Het wedervaren van een fietsende pelgrim. Trainingen, voorbereidingen, planningen, tegenslagen, testen enz...om in Santiago de Compostela te geraken...
22-11-2010
Trainingszone
Je hebt vijf trainingszones :
Zone 1. Zeer rustig, je kan praten, je hartslag stijgt ligtjes, meer gebeurd er niet. Zone 2. Rustig, je kan nog steeds praten, de intensiteit neemt iets meer toe, vergelijkbaar met dagelijks werkritme. Zone 3. Harde training, hartslag neemt nog meer toe, de ademhaling eveneens, transpiratie komt op gang. Zone 4. Zeer harde training, het hartritme neemt nog meer toe, ademhaling schakelt een versnelling hoger, maar kan eigenlijk niet goed meer volgen, zuurstof tekort ligt er aan te komen. Zone 5. Uitzonderlijk harde training, het lichaam draait over zijn toeren, vergelijkbaar met een sprint. Deze toestand, kan echt niet lang aangehouden worden.
Er is nog iets te verduidelijken, namelijk de eigen VO²Max, om je eigen overslagpols te kennen, daar is een formule voor : 220 minus de leeftijd, in mijn geval = 220 - 53 = 167, maar in vele gevallen, kan dat - 10 tot + 10 slagen per minuut verschillen. Dus 157 sl/min of het kan ook zijn dat de overslagpols op 177 sl/min. ligt
Om het echt juist te weten is een sporttest op de sportafdeling van een universiteit aangewezen. Door melkzuurtegraad te meten, kan er precies vastgesteld worden, op welk tijdstip je in verzuring gaat. Het is namelijk de kunst, zonder veel te overbelasten, tegen de overslagpols te trainen, zo worden de grenzen verlegd.
Volgende is voor mezelf (53 jaar) van toepassing :
Zone 1. Recuperatie, 50 tot 65% hartritme (HR) = 83 tot 108 sl/min. Zone 2. Basis-trainingszone, 60 tot 70% HR = 108 tot 117 sl/min. Zone 3. Aërobe zone, 70 tot 80% HR = 117 tot 133 sl/min. Zone 4. Anaërobe zone, 80 tot 90% HR = 133 tot 150 sl/min. Zone 5. Uitputtingszone, 90 tot 100% HR = 150 tot 167 sl/min. Het kan dus in mijn geval, goed zijn dat mijn overslagpols op 157 of op 177 sl/min, ligt. Alles hangt af van je eigen conditionele toestand, gewicht, cardiovasculaire toestand, enz...
Op het internet kan je makkelijk, trainingsprogramma's vinden. Uit ervaring weet ik,dat je niet te snel resultaat mag willen, niet te overmoedig zijn en vooral, luisteren naar je eigen lichaam. Als het moe is, geef het dan rust!
Heb je op een dag geen zin, wel train dan niet, haal géén gemiste trainingsdag in, door extra te trainen, dat werkt op de lange duur tegen de prestaties.
Een goede link is die van Kom Op Tegen Kanker : http://www.1000km.be/trainen Daar vind je een trainingsschema van 10 weken, het resultaat is dat je, na die 10 weken, 75 tot 100 km. kunt fietsen.
Al wat ik vond, leek op mijn vroegere looptrainingen en belastingen, intensiteit en recuperatie's. Ik begon zéér langzaam, maar dat nam ik me voor, elke dag te fietsen, om zadelpijn te vermijden, het zitvlak het langdurig op het zadel zitten, aan te leren!!
Op 20 oktober 2009, begon ik effectief te trainen, lage rustige inspanningen. Stilaan opbouwend, naar een hoger niveau, maar langzaam aan, stapje per stapje werd de grens verlegd. Ergens aan het eind van de maand november 2009, nam ik contact met, mijn latere fietsvriend Johnny.
Johnny, is een druk bezet man, maar steevast rijdt hij zondag een tochtje van 60 km's. Rustige cadans, laat ons zeggen, niet buiten de aërobe zone. Op een mooie zondagmorgen, waren we met ons tweeën op pad, ik kon mee, met Johnny, dat was een grote geruststelling. Maar ik moet van verder komen, ik deed geen 60 km, maar 88 km.
Mijn testrit was een onverhoopte opsteker en bevestigde mijn opgesteld traingsprogramma! Het werd tijd om het trainingsprogramma ernstig en gecontroleerd aan te pakken. Ik had al een Polar hartslagmeter, maar na controle, bleek die père total.
Dan maar een nieuwe gekocht, mijn leuze is : meten is weten. Ook een van mijn leuze's : als je 't niet kan zien, maak dat je het kan zien.
Mijn kostenplaatje begon op te lopen, tacx, hartslagmeter, kledij, reserveonderdelen,.... dat is nu iets wat ik niet bij hou, kopen, betalen en gedaan. Uiteindelijk schafte ik mij de drie boekjes, St.Jacobs fietsroute van Clemens Sweerman aan. Tevens kocht ik een fiets-gps van Garmin.
De meeste van mijn trainingen, in de winter althans, deed ik op de rollen, maar als het weer het toeliet reed ik ook wel op de weg. Bij een andere testrit, naar Aartselaar, sneuvelde mijn voorband, het was ellendig nat en koud weer. Er reed een mountain-biker, ingeduffeld als een poolreiziger, voorbij en riep, "zotten zijn we, dat in zo'n hondeweer te doen hé!!!!" Ik had wel materiaal mee om de binnenband te herstellen. Maar mijn handen waren verkleumd, zodat het onmogelijk werd om de herstelling uit te voeren. We hadden al langer plannen om op familiebezoek te gaan. Mijn bedgenootje was wat later vertrokken met de wagen. Dus kon ik de volgwagen oproepen, de fiets in de koffer en hopla naar het geplande familiebezoek.
Wat ik ook vaststelde, na die lekke band, je rijdt sneller lek met een te slappe band, vanaf ik er méér dan 10 kg druk instak, heb ik geen lekke band meer gehad, of toch niet zo frequent meer.
Ik reed tochtjes, in het meetjesland, langs de schelde tot aan de sluis van Bossuyt, naar Breskens, naar Oedelem, Zwalm-streek, Oudenaarde, den Edelare, steeds langzaam de grens verleggende, bouwde ik aan mijn fiets-pistons. Maar het rustigste en veiligste fietsen, is langs de Schelde. Het traject, naar de brug van Eine, deed ik ontelbare malen, steeds mijn 88 km. In het verloop van een week, durfde ik gaan tot 6 maal trainen, telkens de inspanning varieërend, van lange duurtraining, naar een kortere intensievere training, gevolgd door een recuperatie-training.
Tijdens een rit met Johnny, langs de Schelde tot aan de brug van Eine, reden we beiden lek. Elk een duimspijker in de achterband. Ik vroeg me af, wie zich daar mee bezig houdt. Of zou het toeval zijn? In het begin was Johnny mij te snel af, bij een sprintje of een klimmetje, langzaam aan, begon ik het doseren aan te leren, om dan mijn reserves te kunnen aanspreken, bij een sprint of een klim...
Op een zekere zondag, we waren samen nog maar net vertrokken, vanaf de brug van Zwijnaarde, hadt Johnny een klapband achteraan, hij ontplofte als het ware. De les die ik eruit trok : regelmatig de banden controleren op sleet en op druk.
Ik hoop op dit blog mijn ervaringen, van voorbereidingen, trainingen, planningen, afspraken enz...kwijt te kunnen, om tenslotte mijn uiteindelijk doel te bereiken...
Van mezelf mag ik wel voorzichtig beweren, dat ik aan sport heb gedaan. Lopen was destijds een passie alsook judo, beiden deed ik in de loop van tweeëntwintig jaar, daarvoor was ik een jonge vader met een job en een gezin, vrouw en dan nog twee zonen en was het werken, eten, slapen...
Uiteindelijk, in november 1985, schreef ik me, onder impuls van mijn schoonbroer Johan, in in een judoclub. Het was nodig, de kilootjes waren er op een recordtempo aangevlogen, ik bespaar de lezer mijn maten, twintig kilo's mochten er zeker af, dat was een feit.
1987 kregen we er nog een zoontje bij, de jongen heeft zijn jonge leven, in een kinderwagen naast de tatami doorgemaakt. Terwijl ik les gaf aan de jeugd van de judoclub. De jongste , vond het leuk om, de judokaatjes te horen afslaan, ook de vele bewegingen op de tatami, zorgden voor de nodige afwisseling en hilariteit bij onze jongste spruit. Hij zat dikwijls te schaterlachen.
Het duurde niet lang of ik had de oranje gordel. Een neef van mij, deed ook judo maar in een andere club. Hij lachte me uit met mijn "dik" lijf. Hij was vele jaren jonger dan ik, maar was wel al groene gordel. Een weddenschap kwam er aan te pas. Als een "helderziende" voorspelde ik, "nog voor jij de blauwe gordel hebt, ben ik zwarte gordel !!
Vanaf dat moment, begon ik gedreven te trainen, soms overdreven, ik behaalde in juni 1990, in minder dan vijf jaar, de fel beheerde zwarte gordel. En,...mijn voorspelling was bovendien uitgekomen. Mijn neef heeft nooit de blauwe gordel bereikt. Op dat moment woog ik 69 kg. Er waren 25 kg. verdwenen. Tussentijds ging ik nog lopen, powertraining, zwemmen, wandelen soms ook nog fietsen.
Zoals voorheen al vermeld, na 22 jaar judoën, lopen, enz... had ik er plots genoeg van. De reden, was mij op dat moment, onbekend. Een burn-out zou het kunnen zijn of mijn leeftijd of het niet meer kunnen bewijzen?
Uiteindelijk, na een tijd, realiseerde ik me dat, het steeds tussen muren trainen, het steeds weer, met nieuwe judokaatjes, weer opnieuw van nul te moeten starten, die na enige tijd weer vertrekken of naar een hogere groep gaan trainen er geen baten-plaatje, maar meer een kosten-plaatje begon aan vast te zitten.
Ik wou gewoon iets anders doen, onlangs vernam ik, van een mede-trainer, die bijlange niet aan de staat van dienst kwam als ik, dat hij het judo had verlaten en was gaan zeilen. Volgde een zeilcursus en zit nu op het water en ook in de natuur.
Je zou denken, het is makkelijk, ik open Google Earth, trek een lijn en daar in de direkte nabijheid van de getrokken lijn, ligt de weg naar....
Niets is minder waar, want er zijn banen waar fietsers geweerd worden, of wegen waar het echt gevaarlijk is. Of je moet omrijden om een brug te vinden, onderdoor een spoorweg te kunnen,...enz...
Niets is zo prettig, je eigen weg te zoeken, maar als je keer op keer, verkeerd rijdt of omwegen moet maken, kan de moed snel in je schoenen zinken, zeker als je juist op dat moment een slaapplaats zoekt.
Als er dan ook nog een onverwachte helling opduikt, want dat kan je op een gewone landkaart niet zien, wel op een topografische kaart, maar die zijn zo gedetailleerd, dat je er véél van moet, om een traject van 1000 km. op kaart te hebben.
Via het Genoodschap, ontdekte ik de boekjes en kaarten van Clemens Sweerman, St-Jacobs fietsroute. Op de PC trachtte ik een geschikte route te vinden, gecombineerd met de kaarten van C.S. Meermaals, verdween het concept in de cyber-prullenmand. Mijn vrouwtje, ergerde zich soms, steevast peilde ze dan, weeral bezig aan de weg te timmeren? Ik sta niet graag voor verrassingen, zeker niet als het ten koste gaat van de eigen energie!!
Ondertussen heb ik een traject-planning klaar, op één A4-formaat. Het volledige traject, plaatsnamen, kilometers, mogelijkheden tot camperen of overnachten, een planning voor 110 km/dag, 120 k/dag, 130 km/dag en 150 km/dag.
Het was in september 2009, we waren, mijn vrouw en ik, met verlof in Frankrijk, in de streek van de Verdon, op camping International, die ik trouwens voor 50-plussers warm aanbeveel, (vaste telefoonlijn zonder kosten, je kan er naar huis telefoneren, zonder hoeven te betalen). Op een morgen, ik had mijn fiets achterop de caravan op de fietsdrager, vertrok ik voor een ritje, heuveltje op, heuveltje af, langs de oevers van het meer van Chaudanne in het warme zonnige weer, het was prachtig en leuk.
Vanuit Castellane, enkele dagen later fietste ik, puffend naar Point Sublime, buiten alle verwachting stond ik plots op de top, zonder maar eenmaal af te stappen, zoals ze bij ons hier zeggen "blijven terten" (blijven trappen). Ik had zowaar, een toch steile klim, die 19 km lang is opgereden. Je gaat ervan 150 m boven de zeespiegel, naar 765 m. Dat is 615 m. verschil, er zitten enkele veneinige klimmetjes tussen en...het blijft zo goed als altijd bergop fietsen.
Daarna fietste ik nog via Pont Soleil, naar de andere oever van de Verdon, waar het ook steeds klimmen is, stilaan begon ik weer zin te krijgen, om een uitdaging aan te gaan... Na een week vertrokken we met hebben en houden naar Spanje Peniscola. Daar was het nog een ietsje warmer, cycle-time. Vanaf dan fietste ik elke dag, we zijn er nog een 10-tal dagen gebleven. Om het nadeel van het "weg" zijn te beperken, mijn vrouwtje eenzaam achterlatend, fietste ik zo vroeg mogelijk. Dat was eveneens een voordeel, om niet in de hitte te hoeven fietsen.
Op 19 september zijn we er zeer vlug vertrokken, richting noorden, naar huis. Onze tweede kleindochter was geboren, thuis gekomen ben ik nog enkele malen gaan fietsen. In onze kontrijen wordt het einde oktober vroeg donker... Het fietsen kon soms moeilijk, het werk kwam er soms lelijk tussen...Maar, ik had nog een home-trainer, die ik vroeger al eens afbeulde.
Dus begon ik op diene "domme fiets" (dat stelde onze oudste kleindochter vast, ze is 4 jaar, een fiets die niet vooruit gaat) te fietsen. Op een bepaalde dag, kwam er een van de zonen thuis, die had ondertussen gemerkt dat er iets aan het gebeuren was, vroeg wat ik aan het doen was. Trainen op de home-trainer tjien!!! Als je specifiek wilt trainen, zei hij, moet je dat op je fiets doen, waarmee je denkt te rijden (wist nog steeds niet van de gedachte). Koop je fiets-rollen en hij kwam met de naam "Tacx" aandraven... Wat doet een mens dan? Kijken op internet, om te merken, dat het geen groot rollentoestel van vroeger was, maar een compact toestel met mogelijkheid tot belasten van het achterwiel.
Na de aanschaf van de tacx en het steeds koudere wordende weer, kwam de tacx met fiets in de veranda te staan, het was dan 20 oktober 2009. Aanvang van mijn trainingen, km-teller ging op "nul".
Mijn eerste training, was er eentje om echt te beginnen, belasting 0, en 20 minuten rustige kadans en...zweten... Mijn gewicht was weer naar 94 kg. gekeerd. Ik nam me voor, om alles goed bij te houden en te plannen. Van dag tot dag, werkte ik mijn prestaties bij, op de laptop. Die gevens ben ik jammerlijk genoeg kwijt geraakt, later meer daarover. Gelukkig had ik mijn km-teller op de fiets nog en ook een kleine papieren backup van de stand van zaken. Het reconstrueren van mijn afgewerkt trainingsplan kon beginnen.
Wat vast staat op 20 oktober 2009, woog ik nog 94 kg. en had ik nul km's op de km-teller. Bij het teloor gaan van mijn trainingsgevens op datum van 10 september 2010, was de stand van zaken het volgende : afgelegde km's, op tacx en op de weg : 12.356 km. gewicht : 81 kg.
De gepresteerde uren heb ik niet meer kunnen terug vinden, maar dat zal ongeveer rond 480 uur draaien. Dat is rond een gemiddelde van 27 km/uur, in het begin lag de snelheid beduidend minder, natuurlijk.... Maar gestaag nam de basissnelheid toch toe, niet spectaculeir maar langzaam aan !! Mijn rustpols alsook mijn trainingshartslag of HF daalde, ik was blijkbaar goed bezig, langer fietsen op een lager HF dat moeten we hebben.
Woensdag 2 september 2010 waren we, mijn vrouw en ik, op camping Narbeitz in Saint.Jean-Pied-de-Port. Het stadje nodigt uit om er rustig in te kuieren, terrasjes, winkeltjes, ijsbar... Maar natuurlijk ook in de hoofdstraat, de altijd aanwezige St.Jacobs-schelp, en de refuges. De pelgrims, stromen er van alle windstreken toe, wandelaars, fietsers, ruiters.
Daar was ik niet voor gekomen, mij intresseerde enkel de col de Ibaneta. Kon ik die wel op, waren de versnellingen er wel goed voor gekozen. Was ikzelf in conditie en was de fiets algemeen ok? Ik zou het snel ervaren.
s'Morgen, na het ontbijt vertrok ik op mijn eentje. Mijn benen voelden goed aan en ik had een fris gevoel. Om uit St.Jean te komen, moet je al een pittig klimmetje doen. Daarna is het wat op en neer, richting Valcarlos of Karelsdal, op 15 augustus778, ruste Karel de Grote en zijn leger er uit. Vanuit Valcarlos hoorde hij het hoorngeschal van zijn ridder Roeland. Ridder Roeland zou gesneuveld zijn op de Col de Ibaneta, er staat trouwens een gedenksteen, nabij de kapel.
Nadat je de rivier Nive overfietst, begint het serieuze werk, een klim van zeker 16 km en met een stijgingspercentage van 7 tot 9%. Het is zwoegen en trappen, ik zag er veel te voet naast de fiets lopen, maar wel zwaar bepakt.
Nochtans een gezegde uit het boekje van Clemens Sweerman, al wat je thuis laat is meegenomen, zou menig pelgrim er toe moeten aanzetten, minder mee te nemen. Eens Valcarlos voorbij, is er niet veel bebouwing meer en is het rustig in de natuur fietsen. Na 1u50 klimmen en zwoegen, stond ik naast het Roeland-monument, de kapel en de kruisjesheuvel, op een hoogte van 1057 meter.
Na enige minuten vang ik de terugweg aan, als een snelheidsduivel bocht in bocht uit steeds oplettend dat ik niet op het linkse rijvak terecht kom, raas ik naar camping Narbeitz. Na 2u50' fietsen, kom ik terug aan bij de caravan. 54 km afgelegd.
Tevreden over de geleverde prestatie, ga ik douchen en neem een duik in het zwembad. En zijn we gaan wandelen in St-Jean-Pied-de-Port, een schitterend stadje. Terrasje gedaan, souveniertjes gekocht. Terug op de camping de bbq aan gestoken, rustig gegeten en nog wat gepraat met buurmannen, tv-eetje gekeken en gaan slapen.
Door het schitterende weer, heb ik de col driemaal kunnen opfietsen. Telkens met verschillende ervaringen. ...