Beste Filokes,
Onze vorige samenkomst is pittig maar vrij gedisciplineerd
verlopen. Het door elkaar heen roepen is sterk verminderd en het poneren van
ongefundeerde uitspraken viel ook best mee. Dat motiveert me om volgende keer
een onderwerp aan te vatten dat verre van gemakkelijk zal zijn. De groep heeft
gekozen voor ( werktitel ) religie. Veel te breed natuurlijk, maar mits de
nodige krijtlijnen valt dat wel te behappen.
Daarom enkele
afspraken, waarover gaan we het wel en waarover niet hebben:
Laten
we eens proberen te onderzoeken hoe de hedendaagse moderne West-Europese
gelovige zijn beeld ervaart van datgene wat het waarneembare al of niet
overstijgt. Ligt er iets achter of boven die gewone werkelijkheid en zo ja,
wat kunnen we daar dan over zeggen? Als we daar iets over zeggen, hoe weten we
dat dan?
We hoeven het niet te hebben over specifieke
samenlevingsproblemen die er eventueel ontstaan zijn door het nieuwe samenleven
van grote groepen moslims en autochtonen. Maar het zou ook nogal flauw zijn te
doen alsof er met de instroom van Nieuwe Belgen niets veranderd zou zijn aan
het religieuze landschap in onze contreien. Het gaat inderdaad meestal om
mensen die zeer divers maar alleszins veel intenser omgaan met hun godsdienst.
Laten we niet in de val trappen en een hele middag besteden aan het zeuren over
de moslims of hoofddoeken.
Het onderwerp is dus: hoe ziet het geloof en vooral het moderne (autochtone)
geloof er in het Westen uit, eerder dan: wat zijn de
samenlevingsproblemen die ontstaan uit religieconflicten. Dat laatste kan ook
boeiend zijn, maar het zou ons een heel andere richting uitsturen.
Hoe dan ook, het onderwerp zal mij verplichten om nog
alerter dan gewoonlijk te letten en te reageren op loze beweringen en
onbruikbare definities. Let wel, een loze bewering is geen bewering waar ik het
niet me eens ben, maar een bewering die niet gefundeerd wordt.
En laten we vooral werk maken van definities. Dat is niet
alleen nodig opdat je gespreksgenoot zou weten wat je bedoelt, maar misschien
nog wel meer omdat het vaak aantoont dat datgene wat in je hoofd toch zo
evident leek, dat eigenlijk niet blijkt te zijn. Als je het niet kunt
uitleggen, dan valt het waarschijnlijk niet uit te leggen. Dat mag een cliché
zijn, maar clichés zijn nu eenmaal clichés geworden omdat ze dikwijls waar bleken
te zijn.
Op dat aspect van het moeilijk verwoorden moeten we toch
iets dieper ingaan. Het is best mogelijk dat woorden tekortschieten om een
ervaring van dat Hogere te beschrijven. Ook de atheïst moet zich van poëzie of
literatuur bedienen als hij iets over de stilte/liefde/schoonheid enz. te
zeggen heeft. Zelfs een wetenschapper kan alleen in wiskundige termen over de
allerkleinste deeltjes spreken. Dat is dus niet het probleem.
Wat wel een probleem is, is dat we aan die puur persoonlijke ervaring die
we niet kunnen verwoorden, laat staan kunnen bewijzen, allerlei conclusies
verbinden over de stand van de werkelijkheid en vooral hoe die werkelijkheid er
dan zou moeten uitzien.
Als je dus zegt: ik ervaar een aanwezigheid van iets dat ik
al of niet God noem en dat heeft mij doen inzien dat X of Y. Dan zeg ik prima,
daar heb ik niets op af te dingen. Maar als je vervolgens zegt: vermits dat X
en Y geldt, moet er in de maatschappij Z gebeuren. Dan ben ik niet meer akkoord
natuurlijk.
Want is het wel waar dat X en Y geldt? Als bewijs van X of Y heb je alleen je
particuliere ervaring, die ingeving die niet te controleren valt.
Soms zal het overkomen alsof ik me niet neutraal opstel.
Toch is het zo dat ik de normale vragen stel van zodra iemand iets beweert dat niet hard gemaakt
wordt. Net zoals ik dat met eender welk onderwerp zou doen. Voorbeeld: Iemand
stelt: Christus heeft gezegd ABC. Dan kan ik niet anders dan vragen hoe we dat
weten. De aller, aller vroegste letter over Christus werd decennia na zijn
overlijden op papier gezet. Er bestaat geen enkel geschreven verslag van een
ooggetuige. Werkelijk alles is minstens uit tweede en derde hand maar meestal
uit Nde hand. De evangeliën spreken elkaar tegen en dateren van eeuwen na zijn
overlijden. Alle teksten werden geschreven door zijn volgelingen in de strijd
tegen de vervolgers en kunnen dus moeilijk objectieve verslagen genoemd worden
enz enz
Dit lijken de opmerkingen van een tegenstander, maar, geef
toe, ze zouden perfect normaal gevonden worden moest het over een ander
onderwerp gaan.
Hoe dan ook, sorry I got carried away, terug naar
onze definities.
We hebben het al vaker meegemaakt, nu tijdens ons laatste
gesprek ook trouwens. Vage of ontbrekende definities maken het gesprek minstens
onduidelijk en vaak zondermeer onbegrijpelijk.
Als iemand zegt, ik geloof niet in God, noch in een
hiernamaals of Bijbelse wonderen. Christus is geen god maar een gewone man. Ik
bid niet en ik ga niet naar de Kerk. Maar ik ben wél een christen. Prima, maar
dan hebben we daar graag een KORT woordje uitleg bij.
( Over dat kort, toch nog iets meer uitleg. Ik hamer daar
niet op om jullie te pesten of om het nodeloos moeilijk te maken, maar doe de
oefening eens voor jezelf. Overdenk iets dat je wenst te vertellen, schrijf het
op en onderzoek dan eens of je de essentie niet korter, kernachtiger kunt
verwoorden. Je zult jezelf een dienst bewezen hebben want je zult meer inzicht
in je eigen gedachten verworven hebben.)
Als iemand zegt: spiritualiteit staat toch hoger dan alle
gewone geloof. Dat vernemen we graag wat je met spiritualiteit bedoelt.
Hier al vast mijn werkdefinities:
( Dit zijn niet de absolute door iedereen aanvaarde definities maar ze
dienen tot houvast.)
Ø
Theïsme: geloof in één persoonlijke god die
aanspreekbaar is en zich geopenbaard heeft.
Ø
Deïsme: Geloof in een God die alles geschapen heeft,
maar verwerpen geopenbaarde dogmas
Ø
Atheïsme: Is niet het geloof in niets, maar de
overtuiging dat er geen god of goden bestaan. De atheïst is er zich van bewust
dat het niet bestaan onmogelijk te bewijzen valt, maar het gaat volgens hem om
een extreme vorm van onwaarschijnlijkheid.
Ø
Materialisme: al het zijnde bestaat uit materie
of wordt er door veroorzaakt. Alle niet materiële fenomenen zijn terug te
voeren op fysische oorzaken. Bv denken is niet materieel, maar resulteert uit
acties van de materie in onze hersenen.
Ø
Agnosticisme: Over het al of niet bestaan van
god kunnen we niets weten. !! Is niet hetzelfde al: weten we niets.
Ø
Animisme: voorwerpen ( rivieren/ bomen ) zijn
bezield
Ø
Polytheïsme: meerdere goden ( Grieken/Romeinen )
Ø
Pantheïsme: God doordringt al het zijnde Het
goddelijke en de wereld zijn één.
Ø
Ietsisme: Ik geloof niet in God, maar er moet
toch Iets zijn.
Ø
Positivisme: positivus= het gegevene Nadruk op het feitelijke, het concrete.
Ø
Humanisme: Stelt de mens en niet god centraal
Ø
Apofatisch: over God spreken door te zeggen wat
Hij niet is.
Ø
Fictionalisme: God bestaat niet, maar we moeten
leven alsof Hij wel bestaat
Ø
Beleving without belonging: Ik geloof in God,
maar verbind me aan geen enkele kerk
Ø
Belonging without beleving: ik geloof niet in
god, maar hoor wel bij een kerkelijke gemeenschap
Ø
Sociale gelovigen: Staan niet stil bij hun
geloof maar gaan voor feestelijke of scharniermomenten wel naar de kerk (
huwelijk, geboorte, communie, begrafenis)
Ø
Transcendentie: datgene wat de waarneembare
werkelijkheid overstijgt
Ø
Metafysica: filosofie van het wezen van de
werkelijkheid
Ø
Mystiek: intuïtieve eenwording met de diepste
realiteit
Ø
Spiritualiteit: houding gericht op ervaringen
die onze relatie met de diepste realiteit belichamen.
Ø
Secularisatie: afnemen van de invloed van de
religie op de maatschappij. Verwereldlijking. In zake godsdiensten neemt de
overheid een volstrekte neutraliteit waar.
Veel werk dus tegen volgende keer. Maar dat maakt het de
moeite waard natuurlijk.
04-06-2012 om 15:52
geschreven door elcker-ik centrum 
Categorie:ONDERWERPEN
|