Beste Jan,xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een paar dagen geleden heb ik een verhaal gelezen van professor van Togenbirger. Mocht je het zelf nog niet gelezen hebben hetgeen mij ten zeerste zou verwonderen dan raad ik je aan het vandaag nog te doen. Een knap stukje, dat ik iedereen zou willen aanraden te lezen: www.bloggen.be/omskvtdw. Het stukje heet water en de reden dat ik het zo knap vind moet misschien wel voor een deel gezocht worden in het feit dat het nostalgie oproept naar mijn lagere schooljaren. Ook ík heb, net als professor van Togenbirger, in klassen gezeten met hoge plafonds. Zou de professor werkelijk de mening toegedaan zijn dat er tegenwoordig minder zuurstof in de klassen is vanwege de lage plafonds, en dat daar de verklaring kan liggen van minder presteren op school? Wil je hem dat eens vragen bij gelegenheid: jij leeft toch op meer vertrouwelijke voet met hem dan ik.
En dan dat natuurkundig principe dat warme lucht veel meer vocht kan bevatten dan koude, dat zo vakkundig werd uitgelegd door de schoolmeester was dat in Serskamp? en dat alvast door twee leerlingen goed begrepen werd, zijnde Omsk van Togenbirger zelf en ene Gerard dat was toch niet Gerard Moreels? Het toeval wil dat de legendarische madame Janssens uit mijn boek O jerum jerum jerum... zie pagina 26 tot 30 ons dat ook al trachtte aan t verstand te brengen, in de lagere gemeenteschool te Kaster. Eén kubieke meter lucht boven de Noordelijke IJszee bevat minder water dan één kubieke meter lucht boven de Sahara, schreef zij op het bord. Emilienne en ik waren de enigen die daarover verwonderd waren en dat verheugde madame. De anderen begrepen wellicht niet eens goed waarover het ging. Ondanks de hoge plafonds...
Zoals je misschien wel weet heb ik mijn laatste drie jaar lagere school in Kaster gedaan en mijn eerste drie jaar in Grijsloke. Ook in Grijsloke hadden we een juffrouw: Valentine. Maar die juffrouw was in werkelijkheid een weduwe, die al een redelijk grote dochter had, Dora. Die Dora is later getrouwd met Jules Waelkens, één van de pioniers van Dwars door Grijsloke. In mijn eerste boek over Grijsloke staat een foto van Jules op pagina 26. Ook de school in Grijsloke had hoge plafonds. Albert Debeurme is ook naar die school geweest, maar dat was een kwart eeuw vóór mij. In genoemd boek over Grijsloke poseren Albert en ik samen op éénzelfde bank in datzelfde schooltje (cf. foto op pagina 14). En het schooltje bestaat heden ten dage nog steeds. Het bloeit zelfs méér dan toentertijd: er zijn vér over de honderd leerlingen, hetgeen toch niet mis is voor een dorp van amper driehonderdvijftig inwoners. De school van madame Janssens is er niet meer. t Is te zeggen: het gebouw is er nog wel, maar t is nu het cultureel centrum van Kaster...
Waarom ben ik, inwoner van Elsegem, nooit in mijn eigen dorp naar school geweest, bij meester Anckaert, die mijn schoonvader is geworden en voor wie ik later zoveel bewondering heb gekregen? Wij woonden aan de rand van het dorp en zowel t schooltje van Grijsloke als dat van Kaster waren dichterbij al scheelde het niet veel en ook daar was t onderwijs verre van slecht. Wie kon toen vermoeden dat ik ooit zou trouwen met meester Anckaerts dochter?
In het waterverhaal van Omsk van Togenbirger heb ik drie foutjes tikfoutjes gevonden. In het midden van paragraaf 8 moet het zijn ook al sta je in plaats van ook als sta je, en in paragraaf 20 moet er zou staan i.p.v. zoud en wat verder op dezelfde lijn is de r van zuurstof vergeten. Wil je hem daarop attent maken?
Met mijn beste groeten,
Kris.
|