Het kasteel was echt toch wel een meevaller, ik was een beetje te streng gisteren; we kregen een voortreffelijke maaltijd : eendeborst onder andere en het ontbijt was meer dan enkel confituur. Het bedrag dat we moesten ophoesten was 165 euro, een record voor deze vakantie maar we sliepen dan ook in een echt kasteel. Het verschil was dat de welkomstdrankjes en de wijn bij het eten apart bij gerekend werden. De Hollandse uitbaatster was bereid B met haar wagen naar onze bestemming te rijden voor 25 euro.
De wandeling ging eerst door het hoger gelegen Auvillar met zijn prachtige stadhalle. Eenmaal buiten de stad moest ik , na eerst enkele op- en afrittencomplexen te zijn voorbij gelopen zeer steil in een bos dalen en de grond lag er zeer slijkerig bij : overal kon je de sporen zien van weggebleven voeten en het was een hels karwei om recht te blijven, de wandelstokken kwamen goed van pas. Het zou een constante worden gedurende de ganse dag: smalle paadjes die verraderlijk glad waren, het was een soort kleverig slijk dat zeer vervelend aan de zool bleef hangen. Na achttal kilometer stopte een auto aan de kant van de weg en de bestuurster keek achteruit naar mij, ik zag B naast haar zitten en sloeg een praatje. Even verder stond een jongedame in het dorpje St.- Antoine drankjes te verkopen en ik kocht er een koffie.
We waren ondertussen in het departement Gers aangekomen en dat was te merken: gedaan met muurtjes langs de weg, de heuvels waren uitgestrekter en niet meer zo hoog, het was anders maar ook zeer mooi. In Flamarens stond een oudere Brusselaar dranken te verkopen in een kraampje en in Miradoux dronk ik een Kronenbourg biertje bij gebrek aan cola light .
Om 15.30 kwam in onze gite Chez Nat, bij een ietwat oudere dame die op eerste gezicht een licht beschonken indruk gaf maar ik kan mis zijn.
De laatste 3 etappes zijn minder lang en mijn maatje heeft gezegd ze hoe dan ook te willen wandelen.
Morgen slechts 10 km, een soort rustdag dus in het mooie Lectourne...
|