6.00 opstaan (ik vraag mij af of het houden van pauwen en een haan wel getuigen van klantvriendelijkheid misschien als gratis wekdienst), eten, tanken en vertrekken.
Ik stop bij het 3Ways Roadhouse (op het kruispunt tussen de Stuart Highway en de Barkly Highway) om er enkele roadtrains te fotograferen, en als ik terug wil vertrekken vraagt iemand mij of ik hem een lift kan geven. Hij heeft zn motor zon 60km verder richting noorden achter gelaten omdat die benzine begon te lekken, en is naar dit tankstation/wegrestaurant terug gelift om er gereedschap te kopen (die hij uiteindelijk van een andere automobilist gekocht heeft). Geen probleem.
De man is een Indische student in Darwin, en komt net terug van een bezoek aan Uluru. Ik vraag hem hoe dit meevalt, deze weg met de motor af te leggen. s Morgens en in de late namiddag is het blijkbaar best ok, maar de warmste uren zijn moordend. De lange rechte weg maakt het een bijkomende moeilijkheid om geconcentreerd te blijven.
Na zon 90km komen we eindelijk de motor tegen. Ik begon al te denken dat iemand hem meegenomen had.
Ik vraag hem of ik nog iets kan doen, en laat hem dan achter. Ik hoop maar dat hij het probleem heeft kunnen oplossen. Nu is het er op de weg niet druk, zeker niet naar Europese normen, maar je moet er ook geen uur wachten tot er iemand passeert. En de meesten zijn wel bereid te stoppen, dat heb ik zelf ook al ondervonden toen ik langs de kant stond om een foto te nemen.
In Elliot stop ik om iets te eten. Bij het wegrestaurant bestel ik enkele stukjes kip en frietjes. Ik kom er een koppel tegen met 2 kinderen, Fransen, die ook klant zijn bij TAB. Zij hebben in Darwin een wagen gehuurd en trekken naar Sydney. Ze zijn naar Kakadu geweest en vonden het fantastisch. Dat belooft.
Wat verderop in Newcastle Waters stop ik opnieuw. Dit dorpje was vroeger een belangrijk knooppunt voor de verschillende trekroutes voor veedrijvers. Nu is het ietwat een spookdorpje van zon tiental huizen aan het worden, hoewel er wel een nog een vrij nieuw-ogend schoolgebouw staat.
Vanaf hier zal het landschap opnieuw veranderen: gedaan met de weidse zichten op de graslanden, er komen meer en meer bomen en uiteindelijk ontwikkelt zich aan beide zijden van de weg een bos van eucalyptus- en andere bomen.
Het heeft hier ook al meer geregend, getuige daarvan het groene gras op de bermen en de plassen langs de weg.
Niet veel interessante plaatsen langs de weg, dus is het meestal gewoon kilometers maken.
Zon 30km voor mijn eindbestemming zit ik plots in een regenbui. Het weer begint wat eentonig te worden: s morgens open blauwe lucht, tegen de middag komen de wolken opzetten en s avonds is er een onweer, of het scheelt niet veel.
Na 550km kom ik aan in Mataranka, waar ik in het Mataranka Homestead vraag of ze er nog een motelkamer vrij hebben. Geen probleem. De vrij rudimentaire kamer is wel wat aan vernieuwing toe. De hele site trouwens. Of dit is het einde van het seizoen, en de grote kuis staat weldra op de agenda.
De site is nochtans vrij gekend als toeristisch oord, ze ligt namelijk bij de thermische bronnen. Je kunt er zwemmen, maar de omgeving wordt momenteel ingepalmd door honderden fruit-etende vleermuizen die met trossen als kokosnoten aan de palmbomen hangen. Naast de vleermuizen zitten er ook verschillende kaketoes en andere vogels, en de walabis komen er uit je hand eten (mocht je dat willen). Ik moet mijn kamer blijkbaar ook delen met 2 (andere) gekkos. Maar na het aanhoren van hun gekwaak besluit ik ze toch maar buiten te zetten.
Na het avondeten komen de donkere wolken opnieuw dichterbij en een half uur later barst het onweer los, deze keer wél met regen, véél regen. De lang verwachte spectaculaire sterrenhemel zal opnieuw niet voor vandaag zijn.
|