In dit
boek is mijn cursieve schrijvelarij van
de jaren 2006 tot en met 2008 gebundeld. Geen onderwerp ben ik uit de weg
gegaan, geen item was mij te gek.
De kunst is het eerste item. Vooreerst zijn er
Herman Brusselmans en Piet Huysentruyt, de twee grootsten, dé paradepaardjes
van de Nederlanstalige literatuur in Vlaanderen. Dan volgen op respectabele
afstand en in alfabetische volgorde: Albert Anckaert, Hugo Claus, Albert
Debeurme, Guido Gezelle, Gerrit Komrij, Constant Permeke, Edith Piaf, Roger
Raveel, Rembrandt van Rijn, Stijn Streuvels, Theo Thijssen, Vincent Van Gogh, José Van
Laere, Paul Van Ostaijen, Dimitri Verhulst
en das nog maar een greep uit de
velen die gewogen en gewikt worden. De moderne literatuur, de haiku-achtige
en de scabreuze, worden op de korrel genomen en u maakt kennis met de allernieuwste
literaire kunststroming: de plagiaiku.
Een heel
bijzondere plaats is voorbehouden voor Buth (Leo Debuth) die de link vormt naar
een tweede item: Gent, het heerlijke
studentenleven en de Gravensteenfeesten. Passeren de revue: de
studentenjaren van weleer (in alle toonaarden bezongen in O jerum jerum
jerum
, anno 2006), moeder Laetitia, het seniorenkonvent, Etienne Planchon,
Mico Claeys, Freddy Strumane, de friture Njora, de brievenbus van Theo Lefèvre,
de dubbele moord in de Bennesteeg, de lichting 65, de professoren, Raymond
Creus, de hedendaagse symposia, de Gentse gemeentepolitiek en
teveel om op te
noemen.
Omdat de Griekse mythologie mijn stokpaardje is komt ook Hellas aan bod:
zowel het nieuwe als het oude Hellas. Ik noem enkel Socrates, Rhodos, mevrouw
Korevaar van de Montessori-school in Rotterdam en Grijslokes Olympiade, hetgeen
mij naadloos brengt tot de sport en meer in t bijzonder tot
Vlaanderens
mooiste stratenloop Dwars door
Grijsloke, de loopclub, de machos, de bedevaartloop, Ted Weeks, Rodney
King, de Heuvelenloop in Kooigem, Johan Morreel, Dirk vanneste en Louis
Glorieux (brother Louis). En om andere sporten niet te kort te doen: Jean-Marie
Pfaff, Kim Gevaert, Tia Hellebaut, Briek Schotte, de Ronde van Frankrijk.
Een aantal
paginas wordt ingenomen door brieven
aan BVs: Jan Bauwens, Jack Vanlichtervelde, Marc Vanhoye, Willy
Debyser en de raadselachtige, maar o zo geleerde, professor Omsk van
Togenbirger de Waelekens.
En dan zijn
er de grote wereldproblemen:
de opwarming van de aarde, de overbevolking, dementie, euthanasie, het probleem
België, de politiekers en de CEOs, om er maar enkele te noemen
Tevens komen
talrijke beroemdheden aan
bod: dokter Deberdt, professor Strüben, Fernand Devuyst, Jean-Luc Dehaene,
Mahatma Ghandi, en vele anderen. Enkelen worden over de hekel gehaald, zij het
op een beschaafde manier. Hetzelfde geldt overigens voor mijn eerbare familieleden: van mijn verre voorouders peetje
en meetje Craeyenest tot Georges, de genealoog, en Hendrik Maveau.
Hartverwarmende gebeurtenissen worden
beschreven, zoals daar zijn: de miss-verkiezingen, de songfestivals, het
Steenbrugge-bier, de straatliedjes van weleer en mijn Tony, Ameland, Leeuwarden
en tax-free Monaco.
Droevige gebeurtenissen ga ik
evenmin uit de weg: mijn zwanenzang als dokter, de dood van Bobby, de
vliegtuigramp van Bellegem, de drie jaar ellende in Oostende.
Dit alles is
nog maar een greep uit het aanbod, beste lezer. Ik wens u veel leesgenot en
ongetwijfeld steekt u er ook nog wat van op.
Kris.