Na her optrekken van nevel en mist, lekkere nazomer, 26 graden, het weer lijkt hier gemakkelijk te voorspellen. Vandaag door berg en dal - plat kun je het hier niet noemen. Typisch hier zijn de horreos, die je ziet bij elke boerderij , zelfs woning. Dit zijn graanopslagplaatsen, toch enkel voor persoonlijk gebruik, denk ik.
Terug een bedje gevonden in de albergue van de gemeente (die moet ook eens gesteund worden), en ditmaal zonder bovenbuur ( vorige nacht moest ik mijn kamer delen met 6 jonge dames 😉).
M
Na Lugo zijn we nu in de tweede provincie van Gallicië ( en laatste) aanbeland: Coruña. Twee dagen scheiden ons nog van Santiago. We, want Jef en ik zijn al een maand samen op stap. Hij volgt me trouw, ook als ik versnel of vertraag, bergop, bergaf.... Ja Jef Deuter ( zo staat zijn achternaam op zijn rugzijde geschreven),is mijn rugzak. Hij bevat al die dagen al mijn persoonlijk meegenomen bezit. Ondertussen weet ik wat waar zit, in elk zakje, achter elke rits. En iedere morgen steek ik in het donker (want dan slapen er nog pelgrims) terug alles op de juiste plaats. 28 dagen doe ik dit al en het maakt deel uit van mijn dagelijkse dagtaak. Zoals daar ook zijn : stappen, slaapplaats zoeken, douchen, wassen, blog aanvullen, . ..
Je bent weg uit het dagdagelijkse leven en je komt in een nieuw ritme terecht, dat langzaam een nieuwe routine wordt. Het is dan ook goed dat het einde van de tocht in zicht komt. En ik zie dat er thuis klusjes staan te wachten. Nu moet Ria de buurman roepen....
Maar ik veronderstel dat dit nog eventjes moet wachten. Ik heb namelijk een verrekking opgelopen .... in mijn pols, door iedere dag weer die handwas te moeten uitwringen.
Na het optrekken van de mist, weeral stralend herfst(?)zonnetje.
Het wordt drukker op de camino, nu de laatste 100 km zijn ingezet. Ze zijn nieuw, die Amerikanen, die nog niet gewoon zijn om 'buen camino' re zeggen als je iemand voorbijsteekt. Meestal zijn ze met twee, maar je ziet ze ook in groepen. Je herkent ze aan hun witte kuiten en dagrugzakje en ze zwijgen geen minuut. Er zijn nu veel meer terrasjes en bars onderweg en in de slaapstadjes heb je keuze te over aan albergues, hotels of pensions. En de taxi's staan klaar moest het onderweg niet meer gaan.
Ook de Spanjaarden stappen de laatste 100 km. Vandaag zelfs een Spaans moedertje met kindje, de Maxi-Cosi voortduwend, ontmoet. Dus kindjes kunnen geen reden zijn om de camino niet te doen.
Als je laatste 100 km stapt en je hebt genoeg sello's, dan krijg je in Santiago de Compostella, als bewijs van je tocht.
Hoeveel aflaten (= soort jokers, die men kan inzetten om vooralsnog de hemel binnen te mogen), deze Compostela opbrengt, weet ik niet. Wel denk ik dat er niet genoeg zullen zijn om een leven van gemeentesecretaris goed te maken. Maar sommige politici zouden er nog veel meer nodig hebben, zegt men.
Maar wie weet ?
Efkens doorgestapt vandaag. Eerst voelde ik me als een middeleeuwse ridder (maar dan zonder paard) in de groene in nevel gehulde bossen van Galicië. Maar in de namiddag onder een loden zon ( jawel 27 graden)de laatste 100 km ingestapt. Het was veruit de langste dag stappen. Hier in Galicië staat om de halve km een paal,die aanduidt hoeveel km je nog verwijderd bent van het einddoel. Echt motiverend. Heel wat anders dan die palen, die ook in La Rioja stonden. 587,586,585, .... km, dat werkte echt verlammend.
Voor een liefhebber van sellos of stamps zijn her hier gouden tijden. In elke albergue, in elke bar kan je zo'n sello krijgen in je stempelboekje. Stempelaars proberen je zelfs binnen te lokken in een kerk of in een kapel. Zelfs de souvenirswinkels ( die toch wel toenemen naarmate we Santiago naderen) hebben een eigen stempel. Ik heb voor mezelf uitgemaakt dat ik enkel sello's verzamel van mijn overnachtingen. Ik hoop dat dit voldoende is in Santiago om mijn tocht te bewijzen. Daarenboven zou ik me toch niet herinneren van wie en waar ik welke stempel zou gekregen hebben. Moesten alle sello's van elke bar, waar ik gestopt ben ( om een cola te drinken ), in mijn boekje staan, dan vrees ik dat dit te klein zou zijn. Er is slechts plaats voor 120 stempels. En de stempel van de paters gisteren in Samos nam 4 kotjes in beslag...
En in Westrozebeke hebben ze een café op een rond punt. Hier een trap voor de pelgrims...
Om 7 uur vertrokken onder een prachtige sterrenhemel,de groene afdaling in Galicië ingezet. Werkelijk alle groene tinten kan je onderscheiden in het landschap. De bladeren aan de bomen kleuren nog intens groen. Alleen afgevallen en nog vallende noten, eikels en kastanjes kondigen aan dat het ook hier herfst zal worden.
En wie had een lange afdaling naar Santiago beloofd ? Toch ook wel een aantal nijdige klimmetjes vandaag. En dan nog een 'lange' bosweg naar Samos ( niet het Griekse), hier zijn ook wel paters, maar het zijn Benidictijnen. Ik slaap in de albergue van hun klooster. De boekjes beloven een Spartaanse avond en nacht (?).
Vandaag ook een oud (stok-) vrouwtje tegengekomen, dat pannenkoeken aanbood. Maar ik was een verwittigd man, want bij het niet betalen van 1 euro veranderde het oudje in een rasechte aftroggelaarster (remember Hans en Grietje ).
Toch nog een nadenkertje voor vandaag: Jacobus was wel een speciale. Eeuwen na zijn dood is hij verschenen als ridder te paard ( de juiste datum moet ik nog nachecken) en hij heeft de Spanjaarden geholpen om de Moren te verslaan. Hij wordt hier dan ook vereerd als matamoros (doder van de Moren). In Santiago staat hij afgebeeld te paard met onder hem de afgehakte hoofden van de Moren. En dat in de kerk. Onze voorouders waren toch breeddenkend. Tegenwoordig zouden zulke beelden zelfs in een TV-journaal gecensureerd worden.....
Zeer goed geslapen vannacht, mooi weer (koude wind is weggevallen), we konden er weer tegenaan. Vanmorgen nog op 505 m hoogte, nu op 1330 m. En Galicië binnen gewandeld. Je waant je hier in een echt Keltisch dorp (Asterix en Obelix kunnen hier elk moment dit dorpje binnen stappen). Al heb ik ook al mijn hoofd gestoten aan een lage balk in zo'n pallazo (typische woning).
Vandaag eerst door een mooi dal gewandeld en dan de beklimming naar O Cebreiro, beloond met prachtige vergezichten. Een mooie moderne albergue (de meest hygiënische ook tot nu toe) met magnifiek uitzicht op de omgeving.
En dit op 157,5 km van het einddoel. De afdaling naar SdC kan beginnen. Kortom een geslaagde dag in een schitterende omgeving. Dank aan de eerste pelgrims dat zij hierlangs kwamen en zo de weg baanden.
Eigenlijk jammer dat die beklimmingen nu achter de rug zijn. Ik begon me echt goed te voelen in het betere (?) klimwerk.
Ook nog een foto van de kloostergang, waar ik gisteren met de Canadese Robert de menu perigrino at ( en hij dronk niet veel rode wijn 😊).
Gisteren iets meer, vandaag iets minder dan het schema. Ik voelde me ook niet in optimale vorm. Vorige nacht in de tempeliersstad Ponferrada had ik de eer om naast de verdeelstekker te mogen slapen. Voordeel: je kan je GSM gemakkelijk opladen. Nadeel: 's nachts zie je een veelheid van lichtjes in alle mogelijke kleuren. Sommige hebben een ingebouwd flikkersysteem. Andere geven plots een muziekske. Een kerstboom heeft er niks aan. En dit alles met de nodige stralingen op een halve meter van je hoofd. En dan vanmorgen vond de hospitalero van dienst dat iedereen wakker moest worden op de tonen van zijn muzikale talenten. Resultaat om 6u45 was ik al onderweg. De bewegwijzering naar Compostella laat hier ook wat te wensen over. Voor wie er moest aan twijfelen, vandaag was niet de mooiste etappe.
Nu in Villafranca,ook wel het kleine Santiago genoemd. Het eindpunt voor vele vroegere pelgrims, die het voor bekeken hielden. Pelgrimshospitalen en pelgrimskerkhoven, zijn er naast de vele kerken er de stille getuigen van.
Ik slaap in zo'n ex-hospitaal, geïntegreerd in een vroeger klooster San Nicolas (die Nicolas heeft hier overal zijn sporen nagelaten)in een bed zonder bovenverdieping en geen stopcontacten in de buurt.
Vandaag de Montes de León overwonnen, met als bekroning het pelgrimskruis Cruz de Ferro op 1504 meter. Een boomstam van 5 meter met daarbovenop een ijzeren kruis, een baken voor de pelgrims. Eén van de mooiste tochten op deze camino met dank aan de stralende zon. En dan toch nog even doorgezet naar Ponferrada. Vanavond slaapt de jonge Ier van gisteren toevallig op het bovenste verdiep van mijn stapelbed. Ook onze Zuid-koreaan en mijn vriend Angelo slapen in dezelfde albergue. Toch raar dat je telkens dezelfde mensen ontmoet, al zijn er ontzettend veel bijgekomen sedert León. Veel meer 'pelgrims' met een dagrugzak. Sommigen kunnen zelfs beroep doen op een bezembus, die volgt 😓.
Andere pelgrims van de eerste weken, die je nog wel zou wilen terug zien, zie je niet meer. Ofwel moet ik me een paar dagen aan de kant van de weg zetten, om te kijken wie nog in het juiste spoor zit.😊.
In de verte dagen reeds nieuwe bergen op.