Rond 9.30 verlaat ik mijn ondertussen reeds vertrouwde kamer xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />204 in het Cairns Gateway Resort. Een nieuwe fase van de reis breekt aan. Tot Melbourne en Sydney op het einde van de reis is het de bedoeling niet langer dan enkele dagen op 1 en dezelfde locatie te blijven overnachten. Ik neem nog enkele fotos van Cairns en rij dan even naar het noorden om zon 10 à 20 km verder van de kust weg het binnenland in te trekken. Net voor ik van de Cook Highway de afrit richting Kuranda neem stop ik nog even in het Smitfield Shopping Centre om er nog enkele inkopen te doen en wat te eten. De grote shopping-malls liggen hier niet dun gezaaid. Er was er een vlakbij het vorige motel, enkele in het centrum van Cairns, en dit eveneens op (naar Australische normen) vrij korte afstand van de stad.
Je vindt er telkens een paar vestigingen van de grote supermarktketens (Coles, Woolworths, K-Mart, BigW) en verschillende kleinere winkeltjes, die ook al dan niet tot een keten behoren. En telkens zijn er ook verschillende eetgelegenheden. Variatie en keuze genoeg.
Na de middag naar het centrum van Kuranda. De winkeltjes zijn open, maar het is er geen markt (woensdag en zondag), en dus is er veel minder drukte dan 12 jaar geleden.
Daarna een wandeling naar Barron Falls, waar duidelijk is dat het regenseizoen nog moet beginnen: de waterval is slechts een zielig streepje water.
Ik besluit vandaag de tent die bij de wagen kwam eens uit te testen en op zoek te gaan naar een camping. Ik vind er eentje zon kleine 10km buiten het centrum van het dorpje/stadje Mareebe: Granite Gorge Nature Park. De laatste 2 km naar de camping gaat over gravel: de rode, met kiezel verharde zandwegen die we ons allemaal voor de geest kunnen halen als we aan Australië denken. De camping heeft plaatsjes met en zonder stroomvoorziening, en cabines die je kunt huren. Er is een sanitaire blok, waar je ook de typische gas-BBQ terug vindt en eveneens een wasmachine en droger. Dit heeft duidelijk zn beste tijd gehad, maar blijkbaar werkt alles wel. Het receptiegebouwtje is wel netjes en verzorgd, en in typische outback stijl. De mensen zijn vriendelijk en geven een korte uitleg over het terrein en de mogelijke wandelingen en zwemgelegenheden. Prijs voor een kampeerplaats met stroom: $16. En slechts $2 voor een blik cola.
Ik zet mn tentje op en ga dan nog even de omgeving verkennen. Het kamp ligt vlak bij een aantal granieten rotsblokken (daaraan dankt het wellicht ook zn naam) en die net naast het kamp zijn bezaaid met rotswalabis.
Blijkbaar worden ze regelmatig door de gasten gevoederd, en de dieren zijn dan ook vrij makkelijk te benaderen. Als ze al niet zelf op je afkomen.
Rond 19.30 is het stikdonker. De meeste andere bewoners (er zijn hier wel een 30-tal mensen) zijn koppels of gezinnen die bij of in hun eigen tentje zitten, socializen zit er vandaag niet in. Dan maar eens kijken of ik hier verbinding kan krijgen, en dat blijkt helemaal geen probleem. Wel een beetje raar om hier in the middle of nowhere zomaar een babbeltje te slaan met het thuisfront aan de andere kant van deze planeet.
Nog een verslagje, wat opfrissen en dan gaan slapen.
Vandaag geen drukke autoweg maar krekels en andere diergeluiden op de achtergrond.
|