Na tien uur verwennerij door de KLM dames is ze blij om op Sint Maarten de beentjes te strekken. Volgens Hem gaat ze nu een geweldig avontuur beleven. Hij heeft niet de gewoonte te overdrijven dus haar nieuwsgierigheid is gewekt.
Na op blote boeten nog maar eens, samen met de bagage, goedgekeurd te zijn voor de transfer gaan ze via een trapje naar het tarmac waar ze in een appelsienkist kruipen. Ze kan haar ogen niet geloven. Ervan uitgaande dat de twee piloten vanavond ook willen thuiskomen zet ze haar verstand op nul.
Ze blijven zo laag dat ze ongelooflijk gedetailleerd kunnen waarnemen, in de verte zien ze Saba en Sint Eustatius en dan het vlindervormige Saint Barth. Na tien minuutjes beginnen ze al te dalen. Nee, toch niet op dat rond punt? Gelukkig komt er ook nog een streepje asfalt.
Ze passeren een Franse douanier, hoe herkenbaar kan je zijn, dan zijn ze er. In het huurwagentje moeten ze millimeteren om de bagage kwijt te kunnen. Dan naar het hotel, alles is zo dichtbij dat ze het te voet hadden kunnen halen. Inchecken en dan de beloning. Een verkennende wandeling op het zandstrand, een zee zo blauw dat ze de kleur ervan nog moeten verzinnen. Als echte Bourgondiërs stoppen ze natuurlijk aan een strandbar waar ze onmiddellijk worden aangesproken door jonge plaatselijke mensen, vriendelijk met een hoofdletter. Het is zondag,reden om te feesten met hun zongebrande lijven in een haute couture bikini. Het huiswijntje dat hier perfect koel wordt geserveerd kan de concurrentie aan met die in het betere Belgische restaurant. De volgende stop is Nikki Beach, oogverblindend wit in het zonlicht, waar hun smaakpapillen verwend worden. Het visje dat op hun bord ligt is zo krakend vers dat het deze middag nog van zijn vrijheid moet genoten hebben, hij heeft zijn vrijheid ingeruild voor een stilleven op hun rijkelijk gevulde bord. Bij valavond springen een paar macho kelners de zee in om een wedstrijdje te zwemmen richting boot die ze voor de nacht binnen brengen. Als natte poedels schudden ze zich uit. Een hoop jolijt, het woord arbeidsvreugde is hier uitgevonden.
Dus hier komen de rich en famous filmsterren Kerst vieren, met een beetje geluk lopen ze er ééntje tegen het lijf. Het fototoestel blijft stand-by. Eén kiekje levert genoeg op om nog een paar keer terug te komen.
Het is bijna zonde om hier tijd te verliezen met slapen. Beloond met een schitterend ontbijt trekken ze met de gehuurde smart naar Gustavia, de hoofdstad. Parkeren is hier niet zo eenvoudig. Maar ze hebben tijd, goesting en vinden een wandelingetje geen probleem. Wat een etalages, echte kunstwerken hebben ze er van gemaakt. Gemiddeld ongeveer de hoogste concentratie aan designerwinkels per vierkante meter ter wereld die ze ooit mocht aanschouwen. Ze heeft niet de indruk dat ze hier aan solden moeten doen om hun voorraden te liquideren.
Top of the bill - alle zwarte parels ter wereld hier bijeengebracht. Wat een assortiment. De verwennerij kan niet op. Moeilijkste opdracht van het ganse verlof komt er aan: kiezen. Ze krijgt zo maar een setje mee naar huis. Nieuwjaar valt vroeg dit jaar.
Ze neuzen rond in een lokaal warenhuis, met wat daar standaard in de rekken staat kan je thuis meerdere delicatessenzaken vullen. De beau monde heeft smaak, daar is geen discussie over.
Normaal gezien komt de beloning pas na de inspanning. Nu ze met haar parels loopt te blinken gaat ze enthousiast in op het voorstel om het kleine eiland inham per inham te ontdekken. Als verwende reiziger staat ze toch te kijken van de decadente pracht van villas in met groen ommuurde tuinen. Er staan geen namen op de brievenbus, de postbode kent vast iedereen. Honderden plaatjes worden geschoten. Via Plage de Flamands gaan ze verder op verkenning, surfen, zeilen, zwemmen, alles lijkt hier mogelijk.
Strandjes afgewisseld met exclusieve winkels, vriendelijke mensen, wat een weer. Een eiland om over te zwijgen en voor jezelf te houden.
Als meter van de knapste, slimste en mooiste meid van zeven maakt ze ook al eens wat mee. Steeds op zoek naar originele verrassingen, bij voorkeur door de meter ook erg gesmaakt komt ze op een bepaald moment in Parijs terecht, om geen namen te noemen, Marne La Vallee.
Even nagekeken met de ouders, de schat heeft geen internationale pas, dus aan de grens houdt het verhaal misschien op, het leven wordt er wel spannender door.
Vliegen is in deze omstandigheid in ieder geval uitgesloten, dat had het wow effect helemaal af gemaakt maar de TGV in eerste klas moet een waardig alternatief bieden.
De prinses wordt de avond van tevoren opgehaald, ze weet nergens van anders is het allicht vannacht al feest en ze moeten morgen al vroeg uit de veren. Bij het ontbijt krijgt ze een brief die ze moeizaam spelt tot we gaan maar miekkie muis. Meer ongeloof en verbijstering dan enthousiasme.
Met de TGV onder spanning richting pretwereld. Hoe ze het klaarspeelt probeer ze ondertussen niet meer te begrijpen. De bus die hun naar het hotel zou brengen vertrekt links als je het station verlaat. Zij lopen natuurlijk naar rechts en spelen het klaar een flinke wandeling te maken om ongeveer bij het vertrekpunt terug aan te komen. De bus stopt voor de lobby van het hotel en dan maar inchecken, Amerikaanse organisatie, efficiënt, vlot en dan zijn ze van de bagage af. Royale kamer voor 4 personen en navenante badkamer. Ze knijpt in haar hand want ze ziet een echte neger, de man was echt mooi diep zwart, zo zie je ze zelden.
Ze schrijft met alcoholstift in koeien van letters haar gsm nummer op de kleine arm en stopt nog een paar briefjes met naam van hotel, kamer- en gsm nummer in elke zak die ze in haar kleertjes kan vinden. Dan zijn ze er helemaal klaar voor.
Ze worden strategisch via winkels naar de ingang van het park gedirigeerd. Haar oogjes vallen bijna uit hun kassen. De deal is als ze zich gedraagt ze de laatste dag voor zichzelf en de broertjes iets leuks mag uitkiezen. Het onderhandelen ging vlot. Ze is zeker te veel onder de indruk van de omgeving.
Als opwarming worden een paar drankjes en een giga suikerspin gehaald in één van de leuke stalletjes. Ze overleggen waar ze eerst naartoe willen. Ze start bescheiden. Olifantjes die de lucht ingaan, op elke pensenkermis staan ze maar het is haar feest. Er staat natuurlijk een enorme rij dus ze schuiven braafjes aan. Als ze in de laatste rechte lijn komen zegt ze dat mémé na haar vlucht aan het uitgang hekje wacht.
Ze staat met het fototoestel in de aanslag en zie ze maar niet de lucht ingaan. Er van uitgaande dat een paar ouders hun kinderen lieten voordringen stapt ze vastbesloten richting startpunt om zich er mee te bemoeien. Verdorie zeg, waar is ze naar toe?
Leg maar uit aan ma en pa dat hun dochter kwijt is. Ze krijgt het wel heel erg warm. De attractie dames zien dat ze zoekt. Ze legt uit dat ze een zevenjarig meisje kwijt is en ze wijzen richting pad. Daar staat een pretpark dame met een bleitjonk op de arm. Oef.
Ze heeft net een gat in de markt ontdekt voor de prinsessenwinkeltjes. Leibandjes ?
Deze morgen had onze vertrouwde krant een bon voor een gratis tekenfilm DVD. Deze werd naarstig uitgeknipt zodat hij kon worden afgehaald in de schoenenwinkel waar ik met regelmaat langs kom.
De boodschappentoer ging deze middag dus een groter formaat krijgen. De parking van het shopping park stond goed vol. Als iedereen hier vandaag met een zakje spullen vertrekt doen de winkeltjes goede zaken. Ik ga eerst bij de rechter buur van de schoenenwinkel binnen en bemachtig een heel leuk, donkerblauw suède jasje voor een weggeefprijs. Dat begint wel heel erg goed. Eigenlijk ben ik op zoek naar een paar lange broeken, het is eeuwen geleden dat ik in kleinere maten mocht rondneuzen, de lijdensweg van de laatste weken werpt vruchten af. De broeken die hier hangen zijn mijn ding niet, dan ga ik wel bij de linker buurman van de schoenenwinkel. Mooi, net wat ik zoek. De schade blijft beperkt. Slechts één broek mag mee. Ze zit lekker, voel me er geweldig in.
En dan, de slagroom op de taart? De schoenenwinkel in. De sandalen waarop ik door vorige zomer zweefde staan er in een andere kleur, die worden geselecteerd. Er staan ook slippers van hetzelfde merk, dus die willen we ook wel eens proberen. Ruim honderd euro. Waarom niet, het is voor de goede zaak. Wat zullen de kinderen blij zijn met de DVD.
Aan de kassa schiet het zoals gewoonlijk niet op. Heb ik tijd om ondertussen wat gegevens op de bon in te vullen. Mijn beurt. De dame ziet de DVD bon en daar doen ze hier niet aan mee. Zoals een goede vriendin het noemt; ik ben bluspoeder. Ik beheers me en vertel de kassadame dat ik de schoenen dan maar ergens anders ga halen. Ze kijkt wat op haar neus. Zij kan het niet helpen. Mag ik aankopers en/of promotieverantwoordelijken mobiliseren om met dit soort grapjes op te houden. Doe een actie en doe ze goed, of begin er niet aan. Zijn wij zo onnozele klanten dat we dit soort grapjes blijven pikken? Ik niet en daar ben ik heel blij mee.
De dame aan de kassa mag zich nog gelukkig prijzen. Toen de voedselwarenhuizen een paar jaar geleden beslisten om groener te worden dan de groenen en geen boodschappentassen meer wilden meegeven heeft die kassadame een volgestouwde winkelkar terug naar de rekken kunnen brengen.
Het verkeer zit mee deze morgen. Tien minuten over vijf kilometer, parkeren inbegrepen. Acht uur drie, ik toon mijn inkombadge aan de drie maanden jonge prikklok. Door een hersenkronkel van de Baas zet die klok me voor vandaag onmiddellijk vijf minuten in het rood. De Baas vindt dat we in onze eigen tijd koffie moeten halen en deze ook in onze eigen tijd terug moeten uitplassen. Dus werken we allemaal, van de laagste tot de hoogste in rang per dag tien minuten gratis. Vijf s morgens en vijf s avonds.
De trap opklimmen naar de eerste verdieping. De lange gang naar links door. De facturatie is al aan de slag. Ik groet en ga mijn eigen bureau er recht tegenover binnen. Duw op de aan knop van de computer. Terwijl die zijn procedure doorloopt doe ik mijn jas uit. Ik haal de dossiers die ik gisteren netjes heb opgeborgen uit de kast. Bovenop ligt het lijstje met dingen die ik vandaag zeker niet mag vergeten. De computer wil mijn paswoord. Je zou denken dat hij het na drie jaar wel kent.
Terwijl hij nakijkt of de quiz vandaag juist werd beantwoord ga ik koffie halen. Extra zwart, zonder suiker. Terwijl de machine de laatste druppeltjes water in mijn tas lekt, controleer ik de verjaardagskalender die er naast hangt. Geen koeken vandaag. Daar is mijn jeans vast blij mee.
Terug aan mijn bureau open ik de e-mail. Van mezelf, de Baas Europa en de manager voor België. Het valt mee. Tweehonderd mails verdeeld over drie brievenbussen. Zou er ergens een kabouter verstopt zitten die op een verzend knop duwt als ik s avonds weg ga ?
Eerst die van mezelf. Ondertussen is het ruim negen uur geworden en de Baas loopt zijn net ontsloten kantoor binnen. Ja ja, alles gaat s avonds op slot. Veiligheid en discretie voor alles.
Ik groet hem en ren naar de keuken, met melk, zonder suiker. Zie dat hij het in zijn hoofd haalt om zijn vijf minuten koffietijd er ook bij mij af te halen.
Ik plof op mijn stoel en werk snel door. Er zijn namelijk zekerheden in het leven. Vanavond is mijn lijstje met prioriteiten voor morgen langer geworden. Werk ik terug twee keer vijf minuten gratis. Hij heeft nog niet door dat ik dank zij zijn prikklok nog nooit zo veel overuren kon recupereren.
Als hij het systeem wil wijzigen ben ik als zijn rechterhand de eerste die het weet.
Ik woon hier nu zes maanden, of zijn het er zeven? Er hangt geen kalender dus ik kan het niet controleren. Ik zag dames binnenkomen met steeds minder kleren aan, de rokjes steeds korter, de boveninkijk werd dan weer groter, zeker als ze gingen bukken om me beter te bekijken. Nu dragen ze terug botten.
Ik verbleef een paar weken in een vierkante glazen bak en kon een blik werpen op de nabije omgeving. Overdag was het erg leuk, er passeerden mensen die me aanstaarden en het kleine witte briefje naast me verbaasd bekeken. s Avonds was het saai. De straat liep leeg en het was erg donker. Ik kan hier niet alleen naar buiten, er zijn twee uitgangen, bewaakt door struise kale mannen in pak.
De dames die hier met elkaar staan praten van tien tot zes hebben allemaal dezelfde kleren aan en een zijden sjaaltje. Op zondag komen ze helemaal niet.
Ze vertellen elkaar dat ze zelf een oogje op me hebben. Ze hopen dat ik onder hun kerstboom terecht kom. Als verjaardagscadeau willen ze me ook wel. Naar wat ik hoorde zijn er ook mannen die me een hebbeding vinden.
Hier wandelen Chinese, Japanse en andere kleurige dames over het dikke tapijt. Nu komt een blanke dame binnen, die heeft vorige week naar het witte kaartje gekeken, daar ben ik zeker van. Gelukkig ben ik deze morgen afgestoft en opgeblonken. Een dame met sjaaltje rent op haar af, als ik het goed begreep haar enthousiasme het met commissie te maken.
Ze lopen samen naar mijn kleine zusje. De sjaaltjesdame vertelt dat ik veel meer plaats heb voor maar honderd euro meer. Ze komen naar mij. Ik laat ze in mijn binnenste kijken. Er is plaats voorzien voor een pennetje en haar mobiele telefoon. Ze aait me. Ze ruikt aan me. Hoe grappig. Met haar kan ik vast meer van de wereld zien. Ze mag ook trots op me zijn. Mijn naam is Brilliant. Net als het schitterende steentje ben ik een statussymbool. Ik ben Belgisch en van het allerfijnste leder. Ik heb familie wonen bij koninginnen en prinsessen. In 2009 kreeg onze familie een tentoonstelling in het Antwerpse Modemuseum.
Ik krijg een witte zak over me heen en bergen zijdepapier. Dan verhuis ik in een bruine doos die nog een grote bruine strik krijgt. Ik hoor het piepje van haar betaalkaart. Anders kunnen we niet voorbij de kale struise mannen.
Door een spleetje in de kartonnen doos kan ik door het oogje in mijn letter D op de deur zien waar ik zo lang bleef.
Ze vindt zichzelf geweldig. Aan soldes heeft ze zich de laatste vijf jaar niet laten vangen. Eind augustus, begin september is er traditioneel een prospectietocht door de populairste Antwerpse winkelstraten om na te gaan welke kledingstukken van vorig jaar nog kunnen en welke hopeloos uit zijn.
Vrijdag. Dit jaar heeft ze een echt doel. Ze stapt op tram vijftien, zes haltes. Ze wil laarzen, zo van die lekker lange, minimum tot onder de knie, er boven mag ook. Vorig jaar is ze met de haar typische stijl van het is mooi en ik wil het van een kale reis thuisgekomen. Met haar dikke kuiten kon ze zelfs niet in botten die ze lelijk vond. Hoe val je af aan je kuiten?
Mentaal voorbereid op een kale reis trekt ze naar de favoriete winkeltjes waar ze, ongelooflijk maar waar, een paar ziet die best in haar plan passen. Ze lijken ook breed genoeg.
De winkeldame die haar kritisch bekijkt met de oude solden of nieuwe collectieblik komt afgesloft. Ze vraagt of ze de zwarte laarzen uit de etalage mag passen. De winkeldame veert op. Ze zitten alsof ze op maat werden gemaakt. Zou het ook thuis nog zo voelen? Ze houdt wel van wat risico. Leuke botten en passen. Ze neemt de bruine ook mee.
Terwijl ze met onder elke arm een giga doos, sjakoos rond de nek de winkelstraat afdrentelt richting tram om thuis te komen wordt ze door de bliksem getroffen. Wat een prachtige rode laarzen staan in de etalage naar haar te lonken. Ze kan niet eens aan haar credit card met die enorme dozen. Toch gaat ze van dichtbij kijken. Mmmm. Ze vindt dat ze flink moet zijn en de bottekes maar moet laten staan. Ze heeft net twee paar gekocht. Dat kan ze thuis nog wel uitgelegd krijgen.
Ze is flink en neemt het trammetje dat gelukkig voor haar deur stopt. Ze doet een paar nieuwe laarzen aan. Het is buiten bijna dertig graden, dus blijft ze er mee binnen. Ze zitten echt lekker.
Dinsdag. De excursie gaat verder. Bij nieuwe botten horen lange broeken, en volgens de boekskes kan je deze winter niet buitenkomen zonder tijgerbloesje. De botten staan er nog. Ze heeft er thuis over verteld. Haar beste vriendin belde nog. Die kocht rode botten en een rode jas. Maar zij blijft flink.
Dinsdag zes weken later. Bij de Bank Card Company zit een mapje met kortingbonnen. Tien procent. Argument van volgend jaar volledig out vervalt. Vandaag hebben de rode botten gewonnen.
De wekker krijgt een dreun, net of het zijn schuld is dat ze vandaag zo vroeg op moet. De kreet retteketet uit bed weerklinkt, en ze vraagt zich af hoe heeft ze het ooit in haar hoofd gehaald iets te beginnen met een Nederlander.
De heenreis werd minutieus getimed. Van voor de deur tot aan het station achttien minuten, tenzij de tram zou uitvallen, dan vertrok de trein met 2 mensen minder naar Parijs.
Ze kleedt zich met zorg, uiteindelijk is Parijs de stad met bloedmooie vrouwen, prachtige winkels met veel te kleine jurkjes. Ze is zo verwaand te denken dat ze bij een vijfde bezoek aan Parijs niet meer in de toeristenval trapt om uren aan de Eiffeltoren aan te schuiven of een andere plek die ze volgens de reisgids gezien moet hebben.
Oh wat mist ze haar tweede kop koffie terwijl ze met handbagage voor twee nachtjes de reis aanvangt. Mmm op de trein kan ze vast een lekkere espresso krijgen. Die komt gelukkig netjes op tijd. Met de genummerde plaatsjes geen geduw en getrek, eens je het systeem snapt is het best te doen.
Ze installeert zich aan het venster waar ze een nestje probeert te bouwen van de jassen. Ze heeft gelukkig een begeleider die zo charmant is om de bagage netjes in het rekje boven te leggen. Zoals wel meer als ze het graag wil lukt het niet om nog even weg te doezelen. Rond haar zitten bijna uitsluitend mannen in pak te doen alsof ze druk bezig zijn met hun elektronisch speelgoed. Ze stelt met enig genoegen vast dat zij zo op het eerste zicht de enige madam is die mee mag met mijnheer en dat hij er in zijn Boss pak best mag zijn.
Hij weet dat ze verliefd is op Frankrijk, het zuiden nog meer dan het drukke centrum, maar ze is dol op shoppen, en hij is zo wijs haar dat verzetje op tijd en stond te gunnen. Net zoals hij stiekem wat extra plaats in zijn valies voorziet om de meest recente schatten veilig thuis te krijgen. Niet dat hij nog niet probeerde haar te bekeren; reisjes naar chique Duitse kuuroorden, exotische bestemmingen, prachtige wandelingen door bos en aan zee. Nee, om een onverklaarbare reden hokt ze liever in te dure microscopisch kleine hokjes in Franse hotelletjes.
Ze zit te dromen en hij weet dat ze de meest efficiënte winkelroute aan het uitstippelen is met strategische koffie stops. Hij heeft geluk. Ze kan nergens echt goed de weg vinden, dus ze blijft min of meer op bekende routes.
De trein komt mooi op tijd aan in gare du Nord, ze kunnen samen nog een koffie halen voor hij naar zijn bijeenkomst gaat. Hij legt uit dat ze voorbij het Louvre de brug over moet en dan rechtdoor richting Odéon, dat moet ze zelfs in haar tempo in tien minuten redden. Ze hebben vorig jaar in een schitterend en betaalbaar hotelletje geslapen, en dit jaar terug geboekt. Rond vier uur zal hij klaar zijn en bellen om de rest van de dag samen door te brengen.
Ze heeft tijd, gelukkig, en neemt zich voor onderweg naar het hotel vast te uit te kijken naar een paar leuke eettentjes. Vorige keer hadden ze chique getafeld in restaurant la Méditerranée met zijn blauwe zonnetentjes, maar een echte Parijse bistro heeft minstens even veel charme. En daar wou ze hem nu vanavond mee verrassen. Dus ze probeert goed op te letten en te registreren waar ze boten met zeevruchten aanbieden, in verschillende maten en samenstellingen. Waar hebben ze het beste menu aan een redelijke prijs. En ze stapt en stapt, het weer is lekker, droog, niet te warm.
Ze kijkt op de klok. Ze loopt een uur. Hij had toch gezegd tien minuten. Tja met al die eetstalletjes. Ze moet vast in de buurt zijn en ze haalt, trots op zichzelf dat ze er aan gedacht heeft, het stadsplan van Parijs uit de Belgische handtas. Waar hebben ze in godsnaam hun straatnaambordjes verstopt. Ze is vlak in de buurt, tien stappen terug, links de straat in en ze moet op place de l Odéon lopen. Dat valt mee. Op het einde van de straat geen Odéon, maar een straat met leuke winkeltjes, dat is nog beter. Wat een mooie bloemenstal, en daarnaast alleen maar winkeltjes met leuke kledij en spulletjes om hun huis nog gezelliger te maken. Daar gaat ze nu niet mee sjouwen. Ze brengt hem wel mee, en ze kijkt terug op de kaart. Einde van de straat naar rechts. Bizar, wat een grote boulevard. Dat klopt niet, dat weet ze nog wel. Ze beslist om toch nog even door te lopen ze kan vast een zijstraatje in.
Plots staat ze voor café des Deux Magots. Daar hebben ze vorig jaar koffie gedronken. Ze herinnert zich dat Picasso, Hemingway en Sartre er ook wel kwamen. Er rond liggen de meest exclusieve haute couture winkels. Ze weet nu in ieder geval zeker dat ze knal de verkeerde kant oploopt met zere voeten en honger. Het terras van Magot zit vol. Het lijkt haar zielig om daar alleen te moeten zitten. Maar ze weet het nu honderd procent zeker. Ze moet in ieder geval een stuk teruglopen. Ze heeft gelukkig een feilloos geheugen voor drank- en eetgelegenheden. Voor klasse winkels werkt het nog beter. Stiekem zoekt ze een lege taxi. Dat staat in Parijs ongeveer gelijk aan winnen met Lotto. Dus ze loopt en vraagt de weg. Volgens de lieve dame van een interieurwinkel kan het niet missen en is het om het hoekje.
Dat valt mee, na een half uur en nog eens vragen ziet ze de kroeg waar ze vorig jaar op het terras een ontbijtje hebben genomen. Eureka. Ze laat zich bij de dichtst bij zijnde Italiaan op een stoel vallen en bestelt een pasta met een karafje wijn, die heeft ze verdiend. Originele keuze in de Lichtstad. Het smaakt. Dan wandelt ze de laatste honderd meter naar de Jardin de lOdéon waar het ondertussen zo laat is geworden dat ze kan inchecken. Na met de lift op de tweede verdieping eerst de verkeerde richting te hebben genomen arriveert ze in kamer twaalf. De schoenen vliegen in een hoek, de voeten krijgen een fris bad. Het is drie uur geworden. Over een uur belt hij al. Ze valt in slaap. Vijf over vier schrikt ze wakker. Nog geen gemiste oproepen. Ze stuurt hem een tekstberichtje. Ben in het hotel met het kamernummer. Minder dan tien minuten later is hij er al, verbaasd dat er nog geen shopping bag te zien is in het hokje.
Ze vertelt hem dat ze al flink op verkenning is geweest en leuke eettentjes heeft gevonden, maar vreest dat ze ze niet meer kan terugvinden. Hij wil de stad in en zij weet zeker, als ze nog eens naar Parijs komt is het met GPS en sloefkes.