zijn centen zat, dat hij te gierig was om een vrouw te onderhouden. Maar dat laatste moet ik, beste lezer, stellig tegenspreken. Wat eten en drinken betreft heeft Leo Vantorre zich nooit tekort gedaan, vooral niet wat drinken betreft, en s zondags, na de mis, tracteerde hij in de dorpscafés, méér dan op zijn beurt. Hij had vele soorten korten drank in huis en hij rookte de fijnste sigaren. Om de vijf jaar kocht hij een nieuwe camionette om zijn schrijnwerkersgerief te vervoeren en om de zes-zeven jaar kocht hij een grote Amerikaanse luxe-auto, zij het in occasie. Er kan bezwaarlijk gezegd worden dat Leo een verkwister was, maar hij leefde goed. Hij woonde ook nog in een eigen huis, dat hij voor een groot deel zelf had opgetrokken, met de hulp van een paar vrienden, een beetje in t zwart
Dat Leo er warmpjes inzat, daar twijfelde niemand aan, en niemand benijdde hem een zekere welstand, omdat hij er hard voor werkte. Als tijdverdrijf las hij boeken, vooral tijdens de lange winteravonden. Hij verdiepte zich in literatuur die de eerste de beste schrijnwerker zijn petje te boven zou zijn gegaan. Naast een brave, welgestelde en bekwame vakman, was Leo dus ook een beetje een intellectueel, een autodidact. Dat zon man, een man met levenswijsheid, naar we mogen aannemen, op zijn zeventigste nog de kapitale fout begaat van te trouwen, daar kunnen ze in t dorp niet bij.
Drie dagen geleden is het dus gebeurd, in stilte, met maar een klein feestje voor enkele buren en de paar familieleden die er van weerskanten nog zijn: twee van de kant van Leo, zes of zeven van de kant van Palmyrke. Drie jaar jonger dan Leo is ze en al meer dan twintig jaar weduwe. Drie kinderen heeft ze gehad, waarvan er één gestorven is toen het nog geen jaar oud was. De twee anderen, allebei dochters, wonen ver in het buitenland. De ene in Omaha, hoofdstad van Nebraska. De andere in Portugal, in een dorp waar ook Gerrit Komrij woont, al doet dat laatste hier natuurlijk niets ter zake. De dochters waren er niet, op het trouwfeest. De trouwpartij zal mogelijks niet hun algehele goedkeuring weggedragen hebben.
Is Leo een halve intellectueel, Palmyrke is er een hele. Op haar drieëntwintigste had ze al een universitair diploma, uitzonderlijk voor een vrouw in die tijd. Ze trouwde toen met een brouwer die een jaar of tien ouder was en vijftien jaar later overleed aan de gevolgen van suikerziekte, jeugdsuikerziekte. De eerste drie jaar na het huwelijk ging ze nog een jaar of drie studeren: een jaar specialisatie en twee jaar gouvernementele organisatie wat dat laatste ook moge betekenen . Zesentwintig was ze toen ze een mooie job kreeg in een of ander ministerie. Ze werd zwanger, ging met zwangerschapsverlof en daarna met borstvoedingsverlof, gevolgd door een postnatale depressie. Op haar dertigste ging ze weer aan de slag, maar het duurde niet lang of ze werd weer zwanger. Weer zwangerschapsverlof, borstvoedingsverlof en
postnatale depressie. Ze was vijfendertig toen ze voor de derde keer zwanger werd en al bijna zevenendertig toen haar derde kind stierf. Ze kreeg een depressie zoals nooit voorheen. Twee jaar ziekteverlof, gevolgd door vijf jaar loopbaanonderbreking. Op haar vierenveertigste had ze hooguit een paar jaar gewerkt. Na de loopbaanonderbreking trok ze weer naar haar ministerie: een vier-vijfde loopbaan. Zes jaar later kreeg ze ter-beschikking-stelling, maar werken was er sindsdien niet meer bij. Ze was drieënzestig toen ze met pensioen ging.
Zo heeft Leo het verteld, zondag in het Brouwershuis. Was het ongepast van mij, naar de reden te vragen waarom hij zo plots en onverwachts het vrijgezellenleven had opgegeven? Dat het van moeten was, had Leo gezegd
Hij bestelde nog een Wortegemsen ik had er ondertussen ook een voor mijn rekening genomen.
- Palmyrke, zei Leo, heeft een pensioen van rond de tweeduizend euro in de maand. Ík moet rondkomen met amper iets meer dan vijfhonderd. Als zelfstandige heb ik niet slecht verdiend, maar ik heb altijd alles eerlijk aangegeven aan de fiscus. De helft van mijn netto-inkomen heb ik aan de staat afgestaan als directe belasting. Van de overblijvende helft heeft de staat een eerste derde binnengerijfd als sociale bijdrage om kinderbijslagen uit te betalen en ziekte- en werkloosheidsvergoedingen en pensioenen: grote pensioenen zoals dat van Palmyrke en kleintjes zoals dat van mij. Een tweede derde ging naar geestrijke drank, sigaren en brandstof voor mijn Buicks en mijn Cadillacs: vijfenzestig procent daarvan - BTW, accijnzen en taks - voor de staat! Wat er overbleef was voor de levensnoodzakelijke dingen. En ik heb er een huis aan overgehouden, weliswaar met eigen handen gebouwd. Ik had zelfs nog wat centen gespaard voor de oude dag, maar toen de rente op het spaargeld een dieptepunt bereikte, heb ik er aandelen mee gekocht van Lernout&Hauspie en Eurotunnel. Op aanraden van mensen die gespecialiseerd zijn in de materie en die nu haarfijn kunnen uitleggen waarom het fout gegaan is bij Lernout&Hauspie en bij Eurotunnel en waarom ik dientengevolge mijn centen kwijt ben. Een fortuin heb ik afgestaan aan de staat. En wat heb ik in de plaats gekregen? Geen kinderbijslag, geen vervangingsinkomen, geen terugbetaling van ziektekosten. Enkel dat miezerig pensioentje, waar ik met moeite een huishuur van zou kunnen betalen, gesteld dat ik mijn eigen huis niet had. Begrijpt ge dat ik dat huis node zou verkopen, het huis dat ik met eigen handen gebouwd heb? En begrijpt ge nu ook waarom ik daarnet zei dat het van moeten was? Met het groot pensioen van Palmyrke zal het comfortabel leven zijn.
Ik had goed geluisterd. Anders zou ik alles toch niet zo haarfijn kunnen navertellen? Het was mijn beurt om een Wortegemsen te bestellen.
- Is er liefde mee gemoeid? vroeg ik.
- Om eerlijk te zijn: van mijn kant niet. Van Palmyrkes kant wel. Voor de seks denk ik. Maar mij gaat dat niet goed meer af. Het komt wel in orde, zegt Palmyrke. Met Viagra. Ik denk dat ze mij Viagra zal geven als kerstcadeau. Ik zou liever hebben dat ze het niet doet. Ze heeft een beetje een lijfgeur.
Leo staarde wat voor zich uit. Er kwam toen een valse tinteling in zijn ogen:
- Als ze nog minstens een jaar leeft, zal ik haar pensioen verder trekken, mijn leven lang, en dan ben ik op mijn gemak. De staat zorgt goed voor zijn mensen.
- Wie zegt dat zij ú niet overleeft?
- Ze is ziek, zei Leo, en de valse tinteling in zijn ogen was nu nog meer uitgesproken.
Hij dronk zijn laatste Wortegemsen in één teug leeg.
- Weet ge, zei hij, dat ik bij de laatste verkiezingen blanco gestemd heb. Dat zou iedereen moeten doen die in een privé bedrijf werkzaam is. Men zou wel gek moeten zijn om te stemmen voor lieden die de gelden herverdelen zonder dat men daar zelf kan van genieten!
- En de PDGs dan? zei ik.
- De PDGs niet te na gesproken. Omdat zij zélf hun inkomen bepalen door het geld af te nemen van de werknemers en de aandeelhouders, ten voordele van de groep die zij vertegenwoordigen.
Ik begon Leos redenering een beetje moeilijk te vinden. Hij kon het zo goed uitleggen: hoe was het dan allemaal zover kunnen komen met hem?
- Palmyrke zal het nog wel een jaar volhouden, zei hij. Ja zeker, de staat zorgt niet alleen goed voor zijn mensen maar ook voor wie ze na hun dood achterlaten. Jammer van haar slechte adem. Dat komt waarschijnlijk door haar ziekte
|