Na een 400 km zijn we eindelijk in het westen aanbeland. Er zat een stuk tussen van 140 km pal rechtdoor zonder een enkele bocht. Moeilijk voor te stellen in ons klein landje. De Australiërs lachen altijd met onze afstanden. Juist groot genoeg om kop thee te drinken zeggen ze dan. We zijn nu in een stadje genaamd Norseman. Dit stadje is gesticht door goudzoekers, wat hier nog altijd gedaan wordt. Er is nog een mijn werkzaam, er staat een grote berg waarvan ze stukken afgraven of dynamiteren. Wat overblijft zijn precies orgelpijpen. Volgens hen zit er nog altijd goud in. Dit stadje is genoemd naar een paard en dat benadrukken ze in alles. Op de straatnaambordjes staat bv een paard afgebeeld. Volgens de legende was hier een goudzoeker aangekomen. Toen hij s'morgens wakker werdt had zijn paard een gouden nugget opgegraven. Uit dankbaarheid noemde hij de nederzetting Norseman. Het stadje ziet er oud en afgeleefd uit. De huizen zien er precies uit zoals honderd jaar geleden. Wij dachten een bloeiende stad aan te treffen maar er is slechts een winkel en binnen ziet het er afgeleefd uit. Ook het café kan vernieuwing gebruiken. See you mate.