Ik word wakker rond 6.00, de meeste van mijn buren slapen nog. Jammer genoeg zijn er geen wombats of kangoeroes te zien.
Ik wandel nog even naar het strand, en vertrek dan.
Er is ook nu niemand in de receptie te zien, dus vannacht heb ik goedkoop geslapen.
Het is nog vrij vroeg, dus niet veel verkeer op de weg. Het landschap verandert langzaam van groene heuvels met veel bebossing, naar glooiende open velden. Grote stukken weiland met schapen en/of koeien. Zeker als ik iets voorbij Bombala de Monaro Highway verlaat en verder rij richting Jindabyne.
Van A kreeg ik een tip voor een bezoek aan het hoogste punt van Australië, Mount Kosciuszko. Dit stond normaal niet op de agenda, maar waarom niet. Ik ben toch in de buurt.
Tot in Jindabyne is het zeer kalm op de weg, maar vanaf daar verandert dit kompleet. Het plaatsje zelf heeft aan het grote meer een ideale toeristische trekpleister, en het ligt op de meest gebruikte route naar de berg.
Kosciuszko ligt in het gelijknamige natuurpark, en er dient een toegang te worden betaald.
Wat verder rij ik Thredbo binnen. Het dorp heeft wat weg van een skioord in de alpen, nu, maar ook in de winter. Thredbo is namelijk een van de weinige plaatsen in Australië waar je ook echt kunt skiën. In feite, de ganse omgeving doet meer aan een mengeling van de Ardennen en de Alpen denken, dan aan Australië.
Het is er druk, en een parkeerplaats vinden duurt even.
Om tot op de top van de 2228m hoge Mount Kosciuszko te geraken kun je eerst een kabellift nemen, en daarna is het nog een 7km wandelen. Ik koop een ticket enkele reis, met de bedoeling de volledige afdaling tot in het dorp te voet af te leggen.
Het is ongeveer 11.30 als ik plaatsneem in de stoeltjeslift, een tiental minuten later begin ik aan de tocht. Om het de wandelaars wat makkelijker te maken, maar wellicht ook om hen weg te houden uit de kwetsbare omgeving, is het ganse traject voorzien van een wandelpad bestaande uit metalen roosters, een twintig tot dertig centimeters boven de grond. Het is mooi weer, maar een sterke wind maakt dat het vandaag zeker niet te warm is. Om nu te stellen dat je een dikke pull moet aantrekken, lijkt mij wat overdreven. Zeker tijdens de tocht naar boven, als je wat goed doorstapt.
Van aan de stoeltjeslift staan er geen bomen meer, en je krijgt er het ene prachtige vergezicht na het andere. Wel ganse velden met bloemen. Bloemen met een Alpien karakter, waarvan er sommigen zelfs iets op Edelweiss lijken.
Vreemd genoeg staan er ook Paardebloemen tussen, ik weet niet of die hier inheems zijn.
Hier en daar nog enkele partijen sneeuw, maar ik betwijfel of die het einde van de zomer halen.
Ik stap goed door en sta rond 13.15 op de top. Veel volk, en ieder wil zijn aanwezigheid hier vereeuwigen. Ook ik maak enkele fotos, stuur een paar sms-jes (vreemd genoeg heb je hier perfect ontvangst) en begin dan aan de lange weg naar beneden.
Tot aan de stoeltjeslift valt dit heel goed mee, maar de verdere afdaling naar het dorp, meestal op een pad doorheen struikgewas en bos, is heel wat steiler en minder makkelijk aangelegd. Het duurt tot 16.00 voor ik terug beneden sta.
Ik heb mijn kilometers er wel opzitten voor vandaag.
In het terugkeren stop ik te Jindabyne nog even bij de plaatselijke Muster (soort rodeo), maar het gebeuren is zo goed als afgelopen.
Ik rij verder tot in Cooma en zal daar een motel zoeken. Na de lange tocht zie ik het niet zitten om in de wagen te slapen. Ik boek uiteindelijk een kamer in het motel waar we ook de vorige keer verbleven, later zal blijken dat het de kamer net naast de vorige was.
Als ik s avonds het stadje intrek om iets te eten moet ik eerst nog door een politiecontrole. Ik moet even terug naar het motel achter mijn internationaal rijbewijs, maar voor de rest is alles ok.
Ik bestel gebraad in een lokale pub, vrij voordelig en best lekker.
|