De scheppingstheologieën van Heliopolis en
Memphis waren gebaseerd op het begrip van Goden als krachten in de bestaande
wereld. Atoems evolutie verklaarde waar deze componenten vandaan kwamen, en de
notie van de scheppende uiting verklaarde hoe de wil van de schepper tot
werkelijkheid werd. De Egyptische theologen beseften echter dat de schepper
zelf veeleer transcendent, boven de geschapen wereld, dan immanent, binnen deze
wereld zelf, moest zijn. Hij kon niet zomaar in de natuur worden waargenomen
zoals de andere Goden. Dit "onkenbare" was Zijn fudamentele
eigenschap, zoals te zien aan Zijn naam, Amon, wat "verborgen"
betekent. De theologie van Amon is nauw verbonden met de stad Thebe en de twee
grote tempels van Karnak en Luxor. Amon komt rond 2350 v.C. voor het eerst voor
in de Piramideteksten, maar de volledige implicaties van zijn transcendente
aard lijken een latere ontwikkeling, die mogelijk pas begint in het Nieuwe
Rijk. Toen Amon algemeen was erkend als de grootste van alle Goden, werden de
elementen uit andere religieuze centra overgenomen en werden die Goden als
manifestaties van Amon gezien. Daarom is de Thebaanse theologie beter dan enige
andere grote school vertegenwoordigd in de bewaard gebleven teksten. Op een
grote papyrusrol uit de tijd van Ramses II, die zich in Leiden bevindt, staat
de tekst van een reeks "hoofdstukken" die de uitvoerigste neerslag
vormt van de Thebaanse theologie. In hoofdstuk 90 wordt over Amon gesproken als
de oerbron van alle Goden : "De Enneade is verenigd in Uw lichaam; Uw
beeld is iedere God, verenigd in Uw persoon". In hoofdstuk 200 wordt Amon,
die apart van de natuur bestaat, beschreven als onkenbaar : "Hij is
verborgen voor de Goden en zijn aard is onbekend. Hij is verder dan het
firnament, Hij is dieper dan de Doeat. Geen God kent Zijn ware verschijning,
geen kan accuraat van Hem spreken. Hij is zo geheim dat niets Zijn
ontzagwekkendheid zal onthullen, Hij is te groot om te onderzoeken, te machtig
om te kennen". Aangezien Amon buiten de natuur bestaat. Is Hij de enige
God door wie de natuur kan zijn geschapen. In de tekst blijkt dit besef doordat
alle scheppende Goden worden beschouwd als manifestaties van Amon, de ultieme
oorzaak, wiens waarnemingen en scheppende uiting door bemiddeling van Ptah
leidden tot Atoems evolutie van de wereld.
De consequentie van deze visie is dat alle
Goden niet meer dan aspecten van Atoem zijn. In hoofdstuk 300 staat te lezen :
"Alle Goden zijn drie : Amon, de zon en Ptah, zonder hun helpers. Zijn
identiteit is verborgen als Amon, Zijn gezicht is de zon, Zijn lichaam is
Ptah". De tekst spreekt van drie Goden, maar ze zijn slechts aspecten van
één enkele God. Hier heeft de Egyptische theologie zich tot een soort
monotheïsme ontwikkeld. Met deze passage pplaatst de Egyptische theologie zich
aan het begin van de grote religieuze tradities van het westerse denken.
Memphis bevond zich in de oudheid aan de oever van de Nijl ter hoogte van het huidige dorpje
Mit Rahina, zo'n 24 kilometer ten zuiden van Caïro. Hoewel deze stad de
hoofdstad van Egypte was, is er nu nauwelijks meer iets van terug te vinden. De
stenen van de overgebleven ruïnes werden gebruikt om met name de kerken en
moskeeën in de stad te bouwen. Het verhaal van de schepping is voor een deel
bewaard gebleven op de Steen van Sjabaka, een basalten plaat die in het British
Museum wordt bewaard. De steen werd besteld door de Nubische koning Sjabaka uit
de 25ste dynastie. Hij gaf opdracht deze op te stellen in de tempel
van Ptah in Memphis. Uit de inscripties wordt duidelijk dat de koning opdracht
gaf de steen te vervaardigen omdat de originele tekst, die waarschijnlijk was
genoteerd op papyrus, door wormen was aangetast en nauwelijks meer leesbaar
was. Aanvankelijk werd gedacht dat de teksten op het origineel uit het Oude
Rijk stamden. Momenteel gaat men er vanuit dat de inscripties uit de Late
Ramessidentijd stammen of misschien nog jonger zijn, hoewel Ptah geldt als een
scheppergod in het Oude Rijk. Blijkens de Sarcofaagteksten uit het Oude Rijk en
de teksten uit de Ramessidentijd wordt Ptah gezien als de god die
verantwoordelijk was voor het scheppen van de zon en de goden en het doen
groeien van het gewas.
Volgens de Memphitische scheppingsmythe was niet de zonnegod Ra de scheppergod, maar Ptah.
Hij werd voorgesteld als vader en moeder van al het geschapene en was ook de
beschermgod van de handelslieden. Ptah zou eerst zichzelf geschapen hebben en
vervolgens de Enneade van goden, door ze in zijn hart te bedenken en ze
vervolgens hardop uit te spreken. Daarna schiep hij de steden met tempels waarin
zij konden wonen. De Egyptenaren veronderstelden dat men met het hart kon
denken en dat dit de plaats was waar de wijsheid en de emotie zetelden. Men was
nog niet bekend met de werking van de hersenen. Vandaar dat de overledene in
het hiernamaals werd beoordeeld door het wegen van het hart. Ptah creëerde
beelden uit hout, klei en steen als belichaming voor de geesten en goddelijke
kracht (ka) van de godheden. Hij schiep zowel mensen als dieren door hun naam
te noemen. Het idee om mensen, dieren en dingen te benoemen en levenskracht te
geven is kenmerkend in het oude Egypte. Het mondopeningsritueel is ook een
laatste ritueel voor de graflegging waarmee men op magische wijze de zintuigen
van een overledene probeerde te prikkelen. Ptah, de Memphitische scheppergod
zou dit specifieke ritueel hebben uitgevonden. Samen met zijn echtgenote, de
leeuwgodin Sachmet, kreeg Ptah een zoon, de lotusgod Nefertem. Volgens de
Memphitische scheppingsmythe groeide op de oerheuvel Benben de oerlotus.
Daaruit werd de jonge zonnegod Nefertem geboren.
De stad Heliopolis was het belangrijkste centrum van de verering van de zon. Daar
vormde zich een scheppingsmythe rond de zogenoemde grote enneade. Deze bestond
uit negen goden (enneade is Grieks voor groep van negen). De schepper van
deze enneade was de zonnegod Atoem. Volgens de Heliopolitaanse scheppingsmythe
de vader en heerser van alle goden. De andere acht goden waren allen
nakomelingen van Atoem.
Volgens het scheppingsverhaal van Heliopolis was er voordat de wereld ontstond
de chaos. Deze chaos werd gezien als het oerwater, de oude Egyptenaren noemden
dit oerwater Noen. Vanuit Noen ontstond de oerheuvel. Op deze oerheuvel
verwekte Atoem, de eerste god, zichzelf. In de Piramideteksten (PT 1248) staat
Hij die uit zichzelf geboren werd. Atoem verwekte twee andere goden: Sjoe, de
luchtgod en Tefnoet, de godin van de vochtigheid. Er zijn verschillende versies
hoe Atoem dit gedaan zou hebben. Zo zouden Sjoe en Tefnoet ontstaan zijn door
te niezen of door het spugen van zijn eigen lichaamsvocht. Maar ook masturbatie
wordt genoemd.
Dit eerste godenpaar brengt op hun beurt weer twee goden voort: Geb, de aardgod
en Noet, de hemelgodin. Ook Geb en Noet krijgen kinderen, vier in getal:
Osiris, de god van het dodenrijk, Isis, de godin van de troon, Seth, de god van
de chaos en Nephtys, de godin van het huis. Osiris en Isis worden geboren als
echtpaar, evenals Seth en Nephtys.In andere
mythes wordt duidelijk dat de orde van deze tere schepping continu in gevaar is
en wordt bedreigd door de oerkrachten van de chaos. Bijvoorbeeld in de mythe
van Osiris zal Horus, de zoon van Osiris en Isis, de moord op zijn vader
wreken. Deze moord wordt nota bene gepleegd door zijn eigen oom Seth! Maar ook
in het dagelijkse leven van de oude Egyptenaren wordt de orde continu bedreigd
door de chaos. Met name bij overgangen van de ene cyclus in de andere cyclus is
deze dreiging het sterkst. Zoals bij het overgaan van de macht van een
overleden farao naar een nieuwe farao. De oude Egyptenaren zagen deze dreiging
ook in de tegenstellingen in de natuur. De vruchtbare grond tegenover de dorre
woestijn, de wisselingen van de seizoenen, geboorte en overlijden. Dit cyclisch
denken zorgt voor een bepaald soort evenwicht in de Egyptische samenleving. Er
werd immers alles aan gedaan om de chaos de baas te blijven. Deze
tegenstellingen blijven alom belangrijk en zijn ook duidelijk te zien in de
cultus voor de goden in de tempels en in de dodencultus bij de graven.
Hermopolis, het huidige El-Asjmoenein, lag in Midden-Egypte, op de westoever
van de Nijl. De Egyptenaren noemden deze heilige plaats Chemenoe wat 'acht
stad' betekent. De scheppingsmythe van Hermopolis gaat uit van acht oergoden,
de ogdoade. De Egyptenaren beschouwden de cijfers vier en acht als magisch.
Beide getallen werden in verband gebracht met het geheel der dingen en de schepping
van acht goden in vier paren paste daarmee binnen de Hermopolitaanse opvatting
van de kosmos. De eerste versie van deze scheppingsmythe stamt uit het
Middenrijk.
De ogdoade van Hermopolis bestond uit vier
godenparen, waarvan elk paar werd geassocieerd met specifieke elementen die
nodig waren voor de schepping. Noen en Noenet werden geassocieerd met het
water, Amon en Amonet met lucht of verborgen kracht, Kekoe en Kekoet
vertegenwoordigden de duisternis en Hehoe en Hehoet vormden de eindeloosheid.
De mannen hadden kikkerkoppen, de vrouwen slangenkoppen. Vanuit hun voeten,
herkenbaar aan de hondenkopjes, ontstond de oerheuvel. Deze acht goden omvatten
in de kern de elementen voor het ontstaan van het universum. Daarom werden zij
ook de vaders en moeders van de zonnegod genoemd. De oergoden uit deze mythe werden op andere plaatsen weergegeven als
bavianen die de rijzende zon begroeten, voornamelijk op afbeeldingen die het
ontstaan van de zonnegod weergeven. Bavianen hebben de gewoonte om als de zon
opkomt op hun achterpoten te gaan zitten met de voorpoten omhoog. Dit doen zij
om hun buik te verwarmen aan de stralen van de ochtendzon. Deze opgerichte
houding zagen de Egyptenaren als een houding om de zonnegod te aanbidden.
Hermopolis was het belangrijkste cultuscentrum
van de god Thot. Het was dan ook deze god die na de schepping van de wereld op
de oerheuvel Benben een ei plaatste. Hieruit werd de jonge zonnegod geboren. De
scheppingsmythe van Heliopolis waarbij de 'grote kakelaar' op de oerheuvel
neerstrijkt om haar oerei te leggen, staat in nauwe relatie met de
scheppingsmythe van Hermopolis. Thot manifesteert zich dikwijls in de vorm van
de heilige ibis of de baviaan. Hij was de schrijvergod en kreeg in
mythologische verhalen vaak een belangrijke rol toebedeeld. Thot zou ook 'de
heilige boeken in het huis van leven' beheren. Hiermee werden de papyrusrollen
in tempelbibliotheken bedoeld, die onder andere informatie bevatten over
medische handelingen en wiskundige problemen.
Religie - De verschillende scheppingsmythen van het Oude Egypte
We vragen ons natuurlijk soms af hoe de
aarde en het heelal ontstaan zijn. In het Kemetisme kennen we vier grote
scheppingsmythen : die van Hermopolis, Heliopolis, Memphis en Thebe.
In de volgende berichten gaan we deze
individueel bespreken.
De meesten onder jullie weten wellicht al dat in Het Oude Egypte honderden goden werden vereerd. Het is dan ook een onbegonnen werk om lijsten te maken van al deze Goden. Er zijn zelfs vele Goden die we nog niet of nauwelijks kennen. De reden dat er zoveel verschillende Oud - Egyptische Goden zijn is dat er in elk klein dorpje andere, plaatselijke Goden werden vereerd. Sommige van deze dorpjes groeiden uit tot belangrijke steden, en hun goden groeiden mee. In de kleine dorpjes werden ook nog de staatsgoden vereerd.
Wij maakten een lijst van 28 van de belangrijkste Goden van Het Oude Egypte, die u bij de bijlages kan vinden.
Tempel van Amon-Re - Ritus - Inwijden van Huisgoden
De Oude Egyptenaren, die niet tot de
priesterklasse behoorden en bijgevolg geen of slechts beperkte toegang hadden
tot de tempels, zochten toenadering tot de Goden via één of meerdere zogenaamde
"Huisgoden. Dit waren kleine beeldjes die hun favoriete (bescherm) God of
Godin voorstelden. Deze beeldjes stonden opgesteld in een nis in de woonkamer,
maar soms ook in een schrijn of naos op een speciaal daartoe bestemd altaar en
soms zelf in een private kapel. Deze laatste, vond men bij de rijkere lagen van
de bevolking terug en bevond zich vaak buiten het huis in de tuin.
Plattegrond van een huis zoals deze bekend zijn van Deir el-Medinah, Gurab en Dasjoer
Of de Godenbeeldjes die men thuis
vereerde, gewijd werden is niet echt geweten. Er zijn tot op heden daarvoor nog
geen echte aanwijzingen gevonden. Sommige van hen werden immers in grote
aantallen geproduceerd. Laten we van de veronderstelling uitgaan dat dit wel
gebeurde.Deze rite is opgesteld voor Godenbeelden, die NIET in een schrijn staan,
maar dus gewoon zichtbaar zijn. Voor beelden die in een schrijn of kapel staan,
dient de ceremonie lichtelijk anders uitgevoerd te worden. Daar het schrijn en
ev. de kapel, als een beschermend omhulsel werkt en ook dient gewijd te worden,
zie volgend artikel, het "Inwijden van tempelbeelden".
Groep van voorwerpen gevonden in een private woning te Tanis. Ca. 30ste dynastie. Naast een aantal gebruiksvoorwerpen zien we ook diverse beeldjes en talismannen.
De plaats waar men het beeld zet is vrij te kiezen, men kan bijvoorbeeld een
beeld in de inkomhal plaatsen, dit omdat zij een beschermende functie hebben.
Niet ieder beeld dat men inwijdt dient immers het voorwerp te zijn van een
permanente of dagelijkse verering. Andere beelden, bijvoorbeeld de Godin
Hathor, de Godin van de liefde, kan eigenlijk zelfs een plaatsje krijgen in de
slaapkamer.
Ieder gewijd beeld kan echter ten alle tijde gebruikt worden als voorwerp
van verering. In het bestand in bijlage vinden jullie de ritus voor het
inwijden van de Huisgoden. Met dank aan Ranoferhotep
Tempel van Amon-Re - Ritus - Inwijden van tempelbeelden
In tegenstelling tot de zogenaamde Huisgoden stonden veel van de
Godenbeelden die in de tempels deel uitmaakten van een dagelijkse verering of
cultus en we gemakshalve tempelbeelden of ook cultusbeelden noemen,
opgesteld in aparte kapellen. Vaak stonden zij ook nog opgesteld in een
(verguld) houten afsluitbaar schrijn dat op zich in een stenen naos, al dan
niet afsluitbaar, kon staan.
Een schrijn in een houten naos op een bark
De ritus voor het inwijden van de Cultusbeelden is dan ook uitgebreider
dan deze voor het inwijden van de Huisgoden. De ritus is geschreven om
uitgevoerd te worden in een tempel die over een Heilige der Heiligen,
beschikt zoals wij dit kennen uit de tempel van Horus te Edfoe en die tevens
over een aparte Nieuwjaarskapel beschikt.
Tempel van Edfoe : 1) Heiligste der Heiligen - 2) Stenen Naos - 3) Zonneplein - 4) Nieuwjaarskapel
We beseffen dat niet iedereen beschikking heeft over een schrijn, naos of
private kapel, laat staan een Nieuwjaarskapel. Maar zoals alle ritussen is ook
deze ritus aanpasbaar aan eigen behoefte. In het bestand in bijlage vinden
jullie de ritus voor het inwijden van de Cultusbeelden.
Ik ben Amenrehotep Meryamon
Ik ben een man en woon in Gent (België) en mijn beroep is Student .
Ik ben geboren op 27/05/1999 en ben nu dus 26 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Egypte, geschiedenis, citytrips, reizen, ....
Ook ben ik Hogepriester van Amon-Re in de tempel in Oostakker.