Ten huize Creus in Proven...
< klik op de foto om te vergroten.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
En hier is ie dan, de foto. Hij is al enkele maanden oud en heeft al die tijd, samen met enkele honderden andere fotos opgeslagen gezeten in mijn digitale camera op een minuscuul dun plaatje van nog geen twee vierkante centimeter groot. De foto dateert van het najaar 2006.
Het weerzien met mijn oude vriend is telkens weer een heuglijke gebeurtenis. t Zal weldra vijftig jaar geleden zijn dat we commillitones waren in Gent. We hadden dezelfde doelstelling: het diploma halen van wat toen nog heette doctor in de genees-, heel- en verloskunde.
Zoals hier op de foto hebben we toen vaak samen gezeten, zij het maar zelden op de banken in de auditoria
Noch Raymond noch ik gingen vaak naar de les en dan moest het al erg lukken als we er allebei waren, in één en dezelfde les. Gelukkig waren er nog andere ontmoetingsplaatsen in onze schone universiteitsstede.
Ik heb Raymond meer dan één keer vermeld in mijn memoires O jerum, jerum, jerum
".
Op pagina 183:
In mijn jaar zat er nóg één van bachten de kupe: Raymond Creus. Raymond heeft zijn doktersstudies* tot een goed einde gebracht zonder ooit één jaar te moeten overdoen, ofschoon hij vrijwel geen enkele theoretische les heeft bijgewoond. Bij velen van de medestudenten was hij nog totaal onbekend toen hij zijn intrede deed tijdens de stages en soms tijdens de klinische lessen: de meesten dachten dat hij een nieuweling was, overgewaaid uit Leuven. Met mij had Raymond gemeen dat we al die geleerde dingen beter begrepen als we ze rustig uit het boek konden studeren, in stilte op ons kot. Raymond had stijl. Ik voelde mij verwant met hem, meer dan met enig ander van mijn medestudenten. We zijn elkaar vaak tot steun geweest in de nachtelijke uren vóór een moeilijk examen. We hebben nog steeds een opperbeste relatie.
Op pagina 130:
Een ander stokpaardje van Fifi was het schrift met de kadees, dat op 't examen moest voorgelegd worden. Het werd weer eens niet beoordeeld naar de inhoud, wel naar de vorm, en het aantal kadees moest minstens twintig zijn. Mijn goede vriend Raymond Creus, die maar zelden naar de les ging, zelfs niet naar de interessante lessen van Fifi, was van dié regel niet op de hoogte. Toen Fifi naar zijn kadee-schrift vroeg viel hij uit de lucht, maar hij herpakte zich met de bewering dat hij het vergeten had. Ga het halen en zorg dat ge hier over een uur terug zijt, had Fifi toen gezegd. Maar Raymond hád niet eens zo'n schrift en toen zei hij maar dat het niet op zijn kot lag, maar thuis in Proven, in de verre Westhoek
helemaal vergeten. En, waarschijnlijk vanwege zijn serieus en intelligent voorkomen, kreeg Raymond één dag uitstel. Hij kwam toen míjn schrift lenen, pende de vierentwintig kadees over en legde 's anderendaags een prima examen verloskunde af.
En op pagina 163 (commentaar bij foto van de afgestudeerden):
Afgestudeerden, doctors genees-, heel- en verloskunde, lichting 1965.
Er was dat jaar welgeteld één vrouwelijke afgestudeerde, Claudine Vannevel. Op de foto, rechts naast Claudine, sta ik. Rechts achter haar staat Raymond Creus en links achter haar Koen Huys. Is het toeval dat die twee de enigen zijn waarmee ik tot op heden nog regelmatig contact heb? Geen van ons drieën heeft de mooie Claudine nog ooit teruggezien.
|