Bossière, een gehucht bij Gembloux, ontwaakte deze ochtend
juist onder het vriespunt. De weiden lagen er wit bij, her en der een
verdwaalde mistbank over de velden, de beken. De zon had beslist om er een
vredige, rustige herfst-winter-dag van te maken. De warme chocolademelk, de
pannekoeken vreesden het ergste. Toch was er iets ongewoon vanochtend. Een
lichte nervositeit maakte zich meester over het dorp. Mensen, die normaal nog
in bed liggen op dit uur, waren druk gesticulerend hekkens en tenten aan het
plaatsen, pijlen op de grond aan het tekenen, wit rode lintjes in bomen aan het
hangen Deze nervositeit was niet het gevolg van de omschakeling naar
wintertijd maar hier ging vandaag de eerste Trail de la Vallée de lOrneau van
start.
Het blijft een raar gegeven dat zon een rustig dorp
overspoeld wordt door mensen van heinde en verre, van Belgen, van Fransen en
zelf van onze Nederlandse vrienden. Het dorpsplein loopt vol, de straten worden
ingepalmd met autos. Het lijkt wel of ze komen uit de grond gekropen. Ze
hebben maar één doel : drieëntwintig of achtenveertig kilometer lopen of
supporteren Inschrijving verloopt vlot. Naam, voornaam en verklaren dat
je in goede gezondheid bent (ik veronderstel dat ze fysische gezondheid
bedoelen, degene die op dat uur nog in bed lagen al dan niet met een kater- zullen
vinden dat er aan de geestelijke gezondheid wel wat werk is ), twaalf euro
betalen en klaar. De dossard (borstnummer) is tevens een voucher voor een
braadworst, een motivatie om de trail tot een goed einde te brengen.
Voor we van start gaan, toch nog een probleem, voor sommige
vrouwelijke lezers een gekend dagelijks probleem, welke en hoeveel kledij moet
je aandoen. Temperatuur rond het smeltpunt van ijs, terwijl het vijf dagen
geleden nog twintig graden was. Zonnig maar koud en we zijn het nog niet
gewoon. Korte, lange tight ?
Handschoenen, muts ? Eén, twee of
drie shirts ? Het wordt tenslotte alles.
Kniebroek (geen lederhose) met daaronder de anticompressiekousen, dus geen
bloot aan de benen. Handschoenen en muts. Drie lagen shirts. Dit alles onder
het motto : als het te warm wordt, kan het uit.
Na de gebruikelijke briefing, de start. Na honderd meter
een flessenhals maar daarna konden we echt van start gaan. Initieel ging het lopen
vlot, lichtjes dalend op brede stukken. Het parcours ging vooral over weilanden,
over velden, over veldweggetjes. Prachtige glooiende vergezichten over akkers,
in de verte een kerktoren. Maar we moesten ons ook focussen op de grond, op
modder, op de kleimodder. Een medeloper uit Wevelgem vatte het in één woord
samen : vettig ! Hoe vettiger hoe zwaarder de schoenen werden, de modder bleef
aan de schoenen kleven, hoe minder de grip werd. Technisch toch een stuk
moeilijker dan als het minder vettig zou zijn (misschien was het dan ook minder
prettig).
Na een tiental kilometer was er geen ontkomen aan. Op de
andere stukken konden we nog stukken van het pad opzoeken waar we niet werden
vastgezogen. Op dit stuk (een weiland dat we moesten kruisen) zakte ik een veertigtal
centimeter in de modder, mijn gele schoenen levenslang verminkt. Na deze wei was
het verder lopen met een zompig gevoel aan mijn voeten om enkele kilometers
verder een takje uit mijn schoen te vissen die aan het duwen was.De boswegels waren, naast modderig, ook bedekt met een tapijt
van bladeren. Onder dit tapijt plassen, putten, takken. Bijna gevallen toen ik
met mijn rechtervoet op een tak liep. Hij kantelde omhoog en mijn linkervoet
kon hem niet meer ontwijken. Toch acrobatisch recht gebleven.
De bevoorrading was goed, zéér goed. Geen hoog technologische
voeding (een blauwe sportdrank buiten beschouwing gelaten) maar water en cola.
Om te knabbelen was het een buffet van pindanootjes, rozijnen, banaan,
chocolade, suikerwafel, cake Hier moest je tijd voor maken, ook tijd om de
kledij wat aan te passen.
Een zwaar parcours en technisch iets moeilijker is mijn conclusie
van de dag. Een weiland-trail met beperkte hoogtemeters maar de zware
ondergrond maakte het moeilijk. Organisatorisch weinig opmerkingen. Een goede
ontvangst (zowel voor als na de trail), goede aanduiding (maar één maal bijna
mislopen), goede bevoorrading. Een minpunt waren de douches. Douchen bij de
locale voetbalploeg. Eerst moest er gewacht worden tot de voetbaljeugd buiten
was, daarna was het warm water op om daarna te vernemen dat de eerste ploeg
moest voetballen en dat de douches weer niet beschikbaar waren.
Een wellness met modder is goed voor de huid, het zou
detoxificeren. Ik denk dat na de modder van vandaag, mijn voeten babyallures
hebben. Ook ijskoud water zou heilzaam zijn. Na de douche (natuurlijk met een
harde straal) heb ik het equivalent van een dag lichaamsverzorging gehad.
30 juni 2013 - nog tweehondertweeënvijftig keer slapen, nog precies 36 weken - om mij voor te bereiden op Mont Blanc Marathon, MBM.
Veraf en toch dichtbij. Nog tweederde herfst, een volledige winter en een week zomer scheiden ons. Zou dit voldoende zijn om een marathon te lopen waarbij je twee en halve kilometer bergop loopt en anderhalve kilometer bergaf, op smalle bergweggetjes en af en toe tussen de koeien. Hoe kan je in godsnaam dit trainen in m'n vlakke land, waar de spitsen van de hemelshoge kerken de enige bergen zijn (J.Brell)
Wat doet het met een mens om op hoogtes te lopen die een stukje hoger zijn dan de Hoge Blekker (onze hoogste duin, drieëndertig meter boven de zeespiegel). Eind juni kan het in Chamonix zeer warm zijn, koud zijn, nat zijn en deze drie omstandigheden kunnen ook tijdens 1 dag voorkomen. Kan het trainen gecombineerd worden met mijn ander leven- het nietloopleven. Wat met mijn knie, de knie die ik kapot gekregen heb in diezelfde bergketen...
Twijfels, onzekerheden, migraine inducerende kopbrekens... Iemand met een beetje zelfkennis en met een beetje gezond boerenverstand zou deze kelk rustig aan zich laten voorbijgaan, die zou niet springen maar rustig de trap nemen of misschien zelfs de lift.
Wat ik op mijn -voor sommige jonge, voor anderen als iets ouder- leeftijd geleerd heb, is om minder na te denken, er voor gaan. Minder te twijfelen, hoe meer je twijfelt hoe meer je niets doet. Verstand en rede moeten af en toe plaats maken voor enthousiasme en goesting. Af en toe moet je springen !
Het idee om MBM te lopen dateert van midden juni. Als zoekende in de wereld van het traillopen, kwam ik op de site van MBM uit(www.montblancmarathon.fr). Alhoewel ik toen nog geen trails gedaan had, vond ik de foto's en de filmpjes prachtig en aanstekelijk. Ik wou hem ooit lopen.
Toen twee Nederlanders -Marc en Rob alias de Rennende Raadsman (Suske en Wiske gewijs, zal ik Hollende Huisarts zijn)- op het fantastische idee kwamen om met een bus naar de MBM te gaan, heb ik geen moment getwijfeld om mee op die oranje bus te springen. Veel loopmaten zagen het niet zitten om mee te gaan -lag het aan de angst voor de berg of voor de inhoud van de bus- enkel Mieke (Mjek) heeft het aangedurfd. De anderen zullen het beklagen!
Veertig weken (vier zijn al gepasseerd) hadden we om ons voor te bereiden, veertig weken om te groeien. De exacte bevallingsdatum is 30 juni 2013, Blancke zal de naam zijn.
Dat we gaan afzien, is zeker. Dat het een fantastisch avontuur wordt, is ook een zekerheid.
Le Nord. Regio in Noord Frankrijk waar volgens de legende-
ambtenaren naar toe gestuurd worden als
blaam, als degradatie, als straf De rest van Frankrijk denkt dat Le nord
bestaat uit een grauw, desolaat plat landschap. Dat iedereen in de ondertussen
gesloten- steenkoolmijnen werkt, het er
elke dag regent en de zon er zelden schijnt. Alleen België is nog erger. Dit was het decor van de 6de trail
van de Côte dOpale.
Terwijl elk fatsoenlijk mens om kwart over vijf- de zondag-
nog in zijn bed ligt of er nog niet in ligt, loopt de wekker af. Ongenadig
galmt stubru de kamer door om tien
minuten later de snooze knop dankbaar- mezelf te verplichten om op te
staan. Buiten hangt er nevel, een roodroze
gloed verspreidt zich vanuit het oosten en in de verte heeft een haan dit ook
gemerkt. Een tweede het eerste was de vorige avond moment van twijfel
overvalt me. Terug in bed of niet. Gelukkig wint de passie het van de rede.
De zaterdagavond bij de vestimentaire voorbereiding- was er
toch wat stress ontstaan, 25 tot 28° onder thermometerhut, in totaal
vijfhonderd meter stijgen en vijfhonderd meter dalen. De benen waren niet getraind op
hoogteverschillen noch op subtropische temperaturen. Twee liter camelbag, zonnebril, zonnecrème,
hoofdbescherming en compressiekousen waren de ingrediënten om de nacht toch wat
rustiger in te gaan.
Na een klein anderhalf uur rijden kunnen we de auto parkeren
op een tot parking omgevormde- weide. Vermoedelijk staan de gewone bezetters
van deze weide ons nu al grazend, kauwend of herkauwend gade te slaan
vanuit een aanpalend stuk land. Het
anders zo rustige dorp Wissant - waar men de andere 364 dagen wordt opgepakt
als je om half acht buiten loopt- bruist van energie. Lopers, supporters, organisatoren,
medewerkers zorgen voor een gezellige sfeer.
Ophalen van startnummer is toch ook een beetje spannend. Twee
dames gehoord die dachten ingeschreven te zijn voor de zeventien km maar ze
stonden op de lijst van tweeënzestig km. Kan tellen, een extra rondje van
vijfenveertig km. Voor mijn loopmaat en mezelf, geen verrassingen. De T-shirt die inbegrepen zat was, was een
oranje ADIDAS shirt. Dit was hetzelfde oranje
shirt , met uitzondering van het logo,
dat gegeven werd ter gelegenheid van de marathon van Praag. Je zou
beginnen denken dat onze Nederlandse vrienden hier voor iets tussen zitten.
Iets na negen weerklonk op een zonovergoten strand het
startschot van deze trail. Juist daarvoor werd de zee bijgevuld door een deel van de vermoedelijk uitsluitend
mannelijke- lopers. Hopelijk was dit niet de oorzaak van onze natte voeten na
vijftig meter. In tegenstelling tot andere jaren moesten we na honderd meter
het dorp in, flessenhalseffect was de oorzaak van de eerste loop-wandel
overschakeling. Hierna konden we een eerste ererondje maken in Wissant.
Wanneer de verharde wegen achter ons liggen, is het genieten
van het landschap. Geen grauw, desolaat, plat landschap maar een glooiend
landschap met prachtige kleuren , de akkers met lage gewassen - sommige braak, hier
en daar een paadje dat zich erdoor slingert. Eenmaal hoger zie je achter de
akkers de zee en daarachter de witte krijtrotsen van Dover, drieëndertig km
verder. In mijn verbeelding moet het mogelijk zijn om nadat hij achtmaal
gestuiterd heeft- een platte kei tegen deze rotsen te gooien. Zo dicht lijken
ze.
Op de top van de eerste beklimming Mont de Couple- staan een
aantal mensen rond een rol-trail-wagen of hoe het ook mag heten. Ze overleggen
met veel gebaren- hoe ze het moeten aanpakken om de rolwagen naar beneden te
krijgen. De jongeman in de rol-trail-wagen was er gerust in, hij straalde, hij
genoot. Enkele meters verder na de eerste overschakeling van stijgende naar
dalende spieren- schoot er even een scherpe pijn door de linkerknie. Misschien
toch eens overwegen om die meniscus te laten opereren.
De tweede afdaling-Mont de Sombre- gaf je vleugels, zonder RedBull.
De helling zat juist, de ondergrond was perfect. Je kon snelheid maken zonder
dat je achter je evenwicht moest hollen. De laatste afdaling van de Cap Blanc Nez-
was de moeilijkste. Enerzijds was deze technisch de moeilijkste, anderzijds
moest je opletten dat je geen toerist die mensen wisten trouwens niet waar ze
het hadden- omverliep.
Het parcours was te doen, de warmte, de zon was de grootste
moeilijkheidsfactor. Schaduwmomenten waren zeldzaam, de weinige lommerte was welkom. De mannen met de tuinslang halfweg en tijdens
de laatste kilometer verdienen een standbeeld op markt van Wissant. Voldoende
drank was dan ook onontbeerlijk. Halve kilometer voor de arrivé was een
medeloper te diep gegaan, uitgedroogd, zwart voor zijn ogen. Bij hem gebleven,
water gegeven, benen omhoog tot iemand dit van me kwam overnemen. Hij heeft de
eindstreep nog gehaald.
Op voorhand gevreesd dat de day after zwaar zou zijn, dat de
spieren zouden tegenpruttelen. Het gevoel te hebben alsof je de nacht met twee
Oezbeekse kogelstootsters hebt doorgebracht. De mijne hadden alleszins geen
doping genomen, de spieren konden de volgende dag vlot mee.
Andermaal genoten van de trail, van het lopen, van de streek,
van de medelopers.
De eerste maal vergeet je niet, dit wordt gekoesterd en geromantiseerd. Het grote onbekende wordt werkelijkheid, je maakt het mee en je kan er over meepraten. Sinds zondag kan ik er ook over meepraten maar vooral ik zal het niet meer vergeten. Na acht marathons te hebben gelopen, kriebelde het al een tijdje om de straat in te ruilen voor de natuur, niet voor een bos in Vlaanderen maar voor het hooggebergte van onze Ardennen. Couvins deelgemeente Pesches was het toneel van de Trail des crêtes de leau noire, uitgekozen door mijn al even onervaren- marathon loopmaatje.
Bij de inschrijving een vleugje van overschatting, van jeugdig enthousiasme (het is tenslotte de eerste maal) maar tenslotte toch een cirkel gezet rond de zeventien en niet rond de dertig kilometer. Alhoewel, wat is zeventien km, is dit wel de moeite om op te staan om zes uur en om twee uur te rijden. Toch haalt de ratio het van de emotie. Geen specifieke voorbereiding voor dit parcours, een knieletsel waardoor ik niet gelopen heb sinds drie weken en een serieuze vermoeidheid deden de pen naar de zeventien gaan. Alhoewel zeventien, trek je daar je -nieuwe trail- schoenen voor aan ?
Zomer in de Ardennen, dus regen. Niet zo maar regen maar bakken regen was er de laatste dagen, weken uit de lucht gevallen. Maar kijk, de zon begon zowaar te schijnen. Lange mouwen, korte mouwen, regenjas, zonnebril?Tenslotte werd het lange mouwen en een pet, regenjas in rugzak. Bij de ervaren trailer valt het op dat compressiekousen tot de standaard uitrusting behoren. Bij marathons lopen er meer en meer lopers met deze kousen, ook ik draag die dan. Je gaat er niet sneller van lopen maar heb toch de indruk dat je sneller recupereert. Op kortere afstanden zoals bij deze trail lijkt mij het voordeel gering, dus moet er een andere reden zijn waarom er zoveel deze kousen dragen. We besluiten dan ook dat ze dit vooral dragen om zich te beschermentegen de takken, ons vermoeden krijgt dan ook bevestiging als we de gescheurde broek zien van ervaren zo zag hij er toch uit- trailloper.
Als tienduizend Italianen hun volkslied zingen aan het colloseum of alsDie Moldau van Smetana door de straten galmt, krijg je een stoot van energie aan het begin van de marathon van Rome of Praag. Hier , in Couvin,kwam iemand van de organisatie met een megafoon iets vertellen dat alleen de mensenop de eerste rij hoorden. De historische laan was ingeruild voor de binnenkoer van het institut Sainte-Marie, op deze koer kon je aan elke hoek van elke tegel een beginnend plantje ontdekken onkruid vermoed ik. Maar who cares, de massa bewoog en weg waren we.Toch spannend zo de eerste maal.
Tempo zoekenis altijd een beetje moeilijk in het begin van een wedstrijd, hier werd het nog moeilijker doordat we direct een snedige klim voor de voeten kregen, op macadam. Het werd direct stil. Adem was er maar die was vooral nodig om de ene voet voor de andere te krijgen. Offroad begon het relatief vlak, plassen werden ontweken, de roodwitte linten gaven de weg aan, recuperen van de eerste kuitenbijter ging vlot. Veel praten lukte ook niet want het terrein leende zich niet om naast elkaar te lopen, ontspannen lopen en genieten van de omgeving was de boodschap.
Het eenmanspaadje veranderde in een modderpaadje, plassen waren er niet meer alleen een modderpad. Bij elke stap zakt de voet in de modder en de andere voet trok je eruit, berelastig, maar het werd met elke stap plezanter. Zelfs in die mate dat mijn compagnon de slappe lach kreeg ..en het was niet uit miserie. Bij het stijgen ging het lopen over in stappen, het dalen op een modderpad bezaaid met stenen moet je durven. Wij durfden niet! Wij liepen voorzichtig naar beneden bang om te vallen- terwijl anderen ons voorbij flitsen. Heb het even aangedurfd om de leiding te nemen van ons groepje. Heb deze positie wijselijk afgegeven na honderd meter terwijl ik door een ondiepe beek liep, voeten tot de enkels in het water. Mijn metgezel floot me terug omdat het parcours niet door de beek liep maar ernaast, bijna verdwaald.
Na de bevoorrading nog zeven kilometer. Toch blij dat we niet voor de dertig gekozen hebben, het is zwaarder dan gedacht. Ook de knie laat zich voelen, het veelvuldig wegslieren op deze glijbaan is niet zo gezond voor een knie waar er toch wat kosten aan zijn. Ondanks een brace merk ik dat het moeilijker wordt om mijn voet hoog genoeg te kunnen opheffen. Een niet opgemerkte stok, een voet te laag bij de grond zijn de oorzaken van een bijna val. Al molenwiekend recht kunnen blijven maar met een hevige kramp in de borstspier tot gevolg, ademen ging eventjes moeilijk. Dit juist voor de steilste klim van de dag, een klim waarbij je bijna op handen en voeten naar boven moet, waarbij een voet geregeld weg glijdt. Hier toch eventjes moeten bekomen van de kramp. Eenmaal boven was het terug genieten alhoewel de pijnin de knie er voor zorgde dat het lopen moeilijker en moeilijker werd. Pijn en angst voor een kniebloccage zorgden ervoor dat de laatste kilometer gewandeld werd.
We hadden geen schrammen aan ons benen, de compressiekousen hadden dus toch als doel om compressie te geven en te voelen aanonze kuiten is dit zeker en vast zinvol.
Douchen, pasta party en een locaal bier om te bekomen. Op de terugweg nog een tomate-crevettes gegeten en tot besluit gekomen dat het een fantastische dag was, dat we ons ongelooflijk geamuseerd hebben, dat we genoten hebben van elke kilometer. De pijn aan de knie, de kramp in de borstspier konden geen domper zetten op het fantastisch gevoel.
Plannen werden gesmeed en ondertussen reeds ingeschreven voor de trail aan de côte dOpale.
De eerste vergeet je niet, benieuwd als de tweede de eerste kan overtreffen. Mijn compressiekousen liggen klaar.