Ik ben Marleen, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Snikylou.
Ik ben een vrouw en woon in Zele () en mijn beroep is Gepensioneerd bediende.
Ik ben geboren op 00/00/0000 en ben nu dus 2025 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven, Lezen, Computeren.
baby Marleen 5 maand oud
Ik en Will Tura in 1968
Peter Jef en Meter Adrienne
ik met Eric en de jongens Christophe en Dominique
bijou
ma vie van het verloop des levens krijgt niemand een program
29-06-2006
Het eten in de Fraiteur.
Als het al een aanpassing was om zo jong op eigen benen te moeten staan dan was het grootste probleem nog het eten. Men at er 2x gekookt, een keer 's middags en een keer 's avonds. De dag begon er met melk en boterhammen met konfituur daar werd dan per tafel een grote schaal van neer gezet en die zelf kon eten die was met het meeste weg. Immers er waren kinderen die echt niks konden, die zomaar wat zaten te hangen en wachtten tot er iets in hun mond gestopt werd, 's Middags kwamen we van school en de tafels stonden klaar, er werd veel bloederige roastbief geserveerd om sterk van te worden maar dat lustte ik niet, toch moest ik het opeten en at ik het 's middags niet dan kreeg ik het 'savonds opnieuw voorgeschoteld en soms nog eens bij het ontbijt de dag nadien ! Ik heb er toen zo lang mee getalmd dat ik het niet meer moest opeten, Maar ik was ook vindingrijk en had er een mouw aan gepast: Ik droeg een schort met grote zakken en ik spuugde het in mijn zakdoek, nadien ging ik naar het toilet et voila ! deze truk lukte niet altijd natuurlijk. 's Avonds aten we dan restjes van de vorige middag zoals preistoemp of spinaziestoemp met een stukje vlees bij. Aan het eten is ook nog wat werk vooraf gegaan. Ik was immers van de boerenbuiten en at met mijn mond open en met vork alleen. Dus was de eerste boodschap mij leren eten zoals de dametjes. Daarbij gebruikten ze een spiegel en ik moest mijzelf zien eten er op lettend dat mijn mond dichtbleef en tevens met mes en vork. Als we van school kwamen rond 16 uur stond er een schaal met boterhammen klaar op een plaats dicht tegen de keuken en wie al honger had kon daar al mee beginnen. Omdat ik meestal niks lustte van het avondeten stopte ik mij altijd goed vol met boterhammen rond die tijd. Eenmaal per week was het snoepnamiddag en dat was de woendag, omdat we dan na de middag een verplichte siesta moesten doen op ons bed (zo waren de opvoedsters van ons af) en als compensatie kregen we dan onze snoepdoos; dat was een grote ronde confituurpot met een nummer op en daar werd bij elk bezoek van ouders iets in gestopt, want we mochten het niet houden; ook als we naar huis geweest waren werd de pot opgevuld met koekjes en chocolade en andere zoetigheden - ik had nummer 30 - mijn vader "die schilder was zoals ik hierboven al vertelde" had die in het lichtblauw geverft zodat we niet moesten zoeken. Soms mochten we al eens spelen op woesdag namiddag, dan werden de speldozen boven gehaald en ging dat door tot 17u30. Nadien avondeten en baden en dan rond 19uur slapen gaan. We sliepen in een grote kamer in een bed dat onberispelijk diende opgemaakt te zijn; Zoals in 't leger : de hoeken op een speciale manier ondergestopt; niet goed ! herbeginnen ! Geen kussens en ook dat was een hele aanpassing voor mij.
Op 18 juni 1954 ben ik geboren in de Maria Middelares Kliniek van St.Niklaas als 2de dochter in het leven van mijn ouders onder niet bepaald gunstige omstandigheden. Mama is immers in allerheil overgebracht van Zele naar St.Niklaas om daar van mij te bevallen wegens complikaties. Moeder was namelijk resus negatief en Papa resus positief en dat vloekte met elkaar. Nu hadden zij al een dochtertje gehad namelijk Marleentje nr 1 °1952, maar die was jammer genoeg overleden toen ze 6 maand was aan de slijmziekte. Dus daar had men kunnen vaststellen dat de bloeggroep omstreden was maar ze heeft waarschijnlijk niet lang genoeg geleeft om er proeven mee te doen. Raar genoeg is algemeen bekend dat het eerstgeboren kind er geen last van heeft, het is maar bij de volgende dat de moeder antistoffen begint aan te maken tegen het kind met verschillende bloedgroep dan zij. Maar nu ik, toen ik geboren werd had ik geelzucht door die hele bloedhistorie. Men heeft mij toen helemaal leeg gemaakt en opgevuld met een neutrale bloedgroep O, maar het kwaad was geschied en ik kreeg hersenvliesontsteking. En men weet nu dat men daar steeds wat aan overhoudt. Ik was veel trager in mijn ontwikkeling dan andere kinderen van mijn leeftijd; ik zat aan 2 jaar, liep aan 5 jaar, was gehoorgestoord, had problemen met mijn fijne motoriek enz. enz. Toch was ik een blij kind en geen huilbaby, wel strontverwend door de beide grootouders waar ik afwisselend verbleef als mijn ouders gingen werken, Vader als huisschilder, Moeder als spinster in de fabriek. Zo wilde ik niet alleen gaan slapen of ze moesten mijn hand blijven vasthouden tot ik sliep. Ik had een enorme verlatingsangst. Naar school ------------- Toen ik 5 werd moest ik naar school, die gelegen was niet zo ver van waar we woonden. Daar bij de nonnekes voelde ik pas mijn anders zijn en ging bijgevolg niet graag naar school; nochtans kon ik lezen door zelfstudie en hulp van de Grootjes. Ik had zo'n boekje met prenten en daar naast het woordje (het eerste woordje was: aap, dat weet ik nog) zo kon ik reeds vroeg mijn interesse in taal aanscherpen. Op school stak ik allerlei kattekwaad uit, zoals knoopjes in het lange haar van het meisje vöör mij leggen, morsen met de pen en de inktpot die in de lessenaaar rechts in een holletje zat en ik kon ook moeilijk blijven stilzitten. Nochtans was ik best trots op het school uniform want ik deed het graag aan, het was een zwarte schort met lange mouwen en een rij knoopjes achteraan. (een pensionièrenschort) Niet zozeer aan de klas heb ik slechte herinneringen dan wel aan de koer en de poortgang waar we door moesten om naar huis te gaan. Daar waren de zeven staties van het leven van Christus gelegen (den beeweg dus) En ik kwam meestal niet verder dan de 2de want dan liep iedereen mij omver, elke dag lagen mijn knieen open van te vallen. Het was een beetje Mijn beeweg ook ! Tot op zeker ogenblik moeder overste kwam zeggen thuis dat ze maar eens moesten gaan uitkijken naar een andere school, dat het voor hen en voor mij veel beter zou zijn. Mijn ouders gingen zich informeren bij de Bond voor Spastische Kinderen uit Brussel * en er werden een paar instellingen gevonden die geschikt waren voor kinderen zoals ik. De eerste school die in aanmerking kwam was in Kwatrecht, bij de nonnen . En daar had mijn vader stillaan een hekel aan. dan zijn er nog een paar andere gevolgd waar ik de naam niet meer van weet; Ik stond overal opgeschreven en van zodra er plaats was kon ik komen. Mijn ouders hielden goed kontact met de bond en zo doende kwam er een verlossend bericht dat ik mij kon gaan voorstellen in Brussel in het Home Arnaud Fraiteur. Van zodra we wisten dat het in Brussel zou zijn begonnen wij: ik en de grootouders frans te parlezanteren zoals wij dat noemden: comment ça va ? ça va bien ! non ça va pas ! Mijn lange haar moest afgesneden worden en dat was al een drama. Ik had immers een hekel aan alles wat een witte schort aan had, want dat waren of wel dokters of wel verplegers. Dat sommige kappers ook in 't wit waren dat ging er bij mij niet in. Het was geen religieuse instelling en... men sprak er Frans en hoe!. Het was een groepje met kinderen van 3 tot 14 jaar en we werden onderverdeeld in 4 groepen: "de kleine meisjes" , "de grote meisjes" "de grote jongens" en "de kleine jongens" in totaal ongeveer 33 kinderen. Al deze groepen werden begeleid door een opvoedster per groep en een directrice. Het home zelf was een grote houten chalet. Met een grote keuken, een eet en leefzaal,4 grote slaapkamers voor elke groep 1, en aanpalend 1 kleine kamer voor de respectievelijke opvoedster. Er was ook een grote veranda die als speelruimte was ingericht en waar we meeestal verbleven. Ook was er een gymruimte met masagetafels en allerlei voorwerpen. En natuurlijk was er het bureau van de directrice. Daar vond mijn eerste kennismaking plaats. Mevrouw de directrice sprak mij aan in 't nederlands: ze vroeg mijn naam en nog wat en vertelde dat ik haar en de rest van de opvoedsters moest aanspreken als Tante, Zij noemde Gaby; dus Tante Gaby en verder waren er nog Tante Renee, Tante Françine,Tante Bernadette, Tante Odette, en Tante Marie. Het was 1 december1960 en ik was 6 jaar en stond er voortaan alleen voor! Toen ik door had dat ik moest afscheid nemen van mijn ouders en daar moest blijven tussen al die vreemden in die vreemde omgeving. Ze hebben mij moeten opsluiten in het bureau om toch te kunnen vertrekken. Toen ze eenmaal weg waren en Tante Gaby bij mij kwam om mij verder te loodsen naar de groep was ik nog steeds een 't wenen. Het ergste moest nog komen: Ik kwam bij de groep en werd voorgesteld aan tante Renee, bleek dat die maar mondjesmaat nederlands praatte! Ik zelf sprak toen alleen het plaatselijke dialect van thuis. Ik wou naar Tante Gaby, die verstond ik tenminste, maar die ging naar huis 's avonds. Ik heb mij die avond en al de volgende in slaap geweend in van die bedden met tralies voor. Ik moest die nacht een grote boodschap doen en wist niet waar het toilet was en deed het naast mijn bed! Ondertussen moest ik mij verstaanbaar leren maken in 't frans en dat begon aardig te lukken. Onze dag indeling zag er uit als volgt : Opstaan, wassen en tandenpoetsen aankleden en ontbijt. Het ontbijt waren melk met boterhammen die zij "Tartines au lait" noemden; We zaten aan lange tafels per groep met Tante. Tante kreeg koffie en pistolets met smeerkaas. na het ontbijt gingen we naar school die was gelegen in het domein. Er waren in totaal wel 9 tehuizen in dat domein (de namen geef ik later nog wel) en daarbij was er een school met alle leerjaren bij. Enkel die van ons (een vlaamse) daar waren er maar 2 van; Eén van het 1ste leerjaar tot het 3de en één van het 4de tot en met het 6de. Het eerste klasje was bij "Tante" Mia en het 2de was bij "Tante" Josee.
Tussen de lessen door werden we "gehaald" om naar de kiné te gaan om aan onze conditie te werken. Daar is trouwens ook een verhaal aan verbonden: ik heb daar geen al te beste herinneringen aan: Ik had een beertje meegenomen (mijn enige link met thuis)en dat pakten ze mij steeds af in de kiné en dan gooiden ze ermee naar elkaar, en ik erachter springen tot ik in tranen uitbarste. Ze waren met drieen= Madame Van Den Abeele, Mademoiselle Chaperon en de laatste was ene Claudine ?? Door dat ik geen frans praatte of verstond kwamen er ook misverstanden van zoals toen ik op een of andere kiné madam haar teen trapte en ze me vroeg: "qu'est que tu dit ? ik schudde van neen en tot mijn grote verbazing belande ik in de hoek. Tot 3 keer toe kwam ze me vragen: "alors tu va t'exuser ?" en ikke steeds schudden van neen, het heeft lang geduurd voor ze door hadden dat ik hen niet begreep. Na een maand kwamen mijn ouders mij eens bezoeken op een zondag namiddag. Ik was blij tot ik doorhad dat ze enkel op bezoek kwamen en mij niet kwamen halen! Ik had de groeten van meters en peter, van nonkels en tantes. Toen ze weg waren was ik weer een illusie armer, dat mijn ouders van mij hielden ? pff ze staken mij weg ja ! Ze moesten mij niet ! Nadat ik er 2 maand was werd het tijd voor de volgende stap, ik mocht naar huis vanaf de zaterdagmiddag tot de zondagavond 18 uur. Thuis was het feest, tantes en nonkels kwamen op bezoek en ik kwam geen aandacht te kort. Helaas, schone liedjes duren niet lang en na een nachtje slapen kwam al gauw de 17 uur in 't zicht om terug te vertekken. Mijn ouders hadden zich ondertussen een wagen aangschaft, dat was nodig om mij te halen en te brengen. En de Zondag avond onthaarde steeds in een klein drama. Vanop 3 km begon mijn lip al te trillen en tegen dat we de laatste bocht namen, vloeiden er al tranen. en die zouden maar drogen toen zij al lang weer weg waren. De helft van de vakanties en ook de zomervakantie bleef ik in het home. Dat moest zo om de therapie niet te lang te onderbreken. En zo ging dat jaar in jaar uit
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.