Om 5.30 loopt de wekker af, en tegen 6.00 kan ik vertrekken. Net na zonsopkomst. Mijn buurman is net 10 minuten vroeger weg. Ik passeer hem enkele kilometers verder.
Zon 200km is het naar Kings Canyon, en ik kom er net iets voor 8.00 aan. Net voor de canyon verschijnen opnieuw enkele eucalyptusbomen hier en daar, maar in hoofdzaak blijven het toch struiken en Dessert Oaks.
Ik ga het er op wagen en begin aan de 6km lange Rim Walk, een wandeling boven op de rand van de canyon. Het is licht bewolkt (schapenwolkjes) en er staat een stevige bries, dus is het nog doenbaar. Voldoende water, een beetje proviand, zonnecrème, en we zijn weg.
De tocht begint met een stevige klim, in 1 ruk tot boven de heuvelrug. Geïmproviseerde trappen, gemaakt van de keien uit de directe omgeving.
Boven loopt de wandeling rond de volledige inham of canyon, met prachtige rotsformaties en vergezichten.
Halverwege laten de wolkjes en de wind het wat afweten en wordt het opnieuw puffen en zweten. Gelukkig moet er hier niet veel meer geklommen worden.
Tegen 11 uur sta ik opnieuw bij de wagen en zie dat de motor van mijn buurman net naast mij geparkeerd staat.
Ik wacht nog even, terwijl ik van T-shirt verwissel, maar ik zie Maurizio niet meer terug.
Nog even wat bijtanken in het Kings Canyon Resort (waar de benzine blijkbaar met vloeibaar goud verrijkt wordt), en even stoppen in Kings Creek Station voor een hamburger. Van rundvlees, want blijkbaar is de kamelenburger van het menu geschrapt.
Terug via Curtin Springs naar Yulara, aankomst rond 14.00. Bezoekje aan het bezoekerscentrum en dan naar Uluru.
Ook daar eerst naar het cultureel centrum voor wat informatie over de hier levende aboriginals, en dan de rots zelf.
Even kijken waar morgen het beste plaatsje te vinden is.
Ik ga ook nog even kijken bij de waterpoel, die bijna droog staat. Terwijl ik daar nog enkele vogeltjes probeer te fotograferen begint het plots te druppelen. Was het vanmiddag zo goed als volledig opengetrokken, toen ik uit het cultuurcentrum kwam hingen er inderdaad dreigende grijze wolken. Maar dat was gisteren ook zo, daarom is regen hier nog geen zekerheid. Maar vandaag valt er dus wel wat uit.
Geen grote plensbui, ook niet zomaar een beetje miezel. Net genoeg om de rots nat te maken. En er opnieuw enkele fotos van te nemen. Uluru in de regen, het is zeker eens iets anders.
In rij verder rond de monoliet en op de parking waar men de berg kan beklimmen zet ik mij net op tijd aan de kant voor een geslaagde zonsondergang. Perfect.
Dat maakt nu natuurlijk wel dat ik de kleine 100km terug naar Curtin Springs in het donker moet afleggen, hier en daar ook nog eens een stukje in de regen.
Halverwege staat een auto langs de kant van de weg. Ik vertraag en zie dat enkele mensen mij teken doen om te stoppen. Een viertal aboriginals maken mij duidelijk dat ze zonder diesel gevallen zijn, en vragen of ik in Curtin Springs niet even wil bellen naar familie of vrienden om hen te komen depanneren. Geen probleem. Ik laat hen ook nog een fles water en een fles (zelfgemaakte) ice-tea na.
In Curtin Springs aangekomen blijkt bellen niet zo simpel als gedacht. Bellen kan enkel met de betaaltelefoons buiten. Hebben ze geen telefoon in de bar, of willen ze die botweg niet uitlenen, ik heb het niet gevraagd.
Van de 2 telefoons buiten is er 1 die met telefoonkaarten werkt en 1 met muntjes. Ik heb geen zin om hiervoor een kaart te kopen, en de andere is bezet, door een Duitstalige die blijkbaar niet van zin is direct in te haken. Haar vriend (vermoed ik) zit erbij ( ze hebben zich beiden een stoel genomen) en vraagt uiteindelijk (nadat ik mij ostentatief ook een stoel heb gepakt) of ik ook wil bellen (duu!). Als hij hoort waarom ik wil bellen is zijn eerste reactie: Waren het aboriginals? Die vraag had ik wel verwacht. Ik bevestig, en onmiddellijk komt de voorspelbare reactie: Je moet je dat niet aantrekken. Dat gebeurt hier altijd.. De gast werkt hier blijkbaar, maar zn accent verraadt dat hij hier zeker niet geboren is. Ik antwoord kort dat ik die mensen beloofd heb te bellen, en dat ik dat dan ook zal doen. Waarop de droge reactie komt: Maar je zult nog even moeten wachten hoor, dit zal nog wel een half uur duren. En inderdaad, als madam gedaan heeft met kwekken, moet de gast ook nog eens een babbeltje slaan. Even ophangen om dan een minuutje later terug te bellen is blijkbaar te veel gevraagd. Maar wie verwacht nu van Duitsers ook een beetje elementaire beleefdheid of medeleven. Dat hadden ze in 14 en 40 ook al niet.
Een goed half uur later ga ik nog eens kijken en is de telefoon vrij. Ik bel en geef de boodschap door. Het heeft nog geen minuut geduurd. Weer iets bijgeleerd over de Outback Hospitality die ze hier zo graag afficheren.
Kalm blijven, vooral kalm blijven ;) Er volgt zeker nog een gepeperde commentaar op TripAdvisor
|