Driehonderdvijfenzestig dagen zijn voorbijgegaan. Morgen mag Odysseus het eiland verlaten t is een schrikkeljaar en krijgen zijn makkers hun ware gedaante terug. Geknield zit Kirke vóór hem. Ze heeft haar hoofd in zijn schoot gelegd en ze weent overvloedige tranen van verdriet. Ze zal hem niet beletten het eiland te verlaten, maar ze smeekt hem te blijven, uit vrije wil, en haar niet voor altijd ongelukkig te maken. Hij is toch gelukkig geweest met haar? Ze heeft het hem toch altijd naar de zin gemaakt? Odysseus kan dat niet ontkennen, maar toch wil hij vertrekken. Hij wil zijn echtgenote Penelope terugzien, die nu reeds elf lange jaren trouw op hem wacht. Hij wil opnieuw zijn geboortegrond Ithaca betreden en heersen over zijn volk. Hij wil zijn ouders terugzien en zijn opgroeiende zoon Telemachus die nog een peuter was toen hijzelf naar Troje afreisde. Kirke antwoordt dat zij uit goede bron vernomen heeft goden vernemen altijd alles uit goede bron dat behalve zijn naaste familie niemand op Ithaca nog gelooft dat hun koning nog in leven is. Dat zijn paleis vol mannen zit die naar de hand van zijn vrouw dingen. Penelope is tot op heden weliswaar nog niet bezweken voor haar vrijers, maar dat zal ze alleszins geen negen jaar meer uithouden. Negen jaar? O ja, dat vergeet ze nog te zeggen, en dat heeft ze ook uit goede bron, zó lang zal nog het duren vooraleer hij uiteindelijk zwaar gehavend zijn geboortegrond zal kunnen betreden. Penelope zal dan reeds een oude vrouw zijn, een vrouw die niet meer in staat zal zijn aan alle verlangens van een man te voldoen. Terwijl zijzelf, Kirke, nimmer haar jeugdige frisheid zal verliezen, omdat zij mag genieten van de eeuwige jeugd, het voorrecht van alle onsterfelijken. Als hij toch nog voor haar wil kiezen, wil ze hem beloven dat ze altijd voor hem klaar zal staan en dat ze tot zijn laatste levensdag aan zijn vurigste verlangens zal voldoen. Maar Odysseus blijft onvermurwbaar. Voor Kirke zal er dus niets anders opzitten dan haar gasten te laten vertrekken. Maar eerst moet Odysseus nog een belangrijke opdracht vervullen. Dat is haar medegedeeld door de oppergod zelve: een beslissing die genomen is door Zeus in samenspraak met de god Poseidon en alle andere goden van de Olympos. Vooraleer hij met zijn makkers het eiland mag verlaten, moet hij eerst een bezoek brengen aan de onderwereld
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|