Het filosofisch café is een laagdrempelig initiatief van Elcker-ik centrum waar u elke laatste dinsdag van de maand welkom bent om met ons van gedachten te wisselen over een onderwerp dat vooraf democratisch werd afgesproken.
We proberen dat op een filosofische manier te doen. Dat betekent niet dat u een volleerd en belezen filosoof moet zijn of dat we het enkel over ingewikkelde stellingen, grote namen en wijsgerige stromingen gaan hebben. Iedereen die het woord vraagt, krijgt de kans om zijn of haar stelling uit de doeken te doen mits een duidelijke argumentatie.
Wij gaan er van uit dat filosofie een competentie is die je kunt leren en waar geen gewichtigdoenerij bij nodig is. Dat houdt echter niet in dat je om het even wat kunt poneren om die stelling dan te 'bewijzen' met een voorbeeld van een hoogstpersoonlijke anekdote.
Wij zijn niet zozeer geïnteresseerd in uw meningen, maar des te meer in de argumenten waarom die standpunten correct zouden zijn. Als het een beetje meezit gaan wij niet naar huis met oplossingen en antwoorden op al onze vragen, maar wel verrijkt met een aantal inzichten en invalshoeken waar we zelf misschien nog niet aan gedacht hadden. Materiaal waar we het niet mee eens hoeven te zijn, maar waar we onze eigen standpunten kunnen aan toetsen, up to date houden, eventueel bijsturen of vorm geven.
09-09-2012
Afspraak 25 september 2012
Beste filokes,
Op
25/9 zien we mekaar terug voor een seizoen vol (hopelijk ) boeiende gesprekken.
Ik heb me deze zomer, niettegenstaande mijn uiterst beperkte
computervaardigheden, gewaagd aan het opstarten van onze hoogsteigen blog. Let
wel de (het ??) blog van het filocafé en niet mijn blog. Dat betekent dus dat
het aan jullie is om die te vullen met voorstellen, invalshoeken, agendapunten,
interessante links, forumdebatten, opgepikte informatie en alles wat je nog kunt bedenken om onze
hersencellen te prikkelen. Gezien de gemiddelde leeftijd lijkt me porno niet
echt de eerste keus.
De
blog is dus niet af m.a.w. maar is under
construction zoals dat heet en er dient nog veel aan gesleuteld en
geschaafd te worden. Zijn er computerfreaks onder jullie?
Hoe
dan ook, ter zake voor ons volgende onderwerp ( dat je vanaf nu ook altijd op
het blog terugvindt).
We
zijn nu toch al enkele jaren bezig en ik zou het jullie eens bijzonder moeilijk
willen maken, nu de geesten nog uitgerust en fris zijn. Zoals je weet zijn de meeste maatschappelijke
fenomenen gelaagd en heb je eerst de in het oog springende anekdote ( dat en dat
is gebeurd ), daaronder een aantal hoe- en waaromvragen ( duiding in de pers
gesprekken aan de toog ), daaronder de principiële hoe- en waaromvragen los van
deze specifieke gebeurtenis ( nadenken over de maatschappij en de mens ) en
daaronder uiteindelijk de filosofische vragen. Hoe, hoe gaan we ermee om/ waarom, en is dat ook goed dat het gebeurt en
dat we er zus of zo mee omgaan? Maar vooral!!! Die laatste vragen, willen ze
filosofisch zijn, stellen we los van de specifieke anekdotiek.
Waar gaat het dus (niet !? ) over : Michelle Martin en
het bijhorende circus van deze zomer.
Hieronder één voorzet waarin ik één aspect van deze
gebeurtenis aangeef.Het hoeft niet
alleen daarover te gaan, maar ik geef het als mogelijkheid.
(
Voor alle duidelijkheid, de kern waarover ik het hieronder heb is de
spraakverwarring en het onbegrip dat er heerst tussen hoger en minder hoog
opgeleiden van zodra er zich maatschappelijke fenomenen voordoen die een ethisch
oordeel vragen -annex, het conflict
tussen politiek correct en politiek incorrect). ( Parenthese binnen de
parenthese : Is er een verband tussen hoger/lager-opgeleid en politiek
correct-incorrect ?? ) ( parenthese= tussenhaakjes gezet)
Niet dat ik nu
zon groot voorstander ben van volkswoede en publieke lynchpartijen, maar er
lijkt me toch iets merkwaardigs aan de hand met de hevige afkeuring die ik hoor
en lees in mijn politiek correcte biotoop als ze het over de volkse reacties
hebben op de vervroegde vrijlating van Michelle Martin. Het plebs wordt streng
terecht gewezen want ze hebben weer eens niets begrepen van de werking van de
rechtsstaat. Mensen die gisteren nog zeer onheuse dingen zegden over
wereldvreemde en vooral pedofiele Monseigneurs hebben het vandaag over de moed
van de kloosterzusters die zich helemaal uitleven in hun kerntaken, de
barmhartigheid en de vergeving. Akkoord het ene heeft niets met het andere te
maken, maar de gretigheid van de verwijten valt me toch op.
Nog iets dat
er niets mee te maken heeft maar toch een analogie bevat, waren en zijn de
opgeheven vingertjes bij het culpabiliseren van de plebejers die inderdaad
weinig genuanceerd hun ongenoegen en vooral onbegrip etaleerden toen hun
wijken werden overgenomen door nieuwe Belgen met een hele reeks eigen gewoonten.
Dat hadden en hebben ze blijkbaar ook helemaal verkeerd begrepen.
Toen de
populisten daar handig gebruik van gingen maken dat is dan weer hun kerntaak natuurlijk
toen waren de reacties navenant. Terwijl je toch moeilijk van een verassing kon
spreken.
Wat is dat
toch met dat onbegrip en die spraakverwarring tussen de hoger opgeleiden en het
volk dat ze zo graag verdedigen? Trouwens, zo nieuw is dat fenomeen niet, want
Rousseau had het toch ook over de Edele Wilde?
Ik begrijp het
theoretisch mechanisme achter de vervroegde invrijheidstelling, maar moet toch
altijd weer een dosis empathie onderdrukken als ik de vertwijfeling in de ogen
van de proleten zie. Ze begrijpen ècht niet meer hoe iemand die enfin, u kent
haar palmares -hoe zo iemand nog over
rechten blijkt te beschikken. Er is ongetwijfeld nagedacht over de wet Lejeune
en mensen die het kunnen weten zullen vertellen dat de maatschappij er alle
belang bij heeft dat iemand die een misstap begaan heeft toch een perspectief
behoudt om later op een gezonde manier opnieuw in vrijheid te kunnen
functioneren. Maar er zijn graden van kwaad. Mijn geest is niet ziek genoeg om
zo meteen iets te bedenken dat straffer is dan wat mevrouw Martin heeft
uitgehaald.
Maar in zekere
zin heeft Martin er zelfs weinig mee te maken. De vaststelling dat het volk de
werking van onze rechtsstaat niet helemaal meer begrijpt dateert niet van deze
vervroegde vrijlating. U kent het trieste lijstje; vrijgelaten herrieschoppers,
niet uitgevoerde straffen, vrijlating wegens procedurefouten, enfin vult u zelf
maar aan.
Of het cliché
opgaat dat een probleem dat politici niet kunnen uitleggen niet uit te leggen
valt, weet ik niet. Maar ik heb toch een hardnekkige achterdocht ontwikkeld
tegen filosofen die iets beweren dat werkelijk niemand begrijpt. Ze bestaan,
echt.
Als het volk
dus vandaag zijn ongenoegen op een ongenuanceerde en soms minder fijnzinnige
wijze uitschreeuwt, moeten we ons dan verbazen? Moeten we dan opnieuw klaar
staan met het opgeheven vingertje?
Wij
zien mekaar terug 25/9 fris, vol goede voornemens en veel voorstellen voor
jullie hoogsteigen blog.
Regionale bijeenkomst met
lezing door prof. dr. Johan
Braeckman.
Waar komt religie vandaan? - Waarom zijn mensen
gelovig? - Wat is voor de mens het nut van een geloofsneiging? De voorbije
jaren hebben meerdere auteurs denkbeelden naar voor gebracht om religie
wetenschappelijk te begrijpen. Sommige auteurs beweren dat er een God spot in
het brein aanwezig is, anderen zien religie als een typisch fenomeen afhankelijk
van het succes doorheen de tijd.
In deze voordracht worden de ideeën
gewikt en gewogen en is er uiteraard ruimte voor discussie.
zaterdag
15 september 2012 van 11.00 u. tot 13.00 u. in het OpenLeerCentrum,
administratieve blok van het Technisch Atheneum Het Spoor, Leenhofstraat 33 -
2400 Mol.
Iedereen welkom! - Gratis inkom - vrije gift
mogelijk.
Een organisatie van HVV/HV Mol en Provinciaal
Samenwerkingsverband HVV Antwerpen.
EUTHANASIE EN
ORGAANDONATIE EUTHANASIE ET DON D'ORGANES
zaterdag - samedi
29 / 09 / 2012
9:00
onthaal /
acceuil
9:30 - 10:00
Wim Distelmans en Lieve
Thienpont: euthanasie, wetgeving en cijfers / euthanasie, legislation et
chiffres
10:00 - 10:25
Olivier Detry:
orgaantransplantatie en donatie in België / transplantation et don d'organes
en Belgique
10:25 - 10:50
Dirk Ysebaert:
euthanasie en orgaandonatie / euthanasie et don d'organes
10:50 - 11:15
Dirk Van Raemdonck:
resultaten van de transplantatie van organen van donoren na euthanasie /
résultats de la transplantation d'organes de donneurs après
euthanasie
11:15 - 11:45
pauze / pause
11:45 - 13:00
panelgesprek over
de praktische, ethische en juridische vragen met / panel de discussion des
questions pratiques, éthiques et juridiques avec: Patrick Evrard, Luc
Michel, Freddy Mortier, Geneviève Schamps en Patrick Wyffels onder leiding
van / dirigé par: Johny Vansevenant
Auditorium
Herman Teirlinck KBC-gebouw: Havenlaan 2 Brussel / Avenue du port 2
Bruxelles
Accreditering aangevraagd
in ethiek en economie (rubr. 6) /
accréditation en éthique et économie demandée (rubr. 6)
Simultaanvertaling Nederlands en Frans / traduction simultanée en
Néerlandais et Français
Wetenschappelijk comité / comité
scientifique: Marc Cosyns, Ignaas
Devisch, Wim Distelmans, Patrick Evrard, Marc Goethals, Jan Lamote, Jan
Lerut, Michel Meurisse, Xavier Rogiers, Benoît Rondelet, Jacques
Sennesael, Lieve Thienpont, Tony Van Loon, Dirk Van Raemdonck, Sofie
Vercoutere, Dirk Ysebaert
We nodigen u graag uit voor de lezing en masterclass over
Ethiek in de rechtzaal door
prof. dr.Allan C. Hutchinson op 3 en 4 oktober
2012.
Klik op de foto om de folder te
openen.
Allan C. Hutchinson maakt deel uit van Osgoode Hall Law School,
York University, Canada. Hij is bachelor in de rechten (Londen), master in de
rechten (Manchester) en doctor in de rechten (Manchester). Hij pleit voor Grays
Inn en de Balie van Ontario.
De vraag of en hoe ethiek in de rechtszaal aan bod komt, wordt
niet alleen vanuit het beroep zelf gesteld. Wat wel en niet kan in de
rechtszaal, is voorwerp van publiek debat. Hoe ver kan een advocaat gaan in de
verdediging van zijn cliënt? Wat met het beroepsgeheim en de waarheidsplicht?
Spelen de media een geoorloofde rol? Hoe gaan advocaten en magistraten om met
juridische spitstechnologie?
Kan het ethisch zijn om onethisch te zijn? lezing (in het Engels) en paneldebat met stafhouder Dirk
Lindemans, Mr. Walter Van Steenbrugge en stafhouder Edward Janssens op
woensdag 3 oktober 2012, 19.00u-21.30u, Aula R.001 op de
UA-Stadscampus accreditatie voor advocaten (2 niet-juridische punten,
OVB) en gerechtelijke stagiaires (1 punt, IGO)
Het is nu eenmaal zo, dat overal in de wereld het echte
en kernachtige schijnt terug te treden voor het gladde en vlotte.
Het partijstelsel in de politiek en overal de
evenredige vertegenwoordiging daarbij, de noodzaak van aktes en
diplomas in bijna alle betrekkingen, heel die ordening werkt als een zeef,
die alleen de conformistische naturen doorlaat.
De burgemeester verdient haar geld met filosofie-onderwijs, het gemeentehuis biedt onderdak aan een heuse dorpsdenker. Is het zuid-Italiaanse Corigliano d'Otranto het meest filosofische plaatsje ter wereld?
Volgens mij weet de raad van psychologen niet wat een filsofische consultant doet
Dorpsfilosoof Graziella Lupo
Er zijn niet veel gemeenteraden die in hun resoluties Socrates en Spinoza aanhalen,schrijftThe Guardian deze week in een reportage. Maar inCorigliano d'Otranto(5889 inwoners) lijkt het inmiddels redelijk normaal.
Sinds filosofiedocent Ada Fiore het lokale bestuur leidt, hangen er in het dorp keramische borden met diepzinnige leuzen. In café's en winkels verspreidt de gemeente kaartjes met existentiële kwesties. Als het aan Fiore ligt, buigen de heren aan de toog zich over vragen als 'waarom werd je geboren?'.
Wie zich intensiever wil laten bevragen kan op vrijdagmiddag terecht in het gemeentehuis. Daar zetelt Graziella Lupo, de dorpsfilosoof met wie burgers kunnen doordenken. De gemeentelijke budgetten zouden er geen last van hebben: iedere cliënt moet 15 euro vergoeding betalen.
Misleidend en verwarrend Kritiek is er ook. Het hoofd van de regionale beroepsgroep voor psychologen spreekt schande van Lupo's rol als geestelijk adviseur. Het feit dat inwoners bij hem terecht kunnen met vragen is volgens hem 'niet alleen verwarrend', maar ook 'uiterst misleidend'. De beroepsgroep zal naar eigen zeggen alles in het werk stellen om zijn 'misbruik' tegen te gaan.
Lupo is niet onder de indruk van dat dreigement. De consulten zijn geen emotionele hulp, vertelt hij in The Guardian, maar Socratische dialoog die vooral draait om ideeën. 'Volgens mij weet de raad van psychologen niet wat een filsofische consultant doet. En bovendien: hun kritiek is sowieso gespeend van enige epistemologische inhoud.'
Ik post een artikel van de Gentse filosoof Patrick Loobuyck omdat het een uitstekend voorbeeld is van een degelijke argumentatie. Of we het met zijn stelling eens zijn of niet doet niet ter zake. Het onderwerp zelf is ook even niet aan de orde. Het gaat er enkel om te zien hoe er geanaliseerd en geargumenteerd wordt.
1- omschrijving en kadering van het thema 2- iemand beweert iets - wat is het probleem? 3- waarin heeft hij gelijk en hoeven we dus niets te weerleggen? 4- waarin heeft hij geen gelijk? 5- opsplising en analyse 6- wat zijn de deelaspecten? 7- juist of verkeerd? 8- weerlegging of niet 9- conclusie
Veel studiegenot, Max
Hieronder het artikel:
De voorbije twee weken was er veel te doen rond het boerkaverbod. In Molenbeek was er de rel met de niqabdraagster die een politieagente verwondde en door Sharia4Belgium in bescherming werd genomen. Eerder al, op 26 mei, hadDe Morgenhoofdredacteur Wouter Verschelden in een ophefmakend edito het boerkaverbod een schromelijke vergissing genoemd. Het verbod gaat in tegen de godsdienstvrijheid, is buiten proportie en zou ons land schade berokkenen. Er ontstond een debat waarin heel wat mensen pro en contra van zich lieten horen. Dit debat leidde tot een spraakmakend interview van Wouter Verschelden met Etienne Vermeersch. Deze laatste had ook al eerder die week samen met Dirk Verhofstadt de verdediging van het boerkaverbod op zich genomen.
Zowel in zijn edito als in het gesprek met Vermeersch over het boerkaverbod legt Verschelden veel nadruk op de godsdienstvrijheid als grondrecht. Verschelden, die tegen het boerkaverbod is, wijst erop dat het ontstaan van mensenrechten nauw verweven is met de bescherming van religieuze minderheden. Hij waarschuwt voor het gevaar om in het religieuze in te grijpen en verwijt Vermeersch dat hij met zijn positie de godsdienstvrijheid met één klap van tafel veegt. Net als vele andere tegenstanders van het boerkaverbod overschat Verschelden hier echter het belang van de godsdienstvrijheid. We verklaren ons nader.
Verschelden heeft gelijk dat de strijd voor godsdienstvrijheid een belangrijke rol heeft gespeeld in het ontstaan van de liberale rechtstaat die de bescherming van grondrechten als functie heeft. De geschiedenis van de tolerantie, is in belangrijke mate de geschiedenis van dereligieuzetolerantie. Historisch gezien is de godsdienstvrijheid een van de felst bevochten en een van de eerste grondrechten. De vrijheid is pas later uitgebreid naar andere domeinen zoals vrijheid van meningsuiting, vrijheid van organisatie, vrijheid van onderzoek, recht op privacy, etc. De godsdienstvrijheid was de katalysator om ook andere vrijheden af te dwingen. Dat de Tolerantiebrief van John Locke uit 1689 enkel over (beperkte) religieuze tolerantie gaat, terwijl het werk van John-Stuart MillOn Libertyuit 1859 over de vrijheid in haar algemeenheid gaat, is illustratief.
Verschelden verwart echter de historische relevantie met de politieke en ethische relevantie. Dat de godsdienstvrijheid een van de eerst verworven rechten is, maakt haar niet tot de meest fundamentele vrijheid. Er is geen reden om godsdienstvrijheid als een bijzonder en apart terrein te beschouwen waar de overheid zo goed als nooit mag op ingrijpen. Wie dit toch doet, suggereert dat mensen die een godsdienst aanhangen, dankzij de godsdienstvrijheid, meer mogen dan mensen die geen godsdienst aanhangen. Dit druist in tegen het basisprincipe van onze democratische rechtstaat, namelijk dat de overheid haar burgers als vrije en gelijke individuen moet behandelen, wat ook hun levensbeschouwelijke achtergrond is.
Historisch gezien is het begrijpelijk dat mensenrechtenverdragen en grondwetsteksten de godsdienstvrijheid hoog in het vaandel dragen, maar dit mag er niet toe leiden dat die vrijheid altijd zwaarder zou wegen dan andere vrijheden. De godsdienstvrijheid is niet absoluut en onaantastbaar, sterker nog, de vraag is legitiem of de godsdienstvrijheid als een apart recht wel nog de aandacht verdient die ze vandaag vaak krijgt. Inhoudelijk is de godsdienstvrijheid slechts een afgeleide, een concretisering van meer algemene vrijheden. De meest fundamentele vraag is de volgende: zijn er (discriminerende, mensonterende, maatschappijverstorende) handelingen of opinies die toegelaten zouden moeten zijn en die enkel door de godsdienstvrijheid beschermd kunnen worden en niet onder de gewetensvrijheid, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van organisatie vallen?
De godsdienstvrijheid is belangrijk, maar ze mag nooit misbruikt worden om dingen toe te staan die zonder de godsdienstvrijheid niet door de beugel kunnen. Als we tolereren dat religieuze leiders beweren dat homofilie een onnatuurlijke ziekte is (je hoort het bij joden, christenen en moslims) dan moeten we dit niet doen omwille van de godsdienstvrijheid, maar omwille van de vrijheid van meningsuiting. Hoe fout ook, als gelovigen dit mogen zeggen, dan ook ongelovigen. Omgekeerd kunnen religies ook geen gebruik maken van de godsdienstvrijheid om blasfemische of kwetsende uitspraken van religiecritici te censureren ook hier geldt dat de vrijheid van meningsuiting voorrang krijgt. Dat de woordvoerder van Sharia 4Belgium oproept om homos ter dood te veroordelen en, zoals deze week nog maar eens het geval was, haat predikt tegen niet- en andersgelovigen kan echter niet getolereerd worden.
Ook al zou Belkacem kunnen aantonen dat hij zich woordelijk op de Koran beroept, de godsdienstvrijheid kan hier niet spelen omdat hij de grenzen van een meer fundamentele vrijheid heeft overtreden, namelijk de vrijheid van meningsuiting. Dat een opvatting immoreel, onjuist, kwetsend of beledigend is, kan op zich nooit een reden zijn voor censuur; echter wanneer het uiten van bepaalde meningen een reëel risico tot (fysische) schade en een beperking van vrijheidsrechten van anderen inhoudt, moet de overheid optreden. Meningen die aanzetten tot geweld vallen niet onder de vrijheid van meningsuiting. Een betoging tegen kwetsende cartoons of tegen een boerkaverbod is legitiem; in die betoging opruiend oproepen om vernielingen aan te brengen is dat niet; een fatwa die oproept om een journalist of schrijver te doden, is er ver over.
Terug naar het boerkaverbod: of de Koran al dan niet voorschrijft dat moslims een boerka dragen, een argument waar Vermeersch belang aan hecht, is niet relevant. Gelovigen en religieuze groepen zijn vrij om zelf uit te maken wat wel en wat niet tot de eigen godsdienst behoort. Daar heeft de overheid geen zaken mee. Ook het argument dat een boerkaverbod emanciperend werkt, is geen goed argument. Het verbod zal voor de ene vrouw bevrijdend werken, voor de andere is het een inperking van vrijheid. De vraag inzake de boerka is de volgende: moeten we alle mensen, wat ook hun levensbeschouwelijke overtuiging is, de vrijheid geven om volledige geanonimiseerd de publieke ruimte te betreden? Indien we dit niet wenselijk vinden, en ik ben die mening toegedaan, dan kunnen we dit verbieden als daar een democratische meerderheid voor te vinden is.
Het boerka-verbod is trouwens terecht niet als boerka-verbod geformuleerd. De wettekst viseert alle kledij in publieke toegankelijke plaatsen "die het gezicht volledig, dan wel grotendeels bedekt". Deze maatregel kan neutraal verantwoord worden in termen van openbare orde en veiligheid. De godsdienstvrijheid vermag daar niets tegen. Het debat over de boerka zou in dat opzicht aanleiding kunnen zijn om een meer diepgaande discussie te voeren over de plaats van de godsdienstvrijheid in een seculiere rechtstaat. Deze vrijheid is belangrijk, maar ze verdient een meer bescheiden plaats dan sommigen haar willen toekennen. Door teveel nadruk te leggen op de godsdienstvrijheid als een aparte categorie, kunnen mogelijks dingen toegelaten worden die we beter zouden verbieden. In deze val mogen we niet trappen.
De auteur is moraalfilosoof verbonden aan de universiteiten van Antwerpen en Gent.
Zoals gezegd breng ik geen verslag uit maar probeer de
algemene teneur weer te geven. Dat betekent bij voorbeeld dat u eventueel uw
eigen standpunt niet exact terugvindt.
We hebben vrijwel onmiddellijk de algemeenheden
verschrikkelijk/verwerpelijk/waar gaat dat naartoe met de wereld/slechtheid van
de mens enz - achter ons gelaten en zijn vrij snel uitgekomen op een , niet
unaniem, maar vrij algemeen aanvoelen dat er ongeveer zo uitzaag:
Hoe verwerpelijk ook, als we een poging doen om de
gedachtegang van de moordenaar te begrijpen( !!! niet goedpraten !!! dat gaf ook aanleiding tot debat. Is een
poging tot begrijpen ook automatisch een verpakt goedpraten? )dan zag dat er min of meer zo uit:een diep en langdurig ongenoegen en afkeuring
van de volgens hem te lakse immigratiepolitiek van de Noorse overheid werd
eventueel wel verwoord door een groot deel van de bevolking maar Breivik
hadhet gevoel dat al die protesten van
de verkozen Linkse overheden afliepen als water van een eend. Al die frustratie
kanaliseert zich in veel hoofden tot een proteststem op een populistisch partij
die instant oplossingen belooft op alle problemen. Niet slim, maar dat is het
mechanisme. In het hoofd van een zieke geest gaat dat blijkbaar op een andere
manier gisten en stinken tot een radicalisatie en een geheel eigen onwrikbare
logica die dan uiteindelijk als een zweer openbarst. Nogmaals, deze poging tot
begrijpen werd door niemand in geen enkel opzicht gezien als een vorm van
begrip opbrengen.
Toen stelde Betty de pertinente vraag: wie is er bang voor
de islamisering. Deze mini-enquête leverde ongeveer een fiftyfifty op. Maar
werkelijk iedereen koppelde daar een ja,maar- of neen,maar-verhaal aan vast.
Ja, maar mijn Marokkaanse buurman is een prima kerel of Neen, maar ik denk wel
aan mijn kleinkinderen enz
Voor mij levert dat minstens twee vaststellingen op. ( Mocht
het resultaat van ons mini-enquête representatief zijn)
1)Of dat ongenoegen en die angsten nu terecht zijn
of niet, een groot gedeelte van de bevolking plaatst minstens een vraagteken
bij het immigratiebeleid van de laatste dertig jaar. Het spectrum van meningen
erover is zeer breed, maar de groep die zegt: dat hebben onze overheden in het
verleden en heden uitstekend geregeld, lijkt me uitermate klein.
Ook al zou die meerderheid van misnoegden zich
ten gronde vergissen, dan nog is het geen goed idee een meerderheid volkomen te
negeren tot zelfs te culpabiliseren ( jullie rukken naar Rechts / jullie zijn
racisten enz ) .
2) Als je echteriemand concreet de vraag stelt wat hij/zij
dan voelt bij die islamisering van het Westen, dan krijg je zeer uiteenlopende
antwoorden die niet overeen lijken te komen met de bijna unanieme veroordeling
van het immigratiebeleid.
Ten slotte: Als ikzelf als advocaat van de duivel en Ron uit
overtuiging die unanieme houding in vraag stel dan zijn onmiddellijk opnieuw
alle poppen aan het dansen. Opnieuw sterke meningen en overtuigingen.
Voorbeeld. 1/ Als je probeert te begrijpen ( !! niet begrip opbrengen ) hoe Breivik
zijn logica tot stand gekomen is dan moet je ook proberen te begrijpen hoe de
frustratie gegroeid is bij moslimjongeren die hun toevlucht gezocht hebben in
de radicale islam.
2/ Die zogezegde problemen met de migranten, zijn die er
wel? Al zelf meegemaakt? En zo ja, zijn dat dan niet de problemen die je hoe
dan ook zou verwachten als je mensen in een uitzichtloze armoede laat waar ze
moeilijk uit kunnen ontsnappen. Hebben die problemen dus wel iets met migratie,
laat staan met islam te maken?
Twee voorbeelden van vragen die voor het nodige tumult
zorgden.
Nogmaals, dit is een algemene indruk en dus niet
noodzakelijk uw mening. Zo vond Eduard bij voorbeeld dat de islam een van de
mooiste religies was en stelt Ron zich de vraag of er nu echt zoveel problemen
zelf beleefd worden en zo ja of die dan door de migratie, laat staan de islam,
veroorzaakt zijn.
Mocht je willen reageren, graag, maar stuur dan steeds alles
alleen naar mij en ik stuur door.
Voorlopige Conclusie: Wij hebben uiteraard ook geen
oplossing, maar het al of niet terecht ongenoegen negeren is geen goed idee.
Het volgende onderwerp wordt zoals gewoonlijk toegestuurd.
Onze vorige bijeenkomst heeft aan het licht gebracht dat wij
alleszins voor wat onze religieuze ingesteldheid betreft merkwaardig
normaal zijn. Of dat goed nieuws is maakt iedereen voor zichzelf wel uit.
Wij blijken namelijk, bij onze mini-enquête naar de
invulling van onze levensbeschouwing, griezelig dicht bij de standaard uitkomst
van dat soort echte grote landelijke enquêtes uit te komen.
Een kleine minderheid zegt te geloven in een persoonlijke
God die aanspreekbaar is en waaraan je iets kunt vragen. Een andere kleine
minderheid is voor het volle pond atheïst tot zelfs materialist ( Al het zijnde
bestaat uit materie of wordt door materie veroorzaakt). De rest zit daar ergens
tussenin. De redenen waarom zij die andere werkelijkheid niet God wensen te
noemen zijn divers, maar één ding is duidelijk, onze taal is ongeschikt om dat
andere te beschrijven. Aan een materialist uitleggen wat je dan juist
gelooft is bijzonder moeilijk, waarschijnlijk onmogelijk.
De pogingen tot beschrijving variëren tussen aan de ene kant
een niet weten- en daarom niet uitspreken tot aan de andere kant een tegen
de esoterie aanschurkende beschrijvingen die nog mysterieuzer zijn dan God
zelf.
Met andere woorden, onze groep is statistisch door en door
normaal.
We gaan zien hoe dat zit met onze standpunten i.v.m. Anders
Breivik, de Noorse moordenaar die 77 mensen neerschoot. Valt daar over te
filosoferen? Uiteraard niet als we ons beperken tot de normale cafépraat:t Is toch onbegrijpelijk hé/ ophangen / valt
niet te vatten / waar gaat dat naartoe met de wereld?/ de mens is slecht enz
enz
Die bedenkingen hebben we al gemaakt. Die inzichten en de
variaties erop moeten we dus niet meer herhalen.
Er zijn nogal wat invalshoeken die valabel lijken maar ons
toch alle kanten kunnen uitsturen. De vraag is of dat erg hoeft te zijn. Ons
mindmapping-systeem op het bord met de omcirkelde key-words houdt ons toch
meestal wel bij de les.
Daarom enkele lossen voorzetten die ook niet meer zijn dan
dat, voorzetten. Het gaat niet om mijn mening.
üWat is toerekeningsvatbaarheid?
üIs dat een wit-zwart begrip of is er ook een
grijze zone?
üElkaar tegensprekende experts wat doe je daar
als leek mee?
üLijkt de gedachtegang van Breivik niet bijzonder
logisch coherent? (coherent betekent niet correct, maar samenhangend !!)
( Ik expliciteer hier even die gedachtegang: (Die van
Breivik, niet de mijne !!) De achtereenvolgende socialistische of anderszins
Linkse Noorse regeringen hebben ervoor gezorgd dat er een te grote groep mensen
met een andere cultuur, taal, gewoonten, waarden, normen en vooral godsdiensten
Noorwegen binnenstroomde. De eigen cultuur komt in de verdrukking. Alle
mogelijke pogingen van de gewone Noor om door die Linkse elite gehoord te
worden ivm zijn bezwaren werden weggewuifd. Op dat eiland kwamen de toekomstige
socialistische leiders bijeen. Ik heb daarom een kleiner kwaad moeten
aanrichten om later een groter kwaad te vermijden).
üLijkt de gedachtegang van Breivik niet verdacht
veel op een doorgeschoten ziekelijke vorm van wat veel gewone mensen in het
Westen ook vinden?
üIs er inderdaad een verrechtsing in het Westen
en is dat dan een slechte zaak?
üWaardoor wordt die veroorzaakt?
Ik wil er nogmaals op drukken dat dit slechts voorzetten
zijn ( en zeker geen meningen, laat staan de mijne ) die jullie moeten
aanvullen met andere inzichten en invalshoeken.
Ik heb de indruk dat er de laatste maanden, behalve bij
enkele leden, een verzwakking van de voorbereiding opgetreden is. Zowel het
vooraf overdenken als het achteraf herbekijken maken deel uit van de oefening. Er
is bij het begin van de bijeenkomst, om de trein op gang te trekken, nog altijd
behoefte aan korte, duidelijke, compacte en gefundeerde stellingen. Desnoods
over een deel van een deelaspect. De volledige complexiteit in één hap proberen
te vatten is niet nodig, niet haalbaar en heeft ook geen zin.
Onze vorige samenkomst is pittig maar vrij gedisciplineerd
verlopen. Het door elkaar heen roepen is sterk verminderd en het poneren van
ongefundeerde uitspraken viel ook best mee. Dat motiveert me om volgende keer
een onderwerp aan te vatten dat verre van gemakkelijk zal zijn. De groep heeft
gekozen voor ( werktitel ) religie. Veel te breed natuurlijk, maar mits de
nodige krijtlijnen valt dat wel te behappen.
Daarom enkele
afspraken, waarover gaan we het wel en waarover niet hebben:
Laten
we eens proberen te onderzoeken hoe de hedendaagse moderne West-Europese
gelovige zijn beeld ervaart van datgene wat het waarneembare al of niet
overstijgt. Ligt er iets achter of boven die gewone werkelijkheid en zo ja,
wat kunnen we daar dan over zeggen? Als we daar iets over zeggen, hoe weten we
dat dan?
We hoeven het niet te hebben over specifieke
samenlevingsproblemen die er eventueel ontstaan zijn door het nieuwe samenleven
van grote groepen moslims en autochtonen. Maar het zou ook nogal flauw zijn te
doen alsof er met de instroom van Nieuwe Belgen niets veranderd zou zijn aan
het religieuze landschap in onze contreien. Het gaat inderdaad meestal om
mensen die zeer divers maar alleszins veel intenser omgaan met hun godsdienst.
Laten we niet in de val trappen en een hele middag besteden aan het zeuren over
de moslims of hoofddoeken.
Het onderwerp is dus: hoe ziet het geloof en vooral het moderne (autochtone)
geloof er in het Westen uit, eerder dan: wat zijn de
samenlevingsproblemen die ontstaan uit religieconflicten. Dat laatste kan ook
boeiend zijn, maar het zou ons een heel andere richting uitsturen.
Hoe dan ook, het onderwerp zal mij verplichten om nog
alerter dan gewoonlijk te letten en te reageren op loze beweringen en
onbruikbare definities. Let wel, een loze bewering is geen bewering waar ik het
niet me eens ben, maar een bewering die niet gefundeerd wordt.
En laten we vooral werk maken van definities. Dat is niet
alleen nodig opdat je gespreksgenoot zou weten wat je bedoelt, maar misschien
nog wel meer omdat het vaak aantoont dat datgene wat in je hoofd toch zo
evident leek, dat eigenlijk niet blijkt te zijn. Als je het niet kunt
uitleggen, dan valt het waarschijnlijk niet uit te leggen. Dat mag een cliché
zijn, maar clichés zijn nu eenmaal clichés geworden omdat ze dikwijls waar bleken
te zijn.
Op dat aspect van het moeilijk verwoorden moeten we toch
iets dieper ingaan. Het is best mogelijk dat woorden tekortschieten om een
ervaring van dat Hogere te beschrijven. Ook de atheïst moet zich van poëzie of
literatuur bedienen als hij iets over de stilte/liefde/schoonheid enz. te
zeggen heeft. Zelfs een wetenschapper kan alleen in wiskundige termen over de
allerkleinste deeltjes spreken. Dat is dus niet het probleem.
Wat wel een probleem is, is dat we aan die puur persoonlijke ervaring die
we niet kunnen verwoorden, laat staan kunnen bewijzen, allerlei conclusies
verbinden over de stand van de werkelijkheid en vooral hoe die werkelijkheid er
dan zou moeten uitzien.
Als je dus zegt: ik ervaar een aanwezigheid van iets dat ik
al of niet God noem en dat heeft mij doen inzien dat X of Y. Dan zeg ik prima,
daar heb ik niets op af te dingen. Maar als je vervolgens zegt: vermits dat X
en Y geldt, moet er in de maatschappij Z gebeuren. Dan ben ik niet meer akkoord
natuurlijk.
Want is het wel waar dat X en Y geldt? Als bewijs van X of Y heb je alleen je
particuliere ervaring, die ingeving die niet te controleren valt.
Soms zal het overkomen alsof ik me niet neutraal opstel.
Toch is het zo dat ik de normale vragen stel van zodraiemand iets beweert dat niet hard gemaakt
wordt. Net zoals ik dat met eender welk onderwerp zou doen. Voorbeeld: Iemand
stelt: Christus heeft gezegd ABC. Dan kan ik niet anders dan vragen hoe we dat
weten. De aller, aller vroegste letter over Christus werd decennia na zijn
overlijden op papier gezet. Er bestaat geen enkel geschreven verslag van een
ooggetuige. Werkelijk alles is minstens uit tweede en derde hand maar meestal
uit Nde hand. De evangeliën spreken elkaar tegen en dateren van eeuwen na zijn
overlijden. Alle teksten werden geschreven door zijn volgelingen in de strijd
tegen de vervolgers en kunnen dus moeilijk objectieve verslagen genoemd worden
enz enz
Dit lijken de opmerkingen van een tegenstander, maar, geef
toe, ze zouden perfect normaal gevonden worden moest het over een ander
onderwerp gaan.
Hoe dan ook, sorry I got carried away, terug naar
onze definities.
We hebben het al vaker meegemaakt, nu tijdens ons laatste
gesprek ook trouwens. Vage of ontbrekende definities maken het gesprek minstens
onduidelijk en vaak zondermeer onbegrijpelijk.
Als iemand zegt, ik geloof niet in God, noch in een
hiernamaals of Bijbelse wonderen. Christus is geen god maar een gewone man. Ik
bid niet en ik ga niet naar de Kerk. Maar ik ben wél een christen. Prima, maar
dan hebben we daar graag een KORT woordje uitleg bij.
( Over dat kort, toch nog iets meer uitleg. Ik hamer daar
niet op om jullie te pesten of om het nodeloos moeilijk te maken, maar doe de
oefening eens voor jezelf. Overdenk iets dat je wenst te vertellen, schrijf het
op en onderzoek dan eens of je de essentie niet korter, kernachtiger kunt
verwoorden. Je zult jezelf een dienst bewezen hebben want je zult meer inzicht
in je eigen gedachten verworven hebben.)
Als iemand zegt: spiritualiteit staat toch hoger dan alle
gewone geloof. Dat vernemen we graag wat je met spiritualiteit bedoelt.
Hier al vast mijn werkdefinities:
( Dit zijn niet de absolute door iedereen aanvaarde definities maar ze
dienen tot houvast.)
ØTheïsme: geloof in één persoonlijke god die
aanspreekbaar is en zich geopenbaard heeft.
ØDeïsme: Geloof in een God die alles geschapen heeft,
maar verwerpen geopenbaarde dogmas
ØAtheïsme: Is niet het geloof in niets, maar de
overtuiging dat er geen god of goden bestaan. De atheïst is er zich van bewust
dat het niet bestaan onmogelijk te bewijzen valt, maar het gaat volgens hem om
een extreme vorm van onwaarschijnlijkheid.
ØMaterialisme: al het zijnde bestaat uit materie
of wordt er door veroorzaakt. Alle niet materiële fenomenen zijn terug te
voeren op fysische oorzaken. Bv denken is niet materieel, maar resulteert uit
acties van de materie in onze hersenen.
ØAgnosticisme: Over het al of niet bestaan van
god kunnen we niets weten. !! Is niet hetzelfde al: weten we niets.
ØAnimisme: voorwerpen ( rivieren/ bomen ) zijn
bezield
ØPolytheïsme: meerdere goden ( Grieken/Romeinen )
ØPantheïsme: God doordringt al het zijnde Het
goddelijke en de wereld zijn één.
ØIetsisme: Ik geloof niet in God, maar er moet
toch Iets zijn.
ØPositivisme: positivus= het gegeveneNadruk op het feitelijke, het concrete.
ØHumanisme: Stelt de mens en niet god centraal
ØApofatisch: over God spreken door te zeggen wat
Hij niet is.
ØFictionalisme: God bestaat niet, maar we moeten
leven alsof Hij wel bestaat
ØBeleving without belonging: Ik geloof in God,
maar verbind me aan geen enkele kerk
ØBelonging without beleving: ik geloof niet in
god, maar hoor wel bij een kerkelijke gemeenschap
ØSociale gelovigen: Staan niet stil bij hun
geloof maar gaan voor feestelijke of scharniermomenten wel naar de kerk (
huwelijk, geboorte, communie, begrafenis)
ØTranscendentie: datgene wat de waarneembare
werkelijkheid overstijgt
ØMetafysica: filosofie van het wezen van de
werkelijkheid
ØMystiek: intuïtieve eenwording met de diepste
realiteit
ØSpiritualiteit: houding gericht op ervaringen
die onze relatie met de diepste realiteit belichamen.
ØSecularisatie: afnemen van de invloed van de
religie op de maatschappij. Verwereldlijking. In zake godsdiensten neemt de
overheid een volstrekte neutraliteit waar.
Veel werk dus tegen volgende keer. Maar dat maakt het de
moeite waard natuurlijk.
Voor volgende week dinsdag 27/3 hadden we als onderwerp
gekozen coma . Dat is zoweliets uit
de actualiteit als iets dat diverse EN persoonlijke invalshoeken mogelijk
maakt.
Ik heb dit en dat meegemaakt en ik heb dat zus en zo ervaren.
Daarom vraag ik me af of anderen dat ook zo voelen. Ik ben daar als volgt mee
omgegaan. Hoe zien anderen dat?Voorbeeld van een persoonlijke ervaring die een gesprek kan openen.
Prima als het compact gebeurt.
Ons standpunt tegenover coma moet zus of zo zijn want ik heb
dit of dat meegemaakt.= Onbruikbaar als argumentatie.
Laten we ook weinig tijd verliezen met welles-nietes over
wat coma nu eigenlijk is. De persberichtgeving ivm de Nederlandse prins Friso
heeft alleszins duidelijk gemaakt dat er niet zoiets is als 1 soort coma.
Er bestaat blijkbaar
een waaier van mogelijkheden en gradaties waar wij als leken ( ik ga er van uit
dat er geen gespecialiseerde dokters in onze groep zitten )weinig zinvol kunnen over praten.
Dat neemt niet weg dat er heel wat invalshoeken overblijven
om er ook als leek iets over te zeggen. Het is immers niet uitgesloten dat
ieder van ons ooit op een of andere manier betrokken partij wordt.
Laten we daarom afspreken dat,bij alle vormen van coma waar ook maar een beetje
kans bestaat op een gezonde recuperatie, het onderste uit de medische kast moet
gehaald worden om te redden wat er te redden valt. Het wordt filosofisch
interessant als we ons gaan afvragen hoe groot of hoe klein dat beetje kans
moet zijn. En wie dat dan moet bepalen? De arts, de familie, de patiënt, de
wetgever of mijnheer pastoor? En wat als de patiënt het niet meer kan zeggen?
En wat als hij/zij het vooraf gezegd heeft? Waarschijnlijk zal het vooral
draaien rond die soorten coma waar weinig of geen hoop meer overblijft. Of nog
erger, het locked-in syndroom.
Coma is volgens mij een uitstekend onderwerp om ons als
amateurfilosofen te oefenen in het zo nodige onderscheid tussen een
persoonlijke mening ( waar niets mis mee is) en een feitelijke vaststelling.
Tussen een illustratief voorbeeld en een als argument vermomde anekdote .