Allerlei nieuwtjes en wetenswaardigheden over het erfgoed in Lommel en Noord-Limburg
27-07-2006
Opgraving Federmesser-site Lommel Maatheide
Vandaag stootten we op een erg grote kuil. Nadat de kuil gegraven was, werd er onderaan wat zand ingegooid en vervolgens bleef de kuil zo een tijdje liggen. Ze stoof en slibte een beetje dicht. Maar de grote opvulling van de kuil gebeurde in één keer met brokken aanrijkingshorizont van de podsol en wat zand uit de uitlogingshorizont. In deze brokken aanrijkingshorizont vinden we heel wat artefacten. Nadien kwam er recent nog wat stuifzand over de kuil.
Het was weer boeiend werken vandaag in de concentratie LB25. Naast flink wat debitagemateriaal, vonden we een vijftal stekers, een tweetal schrabbers, enkele afgeknotte artefacten en een boortje. Interessant was ook dat we weer een concentratie van (kleine) zandstenen aantroffen. Op de foto zie je twee stekers. De tweeslagsteker links is een fors exemplaar. De vinder (zijn naam staat vermeld onder de steker) deed dikwijls de discussies rond de determinatie van gevonden werktuigen hoog oplaaien. Het zou de medewerkers aan de opgraving niet verwonderen indien hij ooit eens een eigen typologie zou opstellen.
Marc blijft onverstoorbaar de motorzeef bevoorraden met zand. Ondertussen houdt hij het hoofd koel (alhoewel dat bij deze temperaturen soms wel wat moeite kost) en reageert hij heel attent op de minste "tik" die zijn schup in contact met een artefact uit silex produceert.
Met swingende heupen en broederlijk naast mekaar houden Jan en Geert de zeven in beweging. Het droge, mulle zand van de verstoorde laag laat zich vlot zeven, maar zorgt wel voor flink wat stof.
Bovenop de aanrijkingshorizont zit een volledig pakket opgestoven en verstoord zand. We hebben vandaag weer kilo's zand door de zeven gejaagd. De vondsten die uit dat verstoorde situatie komen kunnen we dus enkel maar beschouwen als oppervlaktevondsten. Gelukkig zitten er ook nog artefacten in de top van de aanrijkingshorizont. Het aantal vondsten was gering, maar er zaten toch weer een afgeknotte kling, een steker en een boortje tussen. Verder zijn we ook gestoten op een concentratie van zandstenen, waarvan er sommige blijkbaar verbrand zijn. Morgen bekijken we die concentratie wat nader.
Vandaag is één van de twee opgravingsploegen in enkele vierkante meters beland, waar onder een dunne laag opgestoven zand nog enkel geel zand zit. De volledige podsolbodem is daar verdwenen. En met de podsolbodem ook de artefacten. We documenteren deze situatie, maar we krijgen er geen "Howard Carter"-gevoel bij. Op het einde van de dag kwam deze ploeg in een iets gunstiger situatie terecht. Plots bleek er weer een aanrijkingshorizont onder de omgewoelde en opgestoven toplaag te zitten.
De tweede ploeg bleef naarstig verder werken met de motorzeef aan de rand van de concentratie. Af en toe werd hun werkijver beloond met een mooi artefact, zoals deze kling.
Freddy Ernots kwam vandaag zijn "opgravingspalmares opsmukken" met een dagje opgraven op Lommel Maatheide. Dit is natuurlijk al lachend gezegd, want iedereen die Freddy ook maar een beetje kent, weet dat een "opgravingspalmares" wel het laatste is, waar hij om bekommerd is. Vanzelfsprekend gaf hij tijdens de middagpauze een demonstratie prehistorisch boogschieten en speerdrijven. Joris en Jan speuren, de ogen afschermend tegen het felle zonlicht, naar het wild dat dankzij de prehistorische jachtkunsten van Freddy in onze kookpot zal belanden. Geert en Nick hebben blijkbaar iets minder vertrouwen in de jager Freddy. Michel (verscholen achter Nick) let goed op, want dadelijk wil hij ook zijn kans wel eens wagen. Marc legt dit "prehistorische tafereel" voor de eeuwigheid vast. Wil je zelf je kans eens wagen als boogschutter of speerdrijver? Dan moet je tijdens het derde weekend van september zeker eens een kijkje komen nemen aan camping Holsteenbron in Zonhoven, waar het Europees kampioenschap doorgaat.
We troffen in ons opgravingsvak enkel nog de bodem van de kuil aan. Voor zover dat al niet duidelijk was, wordt hier nog eens aangetoond dat het huidige loopoppervlak zeker tientallen centimeters lager ligt dan het loopoppervlak ten tijde van Hamal-Nandrin. Met die tientallen centimeters bodemmateriaal verdwenen natuurlijk ook archeologische vondsten.
In de noord-oost hoek van ons opgravingsvak ontdekten we nog een tweede kuil. In de periode dat de kuil werd gegraven, was er nog duidelijk een flinke uitlogingshorizont op Maatheide aanwezig. De kuil waaide en spoelde er mee dicht. Geert Andries bekijkt hier de kuil, die een erg onregelmatige vorm heeft, van wat dichterbij.
We werkten vandaag in twee groepjes van vier personen. Eén groep met de motorzeef en de andere groep met de handzeven. Aan de noordzijde hebben we de concentratie van LB25 mooi kunnen omschrijven. Een leuke ontdekking vandaag was een oude kuil (zie foto), die we interpreteren als een "opgravingsput" van prof. Hamal-Nandrin uit de jaren dertig van vorige eeuw. Nadat we in het noorden de concentratie hadden omschreven, hebben we ons opgravingsvak in westelijke en oostelijke richting uitgebreid in een poging om ook daar de concentratie te omschrijven. In oostelijke richting lijkt dat op dit ogenblik aardig te lukken. Het noeste werk daar levert voornamelijk gezeefd zand op, maar geen artefacten. In westelijke richting werden nog wel wat vondsten gedaan, waaronder een knappe dubbelschrabber en een fijn boortje. En ja ... het was weer warm vandaag op Maatheide.
Over de motorzeef mogen we twee weken beschikken. Tot het einde van de opgraving dus. En alhoewel we Walter smeekten ook zijn 4 X 4 aan onze hoede toe te vertrouwen ... dat vond hij toch van het goede teveel.
Op maandagmorgen werd het vijfkoppige opgravingsteam, dat vorige week aan de slag was, versterkt met drie nieuwe werkkrachten : Jan Claesen, Geert Andries en Walter Bartels. Jan en Geert zijn beiden student archeologie aan de KU Leuven en zij komen in Lommel wat terreinervaring opdoen. Ze pakten flink mee aan. Walter is een medewerker van het VIOE en hij bracht ons een mooi geschenk mee : een motorzeef! En we zijn het van hem gewoon ... Joris begon onmiddellijk in de zeef te snuffelen op zoek naar spitsen.
Nog even een overzichtje voor we de volgende werkweek aanvatten. De voorbije week hebben we vooral gewerkt aan de noordzijde van de concentratie LB 25. We troffen hier bovenop de aanrijkingshorizont van de podsol nog een restantje van de uitlogingshorizont aan, dat meestal verstoord is. De meeste artefacten vinden we, net als in 2004 en 2005, in de top van de aanrijkingshorizont. Het gaat hier duidelijk om archeologisch materiaal dat de invloed van wind en zand heeft ondergaan en bijgevolg een windglans vertoont. De interpretatie is dat het oorspronkelijk loopoppervlak, waarop de artefacten lagen, al vrij vlug na de bewoning door de prehistorische mens volledig erodeerde. De kleinste artefactjes werden weggeblazen door de wind, terwijl de grotere bleven liggen. Nadien werden die grotere artefacten dan opgenomen in de huidige podsolbodem (zie ook het opgravingsrapport van Marc De Bie en Marijn Van Gils met als titel "Steentijdsites op de Maatheide te Lommel. Archeologische opgravingen 2004" op de website van het VIOE). We hebben de voorbije week een 45 vierkante meter onderzocht en we stopten een 500-tal artefacten in plastieken vondstzakjes. Onder deze artefacten bevonden zich 38 werktuigen (kernen meegerekend). Indien we de kernen buiten beschouwing laten, dan komen schrabbers en stekers het talrijkst en in dezelfde hoeveelheid voor. Ze worden op de voet gevolgd door de spitsen (5 in totaal!) en de afgeknotte stukken. Dit beeld lijkt vrij goed overeen te komen met het beeld dat de vorige campagnes op LB 25 opleverden. Alleen de grote becs en boren ontbreken dit jaar tot nu toe. We vonden ook een "concentratie" van grote brokken "hardsteen", die we netjes intekenden. Opmerkelijk is dat in de zone met de brokken "hardsteen" wel wat debitagemateriaal te vinden is (afslagen, klingen ...), maar dat werktuigen er ontbreken. We zijn benieuwd wat het onderzoek de volgende week zal opleveren!
Tijdens het weekeinde graven we niet op. We bekijken dan de vondsten, die de voorbije week gedaan werden van wat naderbij, en we proberen ze in kaart te brengen. En natuurlijk maken we ons plan op voor de volgende opgravingsweek ... De ploeg die de voorbije week aan de slag was, zal worden versterkt met een viertal medewerkers, waaronder enkele van de beste steentijd-veldwerkers van Vlaanderen. Volgende week zal u met hen kennis kunnen maken. We wensen u een goed weekeinde toe!
Vandaag is het 21 juli 2006 : onze nationale feestdag! Toch werd er nog gewerkt op het site Maatheide. Op de foto ziet u de opgravingsploeg die op deze snikhete (gewoonlijk regent het toch op 21 juli, niet?) nationale feestdag aan de slag ging. Van links naar rechts : Nick Van Liefferinge (hoofd zeefactiviteiten), Michel Dullers (hoofd administratie), Marc Briers (hoofd graafwerken), Ferdi Geerts (opperhoofd ). Het hoofd vondstdeterminatie, Joris, ontbreekt op deze foto. Vandaag kregen we ook bezoek van Benedetto Soriani en zijn vriendin. Benedetto is een Italiaanse archeoloog (gespecialiseerd in de middeleeuwse archeologie) die op dit ogenblik studeert in Leuven aan het R. Lemaire International Centre for Conservation. Na een rondleiding op de vindplaats zegde hij toe te komen helpen opgraven ... misschien dit jaar nog, maar zeker volgend jaar.
We hebben niet alleen gegeten en gewandeld vandaag, maar ook nog wat gegraven en gezeefd. Vandaag vonden we flink wat minder artefacten dan gisteren. Aan de noordzijde van de vindplaats LB25 hebben we vermoedelijk bijna de concentratie omschreven. Het aantal vondsten was dus minder, maar toch zaten er nog enkele fraaie stukken tussen : links een pracht van Federmesser-spits (de breukvlakjes bovenaan leren ons dat de spits wel degelijk afgeschoten werd tijdens de jacht en in één of ander lekker stukje wild is beland); rechts een (gehalveerde) kling met afgestompte boord, die in het kampvuur heeft gelegen (en daardoor wit verkleurd is en allerlei barstjes vertoont).
Museum Kempenland had beloofd de opgravers op de nationale feestdag een vorstelijke maaltijd voor te schotelen. Om twaalf uur zaten we al met mes en vork in aanslag te wachten ... toen het telefoontje kwam dat het nog een half uurtje zou duren. We besloten dan maar om een kleine wandeling voor het eten te maken in plaats van na het eten. En ... omdat archeologen altijd met de neus naar de grond lopen, ontdekten we alras twee nieuwe concentraties waarvan de coördinaten met GPS werden vastgelegd. Op de foto de vondsten die we op ongeveer één minuut tijd op één van de twee nieuwe locaties inzamelden. Links bovenaan een mooi schrabbertje. Helaas leerden de resultaten van de boorcampagne van 2004 ons dat het met de bewaringstoestand van de bodem niet echt goed gesteld is op die plekken. Waarschijnlijk zijn de gedane vondsten de laatste stukken die zandverstuivingen en saneringsoperaties hebben doorstaan.
En zie daar ... tijdens de pauze in de namiddag kon Joris glunderend de eerste Federmesser-spits van deze opgravingscampagne tonen. Inderdaad de eerste ... maar niet de enige, want even later werd een tweede exemplaar gevonden.
Het werktuigen-arsenaal werd tijdens de voormiddag uitgebreid met enkele stekers, een boortje, schrabbers en wat kernen. Na een korte middagpauze haastten we ons enthousiast terug naar onze werkplek om de emmers weer te vullen en het zeefwerk te starten.