Uitslapen zit er hier blijkbaar niet in. Om 5.30-6.00 komt de zon op en blijkbaar is dat het sein om eraan te beginnen. Begrijpelijk, de temperatuur is dan nog enigszins doenbaar.
Het informatiecentrum opent pas om 9.00, dus ga ik ervoor nog even op verkenning in het dorpje. Elke bezienswaardigheid, allemaal mooi voorzien van een bord met de nodige uitleg, gaat op de foto.
In het informatiecentrum koop ik een pas die toegang geeft tot alle hoofdattracties die het dorpje rijk is. Die kunnen in 2 groepen worden onderverdeeld: de geschiedenis van het dorp en dinosaurussen (dus in feite ook geschiedenis). Vandaag zijn sommigen gesloten of ze gaan vroeger dicht. Ik besluit er maar 1 te bezoeken, wel diegene die het verst van het centrum verwijderd is. Het wordt een rit van xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />110 km enkele richting (ja, dit valt nog steeds onder hetzelfde dorpje), waarvan 60 over unsealed roads. De mensen in het informatiecentrum verzekeren mij dat het traject doenbaar is voor niet 4x4 voertuigen en dat de huidige wegcondities ok zijn, maar ik moet natuurlijk wel opletten.
Nog even de tank vullen, en dan begin ik aan mijn tocht.
De eerste 50 km over asfaltweg vallen goed mee, de weg is in goede conditie. Ik kom kangoeroes tegen (levende en dode), een dingo (te snel om te kunnen fotograferen), en verschillende roofvogels (dankzij de dode kangoeroes).
En plots stopt het asfalt en begint de gravel. De grintweg varieert onderweg van 4 tot 10 meter breed, soms zijn er rijstroken zichtbaar, op andere stukken zoek je gewoon de weg die jou het beste lijkt, ook al is die dan aan de rechterkant. Nu en dan ligt er toch een stuk asfalt tussen, wat dan aangegeven staat als mogelijke inhaalplaats (of als noodlandingsbaan). De toestand van de weg varieert ook. Soms een hard wasbord, soms met diepe groeven. Bij die laatste komt het er vooral op aan om zo dicht mogelijk bij de bult tussen de 2 groeven te rijden, zodat deze de onderkant van de wagen (vooral de onderkant van de bumper) niet te veel beschadigd. Zo nu en dan hoor ik het wel eens schuren, maar het valt nog mee.
Veel tegenliggers kom ik niet tegen. 2 Toyota 4x4s, waarvan de bestuurders telkens de hand opsteken in het passeren. Dat groeten gebeurt regelmatig, maar toch niet altijd. De enige 2 roadtrains langs de weg staan gelukkig beiden geparkeerd.
Tegen 11.00 kom ik aan op het Lark Quarry Conservation Park. Daar werd speciaal een gebouw opgetrokken om de prehistorische site te beschermen. De site bestaat uit een groot aantal afdrukken van verschillende dinosaurussen, en zou de momentopname zijn van een stampede: verschillende kleinere dinos zouden er op de vlucht geslagen zijn voor een grotere belager. De vondst is enig in zijn soort, een speciale samenloop van omstandigheden. De makers van Jurassic Park zouden hier zelfs naar toe getrokken zijn om een scène uit de eerste film op te baseren.
Na de rondleiding (ik en nog een koppel zijn de enige bezoekers) stap ik nog de korte wandeling rond de omgeving van het gebouw af. Het is er wellicht meer dan 40° (in de schaduw), zelfs de wind is warm.
De weg terug verloopt ook zonder al te veel problemen. Een tussenstop bij Old Cork Station, een omweg van zon 120 km wordt mij afgeraden (enkel voor 4x4). Jammer. Niet dat er veel speciaals te zien is, maar de mythische site uit het lied Diamantina Drover, had ik graag op de lijst gezet.
Onderweg nog enkele fotos (zie: https://picasaweb.google.com/102854513211519121939 ) en tegen 15.30 ben ik terug in mijn cabin.
Het is te warm om nog iets anders te doen, en de meeste dingen zijn nu toch gesloten, dus dan maar enkele fotos selecteren en op het web plaatsen.
|