De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub
Grijsloke.
Deel 22: Het jaar van Poseidon, de
marathon en... de Engelsen.

Het jaar van Poseidon (1992) was er voor de loopclub één dat
bomvol activiteiten zat. Om er enkele te noemen: het weekend in Viroinval, de
marathon van Rotterdam, de bedevaartloop van en naar Kerselare, de 50
km-ultraloop in Kluisbergen, de Course des Terrils, de Kerstcorrida te Deerlijk
en
de Gapersstoet in Anzegem. Ha, die Gapersstoet op 28 juni! De bijdrage van
Loopclub Grijsloke aan de stoet stond helemaal in het teken van Grijslokes
Olympiade en van de Spelen op Griekse bodem die de club gepland had voor 1994.
Voor een kleine impressie laat ik hier even Johan Steeland aan het woord (uit
het clubblad van juli-augustus 1992):
Reeds
kort na de middag heerste er een ongewone drukte in het zaaltje van Grijsloke.
Men waande er zich achter de schermen van een toneelgezelschap. Kostuums werden
gepast, mannen tooiden zich met vervaarlijk uitziende baarden. Jonge meisjes,
in het dagelijkse leven dromend van een zonverbrande teint, lieten zich nu
gedwee met talk omtoveren tot melkwitte maagden
Een laatste kiekje, nog snel de Olympische fakkel aangestoken, en dan ging het
richting station, waar de stoet van start ging. Oppergod Zeus was van de partij
samen met een paar collegas, waaronder natuurlijk Poseidon, diegene waarrond
het dit jaar allemaal te doen is. Een paar Griekse atleten uit de oude doos
zorgden voor het sportieve element. Onder een stralende hemel (de goden waren
ons natuurlijk goed gezind) en grote belangstelling trok de stoet voorbij. En
dat we niet onopgemerkt voorbijtrokken, was te horen aan de reacties van het
publiek
Aan het eind van het traject stak Aphrodite met haar fakkel
het Olympisch vuur aan; ze werd hierbij geholpen door onze fiere burgemeester.
Daarna werd de stoet ontbonden in de tuin van Gilbert. De goden en de atleten
waren op slag weer zware jongens, de maagden veranderden zienderogen weer in
frisse 20ste eeuwse verschijningen.

Vooraan Aphrodite; daarachter 16 maagden met een zelfgeweven kleed voor de godin Hera; voorlaatste rij v.l.n.r. Zeus, Poseidon, Apollo, Herakles, Athena; op de achterste rij de atleten.

De vier Olympische disciplines: v.l.n.r. discuswerpen, verspringen, speerwerpen, hardlopen.
Het was ondertussen wel duidelijk dat de Olympische gedachte die Grijsloke uitdroeg, was aangeslagen bij het publiek, bij de lopers en
bij de pers. Terloops gezegd, in 1991 hadden we reeds een groot succes gekend met onze eerste medaille uit de reeks Grijslokes Olympiade: de medaille had een plaats gekregen in het paleis voor Schone Kunsten in Brussel ter gelegenheid van de tentoonstelling Sport in Hellas aldaar. De medaille anno 1992 met de beeltenis van Poseidon moest voor de eerste niet onderdoen
Op 29 augustus 1992 kwamen de Engelsen, de Hasting Runners voor t eerst in groten getale naar Grijsloke. Zeven onder hen hadden reeds onopvallend deelgenomen aan onze loopkoers in 1991, ter gelegenheid van een bezoek aan Oudenaarde, één van Hastings zustersteden: Stan Milton, Bill Bailey, Ted Weeks, Rod King, Tim Hardwick, Paul Cabban en Roger Mandry (de laatste vier komen nog steeds telkenjare met de Hastings Runners naar Grijsloke afgezakt). Die eerste kennismaking zal ongetwijfeld erg in de smaak gevallen zijn bij onze Engelse vrienden: de omloop, de ambiance, de organisatie, het publiek, de Zeus-medaille. Roger Mandry schreef in een uitgebreid artikel voor ons clubblad d.d. januari/februari 1992 (vertaling door Joost Vinckier) o.a. dit:
Een fantastische medaille; er komen er nu nog vier tot 1995 om het honderdjarig bestaan van de moderne Olympische Spelen te vieren. De achtergrond van de Griekse mythologie zorgde voor een interessante en enige gebeurtenis
In dat artikel drukt Roger Mandry de hoop uit dat Dwars door Grijsloke één van de jaarlijkse uitstappen van de Hastings club zou worden. En die hoop is bewaarheid: van 1992 tot heden (we schrijven 2014) hebben de runners van over t Kanaal geen enkele keer op t appel ontbroken. Met zijn zeventienen stonden ze in 1992 aan de start (of waren het er achttien? Rod King liep zowel de 7 als de 20 km). Onder hen: Jamie Hernon, één van Engelands beste afstandslopers. Dat Hernon iedereen het nakijken zou geven in de 20 km. race, daar waren de Hastings runners van overtuigd. Maar
Jamie beet zijn tanden stuk op de Grijslookse bergen en hij eindigde uiteindelijk slechts zesde. Een vooraanstaande Engelse krant blokletterde:
Jamie Hernon, winner of the Battle of Hastings Road Race in 1990, clocked 61 min 42 sec to finish sixth in the Festival of Running at Grijsloke, near twin town Oudenaarde.
De eerste drie plaatsen in de marathon de eerste marathon van Grijsloke en Belgiums toughest marathon zoals een Engelse sportkrant schreef! werden ingenomen door ultralopers, lopers voor wie een marathon maar een korte afstand is. Winnaar werd onze eigen Lucien Taelman. De tweede, Paul Beckers, die in Torhout 264 km had gelopen in 24 uur, had tot bij het ingaan van de laatste van de zeven ronden, gelijke tred gehouden met Lucien, maar moest in de laatste ronde nog drie en een halve minuut prijsgeven. De derde was Lucas De Groote, wereldkampioen 100 km. bij de veteranen. Amper acht deelnemers bereikten de finish binnen de drie uur en dat heeft alles te maken met de zwaarte van het parcours: 22 serieuze hellingen, waaronder zeven maal de Pikkelstraat! Eén van die acht: onze dorpsgenoot, en net als de winnaar lid van onze club, Jan Deseyn. Jan telt heden ten dage 74 lentes en is nog steeds actief als loper. Prachtige prestatie van de Engelse triatleet Gordon Merfield (15e in 3u0639): samen met zijn echtgenote Wendy was deze knappe veteraan per fiets overgekomen uit Hastings. Twee Engelse dametjes ernstige Jeanette Hardwick en frivole Julie Stoddart finishten vlotjes binnen de 3u30. Van de 64 aangekomenen hadden er amper drie meer dan vier uur nodig.
Was de marathon een opzienbarende nieuwigheid in Grijsloke, de meeste aandacht ging toch nog steeds naar de klassieke afstanden. Op het hoogste schavot bij de mannen stond weer Geert Deruddere. Dat jaar was Geert wellicht de absolute top in het stratenlopen: had hij immers ook niet de 20 km. van Brussel op zijn naam geschreven? Tweede was een andere topper: Gino Deleu, voor wie in de komende jaren die hoogste podiumplaats ook nog zou weggelegd zijn. De winnaar van de 7 km. was eveneens dezelfde als het jaar tevoren: de sterke Chileen Angel Aguilar. En dat was ook het geval voor de 20 km. vrouwen: hier triomfeerde Carine Verhaeghe, voor het derde jaar op rij. Alleen op de erelijst van de 7 km. vrouwen kregen we een nieuwe naam: Petra Delove. Winnaar van de jongerenloop over 3 km. was Dimitri Laga. Vierde en eerste meisje: Sara Platteau. Twee deelnemers-veteranen verdienen hier nog een speciale vermelding: Henri Bastien en René Marckx. Bastien, 83 jaar en nog een gemiddelde snelheid van 10,567 km. per uur over de 7 km.: fenomenaal! Henri, die pas op zijn drieënzestigste was beginnen joggen had twintig jaar later eenenvijftig marathons en zevenentwintig 100 km-wedstrijden op zijn actief
En René Marckx: één van s lands allerbeste veteraan-lopers over de middenafstand geweest. Waagde zich, net als het vorig jaar, aan de 7 km in Grijsloke en kwam als eerste in zijn leeftijdscategorie over de streep, om daarnaast als een volleerde speaker de andere wedstrijden te verslaan. René was een innemende persoonlijkheid, flink van de tongriem gesneden, vertrouwd met de loopsport, en die in de jaren die volgden met zijn vlotte enthousiaste commentaar de toeschouwersmassa kon opzwepen en aldus ongetwijfeld in belangrijke mate bijgedragen heeft tot het succes van onze loopkoers. Henri en René: ze zijn Grijsloke trouw gebleven tot hun laatste snik.
De twaalfde Dwars door Grijsloke was dus weer een formidabel succes geweest, vlekkeloos over de hele lijn. Zou er iemand op dat ogenblik zó dekatriafoob geweest zijn dat hij had kunnen vermoeden dat de volgende editie zou overschaduwd worden door een dramatisch incident?
www.blogge
|