ZWART Op een bankje in het koopparadijs, wacht ik geduldig op mijn vrouw. Een man komt iets te dicht naast mij zitten. Hij ruikt onfris en in zijn boodschappenmandje ligt een halve kilo aardappelen. Polders, geloof ik. Omdat ik net terugkom van een bezoekje aan de tandarts ben ik nog een klein beetje verdoofd. De onbekende, onwelriekende man zwijgt tot er een zwarte medemens voorbijkomt. Dan buigt hij licht voorover en zegt ongevraagd: 'Ze maken ze toch zwart hé meneer!' Euh...God moet zijn getal hebben is mijn verbouwereerd antwoord. 'De witte verf zal uit voorraad geweest zijn', voeg ik er een beetje flauw aan toe. 'Ge moet er niet mee werken', gaat hij door. 'Hoe bedoel je?' Ik weet best wat hij bedoelt maar ik doe alsof mijn neus bloedt. Wij zullen maar boffen dat we blank zijn! Als je bedenkt wat ze in de loop der tijden met onze zwarte broeders hebben uitgericht! Mijn stem trilt van ingehouden boosheid. Het blanke ras overheerst. Dat is altijd zo geweest. Hij denkt: 'En dat is nog zo...' maar durft het niet zeggen... Racisme in al zijn toonaarden kan ik missen als kiespijn. Gelukkig komt mijn vrouw eraan! dc