BOUWHISTORISCHE VERKENNING VAN DE DONJONRUINE HOF TER STEENE TE OPPEM
Op het
hoevecomplex Hof ter Steene te Oppem
staat langs de weg naar Wolvertem een merkwaardige ruïne van een voormalige
middeleeuwse donjon. Het is de witstenen onderbouw en kelderverdieping
van een oorspronkelijke woontoren toren. Een donjon is te
omschrijven als een burchttoren die hoofdzakelijk als woning diende voor de
plaatselijke machthebbers. De oudst bekende ridder van Oppem was een zekere
Willem die overleed in de 2de helft van de 12de eeuw.Alhoewel de ridders van
Oppem in de 14de eeuw regelmatig gesignaleerd werden in de omgeving van de
hertog van Brabant, is er geen historisch argument om de bouw van de huidige
donjon in die periode te staven. Anno 1535 werd Oppem verkocht aan meester Arnold
van Bakeren, vermoedelijk kan de bouw van de toren tijdens zijn bewind
toegeschreven worden. Een donjon was het belangrijkste gebouw op een leengoed
en als dusdanig de materiele exponent bij uitstek van de feodaliteit. Soms
vertoonde een donjon enige militaire eigenschappen, doch in andere gevallen was
zijn rol louter symbolisch. De donjon is bovenal een woning van de plaatselijke
edelman. Volgens F. Dopere onderscheidt men van onder naar boven een
kelder, een ontvangstkamer-keuken, een residentieel niveau, een nachtelijk
niveau en tenslotte een zolder of defensief platform. In vergelijking met
traditionele woonhuizen geaat het hier om stevige constructies waarin de
veiligheid als comfort ervaren wordt. De donjon
van Oppem wordt door F. Dopere gesitueerd in het 2de kwart van de 16de eeuw.
Een gepland bouwhistorisch onderzoek door Johan Grootaers zal deze aanname
bevestigen of bijsturen, mede door dendrochronologisch of koolstof C-14
onderzoek van de gebruikte kalkmortels.
Vandaag
staan enkel de kelderverdieping met segmentgewelf en het ingestorte
ontvangstniveau nog overeind. Over het verdwenen residentieel niveau, het
slaapniveau , de latrine en het defensief platform tasten we in het duister.De
donjon is uitwendig opgetrokken in een fijn bekapte lediaanse
kalkzandsteen van Gobertange, een streekeigen historisch bouwmateriaal in
Brabant. Inwendig zijn de dikke muren in baksteen gemetseld (grote
bakstenen form 25x12,5x4,5 cm in kruisverband).
Het
paanderbooggewelf van de kelder is in de N/W hoek ingestort. In diezelfde hoek
is er een dichtgemetselde middeleeuwse 'val'. De val was de enige circulatie
tussen het gelijkvloerse ontvangstniveau en de kelder. In de Zuidwand van
de kelder treft men originele wandnissen aan. In de Oostwand een dichtgemetselde
lichtspleet. In de Westwand een bouwhistorisch boeiende doorsteek met
segmentgewelfje waarin gaaf bewaard gesmeed kelderrooster.
De
oorspronkelijke toegang tot de donjon bevindt zich in de Noordgevel :
rechthoekige toegang met verstoorde dagkanten en originele ontlastingsboog.
Volgens F. Dopere kunnen de 2 gleuven in de dagkanten gezien worden als een
voormalig 'deurscherm'.
De Westelijke
frontgevel van de donjon, deels ingestort, vertoont nog authentieke
vensters met segmentlatei en een kelderdoorbreking
De
Oostgevel zijde akker is geheel blind gebleven, behoudens een
stolpvormige doorbreking met baksteenvulling..
De
Zuidgevel aan de straatzijde eindigt in een puntgevel met
luikdoorbreking , ontstaan in de 18de of 19de eeuw. Van het middeleeuwse
'pyramidedak' is er natuurlijk geen spoor meer.
Het
gelijkvloers ontvangstniveau van de donjonruine is bouwhistorisch interessant :
duidelijke bouwsporen en fragmenten zijn bewaard van een verdwenen ingestort
kruisribgewelf en ondermeer een beschadigd witstenen gewelfribconsooltje.
In de oostwand van het gelijkvloers zijn duidelijke fragmenten bewaard van een
gotische witstenen schouwmantel. Vermoedelijk dateert de bewaard gebleven
haardbalk uit de 17de of 18de eeuw. De grootte van de originele haard is goed
af te lezen. De huidige ingestorte eikenhouten balklaag is van recentere
datum.
De
familie De Velder ontfermt zich nu over het lot en de toekomst van deze
merkwaardige donjonruine. In Brabant denken wij onwillekeurig an de
gerestaureerde donjonruine van Meldert waar een nieuw stalen dak werd geplaatst
en het project van de ingestorte Maagdentoren van Zichem waar
hedendaags ontwerp en middeleeuwse architectuur hand in hand gaan. Andere
historische donjonconstructies in Vlaamse Brabant dienen hier in herinnering
gebracht te worden : de donjon van de het Hof ten Houte te Merchtem ,de donjon
van het kasteel Boechout te Meise, de donjon 'Torenhof ' van Kobbegem, het
Prinsenkasteel , de donjon van Poddegem te Grimbergen en de donjon van
Groot Bijgaarden. Binnenkort starten dringende instandhoudingswerken en arch.
Kathleen Verhasselt is belast met de opmaak van een ontwerp voor restauratie en
herbestemming. Prangende vragen stellen zich in hoeverre iets mag gewijzigd of
toegevoegd worden aan deze ruine, per slot van rekening is dit gebouw
een zgn. ZEN monument (zonder economische waarde). De erfgoedcel Berla helpt
dit project met frisse ideeën in de goede richting te sturen.
F.
Dopere en W. Ulbregts, De Donjon in Vlaanderen, Architectuur en
wooncultuur ( Acta Archaeologica Lovaniensia- Monographiae,30, Leuven , 1991.
F. Dopere
en K. Corens, Huizen in torens. De Zichemse Maagdentoren en andere donjons,
Gent , 2002.
De Donjon
van de heren van Meldert (Monografieën Bouwkundig erfgoed), 10, Brussel 1986.
Johan
Grootaers
Bouwhistoricus
; Gysseling
1983c,85)