In de week van 14 tot 19 augustus was Opwijk een dorp op stelten door de deelname aan het Eén-programma Fata Morgana. Vele mensen waren dagenlang in de weer om Opwijk om te toveren tot een badstad en de vijf sterren te bezorgen.
Door de keuze van het gemeentebestuur kreeg de 'badstad Opwijk' vorm in de nabijheid van het Hof ten Hemelrijk en meer bepaald op de Borchtsite.
Deze Borchtsite is zowat de meest historische plaats van Opwijk, omdat vanaf deze plaats ca.1.000 jaar geleden het huidige dorp Opwijk zich ontwikkelde (vroegere 'Neerwijk', bij Reinarsbrugge). Op deze plaats stond het oudste wooncomplex, de versterkte (omwalde) borcht of kasteel.
De plaats heeft blijkbaar ook nu nog een belangrijke aantrekkingskracht voor bouwpromotoren want reeds verschillende jaren bestaan er allerlei plannen om het uitzicht van de Borcht definitief en onherroepelijk te veranderen. Eerst was er het voornemen om net op deze plaats de nieuwe Nijdrop in te planten, nu bestaan er vergevorderde plannen om het gebied te doorsnijden met een nieuwe weg voor een verkaveling. Dat gebeurt overigens in nauwe samenwerking tussen de gemeente Opwijk en de Intercommunale Haviland die eigenaar is van het grootste deel van de Borchtsite.
De historische, archeologische en erfgoedwaarde van de Borcht is ondertussen genoegzaam bekend. De Heemkring Opwijk-Mazenzele heeft steeds geijverd voor volledige vrijwaring van deze historische plaats. Wanneer dat niet kan, verwacht de Heemkring minstens dat er een exhaustief archeologisch onderzoek wordt uitgevoerd. Deze vraag wordt door de bevoegde instanties op het niveau van het Vlaams gewest bijgetreden.
In het verleden werd al een klein deel van de Borcht opgegraven (noordwestelijk deel). In september-oktober 2005 werd verder archeologische prospectie uitgevoerd met proefsleuvenonderzoek. Hierna werd het absoluut duidelijk dat voorafgaandelijk aan de ontwikkeling van de verkaveling uitgebreid archeologisch onderzoek noodzakelijk is.
De afgelopen maanden hebben de gemeente Opwijk en Haviland steeds verklaard dat zij op dit vlak hun verantwoordelijkheid willen opnemen en daar mee voor willen instaan. Meer zelfs: in een recent schrijven (voorjaar 2006) aan Vlaams minister Dirk Van Mechelen, die onder andere voor archeologie bevoegd is, prijst de gemeente haar eigen voorbeeldfunctie ter zake en benadrukt het belang van de site en de noodzaak van het archeologisch onderzoek.
De gebeurtenissen van de afgelopen dagen maken echter duidelijk dat er tussen woord en daad een hemelsbreed verschil ligt. De aanleg van strand en zee in Opwijk voor 'Fata Morgana' gebeurde immers op een manier dat er veel archeologisch erfgoed onherroepelijk verloren ging. Voor het aanleggen van de zee werden stukken uitgegraven, tientallen vrachtwagens en andere zware machines daverden en denderden over de site,
zonder dat ook maar enige beschermende maatregel werd genomen.
De schade die daardoor werd aangebracht is onherstelbaar en kan pas volledig ingeschat worden wanneer alles wordt opgeruimd of bij het uitgebreid archeologisch onderzoek.
In ieder geval hebben de gemeente en Haviland in deze een verpletterende verantwoordelijkheid. Hoewel verschillende betrokkenen op de hoogte waren van de archeologische waarde van deze zone, werden geen maatregelen genomen om het archeologisch erfgoed te beschermen noch werd contact gezocht met de betrokken administratie om eventueel advies of bijstand te verlenen.
Het Agentschap Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed (Vlaamse overheid) liet op vrijdag 18 augustus 2006 proces-verbaal opstellen wegens verschillende inbreuken op het archeologiedecreet van 1993 en het uitvoeringsbesluit van 1994.
De gemeente Opwijk en Haviland kunnen niet zeggen dat zij niet op de hoogte waren van het grote archeologische waarde van het geheel van de Borchtsite. Er zijn reeds de twee uitgevoerde proefopgravingen (waarbij bij één de gemeente Opwijk zelf de opdrachtgevende instantie was), het opgelegd uitgebreid archeologisch onderzoek (indien de site zou verkaveld worden) en de vraag van het gemeentebestuur en van Haviland zelf aan de bevoegde Vlaamse minister voor financiële tegemoetkoming voor dit onderzoek.
Door hun bagatelliserende houding ten aanzien van de archeologische waarde van de Borchtsite heeft zowel de gemeente Opwijk als Haviland het vertrouwen van diverse instanties van de hogere overheden ernstig geschaad.
Iedereen is het erover eens dat Fata Morgana in Opwijk een unieke gebeurtenis was en een mooie uiting van een vorm van solidariteit onder de bevolking. Het is daarom dubbel jammer dat er ook met het archeologisch aspect geen rekening werd gehouden bij de locatiekeuze. Fata Morgana blijft in vele huisgezinnen immers op video of dvd bestaan, maar resten van een eeuwenlang verleden zijn spijtig genoeg deels beschadigd of onherroepelijk verloren.
Dit voorval toont volgens de Heemkring Opwijk-Mazenzele ook de noodzaak aan van de oprichting van een Intergemeentelijke Archeologische Dienst in de streek. Samen met verschillende initiatiefnemers in de omliggende gemeentes wil de Heemkring Opwijk-Mazenzele hiervoor ijveren. Eerder liet de gemeente Opwijk weten niet geïnteresseerd te zijn in het initiatief. Nochtans kan een Intergemeentelijke Archeologische Dienst er precies voor zorgen dat ook archeologische waarden worden meegenomen bij de realisatie van projecten, de keuze van locaties, de te nemen beschermingsmaatregelen,
22-08-2006 om 14:11
geschreven door heemkringopwijk 
|