Om een onderwerp rustig te observeren moet er afstand zijn en verschil in hoogte. Bern voldoet aan die voorwaarden. Het is de perfecte plek om naar politieke poseurs en andere druktemakers in ons landje te kijken. Niet met het vizier op scherp maar mild gesluierd door melkglas. Bern met melk of Berne au lait, what’s in a name…
Hugo Bernolet
klik op de foto's om ze vergroot te bekijken. klik op foto bij vuil Franske voor nieuwe verhalen
15-10-2008
Kapotneuken
David Davidse kwam bij Ruth Joos in Mezzo Kuifje in het Antwerps voorstellen. Keufke zei hij, en Ruth probeerde hem na te zeggen met een gegiechel alsof het Toerkemenistaans was. Of zoals iemand die tegen zijn zin voor het eerst oesters proeft. Ruth woont al enkele jaren in Antwerpen, dan heeft ze minsten toch al van het dialect van A gehoord. Maar Germanistes doen wel vaker raar over taal.
Van mij mag ze een beetje raar doen als ik in een interview lees dat zij zich mateloos ergert aan formuleringen als naar...toe en ik heb zoiets van. Wellicht wordt ze ook mottig van dagdagelijks en het omgekeerd gebruiken van over en voor in tijdsaanduidingen? Bovendien geef ik toe dat het een plezier is om naar haar te luisteren op Radio 1.
Haar broer Filip heeft zijn moedertaal blijkbaar bij een andere moeder geleerd. Hij mag tot mijn ontzetting in de plaats van Frank Raes de verslaggeving doen bij interlands op Canvas. Ik kijk al nooit naar voetbal en die ene keer dat ik toch ns naar een interland van de Rode Duivels kijk, vlucht ik van de commentaarstem. Waar bij Frank Raes het ritme en de beweging van zijn commentaar hoger ligt dan dat van de Duivels, praat Filip Joos even teleurstellend als het voetbal zelf. Zonder animo, zonder creativiteit. Vroeger zette ik het geluid uit en luisterde naar Jan Wauters op de radio, maar Jan is nu met pensioen in Zuid-Afrika en mijn toestellen staan tegenwoordig ook ver uit elkaar in huis. Maar we dwalen af.
Achteraan in het Antwerpse Keufke staat een uitspraaklexicon, zei David Davidse. Om het de niet-Antwerpenaar makkelijk te maken, en hij las enkele voorbeelden. Gogget voor gaat het?, perusch voor parkiet, tefrente voor verschillende en ook tantefèren...
En ik moest aan mijn tante denken. De tante, zo noemden we haar. Mèt lidwoord. Eén keer noemde ik haar aunt; ik had mijn eerste lessen Engels gekregen op school en ik verwelkomde haar fier aan de deur met een Hi, aunt. Ze was razend, want ze dacht dat ik haar hond had genoemd.
Zij was naaister en kwam bij ons aan huis voor mijn moeder en zussen op bestelling kleedjes en jassen naaien.
Ze kreeg het dan oep eur seskes (ze werd zenuwachtig) als ik er bij bleef zitten, ook al was ik toen hooguit zeven, acht jaar, maar ze kon niet verdragen als mijn moeder bij het passen aan mij, kleine aap, vroeg wat ik er van vond. Als dé tante op dat moment een draad zou vessemen (door oog van de naald steken), zou ze zich beslist in haar vinger geprikt hebben. Goade gij da na wèr aan die tantefèr vragen... Voor mijn tante was een tantefèr een moeial. David Davidse dacht dat het betekende: iemand die maar zit te lummelen terwijl er nog zo veel te doen is tant à faire.
Als klein jongetje nam ik dan stilletjes wraak op haar door de klosjes garen dwars door te knippen. Dan kreeg ze een floere geroktat (een appelflauwte). Zie nu Anna (mijn moeder) die moosjer (prutser) heeft dat helemaal verreneweert (stuk gemaakt), dat is helemaal nor de zjenoe (naar de vaantjes). En tegen mij zei ze dan : ganget wer oat, hé, kapotneuker, kwistenbiebel (rare). Als mijn moeder er bij was durfde ze mij geen ababbel (oorveeg) geven.
Hoewel zij ook regelmatig naar familie in Nederland ging, zal de huidige betekenis van kapotneuken niet tot haar doorgedrongen zijn. Tot mij toen ook niet. Dat kwam veel later. Maar dan was ik weer in de war toen mijn vriendin altijd zei, hoewel ze geen Zuid-Afrikaanse was, nie neute nie. Nu weet ik dat ze bedoelde dat ik niet zo moest zagen, maar toen dacht ik, vermits zij wel vaker woorden net iets anders zei dan wij ze zouden formuleren, dat het een kleurrijke variante was op: nu niet ik heb hoofdpijn, of de rode loper ligt uit. De eerste keer dat ik het hoorde moest ik bovendien de redenering verdringen dat tweemaal negatief positief is. Dus, dat zij met nie nie eigenlijk ja bedoelde.
Vele jaren later, toen mijn oudste zoon deze zomer trouwde, gaf haar vader tijdens het diner hem volgende raad: Denk er aan, als een vrouw neen zegt, bedoelt ze vaak ja. Het grappige is dat zijn vrouw net tevoren, aan mijn kersverse schoondochter de raad had gegeven: in het huwelijk moet ge niet altijd ja zeggen.... Ge moet u niet laten...(zie titel).
08-10-2008
De keerzijde van de âansichtkaartâ
Vijfentwintig jaar geleden stonden we in het centrum van Bern op de Strassenbahn te wachten. Mijn zoontje van vier liet het papiertje van zijn snoepje op de grond vallen. Meteen schoten twee Berners op hem toe. Niet om gedienstig het papiertje op te rapen, maar om streng een standje te geven en daarmee ongevraagd onze opvoeding aan te vullen. Tijd om te verontschuldigen kregen we niet, dat werd ook niet verwacht, want even vlug als ze toegesprongen kwamen waren ze weer verdwenen. Ze hadden de collectieve verantwoordelijkheid voor orde en netheid verzekerd en dat volstond. De eerste keer is het altijd schrikken. Zo ook toen er voor het eerst op onze ruit getikt werd toen we aan een rood licht de motor lieten draaien. Een wildvreemde maande ons kordaat aan de motor stil te leggen. Zwitsers zijn regelneven eerste klas om van de nichten nog te zwijgen.
Natuurlijk wordt het land er niet slechter van, want de lucht blijft zo zuiver als het ras en het gras blijft groener aan hun kant van de heuvel. Misschien zijn die perfect gemaaide gazons en weiden wel tapijten waaronder papiertjes van kindjes en ander zwerfvuil kan geveegd worden, want ja, hoe ontstaan in feite die bergen?
In het begin liep je er door die bemoeizucht een beetje zenuwachtig bij. Zonder kennis van de voorschriften, op je hoede voor een nieuwe opmerking. Maar met de jaren ken je een aantal van de talloze regeltjes, is de verwondering verworden tot een simpel och zeg wanneer je er nieuwe ontdekt. De akoestische filters in je oren wennen geleidelijk aan het merkwaardige Schwyzerdütsch, een Legoland-versie van het Duits, dat ook door volwassenen vrij op radio en televisie gesproken wordt. In het begin knik je of zeg je dag om te laten horen dat je niet onder het alomtegenwoordige Zwitserse kruis gebukt gaat, maar dan probeer je toch zoals de echten tegen iedereen grüezi miteinander te zeggen, zij het op fonetische wijze.
Je weet na tal van keren dat je werd doorgestuurd dat parkeerplaatsen bij gebouwen uitgeteld en toegewezen zijn en niet vrij te gebruiken. Je leert zelfs op zn Zwitsers plassen - ook mannen gaan altijd zitten, niet alleen om de bril droog te houden, maar ook omdat de blaas dan beter geledigd wordt en hierdoor eventuele plasklachten uitgesteld worden.
Iedereen is uiteraard anders, maar hoe groter de verschillen hoe meer ze blijven fascineren en amuseren. Ondertussen vind je het wel prima dat dit Märklin-treintjes-landschap ongerept blijft, vrij van moderniteit, vreemde invloeden en bouwpromotoren, als een natuurlijk museum van ansichtkaarten, als een vakantieland zonder drukte van zee en strand. Laat de boeren maar tegen Europa zijn, we doen er ons voordeel mee. Wandel maar eens tussen de soms vierhonderd jaar oude Bauernhöfer in het Emmental, met kolossale koeienbellen in de nok van het dak en spreuken en lange teksten gebrand in het hout. Het is helemaal geen erg dat dergelijke tradities een stolp over de bergdorpen zetten alsof ze geheel en al van kaas zijn, want vooruitgang is niet altijd een verbetering. Het klinkt oerconservatief, maar vanuit een bepaald perspectief is het wel zo.
Het was jaren geleden niet denkbaar, maar in de steden, waar iedere straat minstens eenmaal per week geveegd wordt, zie je nu wel papiertjes en sigarettenpeuken rondslingeren. In de buurt van het parlement in Bern zie je zelfs drankblikjes op de grond liggen. Na het weekend zullen die wel onmiddellijk opgeruimd worden, maar toch. (Of zouden ze van Brugge-supporters zijn die enkele dagen tevoren tegen Young Boys Bern speelden?). Aan de verkeerslichten staan nu bordjes om de chauffeurs er aan te herinneren dat de motor stilgelegd moet worden, maar als ik te voet langsloop hoor ik dat niemand ze nog leest.
Op het einde van de jaren tachtig was het needle parc achter het station van Zürich over heel de wereld beroemd. Iedere dag verzamelden er honderden drugspuiters. Laat ze hier samentroepen en zichzelf naar de ondergang spuiten was de filosofie. Tot men die concentratie niet meer onder controle kon houden en ze opnieuw verboden werd, waarna de gebruikers weer uitzwermden en men er helemaal geen zicht meer op had. Tegenwoordig staat Der Bund in Bern bijna dagelijks vol over Die Reitschule. Hier worden de gebruikers niet samengedreven zoals destijds in Zürich, maar zoeken ze er hun toevlucht wanneer de politie de buurt wil uitmesten. Eens was de Reitschule een ruimte voor paardensport en circussen, maar sinds het een een jeugd- en cultuurcentrum is, en elke vierkante centimeter met graffiti werd volgeklad, is het een doorn in het oog van de goegemeente en rechtse politici.
De ansichtkaart heeft in de loop der jaren vuile randen gekregen, maar door een buitenlandse bril bekeken blijft de gemeenschap im Grossen und Ganzen verbluffend gecontroleerd.
De Zwitserse Big Brother leeft gewoon tussen de bevolking, zonder dat men precies weet waar die woont. Vermoedelijk maakt hij gebruik van de Zwitserse radio DRS1. Wat daar allemaal aan trivialiteiten verteld wordt is, moest ik het allemaal verstaan, onvoorstelbaar. Ik denk dat daar woord voor woord verteld wordt hoe de dag er moet uitzien, wat zo nodig gedaan moet worden en wat zeker niet mag. Neem de fabel van de files, Stau, zoals dat daar heet. Op gedempte toon, alsof hij het daarmee minder erg kan maken, debiteert de omroeper met tergende regelmaat de file van files: Basel 15 km Stau, Zweisimmen 8 km Stau, Thun 4 km Stau...usw. Dat is natuurlijk dienstverlening, zoals wij die ook kennen, maar het gekke is dat je in Zwitserland gedurende weken nergens één van die files tegenkomt. Zou het een systeem zijn om de ochtendspits niet op de spits te drijven? Zodat huisvrouwen die sowieso aan hun keuken en kinderen geketend zijn, zich niet in het hoofd halen van zich verder dan het dorp te verplaatsen? Om naar de Migros te gaan en om de kinderen naar school te brengen en af te halen, want, en dat is een andere truuk, kinderen moeten naar de dorpsschool en daar mag je op de middag niet blijven eten, zodat de moeders toch weer op stap moeten en zolang de kinderen klein zijn niet buitenhuis kunnen gaan werken.
Ik vernoemde daarnet al even Migros. Het zou kunnen dat Big Brother eigenlijk Migros heet, want Migros is niet enkel de grootste winkelketen van het land, Migros is het hele leven in Zwitserland. Migros verschaft benzine, dan heet het Migrol, Migros heeft de grootste keuze meubelen dan heet het Micasa. Migros regelt uw vrije tijd met fitnessparken, golfparken, sportparken en zwembaden. Er is de Migros Klubschule, waar je ongeveer alles kunt leren van talen tot bloemschikken, van muziek- en computerlessen tot management en economie. En natuurlijk is Migros ook de grootste cultuurleverancier, van ticket-service tot alomtegenwoordig in het verenigingsleven. Probeer daar maar eens onderuit te komen. Als Migros zegt dat je nù toiletpapier moet kopen, dan zie je op de parking iedereen zeulen met pakken toiletpapier. En iedereen vindt dat gewoon. Als buitenstaander denk je dan al vlug: zo zat als een Zwitser? Kakken als een Zwitser, ja.
Je moet het zien om het te geloven. Als Migros zegt, iedereen moet minstens drie gieters klaar hebben staan, een gele, een groene en een rode, van verschillend formaat, dan zie je, eerlijk waar, aan boerderijen en in de stad die drie gieters op een rijtje klaar staan. Ik kan me moeilijk voorstellen dat op DRS1 ooit gezegd werd: zorg ervoor dat je altijd drie gieters klaar hebt staan. Een gele aangelengd met suiker tegen de zure regen, een groene met krachtvoeder voor de plantjes en een rode met ijsblokjes voor wanneer het echt te warm wordt. Simple Migros says en de Zwitserkes springen. En het ongelooflijke daarbij is dat die niet eens uw brievenbus overstelpen met reclameblaadjes. Bij de ingang hangt een bord met kleine tekst, waarop staat wat nù moet gekocht worden. Zilverpapier, keukenzout, leesbrillen..en nooit met één stuk tegelijk. Ik vermoed dat die drie gieters ooit een test is geweest om te zien hoe ver ze kunnen gaan.
Migros is ook letterlijk Big Brother, dat heb ik recent mogen ondervinden. Omdat ik na een uitstap mijn fototoestel nog bijhad nam ik ook in de Migros enkele fotos van mijn vrouw die de petflessen in daarvoor bestemde gaten in een grappig gekleurde muur stak. Wanneer ik de rayon fruit en groenten trek, laat de Migros-medewerkster die de vloer aan t dweilen is, de trekker vallen en loopt weg. Wanneer ik daarop ook de bakkerij wil trekken waar een vrouw deeg vlecht alvorens het in de oven gaat, laat die ook alles vallen en verdwijnt. Ik kan nog net tegen mijn vrouw zeggen: heb je dat gezien als de grootste medewerker van Migros al op ons komt toegestapt. In weinige tellen hebben ze hem in crisisberaad uitgekozen, niet alleen omdat hij mij met zijn gestalte zou afschrikken, maar wie weet ook omdat hij er niet zo slim uitzag en kon gemist worden moest ik een gevaarlijke spion zijn die ogenblikkelijk een mes tussen zijn ribben zou planten. Collateral damage. Man hat mir gesagt dass Sie unserem laden fotografieren, begint hij. Ja, ik heb gezien dat ze dat gezien hebben...Ik begrijp dat niet iedereen op de foto wil, want sommige mensen doken weg, maar hé, ik ben de televisie niet... Haben Sie einen Gutschein (of zoiets) aangevraagd? Nee, dat had ik niet. Waarom zou ik een toelating vragen om op het einde van onze wandeling, mijn vrouw ook te fotograferen wanneer ze aankopen doet voor het avondeten? Sorry dat ik de mensen bang heb gemaakt, dat jullie misschien denken dat ik een spion ben, maar ja, bij ons slaat men daarom nog geen alarm. Ach so, bei Ihnen ist es besser, trotzdem versuchen Sie alles zo fotografieren um mit Ihen zu vergleichen? Ik wou zeggen, kom gerust ook eens op studiereis, maar vertelde alleen maar dat ik alles fotografeer wat mijn vrouw doet, ook winkelen in de (met opzet) Tigros. Migros verbeterde hij mij geërgerd.
Van op een afstand keek het dorp mee. Als ik wou spioneren zou ik dan zo opzichtig met mijn toestel rondlopen en flitsen? Ik keek rond en stak mijn toestel nu helemaal in de lucht. De cameras aan het plafond zoemden in. Ik glimlachte en wuifde.De man wist zich ook in beeld. Hij greep naar zijn oortje en herhaalde wat men hem influisterde: Einen schönen Urlaub noch. Met de staart tussen de benen droop Big brother kleintjes af. De vrouwen lachten en haalden opgelucht adem, terwijl ze in feite een glimp van de vrijheid gezien hadden. Wie weet haal ik nog hun cursussen en bedrijfsblad als voorbeeld van vrijpostige en ongecontroleerde buitenlander waartegen zo nodig gewaarschuwd moet worden. Gelukkig is Big Brother Migros watching you.
20-06-2008
Grimm haalt zân gram (en wie weet ooit een Oscar)
De gebroeders Grimm waren uitzonderlijke vertellers, dat kan iedereen je vertellen, maar weinigen weten dat die verhalen niet uit hun eigen koker kwamen. In een tijd dat nog niet veel mensen konden lezen reisden zij jarenlang het land rond en schreven honderden volksverhalen op. Hoewel zij in de eerste plaats voor kinderen schreven, met vaderlijke lessen over goed en kwaad en een mooi slot met de woorden ze leefden nog lang en gelukkig... reikten zij ook de volwassenen hun eerste leesboekjes aan. Veel meer nog dan van Conscience kun je van de gebroeders Grim zeggen dat zij hun volk leerden lezen. Zij gaven ons ondermeer de verhalen van Sneeuwwitje, Doornroosje, Roodkapje, klein Duimpje en Bertje de leugenaar, hoewel dat laatste verhaal vaak aan vader Anciaux wordt toegeschreven.
Uit hun biografie weten we dat alleen Wilhelm getrouwd was en drie nakomelingen had, maar dat betekent nog niet dat hun stamboom tot hier en nu reikt.
Het is moeilijk te achterhalen of de Grimm die ik recent ontmoet heb de juiste stamboom heeft, maar hij kon in ieder geval ook vertellen alsof hij het jaren overal had opgetekend en ingestudeerd. Zelf wist hij het ook niet of hij een oorspronkelijke Grimm was, want blijkbaar had hij niet eens zijn eigen ouders gekend. Gelegenheid om te vragen hoe hij dan met zekerheid kon weten dat hij Grimm heette kreeg ik niet, zo gulzig ratelde hij door, hoppend van het ene naar het andere fantastische verhaal, alsof ik de eerste mens was die echt naar hem luisterde en hij daarom alles in één lange vertelling kwijt moest.
Ondertussen herstelde hij wel de ruit van mijn auto die s nachts was stukgeslagen. Je moet met Autoglas bellen, had een buur mij gezegd, die zijn een stuk goedkoper dan Carglass en zij komen aan huis herstellen.
Grimm zijn handen deden het werk zonder dat hij moest kijken hoe hij de binnenbekleding weghaalde of het laatste glaskorreltje wegzoog. Hij had blind mogen zijn, dan had hij die ruit even goed geplaatst. Maar hij was niet blind, integendeel. Zijn ogen lieten mij geen seconde los. Hij controleerde of ik wel luisterde en bleef luisteren. Misschien deed hij dat bij iedere klant en raakte daardoor achter op zijn werkschema, maar zijn verhaal was in ieder geval goed opgebouwd en liep routineus, moest het niet met zoveel passie verteld zijn.
Hij begon slim, over de inbraken en het werk dat zij daarmee hadden, uitleggend hoe de moderne autos niet meer voor kleine herstellingen gebouwd waren. Een vakman kan er weg mee, maar wie vraagt nog een vakman? Iedereen kent wel een Pool die de klus wil klaren en dan is men verbaasd dat hun prutswerk de spuigaten uitloopt. Letterlijk, hé meneer. Via een anekdote met de Polen bracht hij het verhaal naar zijn appartement, naar zijn hobbies, naar zijn passie, naar zijn reden van bestaan.
Zijn bovenbuurman had een nieuwe keuken laten plaatsen. De Pool van dienst had een te korte buis voor de waterleiding mee en had dan maar doodleuk een stuk tuinslang in de muur geplaatst. Een plaatje Gyproc er over en al wie niet weg is is gezien. De druk van het water in een appartementsgebouw was uiteraard veel te hoog en toen Grimm s avonds thuiskwam stond zijn appartement onder water. Een ramp, want in zijn slaapkamer had hij maandenlang aan een heuse onderaardse grot gebouwd. Volledig in plaaster. Voor zijn film Gurms and Wurms over de glimwormen en andere ondergrondse wezentjes die in opstand komen en de wereld veroveren. Ik vertel het nu kort en simpel, maar het had met de pikorde van de nietigste wezentjes te maken die de traditionele hiërarchie op zijn kop zetten. Moet kunnen, denk je dan, maar meer ook niet want hij neemt me al mee naar een congres in Portugal van wetenschappers die het leven van de glimwormen bestuderen. Met de belofte dat hij hun werk via zijn film onder de aandacht zal brengen, betalen zij als voorschot zijn hotel, eten en drinken.
Welke talen zou Grimm daar gesproken hebben wou je jezelf graag afvragen, maar alsof hij het aanvoelde begon hij over Markus Grimm, een Duitser waar hij ging mee samenwerken. Geen familie, maar toch een Grimm en wanneer die met hem zou samenwerken is de parallel met de gebroeders Grimm volledig. De Duitse Grimm had miljoenen platen verkocht en zou perfect muziek bij Grimms film kunnen maken. Ik ken niets van de Duitse hitparade na Conny Froboes en Peter Maffay, maar een artiest met een miljoenenverkoop komt toch al eens in de gazet, zeker wanneer hij Grimm heet? Maar dat waren bedenkingen terzijde, want onze Grimm orakelde verder: wanneer je ambitie hebt moet je groot durven zien, wanneer je dan een film maakt moet je voor niet minder dan een Oscar gaan. Dit zijnde échte woorden van onze vriend, en hij sprak ze uit met zon overtuiging en gloed in de ogen dat ik in mijn achterhoofd al hoorde galmen and the Oscar goes to Grimm...
Hij was met zijn project naar de producent gegaan van de Oscarwinnende animatiefilm Griekse tragedie van Nicole Van Goethem. Veel te lang zei die Willem Thijssen, de mensen haken snel af en dan is een langspeelfilm maken kosten op het sterfhuis. Maar ik moet mijn boodschap kwijt, hield onze Grimm vol. De jeugd moet weten dat elke uitzichtloze situatie kan omgebogen worden in een ongelooflijke triomf als je maar wil doorzetten. Ik kan het niet helpen maar Triumph des Willens van Riefenstahl gleed door mijn gedachten, de meest berucht propagandafilm uit de filmgeschiedenis.
Maar ge kunt er zeker van zijn, ik werk rustig door. Ik keek en knikte, maar hij bedoelde aan zijn tekenfilmproject, de ruit stond er bijna in.
Ondertussen ben ik ook aan een kortfilm bezig, een animatiefilm over Kaka. Ik vroeg of hij de Braziliaanse middenvelder van AC Milan bedoelde?
Die ken ik niet, zei hij ongestoord, en vertelde me dat het over dikke en dunne stoelgang zou gaan. Ook met boodschap. Een grote, durfde ik niet te zeggen.
Thuis heeft hij 6 opengezaagde toiletten staan als locatie of decor, maar dat is nog niks. Al maanden is hij aan het experimenteren om beweeglijke oogjes te maken voor Big Kaka. Ze moeten zonder schokken op natuurlijke wijze in alle richtingen kunnen bewegen.
Van op het dashboard van zijn auto neemt hij enkele stukjes metaal. Het zijn probeersels, de kop van een pink groot, als een zeef met gaatjes doorboord. Het zouden moderne sieraden kunnen zijn. Hij gaat in detail over de technische problemen om een Kaka van minder dan een vuist groot te laten bewegen, en waar hij met zijn aandrijfstangen en draadjes moet blijven, over de latex-huid die te makkelijk scheurt. Plots blijkt hij overal in zijn camionette tussen de ruiten en materialen werkstukjes te hebben voor zijn films. Ik krijg tekeningen te zien van de glimwormen en hun ondergrondse leefwereld, fotos van de grot in zijn slaapkamer en nog spectaculairdere fotos van zijn ander hobby: Grimm heeft zich gespecialiseerd in het fotograferen van bliksemschichten. Hij heeft er een eigen theorie over. De beroeps kunnen er niet aan uit hoe hij als amateur meer geslaagde fotos kan maken dan zij. Hoe weet jij waar de bliksem kan inslaan? Door beter op te letten, zegt hij dan, uit waarneming, vertrouwt hij mij toe, een bliksem heeft een donker staartje en dat vertelt mij waar de volgende zal inslaan. Ik weet niet of er wetenschappelijk iets van klopt, maar de fotos die hij toont zijn indrukwekkend.
Grimm plaats ruiten om den brode voor Autoglas, maar in zijn hoofd is hij met heel andere dingen bezig. Met een gedrevenheid en een discipline die hem betere kansen zouden mogen opleveren. Onze Grimm heeft niet alleen een ongebreidelde fantasie, maar ontegensprekelijk ook vele talenten. Om een verhaal te maken, om zijn ideeën uit te tekenen, om technieken uit te vinden die zijn figuurtjes in beweging brengen. Geef hem een sponsor die in hem gelooft en Grimm is vertrokken. Hij zou best in een professionele studio kunnen meedraaien, maar ik denk dat hij het allemaal alleen wil doen. Op zijn manier. Dan is zijn Oscar ook helemaal van hem alleen. Als hij hem ooit behaalt vergeet dan niet dat ik het u gezegd heb.
Geloof mijn verhaal van Grimm en surf naar http://www.myspace.com/69grimm69 and meet Big Kaka. Of sla uw ruiten in en bel Autoglas en hoor het hem allemaal zelf vertellen.
Ik denk dat hij mij meer dan twee uur heeft beziggehouden, maar achteraf was ik bijna blij dat iemand de nacht daarvoor had proberen in te breken.
01-06-2008
Godfried Danneels hangt zijn kruis aan de haak
Het is een correct gebruikte uitdrukking wanneer iemand zijn voornaamste activiteit stop zet, het is alleen de combinatie van woorden die ze vreemder doet klinken dan wanneer een wielrenner zijn fiets aan diezelfde haak hangt.
Geen dag- of weekblad of er stond een afscheidsinterview in met de kardinaal van Kanegem. Hoewel de nieuwe cd van Isabelle A, waar ondermeer Devos, Meuris en anderen aan meewerkten, ongeveer evenveel kolommen toebedeeld kreeg. Uiteraard was er meer tekst en uitleg bij Danneels, maar met de vele fotos bij Isabelle A trok zij heel waarschijnlijk meer aandacht. Zij is een mooie vrouw geworden en dat is leuk om vast te stellen. Dat haar verhaal onbeduidend is en niet meer dan een promopraatje, is dan ook geen teleurstelling. Zij beantwoordde fotogeniek aan de verwachtingen.
Bij Danneels ligt dat anders. Fotos van de kardinaal kunnen alleen heel vrome gelovigen verblijden. Hij moet een goed verhaal hebben. Zeker wanneer het zijn laatste is. Wanneer hij als herder aan de kant gaat staan om zijn volgelingen uit te wuiven, verwacht je niet minder dan een wonder. Maar welke woorden kunnen zo ver dragen? Ga heen in vrede, zegt hij gewoon. Ik blijf hier, mijn dienst zit er op, maar ik zal u een boodschap meegeven, een GPS voor de toekomst.
En wat als die niet werkt, meneer Danneels? Zult u dan als gepensioneerde de service na verkoop verzekeren? En die roeping dan? U hoort niet meer zo goed op uw leeftijd, zegt U? Best mogelijk, maar wat dan met de verantwoordelijkheid? Met een leven in dienst van?
Eén seconde flitst door je hoofd dat deze Danneels toch geschiedenis zal schrijven. Hij gaat met pensioen en zal als eerste uit de biecht klappen. De definitieve demystificatie. Beste mensen, U moet mij voor één keer geloven: ik werkte voor het oudste en meest succesvolle marketingbedrijf ter wereld. In den beginne zagen een aantal slimme tekstschrijvers dat het niet goed zou gaan met de wereld. De mensen waren ongeleide projectielen, wilden, die elkaar zonder reden de kop insloegen. De chaos zou in de kortste tijd naar de ondergang leiden. Er was een goddelijk verhaal nodig. Een onbereikbare macht die kon straffen wanneer je zijn wetten niet volgde. Angst loont. De druk van boven moet altijd aanwezig blijven. Laat het ons neerschrijven in stichtende verhalen en parabels en het woord verspreiden. God ziet alles, werd een van de oudste slogans. Het geloof in het God bracht orde en redelijke rust in de wereld. De mensheid leefde generatie na generatie volgens de geschriften, naargelang de uitgever de Bijbel, de Koran of de Thora genoemd. Er waren vanzelfsprekend verschillen, maar iedereen bouwde mee aan hetzelfde eeuwigdurend massaspel, waarbij het leven wordt voorgesteld als een wedstrijd. Met regels en punten. En iedereen kan winnen, zonder onderscheid. Iedereen maakt kans op de grootste beloning, het eeuwige leven in de hemel. Het geniale van het geloof is dat die beloning alleen wordt uitgereikt na de dood. De logische uitleg was dat je niet halverwege de wedstrijd al een streep kon trekken. De achterliggende truc was dat er nooit klachten zouden komen over niet uitgekeerde beloningen omdat niemand uit de dood terugkeert. Neen, het is geen bedrog. Het heeft de onwetende en onzekere mens houvast gegeven en een doel in het leven. En mooie rituelen en gezangen. Maar misschien is nu de tijd rijp om de verantwoordelijkheid aan de mensen terug te geven. De evolutietheorie heeft ons ingehaald. Het logisch denken heeft het geloven zonder bewijs opzij gezet. De goedheid moet van binnen komen bij iedereen individueel. De rituelen en gebruiken kunnen in overlevering blijven.
Stel u voor dat Danneels zon openhartige bekentenis zou doen. Hij zou de wereld redden van heilige oorlogen en drogredenen als Gott mit uns, in God we trust en in naam van God. Christenen, moslims en joden zouden eindelijk in het hier en nu kunnen leven en er met elkaar het beste van maken. Zonder doemdenken, zonder banbliksems, zonder discussies over hoofddoeken, boerkas en chadors, ook chassidim joden zouden in kleurrijke t-shirts lopen en hun vrouwen zouden eindelijk die verstikkende pruiken mogen afleggen en hun eigen haar laten groeien.
Maar dat zegt Danneels niet. Hij overtuigt evenmin in andere zin. Hij blijft aan de oppervlakte. Zonder bezieling. Wanneer hem wordt gevraagd of hij nooit verlatingsangst heeft antwoordt hij: Het is meer een reden om nog meer te gaan vertrouwen, je begint God nog dieper te zoeken om hem weer te vinden. Is dat wazig of is dat zweverig of moeten we die laatste 'w' ook nog laten vallen? Wat is dat nu, Godfried? Leg de mensen dan toch uit wat je daar mee bedoelt: als ik schrik heb dat hij weg is ga ik nog meer vertrouwen dat hij er is. Daar kan toch niemand een touw aan knopen, laat staan een houvast aan hebben? Hoe ga je dan zoeken, geef eens een voorbeeld van hoe je Hem telkens terug vindt? Wat zijn de tekens van Zijn aanwezigheid. Maak toch één keer uw borst nat. Hou u niet in voor ongelovigen. Vertel openhartig over uw passie voor God. Hoe hij uw leven kleurt en kracht geeft. Wat bepaalt uw geloof? Praat niet over uw roeping maar over uw dieptste gevoelens. Er zijn nog zovele mensen die u geloven. U staat dichter bij God dan wie ook in dit land. U moet de link zijn en vertrouwen geven. Een zachte stem is niet genoeg. Die van Isabelle A is trouwens nog altijd mooier.
25-05-2008
Met dank aan Elisabeth
Bij een cultuurclash denken we bijvoorbeeld aan immigranten die uit het niets in een Europese grootstad gedropt worden of aan moslims die alles uit de Koran geloven en geconfronteerd worden met vrouwen die vrijgevochten het mooiste van zichzelf en van de schepping laten zien. Of we denken er over na, zoals gisteren toen ik met een volle kar aan de kassa van de Colruyt stond. Ik zag die kar en vroeg me af of ik er zou van kunnen wegstappen. Doen met wat we nog in huis hebben. En dat is dan al oneindig veel meer dan de de mensen in Myamar die geen huis meer hebben en het al meer dan 10 dagen zonder eten en drinken moeten stellen. Terwijl een week zonder Colruyt voor ons niet leefbaar lijkt, moeten anderen voor de rest van hun leven in ellende verder.
s Avonds ontdekte ik een nieuwe cultuurclash. Op hetzelfde moment kon ik kiezen tussen het Eurovisiesongfestival en de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd voor zang. Ik koos vanzelfsprekend voor Elisabeth, de nieuwe naam KEW kauwt zo kil.
Na de halve finale met Ishtar dinsdag had ik me trouwens al voorgenomen van nooit nog naar zon achterlijk schouwspel te kijken. Blijkt dat ik toen toch al de winnaar had gezien. Een Rus die zijn hemd niet eens toegeknoopt had en die op een ijspiste stond te zingen, terwijl een wereld- of olympisch kampioen ijsschaatsen pirouettes rond hem draaide. Belangrijkste onderdeel van de act was echter een Stradivarius, die voor heel veel geld verzekerd was. Niet moeilijk, wie gaat met zon instrument op het ijs staan spelen? Ik had dan ook al engelen gezien en een bijna blote dubbelplooiende danseres, een trio meiden met vetrolletjes achter brulapen in oranje en blauwe pakken en dan was er die schijnbaar gevaarlijke hardrock-groep, die lawaai maakte en er alleen maar afzichtelijk en idioot uitzag. En fake, vooral dat.
Ik wil het rijtje van de stompzinnigheid en kitsch niet verder aflopen. De tijd is ver weg dat Gigliola Cinquetti zong dat ze te jong was om van mij te houden, No ho leta per amarti, of toen France Gall een verleidelijk wassen popje was poupée de cire poupée de son. Ik was niet eens tiener toen, maar in de enkele minuten dat het liedje duurde werd ik wel hopeloos verliefd. En dan moest Sandie Shaw nog komen. Niet zozeer omwille van haar blote voeten maar eerder om haar mini-klok-kleedje. Toen liet men nog de verbeelding werken. Er werd nog live gemusiceerd en de mensen zaten nog deftig in smoking en gala-jurken op hun stoelen in een normale zaal.
Nu zie je ieder jaar weer een waanzinnig sportpaleis in een ziekmakend decor, hoewel de nooit stilstaande camera er ook flink toe bijdraagt; en staat een uitzinnige massa te vlaggenzwaaien en te brullen, ook terwijl er gezongen wordt.
Neem dat beeld van wansmaak mee terwijl ik overschakel naar de onovertroffen concertzaal van het paleis van Schone Kunsten, destijds ontworpen door architect Victor Horta. Vanavond zien we de drie laatste finalisten, de Russische Tatiana, de Franse Gabriella en de Poolse Bernadetta. Het symfonieorkest van de Munt speelt vanzelfsprekend live, geleid door de Japanner Kazushi Ono. Een echte Oosterling die achteraf op elke vraag naar zijn persoonlijke voorkeur en plannen voor de toekomst telkens ontwijkend antwoordt om de laureaten toch maar genoeg op het voorplan te plaatsen en te loven voor hun prestatie.
Er is geen decor, de zangers en zangeressen staan stil naast de dirigent, dragen een pak of avondjurk. De aandacht gaat alleen naar de wonderlijke stemmen. Zoals het hoort.
De Hongaar Brickner wordt tot winnaar uitgeroepen, maar ook vijf andere laureaten krijgen een prijs. Er is vreugde er vloeien tranen maar iedereen blijft met de voeten op de grond. Beschaafd en waardig. De overige zes finalisten worden samen op het podium geroepen, krijgen een voor een felicitaties van elk van de juryleden. De hele tijd door blijft het publiek applaudisseren. Ik denk meer dan dertig minuten aan één stuk door. Of toch ongeveer, want wanneer de voorzitter van de jury, de stijlvolle Arie Van Lysebeth, een nieuwe laureaat op het podium wil roepen, wacht hij telkens tot het publiek volledig stil is.
Canvas zorgt tussendoor voor commentaar. Met mensen die zinnige dingen kunnen vertellen, waar je als kijker blijft naar luisteren, tot het laatste woord. Wie zij zijn heeft minder belang. Zij omkaderden de wedstrijd van Elisabeth op hetzelfde niveau als de muzikanten die ongelooflijke prestaties leverden. Cultuur met klasse op Canvas. Voor één keer is de uitdrukking een wereld van verschil terecht op zijn plaats. Het enige dat ik van de andere wedstrijd wil onthouden is het frisse melodietje van Ishtar. Zij waren niet toevallig de enige klassiek geschoolde muzikanten op die andere kermis. Bart Steenhaut van De Morgen kent er niks van.
24-03-2008
Een streepje voor Bart Tommelein
Paaszaterdag. De Primavera gaat beginnen, maar eerst moet Villa Politica zijn deuren nog sluiten. In de uitsnijding praat Linda De Win met Rik Van Cauwelaert. Op het grote scherm achter hen staat Bart Tommelein te blinken op het spreekgestoelte, netjes in streepjespak gehesen met een half leesbrilletje als ernst bevorderend rekwisiet. Hij is rood aangelopen en als hij spreekt drukt de zwaarhangende keel op hemdrand en das. Er wordt gelachen wanneer hij de cijfers van Leterme weerlegt, terwijl hij eerder als fractieleider van de Open VLD het regeerakkoord zou moeten verdedigen. Maar de troika van partijchef en ministers van binnen- en buitenlandse zaken laten hem zijn gang gaan; zij hebben hem daar geplaatst, beloond met streepjespak en porte parole.
Op het moment dat Jean-Marie Dedecker zijn vroeger Oostends maatje Tommelein interpelleert wordt er overgeschakeld naar Sanremo. Ik kan niet meer volgen wat er gezegd wordt, maar ik kan indenken dat het er niet vriendelijk aan toe gaat.
Toen Jean-Marie in oktober 2006 niet tegen Van de Lanotte in de Oostendse arena wou stappen, nam Tommelein als gehoorzame partijsoldaat zijn plaats in. Dedecker voelde zich in zijn strijd met de partij verraden door Tommelein. Het zou nooit meer goed komen tussen deze Westvlaamse blauwe zwaargewichten, die ooit vanuit Oostende golf na golf richting Wetstraat stuurden in de hoop dat ze daar in hun zeetje zouden verdrinken. Bartje fulmineerde tegen alles wat de kleine middenstander te kort deed, Jean-Marie brulde tegen al de rest. Jean-Marie dacht dat hij met zijn nationale bekendheid altijd een koka voor zou liggen en Bart verder in ippon kon houden omdat hij hem bij een privé-probleem ter hulp was gesneld, maar denk hier alstublieft geen West-Vlaamse tongval bij. Bart bleek al even vastberaden als Jean-Marie, die ondanks zijn stoer judo-coach imago zichzelf te vaak door zelfbeklag buiten de tatami wipte.
Tommelein heeft tomeloze ambitie. Hij kan zwijgen wanneer het moet en praten wanneer en wat je maar wil. Hij kan zich onzichtbaar maken wanneer hij in de weg dreigt te lopen en als reddende engel opduiken wanneer de partij een vrijwilliger voor een vervelende klus in de ether wil sturen. Zo glijdt je tussen polemieken door en onopvallend mee naar voor. Zo word je woordvoerder van Patrick Dewael en, omdat niemand anders dat wil, diens conformerende vriend, die even Bourgondisch kan tafelen, die even fiets- en vrouwengek is, hoewel, wat dat eerste betreft, zijn schoonbroer hem al eerder tegen de wind in leerde beuken. En die, als Patrick dat wil, mee baantjes trekt in het zwembad en sporen in de sneeuw. Het is op skiverlof dat er zich een nieuw momentum aandiende in Barts carrière. Door toedoen van Greet Op De Beeck nog wel en misschien daarom niet geheel toevallig.
Op een avond had Patrick weer meer Slivovitsj gedronken dan goed voor hem was en liep hij luidruchtig lallend door het mondaine ski-dorpje: ooh, maine blauwe geschelpte, gaai zaait maain lievelingsdooif..., vergeten we niet dat Dewael uit Lierke Plezierke afkomstig is. Bart en Greet moesten de vrolijke excellentie ondersteunen. Voorbijgangers maakten opmerkingen. Gelukkig herkende niemand de minister van Binnenlandse zaken, maar waren er wel die vroegen of ze mister Kennedy niet moesten helpen. Bart die mee om ter meest eins, zwei saufen had moeten doen met Dewael kon alleen nog maar schaapachtig lachen. Zijn Engels kon bovendien niet tippen aan dat van Greet die in een voorhuwelijks leven Germaniste was geweest. Greet die zich al uit moeilijker situaties had moeten redden antwoordde: Yes indeed, he is, but please dont tell anyone, we are only trying to help this drunken Russian to his hotel, so he cant disturd anyone anymore...
Zoals te verwachten was wist Patrick Dewael s anderendaags niks meer van het voorval af, maar Greet feliciteerde zichzelf uitgebreid met haar alertheid en bleef maar herhalen hoe geweldig zij was geweest. Geef nu toe, Patje, hij zou toch echt een Kennedy kunnen zijn? Zie dat aan. Als hij zijn haar een beetje meer wast en kamt, als hij zijn smile wat mysterieuzer maakt en iets minder plomp loopt, werkt dat Kennedy-imago ook bij ons.
Greet weet wat het betekent wanneer je kop regelmatig op tv komt en hoe vrouwen voor mannen van de macht kunnen vallen, zeker wanneer ze een vage look-a-like zijn van een of andere beroemdheid. Dat helpt de positieve beeldvorming en het geheugen. Bart is een ladiesman, vond Greet en dat mist de partij. Nu stemmen er alleen mannen voor de VLD, omdat ze er als middenstanders of ondernemers hun voordeel in zien. Maar hoe trekt de partij vrouwen aan? Met klein Karelke zeker of met den teddy Somers? En begin niet over Quickie, hé, die heeft een metaaldetectorstem en vrouwen vinden een man die geen vrouw kan vinden een loser. Wij vrouwen voelen ons meer aangetrokken tot mannen die al een of meerdere vrouwen hebben.
Dat Greet haar eigen Patrick niet eens vermeldde, verbaasde Dewael niet. Zij had haar vrienden van de Germaanse definitief achter zich gelaten, de boekenclub van Antwerpen, noemde hij hen soms smalend, en wou de prijs die ze daarvoor betaalde of behaalde met niemand delen.
Laat mij op de VRT tussen neus en lippen vertellen dat er Amerikanen op skiverlof dachten dat Bart Tommelein van de Kennedy-familie was, dan loopt Linda De Win hem zeker in elke uitzending met de micro achterna. Ik ken de media, als er ene het heeft over borrelnootjes of vette vis, praat heel België dat na. Wat dacht je dan van een Kennedy-boy-effect? Dat gaat er in als zoete koek. Vergeet niet dat er in de journalistiek - in tegenstelling tot in de politiek - bijna evenveel vrouwen als mannen werken.
Als Greet zo vol vuur sprak dan stonden Patjes oogzakken helemaal vol water. Zo had hij haar leren kennen en zo wou hij dat zij hem zou leiden in beslissingen die verstand aan gevoel koppelden. Bart was inderdaad best een gokje waard, de Jean-Marie zou toch vroeg of laat de Melsensstraat verlaten. Tommelein kon zich tenminste in de partij-orders schikken, laat Dedecker dan maar beschikken.
Nu stond Tommelein daar in zijn streepjespak voor de Kamer. De lat mag weer hoger geschoven worden. Als Van Quickenborne, waar niemand warm van wordt, minister kan worden, dan mag een flexibele Vlaamse Kennedy hoop koesteren op iets meer bij een volgende regering.
Zelf vond Tommelein dat hij meer weg had van Paul Goossens, vooral omdat die ook revolterend begonnen was en later door het establishment gerecupereerd werd, zo dacht Bart over zichzelf en over Goossens. Maar wie is er objectief als het over zichzelf gaat?
Bart revolteerde als ventje niet om de universiteit te vervlaamsen, maar vooral omdat hij niet naar school wou maar naar zee, dat maakte hij duidelijk door altijd een blauwe zeemanstrui te dragen, met ankerknopen op de schouder. De jonge Bart had ook ambitie en grote woorden op overschot, en het talent om richting en timing instinctief te kiezen. Maar waar Goossens zijn idealen trouw bleef terwijl hij zijn carrière uitbouwde, vond Bart al snel dat idealen vooral golden voor de maten die je moest hebben wanneer je een nieuw kostuum ging passen. Links-rechts, links-rechts marcheert te traag. De blauwe trein ging sneller en daar wisten ze dat dienstbetoon in de eerste plaats een kwestie van zelfbediening is. Middenstanders weten als geen anderen hoe de kassa rinkelt. Hij had zelfs een uitspraak van Kennedy in zijn voordeel omgekeerd: dont ask what you can do for your country, but what your country can do for you. Alleen als de partij hem iets vraagt is hij even opportunistisch als paraat.
Ik ben benieuwd wat hij gaat doen als de partij hem vraagt van zijn talenten als ladiesman aan te wenden om Inge Vervotte van Leterme los te weken en zo de CD&V verder te verzwakken.
21-03-2008
Goede (oude) Vrijdag
Vanmorgen ben ik de boender gaan halen bij mijn zoon. Omdat het Goede Vrijdag is en dan naar gewoonte parketvloeren geboend moet worden. Zo moest het alleszins toen ik thuis woonde als kind, zo hou ik nu mijn Pasen in mijn eigen huis en zo blinkt mijn zoon in navolging zijn parketvloer. Hoewel hij er geen vrijdag voor nodig heeft. Goede of andere. Hij boent zoals hij zoent, zoals het hem zint dus.
Voor mij hoort parket boenen bij Goede Vrijdag. Vòòr 15u, want dan sterft Jezus aan het kruis en als we dan al niet in de kerk zaten, dan zaten we toch thuis op de knieën. Nog altijd of opnieuw op die knieën, want de jaarlijkse parketbeurt werd bij ons thuis wel grondig aangepakt. Daar is de lenteschoonmaak van tegenwoordig maar een kattenwasje tegen. Wij gingen al van s morgens na het ontbijt op de knieën, met een pannenkoekenmes herinner ik mij, met rood gelakt handvat waarop twee horizontale witte lijntjes geschilderd waren. Ontwerpers van toen waren betweters net als nu. Als je een pannenkoekenmes op zijn zijkant houdt heeft het een rechte kant en geen gebogen snijkant. Daar kun je dus mee schrapen, 25 cm breed in een keer. Zo schraapten we de oude boenwas van de vloer, een smurrie geworden na de inwerking van terpentijn. Daar was je ettelijke uurtjes zoet mee, want er lag parket all over the place. En wanneer je in de ene kamer zat te schrapen werd de andere kamer al met terpentijn ingewreven. Ook het insmeren met nieuwe boenwas gebeurde voorover gebogen op de knieën. Wanneer je dan tegen 15u naar de kerk moest stond je lichaam al in de juiste devote kromming geplooid. Rug rond en hoofd naar de grond. Wij werden al een beetje goddelijk beschouwd, want wij woonden tegenover de kerk, maar omdat wij op Goede Vrijdag krom liepen van de parket te poetsten, leek het wel of wij persoonlijk getroffen werden door het lijden van Christus, alsof hij familie van ons of toch een goede bekende was.
Die goede week begon eigenlijk al met witte donderdag. De examens moesten dan gedaan zijn, zodat we met de school gezamenlijk konden gaan biechten. Ook dat nog. Omdat je alleen vrij van zonden Pasen mocht vieren. Zo gênant was dat ook niet, want in de kerk was het redelijk donker zodat de kans dat de pastoor jou door het geperforeerde luik zou herkennen eerder klein was. Toch liep je voor de zekerheid met een boog voorbij het deurtje naar het gordijn aan de zijkant en fluisterde je stil met licht vervormde stem. Het vervelendste was nog originele zonden bedenken. Want je kon natuurlijk niet zeggen :ik heb niks gedaan. Dus zei je maar weer dat je ongehoorzaam was geweest, een keertje gelogen had of je broertje pijn gedaan. Toen ik mijn communie had gedaan durfde ik er wel s een cryptische ik heb in gedachten gezondigd achteraan gooien. Moest hij maar uitzoeken wat ik daar mee bedoelde, wat ie niet deed. Een enkele keer was er een pater die kwam helpen en die vroeg wel door, maar praatte daarbij zo snel dat ik kon doen of ik hem niet verstond.
Vrijdag hadden we dan vrij, vermoed ik, hoewel ik me toch ook herinner dat we met school naar de kerk gingen. Misschien kregen wij op donderdag al een avant-première van de lijdensweg van Goede Vrijdag? Om te oefenen, voor een niet-kennerspubliek? In ieder geval ging meneer pastoor bij die goede vrijdagdienst heel dramatisch plat op de grond liggen. Armen gespreid, gezicht naar de grond. Minutenlang. De hele viering met voorlezing van het lijdensverhaal duurde al lang, zonder dat de pastoor dan nog even op de grond ging uitrusten terwijl wij zaten te wachten op het verdere verloop. Wie de rituelen niet kende, kon vrezen dat hij dood gevallen was, want de pastoor was al erg oud. Hij was daarbij dan nog zo ascetisch, mager zeiden we toen gewoon, dat de pezen in zijn keel links en rechts als gespannen kabels zichtbaar waren. Als kind probeerde ik dat te imiteren wanneer ik naar zijn preek zat te luisteren en uit kikvors-perspectief naar die keel op het preekgestoelte moest kijken. Ik kon daarbij rustig bekken trekken, iedereen zat toch voor zich uit te kijken, want wie in de kerk achterom durfde kijken kreeg de hand van God in zijn gezicht. Baf. Saflet. Goeie morgen. En had God het niet gezien dan riskeerde je wel een tik van de Suisse, de opzichter van de kerk, genoemd naar de Zwitserse wacht in het Vaticaan, maar dat wisten wij toen niet. Voor ons was de Suisse gewoon onze gazettenvent die iedere morgen, door weer en wind, de krant bracht. Hij had er een een lederen verweerd gezicht van gekregen, bruin met roze in de diepe groeven. In mijn verbeelding was hij een indiaan met een kromme neus maar zonder gespleten tong. Een gespleten duim daarentegen had hij wel, aan zijn linkerhand. Ik was er vies van, maar gelukkig sloeg hij met zijn rechter. In de kerk droeg hij een hoed zoals Napoleon, maar die van hem stond naar voor en niet dwars zoals bij Bonaparte. Onze gazettenvent is misschien al 40 jaar dood, dan mag ik toch wel vertellen hoe hij heette ? Grüssenmayer was de naam. Een indiaan die Grüssenmayer heette, de krant rondbracht en schnabbelde in de kerk. Ik heb dat altijd een vreemde combinatie gevonden. Tot ik natuurlijk Pierre Brice Winnetou zag spelen in het Duits van Karl May.
Van die schoolse vrijdagmissen, is mij vooral een soort voorloper van de Mexican wave bijgebleven. In het lijdensverhaal was er een passage waar Christus tussen twee moordenaars aan het kruis hangt en de soldaten, die om zijn kleed dobbelden, de moordenaars naast hem met een spons te drinken geven, maar Jezus zijn zijde doorboorden...met een lans. Die lans kwam als een aanzwellende wave aangerold door de kerk: ...lllllààànssss, gevolgd door gegniffel en gelach bij de leerlingen en gegrom en boze blikken bij de leerkrachten. Van de bokser en de soupape, minder van de Fifie en de Smos, maar niet minder van Flikka. Aan die laatste moet ik deze dagen denken. Met zijn gebit en bril leek hij een broer van Roger Moens, maar deze doordraver heette gewoon Nau. Hij gaf meer Frans dan punten, want die trok hij vooral af. Na een halve zin kon je al een nul krijgen. Wanneer er weer eens iemand een s had geschreven aan de futur simple, riep hij: "hoe dikwijls moet ik nog zeggen dat de conditionnel een s krijgt: je viendrai is futur simple, ik zal komen, je viendrais is de voorwaardelijke wijze, met s, maar daarvoor moet er een voorwaarde zijn, bijvoorbeeld als het sneeuwt met Pasen. In die tijd leek dat een absurde mogelijkheid. We zaten toen op onze knieën op de parket in ons onderhemdje te zweten, tegenwoordig is het met Goede Vrijdag net boven de nul graden en krijgen we vlagen van sneeuw en hagel.
20-11-2007
Sanitaire stop
Houdbaarheidsdata van huishoudtoestellen verlopen mooi synchroon. Wanneer je aan een vierde koffiezetapparaat toe bent, moet je ook voor de derde keer een nieuwe tv of droogkast aanschaffen. Een wasmachine gaat dan weer half zo lang mee als een vaatwasmachine, een diepvriezer of een warmwaterboiler. En wanneer je huis afbetaald is vallen die verschillende cycli samen, moet het dak vernieuwd en beginnen de kranen te lekken of minder te functioneren. Weekends gaan op in de zoektocht naar een nieuwe uitzet. Met veel fantasie kun je het een verjongingskuur ook voor jezelf beschouwen.
Gisteren stonden we met twee kranen aan de balie van een bedrijf in sanitaire toestellen. Voor de keukenkraan zouden we met nieuwe rubbertjes het lekken kunnen stoppen, de kraan hadden we mee, omdat ik vermoedde dat deze artistieke, mooie kraan wellicht geen standaardformaat had. Och manneke, begon de man achter de balie, die kraan is zeker 20 jaar oud, daar ga je geen ringetjes meer voor vinden. Die twintig jaren klopten, maar dat mocht toch geen bezwaar zijn voor dingen die voor de eeuwigheid werden ontworpen en navenant gekost hadden. We kregen ringetjes mee die de diameter het best benaderden. Het bleek een waterdichte gok.
Met de thermostatische kraan liep het anders. Eén blik op het merk, Grohe om het toch maar te noemen, volstond voor de specialist om uit te roepen dat er niks aan die kraan kon zijn en het probleem zeker bij de warmwaterboiler moet liggen. Dan is dit toch een kraan voor de eeuwigheid, dacht ik bij mezelf, van Grohe, niet artistieke gemodelleerd, maar hedendaags rechtlijnig en functioneel. Onze opmerking dat de boiler nog maar drie jaar geleden vervangen was, werd weggewuifd. Ik zeg dat het de boiler is en niet de kraan. Ik hoorde dat hij Jules heette. Het was net Michel Verschueren in een blauwe overall. Hij had diezelfde strakke feilloze pinbros en dezelfde rechte tanden. En zoals Verscheuren op de werklozen kon foeteren, deed Jules minachtend over loodgieters, die twee meter verder aan de andere balie voor professionelen stonden, door een metalen hek gescheiden van ons, particulieren. Al die loodgieters zeggen dat het de kraan is, maar zij kennen niks van warmwaterboilers. Ge moet een letter voor die mannen zetten. Meer vertrouwd met de grafische sector begreep ik even niet wat die letterzetters in zijn betoog kwamen doen, tot andere klanten ingehouden lachten om zoveel straffe praat en ik besefte dat hij slechts één letter voor hun naam wou zetten. Ga naar huis haal die pin voor de waterdruk te regelen uit uwen boiler en kijk of het veertje achterin niet geblokkeerd is. Daar kijken die mannen nooit naar. Het was alsof Jezus tegen Lazarus sprak : neem uw bed op en ga naar huis, uw moeder heeft visjes gebakken.
Maar ja, je bent leek in een sanitaire omgeving, dus ga je naar huis om zijn woorden te checken, ook al moet je daar de boiler voor uit elkaar vijzen, iets wat je nooit eerder deed en wat de loodgieters blijkbaar ook liever aan hen lieten voorbijgaan. Maar als Jules zo overtuigend tegen zijn winkel praat en ons geen dure thermostatische kraan wil aansmeren omdat wij die volgens hem niet nodig hebben, wie zijn wij dan van aan zijn woorden te twijfelen?
Je had al heel de tijd de indruk dat hij misschien wel de eigenaar was die liever in overall bleef werken en zich niet in die grote showroom vertoonde. Hij wou een man van de stiel blijven en je had de indruk dat alle gesprekken over hem liepen, dat al zijn collegas voortdurend aan Jules om raad vroegen. Maar als je het even volgde kon je merken dat het Jules zelf was die voortdurend inbrak in de gesprekken van zijn collegas met klanten, particulieren of professionelen.
Ook wij werden eerst bediend door een collega van hem, maar Jules volgde het gesprek van aan de balie van de professionelen waar hij met een vakman loodgieter bezig was, waarschijnlijk met voortdurend die letter k in bijgedachte, om plots bij ons te staan en het gesprek over te nemen. In feite sprong hij van de ene klant naar de andere, in zijn commentaren zowel collegas als klanten met stijgende ergernis voor dommeriken houdend. Ik heb er trouwens een schitterende diplomatische reactie gehoord van een klant die evenals de anderen te horen kreeg dat hij het allemaal verkeerd had gedaan. Die man liet Jules praten en antwoordde niet meer wanneer Jules bleef doorvragen hoe hij die kraan geplaatst had. In de plaats knipoogde hij naar mij en zei: ge kunt zwijgen in de winter en in de zomer. Jules had het begrepen en liet de klant gerust, maar verlegde zijn aandacht naar de collegas : vooruit mannekes, voortdoen, straks staat dat hier vol. Dat deed het inderdaad en hoe druk hij ook werkte en overal bijsprong, het was Jules die in zijn zin naar perfectie zelf de vertragende factor leek te zijn. Er waren knipogen van verstandhouding tussen de klanten bij dit ongewone spektakel.
Toen ik overhuis was geweest en terug aan de balie 'particulieren' stond liet hij de klant waar hij mee bezig was onmiddellijk staan en kwam op mij af. Het was de boiler, is t niet ? Ik stak de thermostatische kraan als antwoord omhoog en schudde van neen, zonder woorden om hem niet te affronteren. Ik vroeg of de thermostaat in de kraan niet vervangen kon worden. Dat kan natuurlijk, maar dan moet ge die precies kunnen afstellen, met een thermometer, en dat is niet makkelijk, er zit wel een uitleg bij maar toch... enfin, ge hebt dus niet gedaan wat ik gezegd heb. Natuurlijk wel, zei ik. Neenee, dat zegt ge nu wel, maar ik weet dat het niet waar is. En hij begon te tekenen. Zo ziet dat er uit ... en daar zit het veertje, wees ik op zijn tekening, ...dat kan vrij bewegen en is niet geblokkeerd. In dat geval heb ik niks gezegd, veranderde hij van toon.
Ik nam het Jules niet eens kwalijk, mocht hij gelijk hebben gehad, dan had hij ons een nieuwe kraan kunnen besparen. Liefst zou ik gewoon een mengkraan nemen, zei ik. In de gang hiernaast in de hoek zijn er goedkope, antwoordde hij zonder mij nog aan te kijken. Mag ik er geen duurdere kopen?, zei ik gespeeld nederig. Ik dacht aan die daar van Grohe. Hij keek me aan en heel even kon hij op zn Verscheurens grijnslachen. Ik denk dat hij mijn sanitaire stop had begrepen.
Thuis had ik geen drie minuten nodig om de kraan te vervangen. Ik testte ze onmiddellijk uit in een heerlijke warme douche. De Jules was snel doorgespoeld.
27-09-2007
Zwitserse inlegkruisjes
Je kunt in Zwitserland geen kant op kijken of je ziet wel ergens een Zwitserse vlag wapperen. Het moet niet eens nationale feestdag zijn om die Fahne uit te hangen. Zij hoort er bij, het hele jaar door. Het lijkt wel of het moet, om mooi af te steken tegen het immer frisgeschoren groen of als zoveelste zelfbevestiging voor naar zekerheden zoekende Zwitsers.
Het heeft natuurlijk met nationale trots te maken, ze hebben nu eenmaal een vlag waar je mee naar buiten kunt komen, in die mate zelfs dat Zwitsers zich zonder problemen in hun Fahne kleden als er geen gevels of vlaggenstokken in de buurt zijn om te vlaggen.
Begin er maar aan met onze tricolore, je zou honderdvoudig uitgelachen worden alvorens men jou met medelijden uit het straatbeeld zou verwijderen, maar ginder, en nog vaker in hun buitenland, lopen jongeren gewoon rond met het Schweizerkreuz op hun t-shirts. De eerste keer dat ik zo een fietser zag dacht ik dat het Cancellara was, want die woont ook in Bern. Tot ik er tien binnen het uur zag begreep ik dat je hier helemaal niet moet winnen om de nationale trui te mogen dragen. Hier is iedereen kampioen, bij ons is iedereen beroemd. Maar dat is de schuld van VTM en van Dominique Deruddere die er een film over maakte.
Hoewel ze hun klanten makkelijk binnen de eigen grenzen vinden, kent de merchandising van de Zwitserse vlag geen grenzen. Naast de Zwitserse zakmessen en kleine melkkruiken met chocolaatjes, heb ik serviezen en servietten gezien, dassen en sporttassen, laarzen en kaarsen, dienblad en voetmat: telkens met rood veld waarop het witte kruis. Het omgekeerde van het rode kruis, maar de Zwitsers waren eerst. Het Rode Kruis, dat in Zwitserland werd opgericht, inspireerde zich uit erkentelijkheid op de Zwitserse vlag.
Wat ik nog nergens gezien heb, ook niet in de gespecialiseerde gadgetwinkels is een Zwitsers inlegkruisje. Het ligt als het ware voor de hand en moet beslist een gat in de markt zijn, maar nergens wordt er een broekje over open gedaan. Je kunt er natuurlijk moeilijk onderzoek naar doen. Mijn Zwitsers is om te beginnen te beperkt om intieme vragen te stellen. Bovendien, wanneer ik vraag :Darf ich etwas fragen, tragen Sie eine Schweizerische Slipeinlage?, weet ik op voorhand dat ook de antwoorden dubbelzinnig zullen zijn, want natuurlijk dragen de Zwitserse vrouwen een Zwitsers inlegkruisje. Zwitsers kopen immers altijd Zwitsers. In de overal aanwezige Migros. Van oorsprong zal het dus wel een Zwitsers inlegkruisje zijn, maar niet qua design, toch zeker niet bedrukt met het Schweizerkreuz. Nochtans ligt zon Zwitsers inlegkruisje meer dan welk gadget ook perfect in de lijn van de Zwitserse symboliek van zuiverheid en zekerheid. En mochten vrouwen toch een probleempje hebben, dan krijgen ze met een Zwitsers inlegkruisje voortaan een mikpunt in de mik. Bloeden voor het vaderland, krijgt een nieuwe betekenis. En voor vrouwen in de menopauze komt de rode vaan met deze rote Fahn van het Zwitserse inlegkruisje een beetje terug.
Als ik dit Zwitserse inlegkruisje nu eens zelf op de markt breng? Een model en naam heb ik al: Jungfrohlich, zuiver als de Jungfrau, waar alle jonge vrouwen vrolijk bij worden.
Zijn er kandidaten voor proeffoefjes?
25-06-2007
Ein biÃchen Frieden, ein biÃchen Friedlâ
Ik luister naar Cabrio, het nieuwe programma op Radio1 dat 'het beste moet nog komen' moet doen vergeten. Na 1 uur luisteren weet ik al dat alleen het slechtste nog kan komen. Cabrio moet met zijn verwijzing naar een auto zonder kap een zomerbriesje in de ether brengen, maar kakelt als een kip zonder kop.
Wie haalt het in zijn hoofd de aangenaamste radiostem zonder voorafgaand referendum of schriftelijke toelating van de Verenigde naties in een doosje te steken? Zijn ze gek geworden bij de VRT? Meer was er niet nodig dan Ein bisschen Friede en ein bisschen Friedl om de dag opgewekt en met liefde in het hart te beginnen. In alle bescheidenheid droeg Friedl bij tot een betere wereld. Jazeker, u hebt het goed gelezen, ik verwar niet met haar vorige programma de Nieuwe Wereld dat al evenzeer grote indruk maakte.
Wie naar Friedl haar oprechte interesse in de medemens luisterde was bereid van minstens 24u zijn eigen vooroordelen tegen de mensen op te bergen. De voorbeelden vormen een lange lijst, maar omdat het geheugen kort is en de VRT ook alle verwijzingen naar het programma van haar website heeft gehaald, pik ik er uit de laatste week baron Paul Buysse uit. Als beroemd baron-beheerder heeft hij al vaak harde uitspraken gedaan over het reilen en zeilen in dit land, maar bij Friedl hoor je een man met een hart praten en met een grote sociale bewogenheid. Uit de laatste periode herinner ik ook hartchirurg Hugo Vanerwen, Knack-redactrice Anna Luyten, pianist-fantasist Glorieux Ik denk dat wie bij Friedl in de studio zit niet zozeer een ander mens wordt, maar dat die mensen door haar empathie het gevoel krijgen dat ze eventjes zichzelf kunnen zijn. En laat dan maar toevallig de micro openstaan zodat iedereen kan meeluisteren.
Het beste moet nog komen was de naam van haar programma, maar ik vrees dat we, wat de radio betreft, met dat programma het beste gehad hebben. En dan mogen inspiratieloze kritikasters zeveren dat ze steeds dezelfde vragen stelde, wat doet dat er nu toe? Het resultaat oversteeg zonder moeite alle andere human interest-programmas, vooral omdat Friedl de geïnterviewde alle ruimte gaf. Haar luisterbereidheid deed mensen praten. En ze heeft het talent om enkel in te pikken wanneer het interessant was om dat te doen, niet omdat de presentateror zichzelf liever hoort praten, zoals dat meestal gebeurt. Zij greep zelfs niet in wanneer Roos met de grote ogen Van Acker begon op te snijden dat zij geroemd wordt om haar perfecte uitspraak van het Nederlands. Terwijl het uitgerekend de vrouw was die tegenover haar zat, de onvolprezen Friedl die niet alleen de aangenaamste stem heeft maar ook de mooiste uitspraak. Bij haar kan niemand merken dat zij van Roeselare komt. Tenzij je het in haar bio gelezen hebt, maar misschien klopt daar niets van en is Friedl een nagebleven fee die naar de radio is gestuurd om de mensen met haar uitstraling warmte te geven?
Er is inderdaad weinig over haar geweten. Ja, dat ze in Scandinavië op haar kop is gevallen en wij haar daardoor maanden hebben moeten missen, dat haar broers al even creatief zijn en dat haar gebit jarenlang het uithangbord was voor de tandartspraktijk van haar vader; maar nergens lees je bijvoorbeeld of ze een vaste partner aan haar zijde heeft? En of ze zelf gelukkig is? Dat ze daar eens een fata morgana voor organiseren. Ik heb me vaak afgevraagd of zij niet met een onvervulde kinderwens zit? Wanneer een gesprekspartner vertelde dat die er bewust voor gekozen heeft van geen kinderen te hebben of net bereid is een carrière in de balans leggen tegen meer tijd voor de kinderen, hoorde je Friedl' op haar stoel heen en weer schuiven en wist je dat ze zou doorvragen, je hoorde de fascinatie ook in haar stem. Mocht daar inderdaad een leegte in haar leven zijn, is er dan niemand die haar kinderwens wil vervullen, zodat ze in latere programmas nog meer vreugde kan uitstralen? Friedl hoort bij ons maatschappelijk welzijn. Dit land heeft meer nood aan Lesage dan aan Leterme. Met haar weten we tenminste dat het beste nog moet komen. Altijd opnieuw. Anders moet Radio 1 maar uit de ether.
11-06-2007
Het geloof in Vlaanderen
Geloven is aanvaarden zonder tastbare bewijzen. Daarvoor moet je in deze tijden je hoofd volledig leegmaken. En daar is Vlaanderen sterk in. Ik ben een leeghoofd en daar ben ik fier op, is een testimonium voor iedere Vlaming die zijn sticker op de juiste plaats draagt. Zolang we maar niet moeten nadenken, zolang ze ons niet nerveus maken met discussies en bewijzen. Wie duizendmaal zegt dat met zijn goed bestuur alles goed komt, beloven wij te geloven, zonder vragen te stellen. Zoals het vroeger was. Daarom sluiten we nu de ogen en zingen samen: Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Leterme.
Schijnheilig Vlaanderen. Al twintig jaar schuifelt een groot gedeelte, al dan niet gegeneerd, rechts achter het VB aan. Ikke en de rest kan stikken, is de Vlaming op het lijf geschreven. Nog meer dan eigen volk eerst. Alleen de gedachte aan wat de buren zullen denken, hield het VB van een absolute meerderheid. Voor het goed fatsoen schoof een deel van de Vlamingen aan bij rood, blauw, oranje of groen. Maar zodra rechts in een andere verpakking zou gepresenteerd worden, zouden de rijen in de politieke supermarkt snel op rechts aanvullen.
Gisteren floepten dan eindelijk op rechts de lichtbalk goed bestuur aan en iets verder rechts gezond verstand. Het betekent niks, het is niet meer dan een uithangbord, maar toch werd opgewonden de spurt ingezet. Het was geleden van toen Lernout en Hauspie aandelen te koop aanboden. Toen geloofden de Vlamingen dat de spraaktechnologie zwart geld zou witwassen terwijl het bovendien iets aan hun dialect zou doen. Met hetzelfde blinde geloof trokken ze nu massaal naar 'Goed Bestuur' en iets minder naar 'Gezond Verstand', want de Vlaming is altijd achterdochtig wanneer naar zijn verstand verwezen wordt. Met 'Goed Bestuur' kan rechts niet fout zijn, want dat komt van de oude CVP en die hebben God aan hun zijde, zoals dat vroeger in Gotisch schrift op de koppelriemen stond. Leterme haalt 795.000 voorkeurstemmen, Vervotte 134.000. Zonder bewijs van goed bestuur, laat staan van zeden.
Professor Van de Lanotte mag bewijzen voorleggen zoveel hij wil, zijn zeven puntenplan argumenteren met cijfermateriaal tot ver na de komma. Vlaanderen wil niet luisteren, Vlaanderen is niet sociaal, wil niet delen met anderen. Van de Lanotte moet zichzelf niets verwijten, zij hebben geen fouten gemaakt. De kiezer heeft niet altijd gelijk, zeker niet wanneer hij niet wil weten, maar geloven. Geloven vooral dat het kartel, desnoods aangelengd met het VB en LDD, die franse profiteurs beneden Brussel voor eens en voor altijd op hun zakdoek zal oprollen. Want ons samenlevingsmodel dat in het buitenland als voorbeeld wordt geprezen, is een illusie. De Vlaming gelooft dat het paradijs helemaal tussen De Panne, Brussel en Maasmechelen zal liggen zodra de geldstromen naar Wallonië worden drooggelegd. Wat er in het buitenland beneden de taalgrens gebeurt laat de Vlaming ouderwets koud.
Ik geloof nu eens niet dat er een historische staatshervorming in de maak is, ik geloof eerder dat er een gigantische zeepbel gaat ontploffen. Daarom moeten SP.a én VLD zo verstandig zijn van aan de kant te blijven. Laat de Vlaamse leeuwen maar voorbij marcheren, wie in plaats van links/rechts, links/rechts, rechts/rechts, rechts/rechts marcheert loopt altijd het decor in, daar kunnen een miljoen leeghoofden niet aan verhelpen. Zij mogen vol zijn van zichzelf, maar zullen toch nooit voor vol aanzien worden.
06-06-2007
Stem voor mij
Dat moet u niet letterlijk nemen. U kent mij immers niet en ik ben niet verkiesbaar. De titel verwijst al naar de volgende verkiezingen. Voor nu is het te laat. Zondag moeten we onze stem uitbrengen en de kans bestaat dat u zich hebt laten (mis)leiden door de praatjes van de dames en heren die in het politieke vak zitten.
Is het u ook opgevallen hoe weinig er echt stem voor mij werd gezegd, en hoe vaak stem niet voor die en die...? De E.T. van de CD&V, Van Rompuy, had het al maanden geleden aangekondigd: wij moeten niet over ons programma praten, maar over hoe slecht paars het gedaan heeft. Leterme maakte er zijn mantra van wie gelooft die man (Verhofstadt) nu nog. Hij zou ook kappen op de franstaligen en gemeen uithalen naar Landuyt (SP.a). Zijn kartelpartner, de meest uitdrukkingsloze kop van Vlaanderen, Bart De Wever, neuzelt onbeschaamd dat de socialisten moeten verdwijnen. Hij heeft het dan niet alleen over de profiterende PS, maar over heel het socialisme als principe, hij is tegen het verdelen van de beschikbare middelen. Hij scandeert nog net niet: weg met de solidariteit, leve het egoïsme. In het mega(lomane) hoofd van Bart De Wever wordt het al enge eigen volk eerst uitgebreid met: "en ieder voor zichzelf". De andere rechtse megafonen wil ik niet eens aanhalen. Maar vooral zij zouden sneller uitgepraat zijn en met zekerheid minder stemmen halen wanneer zij, in plaats van met modder te gooien naar de anderen, het uitsluitend over hun voorstellen mochten hebben: stem voor mij, want...
Er is één kandidaat die het al anders gedaan heeft en het is dan ook afwachten wat de kiezer er van vindt. Want ga je solo, neem je natuurlijk een risico. Alsof jij de enige renner in het peloton bent die besluit zonder epo te rijden terwijl de anderen lustig verder spuiten. De kopman van de Vlaamse socialisten, Johan Van de Lanotte heeft een oprecht stem voor mij aan de kiezer/kijker voorgelegd, waarbij hij meer dan eens zei dat hij niet meer wil beloven dan realistisch haalbaar is. Rustig, ernstig, zonder show, zonder tijd te verspillen aan de andere kandidaten. Hebben wij na de nieuwe man, waar de vrouwen een tijdje de mond van vol hadden (niet letterlijk natuurlijk), nu ook de nieuwe politieker aan het werk gezien? Iemand die zijn zaak komt uitleggen, helder, overzichtelijk, goed gedocumenteerd, vertrekkend van een reëele situatie als een werkplan, waarin staat wat kan en niet kan, zonder acteerwerk, als een kandidaat op een examen, die dan terugtreedt en rustig de uitslag afwacht, samen met de andere kandidaten. Het zou moeten kunnen, ook al is het niet vanzelfsprekend. We willen wel een suggestie doen. Als een eerste aanzet, het begin van een positief stappenplan.
We gaan er van uit dat bij volgende verkiezingen de campagne alleen nog op tv zal gevoerd worden. Nu werden er nog plakploegen uitgestuurd, anders heeft het voetvolk het gevoel dat ze niet meewerkten, nu werden de markten nog afgedweild, maar wie gaat er nog naar de markt; en werden door de enige echte post partijfolders verspreid (met de staking in Gent moeten de kinderen van Verhofstadt en de flanflan-vrienden van Freya de baan op om te bussen).
Plaatselijk blijft dat wel voortbestaan als een onverwachte regenbui, maar tv is het enige medium dat nog telt. De geschreven pers staat toch al meer voor de camera dan achter hun schrijfmachine. Zij mogen uiteraard nog commentaar geven langs de zijlijn. In goedgeschreven columns. Maar verkiezingsprogrammas op tv moeten er de volgende keer nog meer komen, tegelijkertijd op de VRT en op de commerciële zenders. Dat lost dan tijdelijk het probleem van al die onzin en sensatieprogrammas op. De regionale zenders volgen de regie maar met plaatselijke kandidaten. En dat moet echt niet saai zijn. Een dag uit het leven van, kan, maar dan gedraaid met verborgen camera. Uiteraard zijn biografieën nuttig om de kandidaten op jeugdzonden en lastige tics te betrappen. Het belangrijkste onderdeel is de presentatie van de verschillende kandidaten én de tegensprekelijke debatten.
Dit lijkt wel veel van hetzelfde maar er zijn belangrijke verschillen. Om te beginnen mag er nog alleen volgens de stem voor mij-gedachte gesproken worden. En dan niet in slogans, maar in duidelijke argumenten waarom de kandidaat beter de gemeenschap zal dienen. De rechtse megafonen zullen snel uitvallen want zij willen niet de hele gemeenschap dienen. De presentator van dienst, Annelies Beck (liefst), Phara of Goedele, (Kathleen Cools is inmiddels veroordeeld voor jarenlange verkrachting van de neutraliteit) faciliteren de programmas eerder dan ze te presenteren, maar centraal op het toneel zit een rechter. Of meerdere rechters, die onbevooroordeeld en met kennis van zaken de debatten volgen en zo nodig tussenkomen. Een beetje in de stijl van judge John Deed, zie zaterdagavond op Canvas. De rechter(s) kan de kandidaten onderbreken wanneer die argumenten gebruiken die niet onderbouwd kunnen worden, hen berispen wanneer zij een aanval op hun tegenstanders opzetten en hen van het scherm halen wanneer ze liegen, vals zijn (Leterme over Landuyt) of demagogische onzin verkopen. Het is duidelijk welke partijen niet lang zullen meedoen.
Het volstaat niet meer dat de kandidaten simpelweg kandideren, om het scherm te halen zullen zij een aantal examens moeten afleggen. Taalvaardigheid is er een van, een passage bij de leugendetector een andere. Zij zullen ook psychologisch doorgelicht worden. Psychopaten en megalomanen vallen uit. Idem dito achterbakse karakters. (Het valse lachje van Leterme zal worden afgestraft, evenals zijn hautaine lichaamstaal en lelijke kostuums). Natuurlijk krijgen we reportages van de verschillende proeven in samenvatting op het scherm.
Op het einde van elke uitzending zal de rechter zoals in een rechtszaal een oordeel vellen. Hij zal vooral de bevolking voor domheden waarschuwen, maar hun niet voorzeggen wat zij ervan moeten denken. Hij kan bijvoorbeeld zeggen: dit lijkt goed te zijn voor de Westhoek, maar denk eens, is dit goed genoeg voor alle uithoeken van het land? Kun je met deze man bij de groten der aarde komen? Kun je er überhaupt mee buiten komen? Verder dan zijn dorp? Zal hij willen werken voor de hele gemeenschap? Zal hij niet opnieuw hervallen in demagogie? Heeft hij een echte ploeg waar het land iets aan heeft en niet alleen zijzelf?
De rechter moet de bevolking ook opvoeden. Hij zal hen uitleggen dat discriminatie niet kan, evenmin als door het rood licht rijden en honden op straat laten kakken, dat wij met zijn allen verantwoordelijk zijn voor een harmonieuze samenleving, dat de rechten van het individu gevrijwaard moeten blijven, maar dat we ook plichten hebben, dat tsjevenstreken zonde zijn en dat wij en alle politiekers telkens de vraag moeten stellen bij hetgeen we doen of plannen van te doen: is dit correct, is dit eerlijk.
De rol van rechter zal cruciaal zijn en zeker niet eenvoudig. Misschien kan ik die rol de eerste keer zelf spelen, ik heb m toch uitgevonden en heb grotendeels al in mn hoofd wat die zou moeten zeggen en op welk moment. Er zijn immers zovele situaties denkbaar dat je die onmogelijk allemaal aan iemand anders kunt uitleggen. En met Annelies Beck aan mijn zij zal dat wel loslopen.
Stem op mij, ik zie het helemaal zitten. Maar eerst proberen 4 jaar Leterme uit te zitten.
22-04-2007
Als Eddy Wally kunst is met een grote K...
De VRT moet serieus blijven. Dat Eddy Wally 75 wordt mogen ze gerust in het nieuws vermelden. Dat hij bij die gelegenheid in het Sportpaleis optreedt, is een gegeven voor de happening-agenda. Maar een hele dag Eddy Wally vieren of het kunst met een grote K is is niet meer normaal.
Toen Jan van Rompaey destijds Eddy Wally als rariteit opvoerde was dat met de nodige verwondering en ironie. Vele jaren later zal Jan op subtiele wijze de mythe van Wally in Amerika ontmantelen. Hij liet met de camera Wally en Marrietje in al hun zieligheid zien. Zonder commentaar. Twee oudjes alleen op hun hotelkamer, onbeholpen aan het zwembad, door niemand aangesproken, de taal niet machtig. Hij had op dat moment geruisloos uit de media moeten verdwijnen. Maar minder getalenteerde reportagemakers bleven de minus habens opvoeren, die zich bij gebrek aan inhoud en vernieuwing dan maar steeds excentrieker gaat kleden. Wat de man veertig jaar geleden zong en zei: - chérie/vliegmachien/marktkramer/gewèèldig/fantastisch/amaai zeg- zingt en zegt hij nu nog steeds. Ik ben in de Verenigde Staten of America geweest, en ook in Sina. Na 2 zinnen knipt hij met de vingers en zingt 2 lijnen lied. Altijd weer hetzelfde.
Destijds vroegen de studentenclubs hem als attractie. Om te lachen, zoals met Liberace in Amerika. Ze noemden het Camp, maar ondertussen zorgden zij ervoor dat hij ook buiten zijn café Paris-Las Vegas bekend werd.
De discussie bleef: is hij gewoon gek of gewiekst gek? Dertig jaar geleden liet hij, wanneer de studenten de tomaten bovenhaalden, het concert stilleggen en het licht uitdoen. Tegenwoordig staat in zijn contract dat bij optreden voor studenten er minimum 10 personen ingehuurd moeten worden als security.
Kamagurka gaf hem een rolletje in zijn tv-show Lava. Waarschijnlijk ook om te lachen, maar voor Eddy was het een nieuwe springplank. De gewestelijke omroep liet hem een radio-programma presenteren, onvergetelijk. Het zal ook niet ernstig bedoeld zijn geweest, maar Wallys verbeelding had op dat moment al elke gelijkenis met de realiteit verlaten. Telkens wanneer ze bij de VRT zonder inspiratie zaten werd Eddy Wally te kijk gezet. Dat een normaal gesprek met deze man uitgesloten is, dat hij moeite heeft om de eenvoudigste namen uit te spreken, doet er blijkbaar niet toe. Niet een keer zal men de vraag stellen of mensen als Eddy Wally niet tegen zichzelf beschermd moeten worden.
Niettemin gun ik hem elke frank die hij er mee verdiend heeft. Een openbare omroep zou wel eens vaker aan zelfcensuur mogen doen, want Eddy Wally als kunst met grote K voorstellen is beschamend. Je moet niet eens zelf met kunst bezig zijn om je hierdoor beledigd te voelen.
Laat hem als veelkleurige papegaai ambiance brengen op braderijen, markt- en feesttenten, tot in alle achteraf zaaltjes van Vlaanderen toe. Laat hem ook een enkele keer alle fans verzamelen in het Sportpaleis, daar werden vroeger al eerder gelijkgezinden samengebracht, voor het Vlaamse nationaal Zangfeest, om maar iets te noemen.
In een tijd waarin juryleden in allerhande Idool-wedstrijden artiesten in 't diepst van hun gedachten levenslange traumas bezorgen, heeft Eddy ongestoord een eigen publiek kunnen bereiken.
Voor alles zijn er in Vlaanderen mensen te vinden. Om naar de Pfaffs te kijken, zelfs om cds van Helmut Lotti te kopen, waarom dan niet om Eddy Wally "geweldig" te vinden. Maar nu hij driekwarteeuw oud is geworden mag het stilaan welletjes zijn. Straks hangt de onvermijdelijke Leterme nog zijn wagonnetje aan de populariteit van Eddy Kwally. Het zou me niet verwonderen. Eerder had toch ook al Bert Anciaux zijn borst nat gemaakt voor Kate Ryan en had hark Geert Bourgeouis zich ge-out als fan van Laura Lynn. Laat Eddy toch 1 keer écht uit een vliegmachien springen, dat kan geen kwaad, Eddy zingt zelf in deze onwaarschijnlijke wereldhit: laat Eddy maar gaan, hij komt heus wel aan...
17-04-2007
De striptease van Leterme duurt te lang.
Niets is erger voor wie zich geleidelijk blootgeeft dan een publiek dat verveeld wegkijkt. Tenzij de stripper zelf, die blijft geloven dat zijn publiek begeesterd zal zijn wanneer hij/zij uiteindelijk in al zijn/haar glorie te bewonderen is. Teasen is plagen, uitdagen, spelen en meeslepen naar waar jij het wil. Moest ik het durven, zou ik zeggen dat het publiek aan je lippen moet hangen, maar in de context van een striptease wordt dit misschien verkeerd begrepen. Voor wie geen oog heeft voor dergelijk vertoon: Leterme is een slechte stripper. Dan mogen de media nog met rode oortjes elke beweging paginabreed uitsmeren en mag het personeel van het CD&V-cabardoucheke zijn best doen om omstanders aan te stoten en op te hitsen, Yves kan de verbeelding niet prikkelen en riskeert van het podium te verdwijnen nog voor hij zijn grote blote spreidstand heeft uitgehaald. Iedereen is, om het zo te zeggen, al aan de beurt geweest, die met zijn spleet tussen de tanden op de eerste rij en die met de scheve neus er achter, her en der worden al lijstjes met voorkeuren vergeleken, maar de zelfuitgeroepen hoofdact durft niet eens uit de coulissen komen. Omdat hij het niet kan? Of omdat hij in de kramp gaat voor een publiek?
Ik zag hem toevallig onderweg tijdens de Ronde van Vlaanderen. Al van bij de eerste strook kasseien in Wannegem-Lede dook hij op tussen het publiek. Of beter, werd hij, gekleed in roze trui - van de Ronde van Italië? - door zijn chauffeur of lijfwacht tot bij de rijen supporters afgezet. Van op een laddertje aan de overkant kon ik hem in t oog houden. Zes meter heeft hij zich verplaatst. Van de kerkmuur tot aan het eerste huis ernaast, ondertussen zenuwachtig lachend en nauwelijks opkijkend van zijn GSM. Niet één keer heeft hij iemand aangesproken. Terwijl dat de essentie is bij koers kijken. Of je nu fan bent, fanaat of farfalu. Je praat met elkaar. Rijdt Bettini mee? Hoe heet die Quickstepper weer die nu kopman is bij Cofidis? En wanneer je de indruk wil geven een habitué te zijn, zeg je: er is precies minder volk dan de voorbije jaren. Maar Leterme zwijgt. Kan het niet zonder spiekbriefje. Dat niemand er aan gedacht heeft van hem een rugzakje koerskoekjes mee te geven. Ik mag er niet aan denken dat hij zo van helling naar kasseiweg tot aan de meet telkens weer tussen het volk gedropt werd.
Hij voelt zich beter als mens tussen de mensen dan in de grote salons, orakelde tsjoektsjoek Etienne Schouppe vandaag in de krant. Wat doet ons Iefke dan in die salons? Onder het behang kruipen?
Schouppe komt, nu hij verantwoordelijk is voor de kieslijsten van de CD&V, steeds meer naar voor als een baas Ganzendonck. De pater familias van het gezinnetje CD&V. Met ons Iefke als wereldvreemd manneke, maar toch de slimste van de klas, die de mismeesterde ambitie van papa Etienne gaat waarmaken. Als nakomertje is er ons Inge. Een vlijtig meiske, wellicht nog een grotere bolleboos dan ons Iefke, maar zo zielig dat geen enkele soutien haar voldoende steun kan geven in de grote mensenwereld. Zij zal altijd bij ons moeke moeten blijven of bij moeder de vrouw, zoals ze dat in het gildenhuis na de hoogmis zeggen.
Het moeke van dienst is Herman Van Rompuy, de slimste van de hoop, maar uitgemergeld van frustratie omdat zij haar ambities niet mag waarmaken en Etienne haar niet eens ziet staan wanneer hij weer te lang bij Jeanneke is blijven hangen. Etienne geniet van het leven. Uitdagend zelfs, nadat hij goed geboerd heeft bij de treinen. Nu hij op rust is telt hij zijn centen en wacht geduldig tot ons Iefke hem machtsgewijs nog een mooie oude dag zal bezorgen. Op café stoeft hij er graag over. Ons Hermanie doet dat ook, maar minder van harte, bij de catechese en bij de vrouwengilde waar Hermanie alleen maar bewondering oogst met haar Haiku's in brooddeeg gebakken.
De kleine Yves laat zich de aandacht van papa welgevallen. Waarom weet hij niet, maar zolang niemand die vraag luidop stelt, moet hij er zich ook niet druk over maken. Dus koestert hij zich in de bonhomie van papa Etienne wanneer die hem over de bol aait en hem een grote toekomst voorspelt. Mama Hermanie kan het dan niet laten van ook bij Yves te passeren om hem een tik tegen zijn achterhoofd te geven waardoor de kleine net niet met zijn neus in de bloemkool met worst en patatjes stuitert, waarop Inge achter haar hand grinnikt, wat haar dan weer een extra blauwe plek op haar scheenbeen oplevert. Een schoon Vlaams gezinstafereel voorwaar.
Maar het zou allemaal wel goed komen, herhaalde papa Etienne steeds weer. Meer dan het geloof in de toekomst had de man, die groot geworden was met het transport en vandaar wist dat inhoud alleen maar ballast is, niet te bieden. Moeke Hermanie wou haar Iefke altijd de les spellen en verpakte haar frustratie in wijsheden als: denk eraan, als gij hun leider wilt worden, moet gij hen volgen. Als ik leider word stop ik u in t klooster, dacht Yves zonder dat hij zijn arme moeder ook maar 1 seconde aankeek. Wanneer hij geen premier wordt loopt dat nog slecht af tussen die twee. Gezinsdramas komen in de beste families voor.
03-03-2007
Inge Vervotte praat in eerstejaars-steno
Je zag het Siegfried Bracke denken, gisteren in Terzake. Als jong verslaggever had hij nog notas genomen in steno. Hij had het met veel moeite geleerd. Hij kon de woordvoerder meestal wel volgen, maar wanneer hij de tekst achteraf wou uitschrijven, kon hij er niet veel meer uit opmaken dan de aanhef dames en heren en het slot bedankt voor uw aandacht. Vaste afkortingen die hij uit het hoofd kende, maar het verhaal er tussenin leken achteraf niet meer dan mooi geschreven krullen en streepjes. Zo praat die Inge Vervotte, vond Siegfried terecht. Snel en sierlijk, zonder aarzeling, maar na drie zinnen volg je niet meer, niet dat het moeilijk is, maar omdat ze in feite niets zegt. Als je niet hier en daar een trefwoord kunt opvangen, zou je denken dat ze stiekem haar catechismus zit af te rammelen. Siegfried werd door Vervotte in snelheid gepakt en dat was hij niet gewoon. Hij luisterde, schudde met zijn hoofd en vergat haar af te stoppen. In plaats van haar aan het kruis te spijkeren (haar aan het kruis, niet omgekeerd) en een antwoord te eisen op de vraag of ze nu ja of neen die zware gehandicapten die we in de reportage gezien hadden zou helpen en er budget voor vrijmaken. Hij liet haar varianten borduren op natuurlijk moeten die mensen geholpen worden, maar blijkbaar niet door haar.
Het is de truc met de lege doos die Inge opvoert sinds ze nog een klein spierinkje was. Toen ze nog een ondergeschoven kindje was, dat bijna niet mee mocht met de Christelijke Mutualiteiten naar Maloya omdat zij er zo ziek uitzag. Ze was vel over been, zo bleek en broos dat je er medelijden mee had en niet breder dan haar kartonnen doos, waarop ze veel te groot Vervotte Ingeborg had geschreven. Haar huilen was zacht en zielig, zonder dat er een traan uit die grote droeve ogen kwam. De begeleidende verpleegster kon het niet meer aanzien en droeg Vervotte vlug de bus binnen, met de belofte aan de ouders en de verantwoordelijken van het ministerie van gezondheid dat ze persoonlijk voor haar zou zorgen. De ouders dankten God en de verpleegster die de meest ervaren verpleegster van Mechelen en omstreken bleek en al jaren met de ziekenkas naar Zwitserland meeging. Na haar reis met Vervotte zou deze zorgzame Florence Nightingale evenwel nooit meer dezelfde zijn. Meer nog, na de 14 dagen Maloya moest ze op doktersbevel een maand het sanatorium in om te herstellen van de zenuwinzinking die de kleine Inge haar had aangepraat.
Gebukt onder complexen koos Vervotte voor een studierichting die knappe grieten links laten liggen omdat geen glamour afstraalt van een maatschappelijk assistente. Vervotte haalde bij de examens, die nu ook mondeling waren, weer haar lege doos boven. Als een karmelietesse die eindelijk haar zwijgplicht mag doorbreken, ratelde ze, niet eens de vragen van de examinator afwachtend, aan een stuk door tot de brave man, overspoeld door haar tsunami van woorden, haar buiten stuurde met een angstig het is goed, ga maar, t is goed.
Haar verbaliteit was haar enige troef om aandacht te krijgen. Ik praat maar door en doe of ik interessant ben tot ze naar me luisteren. Desnoods zeg ik de paternoster van achter naar voren op, want als ik blijf praten lijkt het van op een afstand dat ik dan toch bij het gezelschap hoor. Maar keer op keer luisterden de mensen niet eens naar wat dat Thereseke van Lisieux aan t vertellen was. Ze keken haar even verbaasd aan en lieten haar in het niets door tateren. Het deed pijn van binnen zo genegeerd te worden, maar toch vond Inge dat ze haar doos van Pandora gevonden had. Moedig blijven praten, ziekjes blijven kijken, en ik haal mijn slag thuis. Wie mijn toehoorders ook zijn, wat de omstandigheden ook zijn, ik krijg altijd gelijk, zelfs zonder dat ze willen weten waar ik het over heb. Wanneer ik praat, willen de mensen zo vlug mogelijk verder gaan met hun leven, dat veel interessanter is. Maar ondertussen kan ik ze zelfs blanco cheques laten tekenen. Als dit mijn enige talent is wil ik God daar toch voor danken en dit talent niet begraven maar er mee werken.
Wie van ons heeft niet van kanaal veranderd, toen ten tijde van de Sabenacrisis dat zielige vakbondsmeisje het weer eens in het gesproken dagblad kwam uitleggen. De media volgde haar met ongeloof, luisterde, zoals te voorspellen was, niet naar wat ze zei, maar schreef wel dag na dag over het fenomeen Vervotte. Dat meisje kan het nog ver schoppen in de politiek werd al meteen voorspeld. Wat zij deed paste inderdaad perfect bij de vernieuwde CD&V. Na Dehaene, die niet wou antwoorden als het hem niet zinde, had de partij besloten dat diegenen die voortaan het woord namen in hun naam onbewogen volzinnen konden braken zonder dat er lettertjes in de brij zaten. Leterme was daarmee in zijn West-Vlaanderen inmiddels het stadium van graag geziene kermis attraktie ontstegen. Wat hij deed had men nog nooit gezien, niet van Marc Eyskens, die weliswaar welbespraakt, na elke trouvaille op applaus wachtte, niet van Pieter De Crem die met zijn schaperig geblaat alleen maar op de zenuwen werkte. Aan Leterme kon je om het even welke vraag stellen en die begon te praten. Zonder te moeten nadenken, zonder gestes, zonder stoppen en zonder dat je er aanstoot kon aan nemen, want eigenlijk sprak hij zonder inhoud. En hij kon die truc in een verstaanbaar Nederlands brengen en zelfs in het Frans. De boeren waarbij hij zich thuis voelde, duwden hem soms voor de grap een volle minuut in de koeienbak onder water. Tot algemene hilariteit bleek hij gewoon verder te praten wanneer men hem weer boven water haalde. Ook aan de andere kant van Vlaanderen had de partij iemand gevonden die dat ook kon, maar alleen veel trager. Jo Vandeurzen zou nooit die vlotheid van Leterme kunnen evenaren, maar met zijn open hemdskraag was hij de volkse voorzitter, die nog eens rustig zou herhalen wat zijn baas veel vlugger verteld had. Als ze nu nog in het centrum van Vlaanderen een vrouw zouden vinden, die de devotie had van een Mia De Schampelaere, maar in tegenstelling tot deze stille aanbidster, ook de truc met de lege doos zou beheersen, dan zat de partij en die vrouw gebeiteld. Niet alleen in de regering, maar ook in de slappe was, of zoals gisteren in Terzake als Minister van Welzijn, Volksgezondheid en gezin.
Ondanks de goede raad die ze ongetwijfeld krijgt van de 20 gespecialiseerde raadgevers op haar kabinet, nam ze eens te meer Siegfried Bracke weerloos in haar lege doos.
Onder haar verantwoordelijkheid zijn de wachtlijsten voor steun aan personen met een handicap in plaats van korter nog met 2000 wachtenden langer geworden.
28-02-2007
Paal en perk
Vanmorgen zag ik dat er tegen de garagepoort van de buur gereden was. Niet echt tegen de poort, want die stond open, maar wel tegen de horizontale verbinding, zon 2 m boven de grond. Waarschijnlijk zal weer zon grote monsterachtige hybride wagen zonder omzien gekeerd zijn en daarbij die metalen balk geraakt hebben. Wie zon wagen koopt stoort zich niet aan dergelijke details, maar wil zich ongenaakbaar voelen om ongehinderd zijn weg te gaan. Met hun grote wielen rijden ze toch overal over heen. Een stoeprand stelt niks voor. Bijgevolg draaien en keren ze hoe breed het hen uitkomt. Van stoep naar stoep. Zelfs betonblokken, bedoeld om het verkeer te kanaliseren, kunnen hen niet tegenhouden. Iets meer druk op het gaspedaal, de motor kort laten grommen, de betonblok omver duwen en erover. Ze vinden dat ze het verkeer in eigen handen kunnen nemen, volgens het recht van de sterkste. En het zijn niet alleen macho-mannen met compensatiegedrag. Laatst zag ik een vrouw in zon zwarte BMW-tractor rechts uit de file rijden het fietspad op, over het voetpad tot aan de hoek waar ze achter de verkeerslichten door de hoek om reed. En niet stapvoets maar met bekwame spoed, om niet geklist te worden. Kom daar maar als voetganger om die hoek aangewandeld.
Onze chauffeur van vannacht zag het ook heel groot, want in eenzelfde draai moest het verkeersbord met omgekeerde driehoek tegenover die poort er ook aan geloven. Op mijn weg verder lette ik voor de aardigheid eens op de verkeersborden. Ik ging er zowaar bij schuinmarcheren want acht op tien van de verkeersborden stond scheef. Waarschijnlijk niet allemaal aangereden, want soms stonden ze voor autos onbereikbaar achter draadwerk. Ofwel doen de paaltjesputters hun werk maar halfsegats ofwel worden ook voetgangers onweerstaanbaar aangetrokken tot de verkeerspalen, en dan bedoel ik niet op de kunstzinnige wijze van Tania Dexters. Vandalenstreken kom je overal tegen, niettemin hebben chauffeurs een bizarre voorkeur voor verkeerspalen. Het valt nog het meeste op langs de autostrade. Daar is dan een zee van open ruimte, maar er zijn van die chauffeurs die uitgerekend op die smalle lichtpaal vlammen. Je moet al goed kunnen rijden om ze niet te missen. Zijn er magnetische krachten in het spel of is het gewoon dat we die aangereden paal wel zien maar in het voorbijrijden geen sporen zien van de duizenden keren dat er van de baan af gesukkeld werd maar in het niets ernaast werd gereden. Het kan natuurlijk ook dat onze blik zo gefocust is op wat verder afgelegen is dat we de balk voor onze eigen auto niet zien staan.
Zelf ben ik een oplettend chauffeur, er ontgaat me weinig langs de weg, en toch heb ik zelf ook zon paal-verhaal. Jaren geleden ging ik mijn dochtertje afhalen van de scouts. Hun lokaal lag aan de speelplaats van een school en in het weekend reed iedere ouder gewoon die speelplaats op. Ik ook dus. Mijn jongste zoon zat naast mij en voor de grap zei ik: kijk, papa kan basketten vanuit de auto, en reed zigzaggend naar de basket-ring aan het einde van de speelplaats, terwijl ik met mn rechterhand deed alsof ik de bal stuiterde op de versnellingspook. Mijn zoontje keek naar mij en weer naar voor tot zijn wenkbrauwen zich als uitroeptekens rechtop zetten terwijl hij net niks uitriep maar toch zijn handje voor zijn open mond bracht. Aangemoedigd door wat ik dacht zijn stille steile bewondering te zijn deed ik nog een extra schijnbeweging met een draai aan het stuur.
En toen stonden we met een klap stil. Op die speelplaats kon je niet alleen basketten, maar ook volleybal spelen en ik was tegen een volleybal-paal aangereden. Ik had het niet gezien want het net hing er niet aan en ik was gefocust op de basket-ring waarvoor ik mij al dribbelend naar voor moest buigen want het dak van mijn auto zat in de weg.
Nu, vele jaren later, rijd ik mee met mijn zoon in de auto. Als ik nu zeg: heb je dat daar gezien?, antwoordt hij : papa, ik ben aan het rijden, ik let op baan. En dan ben ik fier dat ik hem zo goed heb opgevoed zonder dat hij het gemerkt heeft dat ik hem aan het opvoeden was. Het lijkt nu allemaal uit hemzelf te komen. En zo hoort het toch, niet?
23-02-2007
Wie is er borderline ? Bert Anciaux of zijn kostuum?
Wat scheelt er met Bert? Niet zo lang geleden liet hij zich fotograferen in een te krap geworden chiro-uniform. Vorige week verscheen hij op dikke-truiendag in een wit kostuum in het parlement. Waarschijnlijk hetzelfde dat hij droeg bij Debbie en Nancy. Voor wie het niet gezien heeft, het was en ecru-wit pak, met een handbrede zwarte boord. Aan de mouwen, de revers de onderkant van de vest en de onderkant van de broek. In de jaren 60 was het mode bij Chanel. Voor vrouwen. En toen was het biesje hooguit een vinger breed. Bij Bert leek het dat hij eigenhandig zijn plechtige communie-kostuum met een boordje zwart had aangelengd. Het pak zat nochtans te groot, op de rug, aan de schouders, in de nek, aan de mouwen. Je zag dat hij er zich niet makkelijk in voelde. Hij stond heel de tijd zijn mouwen op te stropen en de vest meer naar achter op de schouders te gooien. En dan moest hij nog fietsen ook. Denk je dat hij die stomme vest daarvoor uitdeed? Helemaal niet, het legitimeerde het stropen van de mouwen voor enkele minuten.
Wie heeft hem tot dat kostuum geïnspireerd? Denkt hij daarmee aanvaard te worden door de cultuurboys? Is dat zijn manier om zich 'uit de naad' te werken voor cultuur? Hoe kun je als minister in clownspak nog ernstig genomen worden? Kan Vic, die toch nog altijd dokter is, Bert geen vaderlijke raad geven? Borderline zou de naam van het kostuum kunnen zijn, maar in feite is het een ernstige persoonlijkheidsstoornis, waarbij de stemmingen sterk kunnen wisselen en de gedachten heel zwart-wit zijn, zoals het kostuum van Bert.
Wij weten natuurlijk niet wat er gebeurt bij de Anciauxs thuis. Voelt hij ons Damienne ontglippen na haar avontuur op Stanleys route en moet hij voor haar iets avontuurlijker uit de hoek komen? Is het toch de kolder in de kop? Je zag zo wie er thuis de broek draagt, met of zonder zwarte boord. Op tv spreekt hij wel manmoedig van ons Damienne, maar ik durf wedden dat hij haar thuis ons moeke noemt.
22-02-2007
Mama Clijsters.
Het was me meteen opgevallen. In haar dankwoordje kwamen na de sponsors en organisator van de Diamond Games Bob Verbeeck, papa Clijsters en zusje Els. Geen mama Clijsters. Een lijstje of 2 bedankingen verder schoot haar plots iemand te binnen die ze niet mocht vergeten: dan toch de mama? Nee hoor, Brian Lynch, haar basketter van Bree. Die moest spelen en kon niet aanwezig zijn, vandaar. Gelukkig was Brians mama er wel, helemaal uit New Jersey of toch van ver. I know youre gonna be a wonderful mother in law, zei Kim. Alsof zij iets van mamas af weet. Als je het zelf zo zeker wil worden, vergeet je je mama toch niet.
Uit haar spagaat ben je geboren en met haar spagaat beroemd geworden. In alle bios kreeg zij de credits voor jouw lenigheid, mama Els Vandecaetsbeek, meervoudig Belgisch turnkampioene. Van pa Clijsters heb je hooguit de voetballersbillen en de mimiek wanneer je geconcentreerd de opslag van de tegenspeelster afwachtte. Het zijn geen van beide kwaliteiten om mee op tv te komen. Ik ken niks van honden, dus vraag me het merk niet, maar Lei trekt tegenwoordig toch wel sterk op een of andere gemene kuitenbijter. Vroeger stonden ze in de lagere school op de inktpotten.
Ik heb jouw mama er altijd van verdacht dat zij jouw tennisrokjes zelf stikte, met een stofke van op de markt van Bree, geknipt naar een patroontje van de blauwe rokjes van de chiroleidsters uit de jaren 60. Ik heb het haar voorbije zondag meteen vergeven. Dat er geen Mexicaanse golf van verontwaardiging door het sportpaleis ging begrijp ik nog altijd niet. Wij hebben in Antwerpen een meer dan gewone verering voor onze moeders. Wij vieren moederkensdag nog altijd met O.L.Vrouw Hemelvaart, zoals het hoort. En wij hebben de onze Lieve Vrouwentoren, waarover La Esterella al sinds mensenheugnis zingt. Op je webstek schreef jouw redacteur over de huldiging dat Kim haar ouders dankte, maar dat is een leugen, we hebben het allemaal gehoord. Mama was er niet meer bij. Op haar plaats zit tegenwoordig Marc Hermans in de box. Het is niet omdat jouw mama en papa gescheiden zijn, dat ze niet allebei dit afscheid mochten meemaken. Kijk naar de ouders van Serena en Venus, die zijn ook gescheiden, maar die zie je toch nog op grote momenten allebei in de box zitten. Of is die vergelijking te zwart/wit voor jou?
Ik vind het spijtig, want ik had nog grootse plannen met jou, Kim. Weet je, op de hoek van de Jan Van Rijswijcklaan en de Desguinlei staat een mooi appartementsgebouw te koop. Het plan was dat jij dat zou kopen, dan zou ik, terwijl jij onder het wakende oog van jouw mother in law kindjes zit te breien in New Jersey, de huurgelden innen en iedere dag vriendelijk goedendag zeggen tegen alle huurders. En als er dan toch eens problemen waren zou ik zeggen, weten jullie wel van wie dit gebouw is? Tot vorige week zouden de mensen dan dankbaar achteruit deinzen en hooguit om een handtekening vragen, die ik dan bereidwillig zou geven, maar nu jij je moeder moedwillig vergeet, hoeft het niet meer voor mij.
Wij Antwerpenaren vieren onze moeders nog op 15 augustus en dat kunnen (willen) ze in Bree of New Jersey niet zeggen.
Love game. Set- & matchpunt.
21-02-2007
Speelt Clijsters dit jaar nog op de Open VLD?
De naam zegt niet alles, maar toch veel. Neem om te beginnen de naam van zijn bedenker: Meneer Slangen. Hij had al ns voor Verhofstadt gewerkt, vervelde en verleende adviezen aan de CD&V van gouwgenoot Jo Vandeurzen. Maar laat dat geen probleem zijn, slangen hebben een gespleten tong, dat is bekend. Het is ook geweten dat ze hun prooi kunnen hypnotiseren en berucht is het venijn in hun staart. Je kunt de naamsverandering van de VLD bekijken met die slangen-eigenschappen in het achterhoofd.
Het leek of iedereen die er iets over zou kunnen vertellen, gehypnotiseerd was. Zonder zich af te vragen of ze die nieuwe naam wel nodig hadden en of er geen addertjes (=kleine Slangen) onder het gras schuilden, waren ze opgetogen als blije kinderen die al wel mogen weten hoe de kleren van de keizer om te pronken bij de kiezer zullen heten.
Open VLD, mochten wij dan ook weten. In de week die vooraf ging mocht Verhofstadt hier en daar zeggen dat hij open een moderne en toegankelijke term vindt. Niemand zijn mond viel open. Iedereen weet dat Verhofstadt geprogrammeerd wordt en daarbij al eens foutjes gebeuren. Vooral in de timing. Al een geluk dat men hem niet liet zeggen: bij ons staat de deur altijd open, want de kans was groot dat daar toch iemand zou op vragen: Van de ingang of de uitgang? Geen partij die zo makkelijk mensen aan de deur zet als de Open VLD. Zou Slangen voor Open VLD gekozen hebben omdat deze partij er niet in slaagt de rangen gesloten te houden? Alles is nog open duidt evenmin op veel beginselvastheid en daar willen ze wel voor staan. In de zin van: Open Vld staat in deze open samenleving voor breeddenkend, modern, sportief, strijdvaardig. Met sportief denken we natuurlijk aan de gelijkenissen met de US open, de Australian Open en andere open tenniskampioenschappen. Net nu Kim Clijsters er mee stopt. Juju past om zovele redenen niet in het beeld van de VLD. Open of niet. In het tennis betekent Open, trouwens dat iedereen mag meedoen, omdat alleen met de aangesloten leden het maar een saaie bedoening dreigt te worden. Slangen maakt daar zeker van: omdat alleen de besten elkaar dan treffen.
Al goed dat ze voor Open VLD gekozen hebben en niet VLD open, wat Slangen misschien ook wel in het vuur hield. Dan zou hij iedereen eens goed laten lachen met de winkeliersmentaliteit van de VLD. Wij middenstanders houden de winkel altijd open. Tenzij kort na de middag, dan duiken we vaak in de chianti en pasta en zijn dan voor de tijd van een dutje gesloten.
VLD open zou je misleidend ook kunnen lezen als Vlaamse dopen. Dan toch venijn in de staart? Want hoe pijnlijk zou het geweest zijn als gezworen papenvreters belachelijk gemaakt worden met een ritueel waar de tsjeven voor eeuwig het patent op hebben? Natuurlijk zou Slangen in een kronkelende beweging de aandacht verleggen naar studentikoze schachtendopen. De hardwerkende Vlaming heeft vooraf gestudeerd, meneer, en weet wel wat van het leven. En de ouderen zullen blauwblauw hun yacht dopen, met een magnum champagne.
Neen, die Vlaamse dopen zit gevaarlijk dicht bij doping. En iedereen weet dat de keurtroepen van Verhofstadt fietsgekken zijn. Denk maar aan Dewaele, Tommelein, Vanhengel, Denys en anderen, die zich graag al fietsend op de mont Ventoux laten fotograferen. Men zou al vlug over de blauw gedopeerden van Verhofstadt spreken. Met uitzondering van André Denys hebben zij er wel de opgezwollen koppen voor. Als je ze bezig hoort lijken ze toch lichtjes aan de pep of minstens opgefokt door te veel gesneden brood.
VLD Blauw had een betere naam geweest.
Omdat je in de politiek kleur moet bekennen. Vld blauw had, mits goed gepositionneerd, een begrip kunnen worden, een keurmerk. Daar staan wij voor. Wij zijn niet langer een deel van paars. Wij zijn blauw. Iets lichter dan tevoren. De mooiste kleur die er is, geassocieerd met alles wat goed is, zalig, hoopvol, positief. Maar bij de VLD open doet Noel Slangen de deur toe en die is van bronsgroen eikenhout.
20-02-2007
Maak van die hoofddoeken toch geen hoofdzaak...
Nu ik bijna geen haar meer heb op mijn hoofd, mag ik zonder badmuts in het zwembad. Vroeger, toen mijn haren nog lang en belangrijk waren voor mijn imago, moest ik ze willens nillens in een idiote badmuts stoppen. Dat waren de spelregels. Zonder muts kwam je niet in het water. Zo werd ik ook een keer naar huis gestuurd omdat ik hippiegewijs op blote voeten naar school kwam. Het was nochtans geen uniformschool, maar het mocht niet. Uitgesloten. Of je werd uitgesloten. Als iedereen gaat doen waar hij of zij zin in heeft, zegden ze, is de samenleving zoek. Wie zijn eigen regels wil maken moet maar op een eiland gaan wonen. In een samenleving moet je de regels en overeenkomsten volgen. Zeker wie er later bij komt. Het is zo oud als Adam en Eva uit het aards paradijs. Ze konden alles hebben, zolang ze maar van die appelen bleven.
Regels komen uit de overlevering of groeien uit een consensus. Meestal zijn regels en overeenkomsten een afspiegeling van hetgeen in dat tijdsgewricht als een consensus over normen en waarden beschouwd kan worden. Voor de goede werking van een maatschappij, om het leefbaar te houden. Het is gezond dat die regels en reglementen voortdurend onder druk staan, dat de nieuwe tijdsgeest ze in vraag stelt en dat ze kunnen evolueren wanneer de algemene mening evolueert. Vroeger droegen de vrouwen hier ook een hoed of sjaal. En niet alleen in de kerk. Nu draagt alleen het koningshuis nog hoeden, met Fabiola op kop, als levende voorbeelden van mensen die niet evolueren.
Vroeger ging men volledig gekleed pootjebaden vanuit een cabine die tot aan de waterlijn werd getrokken. Ooit deed de minirok meer stof opwaaien dan nodig was om er een te naaien en waren hotpants ook in de populaire betekenis hot. Maar zie, in een slingerbeweging wordt de monokini tegenwoordig terug aangekleed.
Kleding heeft met identiteit te maken. Groepsidentiteit veelal. Wie een parka droeg zat in een andere groep dan zij die bomberjasjes droegen. Je had mods en rockers, Johnnys en Marinas, punkers en gothic. Alleen de jeans bereikt alle groepen van de bevolking. Een dress code staat niet alleen op dure uitnodigingen. Er zijn ook nu nog werkgevers die de lengte van het haar, de keuze van de kleding en het vuil onder de nagels van hun personeel controleren. Is dat erg? Een beetje maar.
Je weet dat wie bij Antwerp wil spelen, in rood en wit moet spelen. Zelfs de eerste burger van t stad, Patrick Janssens, zal daar niet in zijn GBA-uniformpje komen aandraven. Daarom blijft zijn slogan t stad is van iedereen overeind, want hij kent de regels van het spel, wat kan en niet kan. Met zijn managerskwaliteiten zal hij waarschijnlijk zeggen: mannen, iedereen krijgt speelkansen en uitzicht op een vast contract en ik ga voor betere speelpremies pleiten en voor betere accommodatie zorgen, maar vergeet niet: de liefdevolle kleuren van Antwerp zijn rood en wit, dus laat die mauve-witte outfit thuis. Wie dat dan niet doet zet zich buiten de club, zoals Laila Ekchouchou van de blijfvanmijnhoofdoek-club die kost wat kost de hoofddoek wil opdringen.
Janssens zou niet democratisch zijn als hij geen hoofddoeken aan zijn loketten wil? Mag een samenleving, een school, een sportvereniging of een bedrijf nog wel zijn spelregels bepalen, alstublieft? Het zijn de enkelingen die daar misbaar over maken die de democratie niet respecteren. Zij zetten de wereld op zn kop wanneer ze als minderheid even hun regels aan de goegemeente gaan opdringen. Wie ergens lid van wil worden respecteert eerst de reglementen alvorens zijn persoonlijke eisen te stellen. Het is de elementaire beleefdheid. Daar hoeft geen verdere uitleg bij.
Een stad besturen is geen sinecure. Zeker wanneer iedereen zijn eigen wetten maakt.
Iedere morgen maak ik met plezier een kleine wereldreis, die al kleur krijgt in de Driekoningenstraat. Ik ben altijd opnieuw gefascineerd door de chassidim Joden, met hun lange baarden, die als bij Tuizenfloot uitwaaieren als ze brommer rijden en zou het fijne willen weten van hun collectieve manie van hun hoeden met zakjes van de Carrefour of de Delhaize in te pakken wanneer er regen dreigt. In de Provinciestraat lopen Joden en Arabieren als mieren door elkaar en dichterbij de Carnotstraat lopen zwarte Afrikanen heupwiegend en vaak zingend door de straat. Zo verschillend van de kleine drukke stapjes van de Chinezen iets verderop in Chinatown. Ik kijk niet meer op van de totaal Noord-Afrikaanse Diepestraat waar het business as usual is, maar dan in slow motion. Ik schrik alleen wanneer ik via de de Plantin Moretus een binnenweg naar de Turnhoutsebaan neem, en de concentratie zwarte hoofddoeken zie van vrouwen die de kinderen naar Sint Agnes, een uniformschool van de nonnekens, brengen. In de blijde inkomstraat zowaar. Het lijkt wel of ze de school gaan overvallen.
Het ligt niet zozeer aan de zakkleding, want de chassidim vrouwen en kinderen lopen er evenmin getailleerd bij en dat vinden we hooguit weinig aantrekkelijk. De hoofddoek, en hoe die gedragen wordt, bepaalt die overweldigende impact. Zon hoofddoek verbergt niet alleen het haar, maar ook de hals, de oren, het voorhoofd. Het maakt de mensen moeilijk herkenbaar en dat ervaren we als onaangenaam in onze open samenleving. Je gezicht verbergen is tegen de regels. Vraag dat maar aan mensen die een baard en snor hebben. Je zou nu zeggen zo iets banaals, maar hoeveel keer wordt er niet gevraagd of je soms iets te verbergen hebt. Voorschriften, gebruiken, gewoonten. In een moskee doen we de schoenen uit, Amerikanen leggen hun linkerhand op de knie bij het eten, Italianen zijn gekrenkt als je met duim en pink naar hen wijst, want zo wijs je de duivel af en wij, wij hebben niet graag dat iemand zijn gezicht verbergt.
Je krijgt geen solidariteit door op de Groenplaats te protesteren. Solidariteit houdt in dat andersdenkenden met jou meedenken en dat was daar niet het geval. Ook de platform-tekst brengt jullie niet verder dan het argument dat wij moeten luisteren omdat jullie gelijk hebben. Met deze verkeerde signalen wordt de hoofddoek belangrijker dan bijvoorbeeld de gedragingen van jongens die meisjes uitschelden voor hoer en lastigvallen omdat zij zich integreren of, wat het ergste blijkt, verliefd worden op een gewone jongen van hier. Die intolerantie en inmenging in het leven van anderen wordt te weinig benadrukt omdat er zon breekpunt wordt gemaakt van die hoofddoeken. De hoofddoek zet een veel belangrijkere problematiek in de schaduw. Begrijpe wie kan.
In het interview met Joël De Ceulaer in het weekblad Knack vertelt de woordvoerster van blijfvanmijnhoofddoek dat ze de eerste 23 jaar van haar nog jonge leven geen hoofddoek heeft gedragen, maar dat ze er nu klaar voor is. Dus moet iedereen haar nù met die late bekering volgen? De jongedame Ekchouchou is dan wel hier geboren, maar is nog lang niet klaar om hier te leven. Het is voor haar uitgesloten dat ze verliefd zou worden op een man van hier. Haar man zal uit Marokko moeten komen. Mochten er kinderen van komen zullen die in het Arabisch opgevoed worden, met de kleding, de cultuur, de muziek en keuken van het thuisland. Dat die eventuele kinderen een leven overeenkomstig het tijdsbeeld zouden mogen kiezen wordt bij voorbaat uitgesloten. Laat staan dat zij mogen hopen op een beetje spontaan geluk. Open staan voor wat het leven te bieden heeft bijvoorbeeld. Met haar 26 jaar heeft Ekchouchou alvast een verzekering afgesloten die haar moet garanderen dat ze in Marokko begraven zal worden. Is het dan zo verwonderlijk dat wie dit allemaal leest zich afvraagt wat zij hier dan zit te doen? Daarnaast zijn er zovele sans papiers die hier in de korte tijd dat ze hier zijn, hun best doen om de taal te leren, werk te vinden en via de kinderen en de school behoorlijk inburgeren, om Belg te kunnen worden onder de Belgen in de hoop op een beter leven. En dan terug gestuurd worden.
Laat ons niet spreken over die verfoeilijke partij, die denkt dat zij over alles en nog wat het debat mogen claimen. Er zijn genoeg mensen, de overgrote meerderheid zelfs, die wel multicultureel kan denken, zonder vreselijke slogans, maar die zonder bijgedachten klaarheid wil. Zoals een ouder zijn kinderen opvoedt met duidelijke afspraken over wat kan en niet kan, moet een samenleving dat doen op een correcte manier op grotere schaal. En laat alstublieft de verlichting over de hoofddoeken en andere verstarringen neerdalen. Draag ze ondertussen thuis, draag ze in het openbaar in een vereenvoudigde vorm als een gewoon sjaaltje, een hoed, een pet, of vindt er een minder stringent alternatief voor zoals joodse vrouwen die geen pruik willen dragen, hun haar in een soort gehaakte lange muts steken, en voorhoofd, oren, nek en keel vrijlaten. Maar maak er vooral geen hoofdzaak van. Leer van elkaar, trouw onder elkaar, feest, lach en leef samen. Doe gewoon. Maar vergeet niet: wie bij Antwerp wil spelen doet dat in hun liefdevolle kleuren: rood en wit. Zo is dat en niet anders.