Voor de volgende 3 nachten heb ik ergens anders een kamer geboekt, voor een iets gunstiger prijs.
Inchecken kan pas na 14.00, dus tijd genoeg voor wat sightseeing.
Maar eerst op zoek naar een garage waar ik de volgende check-up kan laten uitvoeren. Ik heb nog wel wat kms te gaan, maar anders passeer ik de 5000km grens ergens halverwege Coober Pedy en Adelaide, en waar vind ik daar ergens een garage?
Op het adres dat ik van TAB in Darwin heb meegekregen kunnen ze mij niet helpen: ze zitten volgeboekt tot 7 januari. Ze sturen me door naar een collega en daar heb ik meer geluk. Ik maak een afspraak voor vrijdag morgen.
Daarna nog maar eens tanken, en dan even een kijkje nemen bij de gebouwen van het vroegere telegraafkantoor.
De site is duidelijk beter onderhouden dan die van Tennant Creek, maar er wordt deze keer ook een inkomprijs gevraagd. Ik pas, en maak enkel een wandeling in de omgeving. De temperatuur valt nog net mee.
Prachtige vergezichten, fotogenieke kangoeroes, oorverdovende cicaden.
Hierna is het bijna middag, en ik trek te voet het stadje in.
Even rondwandelen en een hapje eten bij de Chinees in het winkelcentrum. Daarna nog even langs de VVV en dan richting Heavitree Gap Outback Lodge. In die richting rij ik verder naar de Eastern MacDonnell Ranges. Daar stop ik bij de Emily en Jessie Gaps en de Corroboree Rock. Het rood van de rotsen tegen de diepblauwe lucht, de uitgestrekte rotspartijen
Geen enkele foto kan dit ooit recht aan doen.
Na het inchecken een brood en soep (mmm, soepje, lang geleden) kopen in het supermarktje van de camping en dan voor het eten nog enkele fotos van de plaatselijke rostwalabis die hier residentiële gasten zijn. Een kleine déjà vu.
De camping ligt net naast de opening (Gap) tussen de ranges waar de Stuart Highway, de enige toegangsweg naar Alice Springs, door passeert. Maar zodra het donker wordt zie je de weinige wagens die er nog rijden passeren aan een slakkengangetje van nog geen 60 per uur. Allemaal bang van de kangoeroes.
Ook de spoorweg loopt door de spleet, en de trein rijdt er nog langzamer. Na vijftig wagons ben ik gestopt met tellen.
|