erfgoedoppem
Inhoud blog
  • 403 Lettens
  • 907 Eigen archief
  • 906 Berla 143
  • 902 Parochiewezen van Brabant
  • 702 Acht kerktoren natuurwandeling
    Zoeken in blog

    16-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4 Hof te Steene

    Het Hof ten steene met donjon in de Oppemstraat zou de kern zijn van waaruit het gehucht Oppem is ontstaan.  Na verwoestingen van het einde van de XVI de eeuw werd het weer opgebouwd.  Nu is het een middelgrote, gesloten hoeve met geplaveide binnenplaats daterend uit de XVII – XVIIIde eeuw.
    De donjon, die ingestort is, dateert van de XII-XIIIde eeuw.  Een bouwkundige beschrijving met foto vinden we in “Bouwen door de eeuwen heen 2n”op pagina 90.
    José Anne de Molina behandelde de hoeve ook in “Les lignages de Bruxelles 81 – 82 op pag.152.  Hij vermeldt de eigenaars.  De vertaling verscheen in het tijdschrift Berla van de hand van Achiel Jacobs.

    Achiel Bettesone vond :
    1714 Het hof werd eigendom van de afstammelingen van Peter van der Schueren – Jacobs Laurentia.  Eerst kwam hun zoon Judocus van der Schueren, vervolgens kleinzoon Philippus (1714), en nog later achterkleinzoon Carolus (1748).  De zoon van Carolus, Philip was in 1778 nog erfgenaam (toegelaten tot het geslacht Serghuyghs – 1714).  Zijn erfgenamen verkochten het hof aan mevrouw Augustin Succa, geboren Marie Madeleine Pospelaire (1765 – 1848)
    De huidige eigenaars hebben de donjon in erfpacht gegeven aan de gemeente en een restaureringsdossier zou opgestart zijn.

    De waarde leren kennen van dit gebouw als monument. Wat is een Donjon of woontoren? Haslinghuis – Janse schrijft hierover : “ Een Donjon is een woontoren oorspronkelijk meestal op een verhevenheid gelegen. Gaandeweg kwamen verdedigende buitenwerken als muren, poorten, waltorens. Dan werd de donjon als woonverblijf vervangen door een zaalgebouw. Het meest kenmerkende was het ontbreken van vensters en een ingang op de begane grond. In de tweede bouwlaag bevond zich een ruimte die men langs een ladder of laddertrap moest bereiken. Vaak was die ruimte overwelfd. Hogerop waren andere vertrekken en een laag dak.”


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    16-05-2013, 10:23 geschreven door Jef L. DC  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3 Hof te Oppem

    “’t Hof te Ophem achter de koor der kerk” werd zo genoemd aan het einde van de XVde eeuw.  Willem ’t Serclaes (zoon van Evrard) was de eigenaar in 1485.
    In de XVIIde eeuw behoorde de hoeve toe aan Henri van Ophem (+1627), daarna Gilles die in 1622 huwde met Jeanne Stuckens (van Haren) tot 1673.
    Hun dochter Anna van Ophem legeerde ze aan Gertrude Veldekens, echtgenote van Joos Van den Daele (° 1689).  De dochter van deze laatste,huwde met Philippe van Hamme, waardoor de hoeve in handen kwam van de familie Leemans en zo aan Sterckx.  Zo stierf in deze hoeve Barbe Leemans in 1850 (had 6 kinderen en), moeder van kardinaal Engelbert Sterckx.  Zij bezat er ongeveer 34 ha in 1835 en was de weduwe van Guillaume Sterckx (+1795), burgemeester van Ophem onder het Franse regime.  Hun zoon werd burgemeester van Brussegem-Ophem-Ossel tot ongeveer 1850.
    Leemans en Sterckx stamden af van Serghuys.
    De beschrijving van het hof in 1754 staat in het werk van Achiel Bettesone op pagina 73.  Hij vermeldt ook in 1742 dat het hof in handen was van ’t Sestich en dat het door huwelijk van Dorothea ’t Sestich met Guillaume François  Augustin Snoy (1700 -1773) daar terecht kwam.
    1755 De dochter van Willem Snoy en Dorothea ’t Sestich, Maria – Ferdinanda Snoy, huwde in 1755 met Lodewijk Franciscus Van der Gracht.  Zij waren de erfgenamen van ’t Hof te Ophem na 1773 toen het in het bezit was van jonker Philippe Snoy de Langenhaege.
    Nu behoort de hoeve toe aan de familie Vijverman – Van der Hasselt die er een Bed&Breakfast in uitbaten.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-05-2013, 10:22 geschreven door Jef L. DC  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2 Pastorij Oppem

    Over de oorsprong vonden wij  :
    1.Volgens conservator Johan Grootaers is ze gebouwd in de historische periode van de Brabantse gotiek anno 1450 – 1520
    2.De Norbertijnen zouden ze opgericht hebben in 1615 (1 jaar voor de kerk)
    3. Rond 1681 werd de pastorie opgericht door abt Bassery (A.Bettesone)
    Tijdens de 2de helft van de 17de eeuw werd de kleine barokke sacristie aangebouwd
    Rond 1700 werden de laatgotische vensters van het koor vervangen door segmentboogvensters met bakstenen bepleisterde platbandomlijsting.
    In de periode van de classicerende barok (zgn. laatbarok ca. 1700 -1730) werd dit laatmiddeleeuwse bedehuis aangepast aan de noden van de tijd  Nieuwe segmentvensters in de Westgevel en koor, een nieuwe bakstenen sacristie met zgn. tuitgevel ten Z.W., vermoedelijke en nieuwe dakstructuur en een fraaie zeldzaam bewaarde geprofileerde houten daklijst met wangen.  Ook het toegangsportaal in blauwe hardsteen met fraaie beschotdeur met geprofileerde makelaar stammen uit de volle 18de eeuw.  De makelaar is versierd met levendige bolvormige motieven (o.a. omgekeerde hartvorm).
    Tussen 1820 en 1825 waren er verbouwingen.
    1828 Door de godsdienstperikelen onder het Hollands bewind verborgen er zich 14 seminaristen
    Het interieur is zeer mooi versierd met schilderijen uit de 17de en 18de eeuw.
    In 2005 werd een erfgoeddag georganiseerd door de werkgroep.

    Dit is nog onvolledig!


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-05-2013, 10:22 geschreven door Jef L. DC  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13 Het land van Oppem

    Natuurreservaat Het Land van Oppem
    Op 20 november 2011 was het verzamelen geblazen voor de Natuurpunt-vrijwilligers, de buurtbewoners en een tiental mensen van buurthuis Opsakee. In dit natuurgebied 'Land van Oppem' werden 300 bomen geplant: eiken, essen, Gelderse roos, hondsroos, sleedoorn, meidoorn. Het terrein moet nog verder opgeruimd worden. De takken en stronken die bleven liggen na het kappen door de vorige eigenaar van het bos. Volgend jaar wordt er ook een nieuwe poel aangelegd. (info:
    http://www.natuurpunt-meise.be )
    Natuurpunt zocht een historische naam voor dit natuurreservaatje. De bijdragen (vooral 269) uit deze reeks kunnen hun wellicht inspireren.



    1719 In het kaartboek van het Geesthuis van St.-Goedele Brussel onder Wemmel met Wolvertem en Oppem, werd een kaart van landerijen gemaakt gelegen te
    - Alboom veldt
    - den oppersten Asselenbergh (Asselschen Bergh)
    - het Doorekens Veldt
    - het Opperste kerckhofveldt
    - het Overbosch Veldt




    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-05-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.101 Bijnamen

    Drie kerkdorpen zouden er geen hebben. De inwoners van  Oppem hebben dringend nood aan een bijnaam.  Wij zouden ze “de kloskes” (4) kunnen noemen, naar de recent verdwenen “stamenee” De Klos. 


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    16-05-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.901 E.S.B. over Oppem

    Eigen Schoon en de Brabander over Oppem

    1988/113 De oudste gekende molens in Brabant    
    1988/7-9/297 Barend van Orleyen de molen van Amelgem (1536)
    1988/7-9/297 Barend van Orleyen de molen van Amelgem (1536)
    1992/7-9/kaft : tekening pastorij en kerk Oppem
    2007/ 8-10/378 Amelgem


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-05-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 Donjon Oppem

    10 Donjon Oppem

    BOUWHISTORISCHE VERKENNING VAN DE DONJONRUINE HOF TER STEENE TE OPPEM
    Op het hoevecomplex Hof ter Steene te Oppem staat langs de weg naar Wolvertem een merkwaardige ruïne van een voormalige middeleeuwse donjon. Het is de witstenen onderbouw en kelderverdieping  van een oorspronkelijke woontoren toren. Een donjon is te omschrijven als een burchttoren die hoofdzakelijk als woning diende voor de plaatselijke machthebbers. De oudst bekende ridder van Oppem was een zekere Willem die overleed in de 2de helft van de 12de eeuw.Alhoewel de ridders van Oppem in de 14de eeuw regelmatig gesignaleerd werden in de omgeving van de hertog van Brabant, is er geen historisch argument om de bouw van de huidige donjon in die periode te staven. Anno 1535 werd Oppem verkocht aan meester Arnold van Bakeren, vermoedelijk kan de bouw van de toren tijdens zijn bewind toegeschreven worden. Een donjon was het belangrijkste gebouw op een leengoed en als dusdanig de materiele exponent bij uitstek van de feodaliteit. Soms vertoonde een donjon enige militaire eigenschappen, doch in andere gevallen was zijn rol louter symbolisch. De donjon is bovenal een woning van de plaatselijke edelman. Volgens F. Dopere onderscheidt men van onder naar boven een kelder, een ontvangstkamer-keuken, een residentieel niveau, een nachtelijk niveau en tenslotte een zolder of defensief platform. In vergelijking met traditionele woonhuizen geaat het hier om stevige constructies waarin de veiligheid als comfort ervaren wordt. De donjon van Oppem wordt door F. Dopere gesitueerd in het 2de kwart van de 16de eeuw. Een gepland bouwhistorisch onderzoek door Johan Grootaers zal deze aanname bevestigen of bijsturen, mede door dendrochronologisch of koolstof C-14 onderzoek van de gebruikte kalkmortels.

    Vandaag staan enkel de kelderverdieping  met segmentgewelf en het ingestorte ontvangstniveau nog overeind. Over het verdwenen residentieel niveau, het slaapniveau , de latrine en het defensief platform tasten we in het duister.De donjon is uitwendig  opgetrokken in een fijn bekapte lediaanse kalkzandsteen van Gobertange, een  streekeigen historisch bouwmateriaal in Brabant. Inwendig zijn de dikke muren in baksteen gemetseld (grote bakstenen form 25x12,5x4,5 cm in kruisverband).

    Het paanderbooggewelf van de kelder is in de N/W hoek ingestort. In diezelfde hoek is er een dichtgemetselde middeleeuwse 'val'. De val was de enige circulatie tussen het gelijkvloerse ontvangstniveau en  de kelder. In de Zuidwand van de kelder treft men originele wandnissen aan. In de Oostwand een dichtgemetselde lichtspleet. In de Westwand  een bouwhistorisch boeiende doorsteek met segmentgewelfje waarin gaaf bewaard gesmeed kelderrooster.

    De oorspronkelijke toegang tot de donjon bevindt zich in de Noordgevel : rechthoekige toegang met verstoorde dagkanten en originele ontlastingsboog. Volgens F. Dopere kunnen de 2 gleuven in de dagkanten gezien worden als een voormalig 'deurscherm'. 

    De Westelijke frontgevel van de donjon, deels ingestort, vertoont nog  authentieke vensters met segmentlatei en een kelderdoorbreking

    De Oostgevel zijde akker is geheel blind gebleven, behoudens een  stolpvormige doorbreking met baksteenvulling..

    De Zuidgevel aan de straatzijde eindigt in een puntgevel met luikdoorbreking , ontstaan in de 18de of 19de eeuw. Van het middeleeuwse 'pyramidedak' is er natuurlijk  geen spoor meer.

    Het gelijkvloers ontvangstniveau van de donjonruine is bouwhistorisch interessant : duidelijke bouwsporen en fragmenten zijn bewaard van een verdwenen ingestort kruisribgewelf  en ondermeer een beschadigd witstenen gewelfribconsooltje. In de oostwand van het gelijkvloers zijn duidelijke fragmenten bewaard van een gotische witstenen schouwmantel. Vermoedelijk dateert de bewaard gebleven haardbalk uit de 17de of 18de eeuw. De grootte van de originele haard is goed af te lezen. De huidige ingestorte eikenhouten balklaag is van recentere datum. 

    De familie De Velder ontfermt zich nu over het lot en de toekomst van deze merkwaardige donjonruine. In Brabant denken wij onwillekeurig an de gerestaureerde donjonruine van Meldert waar een nieuw stalen dak werd geplaatst en het project van de ingestorte Maagdentoren van Zichem waar hedendaags ontwerp en middeleeuwse architectuur hand in hand gaan. Andere historische donjonconstructies in Vlaamse Brabant dienen hier in herinnering gebracht te worden : de donjon van de het Hof ten Houte te Merchtem ,de donjon van het kasteel Boechout te Meise, de donjon 'Torenhof ' van Kobbegem, het Prinsenkasteel , de donjon van Poddegem te Grimbergen en de donjon van Groot Bijgaarden. Binnenkort starten dringende instandhoudingswerken en arch. Kathleen Verhasselt is belast met de opmaak van een ontwerp voor restauratie en herbestemming. Prangende vragen stellen zich in hoeverre iets mag gewijzigd of toegevoegd worden aan deze ruine, per slot van rekening is dit gebouw een zgn. ZEN monument (zonder economische waarde). De erfgoedcel Berla helpt dit project met frisse ideeën in de goede richting te sturen.

    F. Dopere  en W. Ulbregts, De Donjon in Vlaanderen, Architectuur en wooncultuur ( Acta Archaeologica Lovaniensia- Monographiae,30, Leuven , 1991.

    F. Dopere en K. Corens, Huizen in torens. De Zichemse Maagdentoren en andere donjons, Gent , 2002.

    De Donjon van de heren van Meldert (Monografieën Bouwkundig erfgoed), 10, Brussel 1986.

    Johan Grootaers

    Bouwhistoricus

     ; Gysseling 1983c,85)





    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-05-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 Kapel van Amelgem

    9 Kapel van Amelgem

    IXde eeuw te Amelgem had de abdij van Lobbes reeds eigendomsrechten
    1155 Bisschop Niklaas van Kamerijk bevestigde voor de derde maal “altare vidlicit de Wanblines (Wemmel), Berchem, Ramesdunc, Menza, Ophem, Rode, Strumbergern” als toegewezen aan de abdij van Grimbergen. 

    1246 De bezittingen van de abdij van Grimbergen werden bevestigd in een pauselijke bulle
    van 25 oktober door paus Innocentius III.  Hierin werden vermeld de kapellen van Amelgem en Hasselt die beiden aan de kerk van Meise toebehoorden, “capella villa de Amelrenghem”.  De Amelgemkapel werd hier zeer duidelijk als hofkapel vernoemd

    1247 Amelgem werd vermeld als zelfstandige parochie.
    einde XVIde eeuw J.F. Langerin Willem Blaen (1571-1638) gaf een kaart uit waarop de kapel van Hasselt werd aangeduid en de kerken van Meise en Oppem.  Van deze periode gingen er in de Geuzentijd veel archieven verloren.
    1607 De klok werd gegoten door Jan Van den Gheyn en draagt het wapenschild van prelaat Philippus van Raubergen, abt van Grimbergen van 1594 tot 1613.  Het voert : ‘ in gouden veld drie bomen op de heuvel van Sinopel.  Spreuk : Riga montes desuper’ (ook op een stuk geborduurd fluweel wordt dit wapen teruggevonden in de kapel van Amelgem door kapelaan Chasseur.)
    1613 Christoffel Outers (abt) herbouwde de kapel en schonk enkele prachtige schilderijen
    1637 Dit was het bouwjaar van de huidige onder abt Outers Christophe in barokstijl opgetrokken kapel van Amelgem.  Het klokje werd reeds in 1607 gegoten en was eigenlijk bestemd voor de vorige kapel die bouwvallig of vernield moet geweest zijn of niet meer beantwoordde aan de behoeften en daarvoor  moest worden afgebroken.  De bouwwerken werden reeds in 1636 aangevangen (zie tekening)
    1793 Simon Margé, provisor van de abdij van Grimbergen viel de zeer gelovige baron van der Linden – d’Hoogvorst aan die het gewaagd had zwart goed te kopen, ook het domein van Amelgem, vroeger eigendom van de abdij van Grimbergen. Daarvoor ontving pastoor Margé 100 kronen als zoengeld per jaar.  Dat geld verdween in de zwarte kas.
    1798 De kapel van Amelgem werd als zwart goed verkocht aan baron d’Hoogvorst.
    1806 tot dan was de parochie Oppem  met de kapel van Amelgem kerkelijk afhankelijk van de parochie Meise .  de priester - witheer die er voordien dienst deed werd beschouwd als onderpastoor van Meise.  Administratief werd Oppem en Amelgem bij Brussegem gevoegd in 1810, bij keizerlijk decreet.
    1818 Op 18 maart werd  Amelgem opnieuw eigendom van de abdij van Grimbergen.
    1830 Eerste restauratie door graaf A. de Beauffort
    1914 -18 de kapel ontaardde tot bergplaats en de klok werd angstvallig verstopt
    1922 Edwin Ganz schreef naar de minister om de kapel te klasseren als monument.  Hij liet weten dat het dak open lag en het glas uit de ramen was.
    1928 herstellingswerken op kosten van Boucqueau
    1935 In de winterperiode van 1934-35 werden de volwassen populieren rond de kapel van Amelgem geveld.
    1936 Voor het behoud van de kapel werd een comité opgericht : erevoorzitter baron de Viron van Oppem, voorzitter Raphaël Anne de Molina van Ossel en burgemeester De Keersmaecker van Brussegem, lid.
    1937 De kapel van Amelgem bestond 300 jaar.  Zij werd voor deze gelegenheid opnieuw ingericht als bedehuis.  De familie de Limburg – Stirum van Wemmel zorgde voor het altaar.  8 september was de luisterrijke   feestdag.  De preek werd gehouden door kannunik S.J.Ramaeckers, pastoor van Meise.
    1955 Bij K.B. van 19 april werd de kapel van Amelgem een beschermd monument samen met de mooie platanen errond (zie afbeelding)
    1960 tweede restauratie door schepen Leon Stallaert
    1985 herstelling van het kruis
    1987 feestelijke viering van het 350 jarig bestaan van de kapel en uitgave van 5 prentkaarten om de kosten te helpen dekken



    Uit “Meise” van Achiel Bettesone en  “De geschiedenis van de gemeente Brussegem”  Jan Willems
    Eigen Schoon en de Brabander 1961/8-10/378 Amelgem



    JUBILEUM 375 JAAR KAPEL VAN AMELGEM

    De Norbertijnorde van Grimbergen beschikte over de abdijhoeven van Amelgem
    en Oppem. In deze hoeven verbleven enige lekenbroeders onder het bestuur van
    een pater. Deze dienden te beschikken over een bidplaats. Door brieven is
    bewezen dat de Kapel reeds in de 12e eeuw vermeld staat. In die periode was
    Amelgem een zelfstandige parochie, later was de Kapel afhankelijk van Meise.
    Veel later vormden Amelgem en Oppem één parochie.
    In 1637 werd de Kapel door Abt Outers wederopgebouwd. Het jaartal staat
    vermeld op de gevel van de Kapel. Ten tijde van de Franse revolutie werden
    de godsdienstplechtigheden gestaakt en raakte het gebouw in verval.
    Door toedoen van Gravin de Beauffort–de Roose werd er een grondige
    restauratie uitgevoerd in 1830.
    Toen Oppem, dus ook Amelgem, onder de gemeente Brussegem ressorteerde, heeft
    de gemeente Brussegem een verfraaiing bekostigd. Een aantal weldoeners,
    voornamelijk de familie Anne de Molina uit Ossel heeft gewaden, een orgeltje
    enz… geschonken aan de Kapel.
    Deze Kapel is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw-Geboorte, die op 8 september
    herdacht wordt. Tot het einde van vorige eeuw ging rond die tijd een
    processie vanuit Oppem naar Amelgem. Nu nog is er jaarlijks de tweede zondag
    van september een Eucharistievering in de Kapel om 14.30 u. Het is dankzij
    Alex Robijn dat deze traditie decennia lang is blijven voortbestaan. Langs
    deze weg willen we Alex en ook de familie Emmerechts bedanken voor hun
    jarenlange toewijding voor de Kapel van Amelgem.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-05-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8 Duivelschuur Amelgem

    1652 Prelaat de Velasco bouwde beroemde Duivelschuur

    1835  De schuur wordt gebouwd door graaf de Beauffort, heer van Boechout.  De schuur die bestond aan de overkant van de weg verdween.  In de gevel van de nieuwe schuur werd een geschonden bas-reliëf ingebouwd,van de afgebroken bouwvallige schuur.  Een geknielde heer zit in gebed voor O.L.Vrouw.
    1845 Volgens A. Wauters werd de Duivelschuur afgebroken en nadien verbouwd.
    1923 De Duivelschuur werd heropgebouwd in een verkleinde versie

    Eigen Schoon en de Brabander 1961/8-10/378 Amelgem

    366 De legende van de Duivelschuur

    De boer van Amelgem had  een overvloedige oogst en geen voldoende ruimte om te bergen. Een deel van de oogst zou beschadigd worden en dit verlies maakte hem zeer bezorgd. 
    Terwijl de boer stond te dubben trad een keurig geklede man op hem toe en vroeg : “Waarom ziet U er zo bekommerd uit?”  De landsman verklaart zijn moeilijk geval.
    In de dialoog met de onbekende heeft de boer zijn ziel aan de duivel verkocht, op voorwaarde dat in de loop van de nacht een nieuwe schuur zou gebouwd worden en volledig afgewerkt voor het kraaien van de haan.
    Gekweld door gewetenswroeging vertelde hij aan zijn vrouw wat hem was overkomen.
    Zijn echtgenote zweeg als een graf, maar dacht na om uit de knel van de duivel te geraken.
    Ze ging ‘s morgens heel vroeg met de lantaarn in de hand naar het kippenhok… maakte lawaai en de haan begon te kraaien.  De schuur was niet voltooid … de duivels sloegen op de vlucht en de verkoop van de ziel was te niet.  Deze lepe boerin was de duivel te slim af.
    Met zulke boerin in het aards paradijs zou Satan het niet gehaald hebben… en alles zou beter verlopen zijn voor de nakomelingen.
     (Meise)Van den Eynde
    Toneel Lindemans en Jef Verbesselt
    Poppenspel Jef De Cuyper
    Ring – TV Jef De Cuyper


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-05-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7 Klein Hof Amelgem

    Klein hof van Amelgem
    1776 Dit jaartal werd gebeiteld in een natuursteen met het wapen van abt du Rondeau van Grimbergen en werd ingemetseld boven de schuurpoort van het klein hof van Amelgem
    1973 Op het Klein Hof van Amelgem worden opnames gemaakt voor de T.V.-productie “Een mens van goede wil” van Gerard Walschap.

    Eigen Schoon en de Brabander 1961/8-10/378 Amelgem


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-05-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6 Groot Hof Amelgem

    6 Groot hof Amelgem
    Uit de database "Meise"

    496 In Amelgem zou er slechts een kapel gestaan hebben in gevolge de stichting van het Groot Hof van Amelgem dat uitsluitend door kanunniken werd uitgebaat en waar een proost werd aan toegevoegd.
    12de eeuw Amelgem werd in de loop van de 12de en 13de eeuw belangrijk omdat het hof aldaar rechtstreeks werd uitgebaat door de lekebroeders van de abdij van Grimbergen onder leiding van een villicus waarvoor de kapel werd opgericht.
    1202 Mevrouw Adelicia, echtgenote van Geraard Berthout III en beschermvrouw van de abdij van Grimbergen schonk goederen te Amelgem waaronder twee kleine hoevetjes, gelegen rond het kerkhof aan de kapel, voor hun zielenrust.  Het gaat hier dus niet over de hofsteden Groot en Klein Amelgem.
    1245 Twee oorkonden tussen de abdij van Grimbergen en het Kapittel van de St.-Godele in Brussel vermelden Amelgem als zelfstandige parochie.  Daarin stond Godfried van Amelreghem vermeld als beheerder van de hoeve Groot Amelgem.
    1284 De hoeve werd vermeld in een acte van hertog Jan van Brabant
    1552De abdij van Grimbergen was verplicht haar uitgestrekt hof van Amelgem als onderpand te stellen.  Hiervoor had de Heilige Stoel op 18 april 1453 toelating gegeven.(verplichtingen ingevolge het Concilie van Trente)
    1554 Van dit jaar bestaat er een korte beschrijving over het landgoed i.v.m. de oorlogsbelastingen op het hof van Amelgem.  Het bedroeg in het totaal 147 ha, begrensd door de heerbaan ten Noorden en de molenbeek ten Zuiden.
    1560 Steven Leemans is de voornaamste pachter op Groot Amelgem, schrijft prelaat A.Spira aan de abdij van Grimbergen.  Hij was dat vermoedelijk tot 1591, toen hij door vrijbuiters werd gevangen genomen op de maandag van Vastenavond.  Ook de ouders van de moeder van kardinaal Sterckx, Leemans Barbe waren pachters op het hof.
    1585 Michaël De Meester, pastoor in Meise was provisor in de abdij van Grimbergen en kreeg zo een mud gerst en een mud tarwe uit de abdijhoeve van Amelgem in afwachting dat hij zelf kon brouwen.
    1593 Steven Leemans, pachter van het hof, werd gegijzeld door vrijbuiters en  moest zich vrijkopen.
    1621 Na Jan Jacobs van Hellebeke en Symon van der Elst was Jan Vits, die reeds in 1606 zwaarder belast was en nog in 1621 met twee ploegen werd vermeld, pachter van het hof.
    1623 De hoevegebouwen van de abdij van Grimbergen werden toen verkocht aan Peeter van der Schueren en zijn echtgenote Laurentia, pachters van het hof van Amelgem.
    1652 Prelaat de Velasco bouwde beroemde Duivelschuur
    1705 In het Caertboek van de abdij van Grimbergen vinden we 2 vijverblokken of 2 visvijvers te Amelgem (een aan ieder hof).
    1780 Op 28 december overleed Jan Baptist Leemans, pachter van het Groot Hof van Amelgem.  Dit was de opa van kardinaal Sterckx.
    1792 Op 2 november werd Engelbert Sterckx (later kardinaal) geboren op het Groot Hof.  Zijn vader was Guillaume, pachter en de moeder was Barbera Leemans
    1799 Op 30 juli werd Builelmus Sterckx, pachter van het Groot Hof, agent municipal van Brussegem.
    1992 Op 13 september werd een gedenkplaat opgehangen aan het Groot Hof, geboortehuis van kardinaal Sterckx

    Eigen Schoon en de Brabander 1961/8-10/378 Amelgem

    14 (364) Amelgem

    Deze wijk ligt niet op het grondgebied van Meise (van voor de fuzie) maar blijft nauw verbonden met onze gemeente.
    Dichter gelegen bij het centrum van Meise dan bij de dorpskom van de gemeente Brussegen (nu Merchtem) waartoe ze behoort (tot de fuzie) , en een betere verbindingsweg, dragen ertoe bij dat de inwoners gericht blijven op Meise.  Deze hebben vaste relaties met de Meisenaren en zijn meestal aangesloten bij de sociale organisaties van Meise (zoals de K.V.L.V., nu vrouwen met vaart).
    de gewoonten uit het verleden houden stand.  Is het historische erfelijkheid.  Amelgem is tot heden een edel brokje natuurreservaat, typisch Brabants, glooiend landschp – nog ongeschonden ontsnapt aan grondspeculaties, aan de woelende bulldozers.  Het is topografisch gebleven wat het in vroegere tijden was.
    Amelgem – de structuur : Kapel met hof – enkele boerderijen – wat tuinbouw en smalle wegen – totaal landelijk.
    De kapel van Amelgem was in 1155 door Niklaas, bisschop van Kamerijk aan de abdij van Grimbergen toegewezen.
    Amelogem was in 1247 nog een zelfstandige parochie met een hofkapel en een prachtig domein.
    Op de hoeve Amelgem verbleven kloosterlingen en lekebroeders van de abdij van Grimbergen.
    Door besluit van bisschop Wilhelmus van Kamerrijk werd Amelgem een ondergeschikte kerk van Meise en werd ze later bij Ophem gevoegd.
    De oude kapel werd in 1636 vervangen door het gebouw dat nog bestaat en prelaat Outers deed ze versieren met prachtige schilderijen.  Deze zijn verdwenen.
    8 september – O.L.Vrouwgeboorte – feestdag van de parochie werd gevierd met een godsdienstige plechtigheid, hoogmis en processie.
    Deze werd bijgewoond door de gilde van de edele handboog van St.-Sebastiaan en van St.-Gregorius van Meise en Ophem; ook door de drossaard van het land van Grimbergen en van beide baanderheren alsook de familie boechout.
    Welke wegdeze processie volgde kan moeilijk beantwoord worden.  Toch weten wij dat het rustaltaar opgericht was tussen Amelgem en Ophem, waarschijnlijk op de Heirbaan.  In dit geval was de baan van de Karelijck naar Ophem vermoedelijk de processieweg.
    Op de Heirbaan heeft men een mooi zicht op de parochie Amelgem en dit was een geschikt verhoog om huizen en velden te zegenen.
    Na de processie had een plechtige ontvangst plaats door de Abt van Grimbergen in de grote zaal van de hoeve van “Groot Amelgem” – zaal die nog bestaat.  Naar alle waarschijnlijkheid was hier ook een begankenis ter ere van St.-Gilles.  Dit zou verklaren dat nu nog de herberg (ondertussen gesloten) bestaat die op het uihangbord de naam van de heilige draagt.
    Rondopm de kapel woonden begijntjes en het is best mogelijk dat daar een klein begijnhof bestaan heeft.
    Zo, in de XIIde eeuw Elisabeth en Oda die aan de petancie van de abdij van Grimbergen 20 stuivers schonk.  De begijnhoven ontstonden op het einde van de XIIde eeuw.
    Er wordt ook verondersteld dat een perceel grond rondom de kapel bestemd was tot begraafplaats.
    “ Peeter van Rode op welcke goeden staat de Kapelle van Amelgem met het kerckhoff daeromme gelegen”.
    Jan Vanden Eynde (Meise)

    De hoeve Groot Amelgem

    De geschiedenis van deze hoeve, nu beter gekend onder de naam “De duivelschuur” loopt ver terug in het verleden, zeker tot in de Frankische tijd en sommige deskundigen beweren tot aan de Romeinse bezetting.
    Dr. Verbesselt geeft zijn zienswijze : “De Frankische stamhouder Amalhari uit de IVde eeuw is o.i. niet de eerste bezitter geweest van het goed dat reeds vroeger in het bezit moet geweest zijn van een gallo-Romeinse veldheer”.
    Amalhari zou de kern vormen van de naam Amelgem – een taal leeft en woorden ondergaan in de volksmond andere uitspraken en daarna ook andere schrijfwijzen.  Bijzonder de klanken “sem”, “hem”, betekenend hoeve, plaats, worden veel aan de stam van het woord toegevoegd.  De afstammelingen van Amalhari die het geslacht Amelrenghem vormden hebben deze hoeve in de XIIde eeuw in bezit gehouden.  Later werd dit domein eigendom van de abdij van Grimbergen.  De bebouwde oppervlakte bedroeg 140 bunders, de jaarlijkse wisselbouw – wintergraan, lentebezaaiïng, braak of dries – werden steeds toegepast.
    De hoevegebouwen waren aan alle kanten omgeven door weiden en er werd aan druiventeelt gedaan want voor de hoeve lag een wijngaard van ongeveer 1 bunder en 7 roeden groot en achteraan een vijver.  Bij alle belangrijke hoeven werd een vijver uitgegraven om over voldoende water te beschikken in tijd van schaarste en ook als er brand ontstond.  Met betrekking tot deze vijvers heb ik dikwijls horen spreken van brandput.
    De hoeve die er nu staat werd opgebouwd in de XVIIde eeuw.  Alleen de stallen zijn volledig gemoderniseerd en dit na de brand van 1966.
    Vermoedelijk werd omstreeks 1690 de splitsing van de bedrijfsoppervlakte doorgevoerd en zo onstond nevens “Groot Amelgem” – 80 ha – een andere hoeve “Klein Amelgem” of “Klein Hof” – 45 ha.  De duur van de pacht : 9 jaar.  Verplichtingen van de  pachters .  De huurprijs : voor akkers 11 gulden, voor weiden 12 gulden.  Ze waren vrij van tienden, maar moesten enkele leveringen in natura doen : o.a. Klein Hof – een vet kalf leveren en houillevrachten (kolen naar de mijnen halen).
    Deze pachters mochten geen gronden van andere eigenaars bewerken uit vrees dat ze hiervoor de mest zouden gebruiken.  Er was ook nog de verplichting van 200 schapen te houden om over voldoende mest te beschikken.  Alles was gericht op de vruchtbaarheid van de gronden.  De opzeg moest geschieden een half jaar voor het eindigen van de pacht.
    De eerste pachter na de heropbouw van Amelgem in het begin van de XVIIde eeuw is geweest Jan Van Bever – afkomstig van het hof Bever-Strombeek.  Een neef van Jan Van Bever huurde het hof te Hamme.  In 1704 hebben we als pachter op Groot Amelgem de genaamde Jan Heynbeke en na hem Cosmas Leemans.  In  1786 Guillaume Sterckx uit St.-Maartens – Lennik die huwde met de oudste dochter van Leemans.  Ze waren de ouders van kardinaal Sterckx, geboren te Groot-Amelgem op 2 november 1792.  Tijdens het Frans bewind zijn de kloostergoederen – ook Amelgem – tot nationaal domein verklaard.  Alsdan is het gezin Sterckx verhuisd naar het Hof te Oppem – dicht bij de kerk – waar de kardinaal een bidkapel deed bouwen.  Deze staat langs de nieuwe baan naar Asse.
    In de eerste helft van de XIXde eeuw was Amelgem – zwartgoed – eigendom geworden van Baron Van der Linden.
    Simon Margé – laatste witheer – pastoor van Meise en voordien provisor van de abdij van Grimbergen, zat de baron dusdanig aan zijn vel dat deze op 13.3.1818 beloofde elk jaar  “een somme van honderd croonen” te betalen aan de rechthebbende abdij (pastoraal archief).
    In Amelgem had men twee watermolens – de ene lag waaarschijnlijk aan de vijver tussen de twee hoeven – en de andere bestaat nog : de Elveriksmolen.

    De Duivelschuur
    De boer van Amelgem had  een overvloedige oogst en geen voldoende ruimte om te bergen. Een deel van de oogst zou beschadigd worden en dit verlies maakte hem zeer bezorgd. 
    Terwijl de boer stond te dubben trad een keurig geklede man op hem toe en vroeg : “Waarom ziet U er zo bekommerd uit?”  De landsmanverklaart zijn moeilijk geval.
    In de dialoog met de onbekende heeft de boer zijn ziel aan de duivelverkocht, op voorwaarde dat in de loop van de nacht een nieuwe schuur zou gebouwd worden en volledig afgewerkt voor het kraaien van de haan.
    Gekweld door gewetenswroeging vertelde hij aan zijn vrouw wat hem was overkomen.
    Zijn echtgenote zweeg als een graf, maar dacht na om uit de knel van de duivel te geraken.
    Ze ging ‘s morgens heel vroeg met de lantaarn in de hand naar het kippenhok… maakte lawaai en de haan begon te kraaien.  De schuur was niet voltooid … de duivels sloegen op de vlucht en de verkoop van de ziel was te niet.  Deze lepe boerin was de duivel te slim af.
    Met zulke boerin in het aards paradijs zou Satan het niet gehaald hebben… en alles zou beter verlopen zijn voor de nakomelingen.

    Jan Vanden Eynde (Meise)
    Toneel Lindemans en Jef Verbesselt
    Poppenspel Jef De Cuyper
    Ring – TV Jef De Cuyper

    284 Retroroute Meise

    De Cultuurraad van Meise lanceerde een niet onaardig initiatief, dat vroeger reeds in andere vormen opwag maakte.
    Op een uitgestippelde route staan panelen, waarop een oude foto, prentkaart of tekening met  een verklarende tekst.  Bij de bronnen op de circulaire vinden wij o.a. “ blog erfgoedmeise door Jef De Cuyper”.  Hier had beter gestaan :
    http://blog.seniorennet.be/erfgoedmeise.  Om mijn lezers de kans te geven de teksten te vergelijken met het blog, geef ik hier de referenties :

    Parochie          Originele Naam          nr. blog           Meise,             Circulaire
                                                                                      o.d.t.v.St.-M.

    Oppem            Groot hof Amelgem   90
    De keuze van de gebouwen roept vragen op.  Ware het niet beter geweest zich te baseren op de top 21 van de historische panden in Meise aflevering 128 Gemeentewonderen ?


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-05-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5 Sint-Elveriksmolen van Amelgem

    Het is een graanwatermolen die momenteel niet meer in gebruik is.

    Hij ligt in de vallei van de Maalbeek, op de grens van Meise, op de Bosweg (holleweg achter de Plantentuin). 
    In een acte van 1154, waarbij Walter Van Campenhout zijn erfgoed te Amelgem schonk aan de abdij van Grimbergen, is er sprake van 2 molens.  De nog bestaande is wellicht de Elveriksmolen vermeld in een geschrift uit 1206 van Adelicia , weduwe van Geraard II Berthout, waarbij zij haar goederen te Amelgem, die voorheen hadden toebehoord aan Hendrik Waye van Oppem en zijn kozijn Zeger, die ze hadden verkocht, afstond aan de abdij van Grimbergen.  De andere molen lag waarschijnlijk aan de vijver die bestond tussen de twee hoeven van Amelgem.
    In de 14de eeuw was hij eigendom van chevalier Jean Van Hamme.  Daarna behoorde hij toe aan markies Giselbert Taey, heer van Wemmel,  (acte van 1396), samen met het nabij gelegen hof,  (Neerhof) dat voor de 16de eeuw “‘thof te Liere” noemde.
    In 1529 hoorde hij toe aan de verwanten van Jan van Hamme
    Omstreeks 1529 kocht Barend van Orley deze molen.  Hij is
    de beroemde kunstschilder uit Brussel die onder meer de kartons voor de glasramen van Sint – Goedele ontwierp.  .  Hij overleed in 1542.  De familie van Orley stond het goed terug af aan Adrien Taeye, heer van Wemmel in 1574.
    De watermolen behoorde ook, heel waarschijnlijk kort nadien, tot het domein van Boechout . Graaf de Beauffort liet de schuur waarin een halfverheven afbeelding van O.L.V. met het kindje Jezus op haar schoot en waarvoor een heer in aanbidding op de knieën zit, aanbouwen in 1835.  Dit kunstwerk komt voort uit een afbraak , wellicht van de bouwvallige schuur die aan de overkant van de weg stond en die afgebroken werd. 
     Het gebouwencomplex hoorde later toe aan de staat.  Het water werd ten dele nog aangewend als drijfkracht.
    (afbeelding Oppem en Amelgem van Bettesone VII)
    Het geheel, het molenhuis, de vijver en de bomen erom heen vormen een mooi brokje landelijke schoonheid, die nog veel kunstenaars lokt.
    De huidige gebouwen dateren van de 19de en 20ste eeuw met schaarse resten van de vroegere gebouwen.

    Database A.Bettesone

    1530 De Brusselse schilder Barend van Orley bezat toen de molen van Amelgem


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    16-05-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.0 Inventaris

    1  Kerk St.-Stephanus
    2  Pastorij
    3  Hof te Oppem
    4  Hof te Steene
    5  St.-Elveriksmolen
    6  Groot Hof Amelgem
    7  Klein Hof Amelgem
    8  Duivelschuur Amelgem
    9  Kapel van Amelgem
    10 Donjon Oppem
    11 Eigen Schoon en de Brabander
    12 Bijnamen
    13 Het land van Oppem
    14 Amelgem
    15 Parochiewezen van Brabant
    16 Erfgoeddag 
    17 Oud-Strijders Oppem
    18 Kleuterklas 1925
    19 Berla
    20


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - ( Stemmen)
    16-05-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  
    Reacties (0)
    Archief per week
  • 10/10-16/10 2022
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 30/09-06/10 2019
  • 13/07-19/07 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 11/11-17/11 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 13/05-19/05 2013
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs