Het zou kunnen niet dat ik de kans groot acht dat u zich afvraagt op welke datum in een welbepaald jaar, in de verre of nabije toekomst of in een ver of recent verleden, de variabele feestdagen Pasen, Hemelvaartsdag en Pinksteren zullen vallen of gevallen hebben. Daar bestaan weliswaar kalenders voor, maar vaak reiken die niet verder dan een jaar of tien in de toekomst en een terugblik in het verleden is er in de meeste gevallen al helemaal niet bij. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Tot vóór een dag of acht verkeerde ik in de waan dat het vastleggen van die data geschiedde op gezag van de hoogste kerkelijke autoriteiten, op heel mysterieuze grondslagen waarbij de stand van de hemellichamen een niet te onderschatten rol speelt. Ik had er niet het minste vermoeden van dat we die data zelf kunnen berekenen, door simpelweg enkele eenvoudige rekensommetjes te maken. Tot vóór acht dagen, zoals ik al zei. De persoon die het mij geleerd heeft is weer eens Fernand, de man van de isomortaliteitsleeftijd en van het getal pi. Hartelijk bedankt Fernand, uit de grond van mijn hart.
Het volstaat dat we de datum van Pasen kennen: Hemelvaart is 39 dagen later en Pinsteren nog eens tien dagen later. En nu gaan we aan de slag, in verscheidene stappen.
Stap 1:
Deel het gegeven jaartal door 19 en noteer de rest van de deling. Stel die rest gelijk aan a (als de deling opgaat is a , vanzelfsprekend, gelijk aan nul).
Stap 2:
Deel het jaartal nu door 4 en noteer weer de rest van de deling. Deze rest stellen we nu gelijk aan b .
Stap 3:
Deel het jaartal nu door 7. De rest van deze deling noemen we c .
Stap 4:
Vermenigvuldig de waarde van a met 19 en tel daar 24 bij. Deel de aldus verkregen som door 30. De rest van deze laatste deling krijgt de naam d .
Stap 5:
Maak nu de som van 2b + 4c + 6d + 5 en deel daarna die som door 7. De rest van de deling is e .
Stap 6:
Maak de som van d + e + 22 . Die uitkomst levert ons een getal op laten we het n noemen en nu kunnen we zeggen klaar is Kees. Is dat getal niet groter dan 31, dan valt Pasen op de n-de maart. Is het getal wél groter dan 31, dan valt Pasen op de (n - 31)ste april.
Vind u dit, moedige lezer, geen schitterend stukje rekenwerk? Afgezien van het praktisch nut, dat het kan hebben. Al ben ik er mij op dit ogenblik wel degelijk van bewust dat ik dat praktisch nut aanvankelijk zeer heb overschat. Die bewustwording is er gekomen na mijn wedervaren van gisteren. Ik had gisteren namelijk het onzalig idee om, in mijn kinderlijk enthousiasme, die berekeningsmethode uit de doeken te willen doen bij één van mijn kennissen en even later bij nog een andere kennis. De eerste onderbrak mij al na stap twee, zei dat het hem geen fluit interesseerde en daar bleef het bij. De tweede liet mij uitpraten, schudde toen meewarig het hoofd en vroeg mij toen waarom ik in feite met die onzin kwam aandraven. Of ik daarmee misschien mijn geestelijke superioriteit wilde bewijzen? Sorry, zei hij nog, maar dat moest er even uit. Dat soort pedanterie van mij hangt hem de keel uit. Merkwaardig overigens dat het van Fernand helemaal niet pedant overkwam bij mij. Geen ogenblik heb ik de indruk dat het er Fernand om te doen was zíjn geestelijke superioriteit te bewijzen. Ík zal dus wel anders overkomen dan Fernand. Daarom dat ik het bij deze twee mondelinge pogingen wens te houden. Ú moet het stellen met deze schriftelijke uitleg
Maar zeg nu eens eerlijk u hoeft echt niet bang te zijn om een keertje te reageren op dit cursiefje vindt u dit geen prachtige rekenoefening, afgezien nog van het praktisch nut van de berekening? Zit er niet een beetje van-alles-wat in: hoofdrekenen, cijferen, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, en
zelfs een beetje algebra? Een must voor iedere lagere-school-leerling, zou ik haast durven zeggen. Of ben ik weer te enthousiast? Laat ik mij weer gáán?
U zou een ander bezwaar kunnen hebben. Het zou kunnen dat u denkt: dat kan nooit kloppen! Omdat u er misschien ook heilig van overtuigd bent dat de datum waarop Pasen valt te maken moet hebben met de zon en de maan en allerlei toestanden uit het christendom? Welaan dan, wat belet er u om de proef op de som te nemen? Maak rustig de berekening maar doe het alstublieft zorgvuldig en toets de uitkomst aan de hand van oude Snoecks Almanakken of agendas die tabellen van de wisselende feestdagen afdrukken, tot ver in de éénentwintigste eeuw. Niets belet u om mij het resultaat van uw inspanningen mede te delen.
Tenzij het u geen bal kan schelen natuurlijk. Tenzij u lak hebt aan al die pedanterie, waarmee ik alleen maar mijn u-weet-wel-wat wil bewijzen. In dat geval smeek ik u dit stukje als ongelezen te willen beschouwen en mij te willen verontschuldigen. U had natuurlijk ook al veel vroeger kunnen afhaken. U had met de linker muisknop kunnen klikken op het kruisje in de rechter bovenhoek van uw scherm en dan was u er dus van af geweest, zonder dat u mij had hoeven af te schepen, en zonder het risico te lopen dat onze vertrouwelijke vriendschapsband erdoor in gevaar komt
Toch nog één opmerking, een postscriptum. Ik geef alleen garantie voor de twintigste en de éénentwintigste eeuw. Voor andere eeuwen dient de formule nog wat aangepast. Maar vermits u het nú al behoorlijk ingewikkeld vindt
|