Je tante komt uit Frankrijk. Het woord "tante" is pas een paar eeuwen geleden een Nederlands woord geworden.
Dat zit zo. Deftige mensen vonden het vroeger cool om Frans te spreken. En daarom gingen ze net als de Fransen "tante" zeggen tegen hun tante. Voor die tijd zeiden ze "moei". Dus tante Ann was eerst een "moei Anne". Is dat woord moei dan helemaal verdwenen? Nee. In sommige delen van Nederland en Vlaanderen noemt men een peettante nog wel eens een "petemoei". Maar dat is wel een ouderwets woord.
Kun je een adamsappel eten?
a. ja, maar alleen in de zomer b. nee, want het is geen fruit c. dat hangt af van waar je hem koopt
antwoord b is goed want een adamsappel is het bobbeltje in de keel van de mannen, onder de kin.
Weet je hoe dat bobbeltje aan die naam komt? In de bijbel komen Adam en Eva voor. Eva eet een appel en geeft Adam ook een hapje, ze zegt er echter niet bij dat het een appel is die ze niet mogen eten van God. Vroeger dachten de mensen dat het daarom fuit ging. Een stuk appel bleef steken bij het doorslikken en daardoor kwam er een bobbel in de keel van Adam. Daarna kregen alle mannen dat. Dat is natuurlijk niet echt zo en dat staat ook niet in de bijbel. Maar vroeger wisten de mensen niet hoe dat bobbeltje daar nu eigenlijk kwam en vonden ze dit wel slim bedacht.
Waar komt de naam Januari vandaan?
De namen van onze maanden hebben we overgenomen van de Romeinen. Januari is genoemd naar Janus, de God van de poorten en deuren. Januari werd gezien als een poort naar het Nieuwe Jaar.
De God Janus is steeds afgebeeld met twee gezichten. Eentje voorop en eentje op zijn achterhoofd. Dat is makkelijk als je bij de poort de wacht moet houden, zo zie je iedereen aankomen. Een hoofd met twee gezichten heet een "Januskop".
Er zijn ook oude Nederlandse namen voor de maand Januari, nl Louwmaand en Wintermaand. Louwmaand betekent niet dat het in Januari lauw weer is, want het is juist heel koud. Louwen betekend "looien" en "looien" is leer maken van dierenhuiden. Het was in januari steeds te koud om andere dingen te doen en dus werden er van dierenhuiden leer gemaakt.
Een generaal vraagt aan een soldat: "hoe smaakt de soep?" de soldaat antwoordt: "slecht" de generaal zegt: "kun je niet met twee worden spreken?" dan zegt de soldaat: "erg slecht"
De ene kip zegt tegen de andere: "ik had vannacht zulke hooge koorts, dat ik een gekkokt ei heb gelegd"