Positive thinking, dat is de titel van de lezing die enkele zusters van Om Shanti zaterdag komen geven.Na hetgeen we hier al gezien hebben, kunnen we dat wel gebruiken. Bovendien zijn we zijn niet alleen van harte uitgenodigd, de zuster zou haar voordracht ook in het Engels geven.Perfect dus! We begeven ons richting nieuwe bovenverdieping en het ziet er gezellig uit: de kamer is voor de gelegenheid ingericht met matrassen en iedereen zit in kleermakerszit naast elkaar.Leuk, denken we, en proberen een onopvallend plekje te bemachtigen, maar dat lukt niet: we belanden op de eerste rij. Naast onszelf zijn trouwens alle medewerkers van Ruchika aanwezig, en ook de kinderen van de shelter, zelfs de allerkleinsten van 4 jaar. Niet verwonderlijk, met positive thinking kan je immers niet vroeg beginnen, zeker hier in India niet Dat hadden we al begrepen, maar hoe je dat nu precies moet doen dat dan weer niet: de zuster kan zich immers niet zo goed uitdrukken in het Engels, haar voordracht zal gegeven worden in het Hindi. Maar speciaal voor ons voorziet op het einde van haar lezing nog eventjes tijd voor ons, voor het geval we toch vragen moesten hebben.Speciaal voor ons? Dat betekent dus ook dat we moeten blijven zitten Vermoeiend, want we zitten op de eerste rij en we kunnen onze aandacht op niets anders richten dan op de zuster en haar woorden waarvan we niets begrijpen.En dat in een houding die na een kwartier veel minder comfortabel blijkt te zijn dan ze oorspronkelijk leek.Potentieel leerrijke uren worden op die manier in de eerste plaats gewone lange uren.Die vullen we dan maar door in onze eigen gedachten op pad te gaan, stof tot nadenken genoeg! Gelukkig komt aan alles een eind (jaja, positive thinking, daar ging deze lezing over) en voor onze volharding worden we bovendien nog getrakteerd op een klein, bruin, woestijnroosachtig gebakje.Heel even twijfelen wat we ermee moeten doen (het opeten als een soort van hostie met een bijbehorend gebaar?), maar het gewoon in onze mond steken werkt het blijkt gewoon een héérlijk koekje te zijn. Dat is ook positief.
Zondag 13 februari
Een bezoek aan de zee, de tempel van Konark en een bezoek aan zijn thuis mét uitgebreide lunch.Daar trakteert Benudhar blijkbaar elke buitenlandse gast op en dat is vandaag ook ons programma. We hebben afgesproken dat Reddy (de chauffeur) ons, samen met twee andere meisjes van Ruchika, zal meenemen en dat we Benudhar onderweg oppikken op weg naar de tempel in Konark.Het is ongeveer een uurtje rijden tijd genoeg dus om te zien waar de mensen zich hier zoal mee bezig houden op zondag.Maar zo te zien maakt dat geen verschil, zondag of een andere dag.Ook op zondag wordt er gewerkt: sommigen verkopen fruit, anderen baten hun piepklein winkeltje uit (stalletjes van twee meter breed en ongeveer even hoog, met een deurtje van een halve meter) of rijden rond met hun fiets volgeladen met meterslange ijzeren staven. En iedereen lijkt ook vandaag gehaast; bij de minste vertraging wordt er luid getoeterd en als een zwaarbeladen fiets de weg verspert dan wordt hem gewoon de pas afgesneden De fietser stopt noodgedwongen, de auto zoeft voorbij en de oude man zet zijn tocht, zonder merkbaar gegrommel, verder. Hij is het blijkbaar gewoon.
De tempel van Konark, die was in elk geval de moeite waard. Niet alleen omdat hij uit de twaalfde eeuw stamt, imposant qua afmetingen is, maar ook omwille van al het beeldhouwwerk dat weinig aan de verbeelding overlaat.Volgens Benudhar is hier een goeie verklaring voor: de artiesten die deze klus hebben moeten klaren zijn te lang van huis geweest (er werd immers twaalf jaar aan de tempel gewerkt) wat hun hoofd op hol heeft doen slaan. Het gevolg: een map op onze computer met de titel licht pornografisch materiaal uit de Oudheid!
En dan: lunch bij Benudhar.Lunch, dat klinkt als licht en snel, maar niets is minder waar. De vrouw des huizes heeft meer dan haar best gedaan: een bord vol chappatis, rijst, wel drie verschillende sauzen, een curry en een groentegerecht met een heerlijk dessert. En dat maal twee. Voor elk één bord? Neenee, voor elk twee borden.Het gevolg? Een overvolle maag Maar dat kunnen we oplossen door te rusten op de bedjes die onze gastvrouw voor ons heeft gespreid.Daar bedanken we voor, temeer omdat Benudhar heeft gezegd dat we over een vijftiental minuutjes zouden vertrekken.Maar tijdsbesef blijkt hier iets heel vreemd: we vertrekken pas na anderhalf uur. Maar voor we naar huis gaan, bezoeken we nog even de plaatselijke school annex museum voor het aanschouwen van de lokale pronkstukken: munten van verschillende landen, een tiental slangen en andere dieren op sterk water, evenals drie foetussen! Een beetje bizar, maar tegelijkertijd ook erg fascinerend.
En dan vertrekken we terug richting Bhubaneswar, naar Ruchika.En het moet gezegd worden; Benudhars keuze voor deze uitstap leek de juiste: het heeft ons goed gedaan, ons bezoek aan Konark en de rust van het dorpje.We zijn er weer helemaal klaar voor! Onze vertaler morgen hopelijk ook
Het was een zware dag.Zo eentje om bij stil te staan.Waar je je vragen gaat stellen bij je eigen bestaan.Bij je eigen doelen en je eigen verwachtingen.Je eigen bekommernissen en eigen problemen.Bij wat je eigenlijk maar gewoon wil en bij wat je echt zou moeten hebben.Een dag waar de gekende perspectieven plots een andere dimensie krijgen.Een dag die plots heel je netjes geordende zelve overhoop gooit.Je eens goed door elkaar schudt en lijkt te zeggen zo, probeer het nu nog maar eens opnieuw.
We bezochten vandaag weeral een andere slum, Unit One Market.Ze ligt aan de achterkant van een grote markthal en er wonen slechts 15 gezinnen.Het ene al groter dan het andere. Een slum als deze hebben we nog niet gezien.Gelukkig maar. Saroj, onze tolk voor vandaag, vertelt ons dat de kinderen hier geen slumkinderen zijn.Oh? is onze respons.Wel kijk, de slum bestaat slechts uit één rij huizen.En ze kijken allemaal uit op straat.Omdat de huisje te klein zijn om ook echt in te kunnen wonen, leven de mensen op straat.Deze kinderen zijn dan ook geen slumkinderen, maar straatkinderen..Slumkinderen in kwadraat.
Armoede is een understatement in deze buurt.Dezemensen zijn niet arm.Zij hebben niets. Het is een gemeenschap waar de vrouwen huishouden doen en bamboe weven.Ze maken manden en korven.Veel werk voor weinig geld. Hun mannen zijn muzikant.Ze spelen bijna allemaal in een band, een brassband.In elk huisje ligt tussen de potten en pannen, de matjes en het beetje kledij een trommel, een trompet of een tamboerijn.Helaas levert dit niet veel op en zijn ze gedwongen om daarbij als dagloner aan de slag te gaan.
Op vraag van een moeder stappen we een huisje binnen.We zijn het gewend.Schoenen uit, de rugzak voor ons, bukken en even aanpassen.Het is er donker, en het duurt heel even vooraleer onze ogen de ruimte registreren.Het lijkt hetzelfde maar is toch oh zo verschillend. De geur van koeienvlaai en rook overheerst.Het duurt niet lang of we weten hoe datkomt. Een meisje zit op haar hurken voor de deur.In haar hand een zilveren potje met daarin een geel bruinige brei.Ze schept een dikke klodder uit het potje en smeert het op de grond.Een met water gemengd en vloeibaar gemaakt koeienvlaai wordt voor de ingang van hun hut uitgesmeerd.Het houdt de insecten buiten.Het werkt uitstekend.Geen vlieg of mug die ons ambeteert. En de rook, die komt van bij de buren.Ze maken middag.De rook uit het kleine vuurtje onder de ijzeren pot sluipt stiekem tussen de spleten onder het dak naar ons kamertje.Het blakerde het plafond reeds pekzwart en vult de kleine ruimte.Zou dit misschien de reden zijn waarom we geen vlieg of mug hier zien? Rechtstaan kunnen we niet.We zijn te groot. Het huisje, kleiner dan ook maar ooit in deze blog beschreven, is amper een tweepersoon bed groot. In een hoek ligt een onbruikbare bezem, een oude tandenborstel, een halve badmintonracket en een baksteen. Daarboven steunt een op bamboo stelten in elkaar geknutselde legger.Hij zweeft ongeveer anderhalve meter boven de grond.Slim bedacht, denken we,want nu kunnen ze én hun materiaal opbergen én eronder slapen.Die extra ruimte kunnen ze heus wel gebruiken. Ze wonen hier met vijf.Waar en hoe die juist in het kamertje passen, dat weten we niet.
We komen voor hun zoontje.Een kindje niet ouder dan 10 maanden.Een lief en dapper ventje. Een dikke zwarte verfvlek in het midden van zijn hoofdje moet hem beschermen van al hetgeen hem maar schaden wil.En geloof ons, dat is hier wel heel wat. Hij heeft enkel een vies en vuil onderlijfje aan en zit met zijn blote billetjes op de zanderige vloer.Hij sabbelt op een lege tube tandpasta.Zijn nagels zien bruin, zijn armpjes en beentjes hebben een grijzige tint en zijn haar koos ervoor vandaag eens wild te doen. Hij stoort zich niet aan onze komst. Zijn mama laat hem op de weegschaal staan.Ze buigt zich over hem heen, laat hem even los en kijkt nieuwsgierig naar het schermpje voor de voeten van haar zoontje.De naald schommelt heen en weer, net als het ventje.Een bruikbare meting is dit niet. We vragen de moeder om ook eens op de weegschaal te gaan staan.Iets dat we altijd doen. 32 kg lezen we af.Een pluimpje.En als ze op de catwalk van Milaan de laatste nieuwe zomertrend zou showen, dan zouden we het bijna durven aanvaarden.Maar deze vrouw, en trouwens nog vele anderen, is te licht, te mager en ja, durven we het wel zeggen, ondervoed.Legden we hier zonet een ander probleem bloot?Trokken we net een ongeopende lade in de kast open?Zo ja, waar beginnen we dan?Als de moeder al ondervoed is, wat moet er dan met het kind?
Terug op kantoor, stellen we de vraag aan Benudhar en wat volgt is een zwaar en misschien wel deprimerend gesprek.Het treft ons diep, het beroert onze fundamenten. We hebben tijd nodig, we moeten bezinnen.
In de sprookjes zou een dag als vandaag begonnen zijn met:
er was eens in een land ver hier vandaan een maatschappij te vreemd, te moeilijk om te verstaan. Er leefden mensen, groot en klein.Op straat, op een hoek en op het stadsplein.Er waren keizers en keizerinnen, kooplieden en marchandeurs, bedelaars en share-autochauffeurs. Kijk daar, in het midden van de straat, is dat een koe die daar staat? Kleine voertuigen flitsen voorbij en aanschuiven in de supermarkt, dat doen ze niet in een rij. Zanderige wegen en ook van beton. En daar tussen leeft een jongetje in een huisje, ja wel van karton. Zijn naam is S. Ashok en woont in een huisje niet groter dan ons kippenhok.Van bamboe zijn de muren en daarover heen kan je even bij de buren binnengluren.Het dak is van karton en ook een stukje van plastiek.Wonder boven worden is de kleine Ashok hier nooit ziek. Hij is pas tien, maar heeft eigenlijk al veel te veel gezien. Hij heeft twee grote broers en ook een zus.Zij bedelt daar, daar waar ze stopt, die rijke toeristenbus.Zijn vader is metselaar en de kleine Ashok net als zijn zus een bedelaar.Zijn moeder werkt hier aan huis.Zij doet net zoals bij ons de was, de plas en de kuis. Zijn broers werken op de trein al is het werk dat ze doen niet echt zo heel erg fijn.Ze werken hard, ze borstelen en ze vegen en als je ze zo ziet zou je denken dat ze niet meer dan 20 kilo wegen. Het leven is hier geen pretje, ook al heb je een beetje geld en koop je dat chique namaakpetje. Het is een gevecht, een strijd en het is de uitzondering die niet vroegtijdig in het stof bijt. Vandaag een hel en morgen komt keer op keer veel te snel. Hij draagt een afgeleefd t-shirt met daarop de vraag Ever been hurt? De kleine Ashok staat voor ons op wacht en weet je wat hij doet?... Hij lacht!
Vandaag een nieuwe afspraak met Hena.We staan er, stipt om half tien, zoals afgesproken.De opzichter schuift snel twee stoelen bij, alsof hij weet dat we nog even zullen moeten wachten.De tijd tikt weg op onze klok, medewerkers komen druppelsgewijs binnengevallen, maar van Hena geen spoor.Maar das geen probleem. Hier zijn onverwachte omstandigheden geen punt: een Chinese vrijwilliger is snel gekozen!Suchismita is vandaag de uitverkorene.
Ze neemt ons mee naar een nieuwe slum: Kalpola Watertank.Een slum die, zoals de naam al deed vermoeden, rondom een watertank gebouwd is.En rondom, das dan ook weer letterlijk, want de huisjes grenzen er vlak aan.Maar langs zij kan je er nog juist langs door.Optimaal gebruik van de beschikbare ruimte, dat in elk geval, maar de veiligheid: das wat anders!
De armoede van deze slum is opvallend, maar minder vriendelijke en behulpzaam zijn de inwoners er daarom niet om.Ze staan erop dat wij de speciaal bijgehaalde stoelen bekleden of op het matje zitten terwijl zij zelf liever het hele gesprek blijven staan.Ze vertellen ons over wat, hoeveel en waar ze eten en manen de kinderen die net iets minder enthousiast worden van onze komst flink te zijn.Niet dat dat altijd nodig is, want eenbabylijkt het wel comfortabel te vinden in de hangweegschaal die we in deuropening op een meter boven de grond hebben geïnstalleerd.In totaal meten en wegen we vandaag 12 kinderen en het einde van onze werkdag wordt beklonken met Sprite, de champagne van de slum! Heerlijk, uit zon gerecycleerd potje custard , maar vooral ook erg lief van deze mensen om dit met ons te willen delen
Donderdag 9 februari
Wekkers vroeger gezet en roomservice voor het ontbijt geannuleerd: alle voorbereidingen zijn getroffen om vandaag vroeger van start te gaan.Acht uur stipt zitten we klaar.5 na 8, 10 na 8, kwart na acht Geen Suchismita te bekennen. Half negen, kwart voor negen, kwart na negen. Ga maar terug naar boven zegteen medewerker van Ruchika na wat telefoontjes, want Suchismata is momenteel bezig met een onverwacht examen.Enigszins vreemd (als je je in India aanmeldt voor het een of ander, moet je dan ook onmiddellijk examen doen dan?), maar we proberenerin te berusten en doden de tijd door het ontbijt dat nog op ons stond te wachten op te eten.Dat van die annulatie hadden we blijkbaar toch niet zo duidelijk overgebracht.En das ook niet erg; want een heerlijk ontbijt (een wokgerecht dat wij thuis eerder het label avondeten zouden toekennen) maakt veel goed, en het maakt Nanda (de kok) blij: als we eten en een teken van heerlijk gebaren, dan verschijnt er een glimlach op zijn gezicht. En om iets voor tien is er bovendien nieuws: Debby, een andere medewerker, gaat ons vandaag vergezellen.Maar nu nog niet eerst drinken we nog thee terwijl jullie jevoorbereiden.Maar we zijn eigenlijk al twee uur klaar willen we nog zeggen, maar de boodschapper is al terug naar beneden, thee zetten
Maar om half elf bereiken we Kalpola Watertank slum, dezelfde als gisteren, we interviewen andere mensen, maar dezelfde vragen spelen door ons hoofd.Wat drijft iemand ertoe te kiezen voor dit leven? Is hetüberhaupt een keuze, of is het normaal, de gewone gang van zaken om op twintigjarige leeftijd kinderen te krijgen ook al leef jein een omgeving als deze die weinig perspectieven op een betere toekomst of een uitweg voor je kinderen biedt?
Vragen in overvloed die door ons hoofd spoken. Maar in de namiddag hebben we alle tijd om erover na te denken, want er is niemand die met ons op pad kan.Antwoorden vinden doen we niet, maar we houden ons bezig met andere dingen: met het verwerken van de gegevens, werken voor school enspelen met de kinderen van de shelter.En als dat niet volstaat dan kunnen we nog altijd vieren dat het vandaag chocolates-day is, zoals het meisje ons aan de kassa van de winkel wist te vertellen.Chocolates-day, wat een geweldig idee!
-t Is nog vroeg, maar de zon brandt al hard.De riemen van de rugzakken schuren pijnlijk over onze verbrande huid.We hadden ons gisteren dan toch moeten insmeren.Te laat.
We genieten nog even van de rust die de straatjes van deze wijk ons gunnen terwijl we over het zanderige wegdek richting grote weg wandelen.
In de berm liggen een deel miserabele honden te slapen.Ze missen plukken haar en zijn bedekt met vliegen.Een graadmager puppietje stoot hard met het hoofdje in de buik van de moeder, opzoek naar melk.Zijn moeder?
Een beetje verder op verspert een grote hoop kiezel, een gigantische betonmolen (zo eentje hebben wenog nooitgezien) en een man of vijftien de doorgang.Ze bouwen een huis.Nog maar eentje.We banen ons een weg doorheen de smurrie.
Het einde van de rust is in zicht.Slechts twintig meter van ons vandaan ligt de grote baan.We zien de brommers en share-autos langs flitsen.Een waas van stof en uitlaatgassen hangt als een glasgordijn voor het steegje.Naarmate we dichter komen neemt het lawaai als maar toe.
En daar is het dan, einde rust, goodmorning Bhubaneswar!
Kakoli, onze tolk, gidst ons richting nieuwe slum: Jhavana Basti.Slechts een kwartiertje van het hoofdkantoor ligt deze slum een honderdtal meters van een grote verkeersader verwijderd.Dit is echt een drukke baan zegt Kakoli Hier moet je goed opletten als je oversteekt.Bij de andere dan niet, vragen we ons af.
-We bezoeken eerst het plaatselijke Ruchikaschooltje.Buiten op het terras herhalen een tiental kinderen het Engels dat de lerares hen voorzegt.
Ze zien ons en spontaan staan ze recht en begroeten ons.Namaska! roepen ze in koor terwijl ze met de handen gevouwen een kleine buiging maken.Namaska antwoorden we.
De allerkleinste zitten in de twee klasjes, telkens een twintigtal kinderen.We worden getrakteerd op een kringdansje.En daar hoort ook een liedje bij.
5 little monkeys, jumping on the bed
One felt over, bumping his head
Mama called the doctor
And the doctor said: no more monkeys jumping on the bed!
4 little monkeys,
-Op aanwijzing van de juffrouw begeven we ons naar een eerste gezin.Zodra we de slum binnen stappen valt ons de armoede op.In vergelijking met de andere slums heeft deze enorm enge straatjes die ons verplichten van achter elkaar te lopen.De daken van stro of golfplaat zijn vervangen door houtenplanken en plastiek zeilen.Van beton zijn de huisjes niet meer.Leem lijkt hier het betaalbare product geweest te zijn.De kamertjes zijn weliswaar nog kleiner.Hun bezittingen staan tegen de achterste muur tot tegen het plafond opgestapeld.Elke opening tussen muur en dak wordt benut.Er steken t-shirts en broeken tussen.Flessen en potten met poeders en currys.Hier en daar een tijdschrift en wat schoolboeken.
Diep door de knieën buigend kruipen we als het ware een hutje binnen.We moeten oppassen met ons hoofd.De ventilator hangt erg laag en gescalpeerd worden willen we voorlopig nog niet.
Voor ons zitten een oma en opa op de grond.Zij poets haar tanden, hij peutert in zijn neus.Achter hen een berg linnengoed.De kleuren steken fel af tegen het grijs en grauwe tintje van de muren.
Rechts in het aangrenzende kamertje ligt een jongetje op een mat op de grond.Hij slaapt.Hij heeft hoge koorts en een lelijke hoest.
Zijn broertje, met ogen zo groot als knikkers en zo zwart als roet, zit op de arm bij zijn moeder.Die verwelkomt ons en nodigt ons uit om bij het slapende kind in het kamertje te gaan zitten.Het is anderhalve meter breed en twee meter lang.Er staat een kast en een rekje met daarop een kleuren tv.De enige kleuren die hij heeft zijn roze en grijs.Tegen het einde van ons interview zullen er 12personen in het kamertje zitten.
We polsen naar de eetgewoonten.We luisteren naar haar verhaal.Ze woont hier samen met haar grootouders, een zus en nog enkele familieleden.Ze heeft geen werk en haar man werkt als dagloner.Ze is amper 21 en heeft al twee kinderen.Mijn zus is 18 zegt ze en ze wil graag snel trouwen.Ik heb het haar afgeraden maar ze wil niet luisteren.Het meisje, de moeder, betreurt haar levensloop.
Ze had graag naar school gegaan, later getrouwd en nog even gewacht met kinderen krijgen.Ze had iets willen maken van haar leven.Ze wil deze boodschap graag over brengen aan haar zus en zeker aan haar kinderen zodat deze een betere toekomst tegemoet mogen gaan dan zij.
Gaan zij een betere toekomst tegemoet?Ook al gaan ze naar school?
7 februari
-We keren terug naar Jhavana Basti.Vandaag doen we de andere kant van de slum.Dag en nacht verschil.Terug betonnen huisjes, daken van stro, kleurrijke muren en bredere straten.Groter zijn de huisjes helaas niet.
Een mindervalide jongen wijst ons de weg.Hij gidst ons van gezin naar gezin, draagt de weegschaal, helpt met in en uitpakken, legt de matjes klaar waarop we zullen zitten en wil graag op de foto.Hij kan niet praten en zijn linker arm trekt spastisch naar boven.Stappen deed hij pas op zijn vijfde en ook nu nog gaat het wandelen niet altijd even gemakkelijk.
Maar hij is overal even welkom.Hij mag overal bij zijn en in elk huis binnen.Ze kennen hem allemaal.Hij helpt ons met plezier.En we gunnen het hem.
Tegen de middag ronden we de interviews af.Onze gids is apetrots op haar zelf.Twintig interviews, en dat op slechts anderhalve dag tijd. Dat is toch goed gewerkt, he.Heb ik dat niet goed gedaan.We knikken ja.Dat hebben we goed gedaan.