Ik woon hier nu zes maanden, of zijn het er zeven? Er hangt geen kalender dus ik kan het niet controleren. Ik zag dames binnenkomen met steeds minder kleren aan, de rokjes steeds korter, de boveninkijk werd dan weer groter, zeker als ze gingen bukken om me beter te bekijken. Nu dragen ze terug botten.
Ik verbleef een paar weken in een vierkante glazen bak en kon een blik werpen op de nabije omgeving. Overdag was het erg leuk, er passeerden mensen die me aanstaarden en het kleine witte briefje naast me verbaasd bekeken. s Avonds was het saai. De straat liep leeg en het was erg donker. Ik kan hier niet alleen naar buiten, er zijn twee uitgangen, bewaakt door struise kale mannen in pak.
De dames die hier met elkaar staan praten van tien tot zes hebben allemaal dezelfde kleren aan en een zijden sjaaltje. Op zondag komen ze helemaal niet.
Ze vertellen elkaar dat ze zelf een oogje op me hebben. Ze hopen dat ik onder hun kerstboom terecht kom. Als verjaardagscadeau willen ze me ook wel. Naar wat ik hoorde zijn er ook mannen die me een hebbeding vinden.
Hier wandelen Chinese, Japanse en andere kleurige dames over het dikke tapijt. Nu komt een blanke dame binnen, die heeft vorige week naar het witte kaartje gekeken, daar ben ik zeker van. Gelukkig ben ik deze morgen afgestoft en opgeblonken. Een dame met sjaaltje rent op haar af, als ik het goed begreep haar enthousiasme het met commissie te maken.
Ze lopen samen naar mijn kleine zusje. De sjaaltjesdame vertelt dat ik veel meer plaats heb voor maar honderd euro meer. Ze komen naar mij. Ik laat ze in mijn binnenste kijken. Er is plaats voorzien voor een pennetje en haar mobiele telefoon. Ze aait me. Ze ruikt aan me. Hoe grappig. Met haar kan ik vast meer van de wereld zien. Ze mag ook trots op me zijn. Mijn naam is Brilliant. Net als het schitterende steentje ben ik een statussymbool. Ik ben Belgisch en van het allerfijnste leder. Ik heb familie wonen bij koninginnen en prinsessen. In 2009 kreeg onze familie een tentoonstelling in het Antwerpse Modemuseum.
Ik krijg een witte zak over me heen en bergen zijdepapier. Dan verhuis ik in een bruine doos die nog een grote bruine strik krijgt. Ik hoor het piepje van haar betaalkaart. Anders kunnen we niet voorbij de kale struise mannen.
Door een spleetje in de kartonnen doos kan ik door het oogje in mijn letter D op de deur zien waar ik zo lang bleef.
23-01-2012, 00:00 geschreven door hartogssofie
|