Om een onderwerp rustig te observeren moet er afstand zijn en verschil in hoogte. Bern voldoet aan die voorwaarden. Het is de perfecte plek om naar politieke poseurs en andere druktemakers in ons landje te kijken. Niet met het vizier op scherp maar mild gesluierd door melkglas. Bern met melk of Berne au lait, what’s in a name…
Hugo Bernolet
klik op de foto's om ze vergroot te bekijken. klik op foto bij vuil Franske voor nieuwe verhalen
12-03-2009
Axelle Red in Biafra
Let niet op de titel maar op het beeld dat daarachter zit. En dat zit juist. Ik weet dat het meisje uit Hasselt voor de carrière in Parijs woont, maar figuurlijk is ze een Biafraantje. Hoe wit zij er ook uitziet, ze heeft iets met zwartjes. Als ambassadrice voor Unicef bijvoorbeeld, wil zij met onze steun ondervoeding Afrika uit helpen. Was ik een zwart kindje, ik zou beledigd zijn. Zelfs ondervoed zien die kindjes er gezonder uit dan Axelle Red. Bovendien lachen die nog op alle fotos, wat Axelle niet meer lukt. Niet op de fotos uit Afrika, niet op de fotos voor Hampton Bays. Wie wil er nog op de vlucht naar Europa als men zon zielig voorbeeld ziet? Met rietstengels van benen die meestal krom en scheef staan. Kijk maar eens op de kaft van Jardin secret.
Ik schrok nog het meest toen ik in de krant de aankondiging zag voor een concert 15 jaar Axelle Red. Ik dacht eerst dat het een foto was voor Broederlijk Delen. Blijkt het de foto te zijn voor de singel living in a suitcase. Zo'n titel bekt beter dan Living in a biljartkeu-etui, maar op de maat van Axelle zou dat evenzeer kunnen.
Ik hoor Axelle liever fluisteren in het Frans. Voor soul mist ze kracht zoals ondermeer in dat nummer blijkt, maar, en die mag gerust in hoofdletters, zij zingt haar eigen woorden en dat is dichter bij de ziel en dus authentieker dan de orkaan van de Kempen, de diva van de Wibra, Natalia ooit vermag.
Ik schrijf graag en zal daarom nooit teksten van anderen gebruiken, maar één keer, door tijdsgebrek of was het omdat ik me zo aangesproken voelde, heb ik een tekst van een ander naar mijn vrouw gemaild. Ik zou het niet beter kunnen zeggen, schreef ik er bij, in de hoop dat zij mij die tekst s nachts in mijn oor zou fluisteren. Het was Parce que cest toi van Axelle Red.
Maar terug naar de Axelle Red die plots in het Engels zingt. Ik denk dat Parijs haar geen deugd doet. Mama Demal (Fabienne Demal is de echte naam van Axelle Red) mag haar dagelijks Limburgse vlaaien sturen, met kruisbessen, kersen, pruimen of appel, papa Demal mag een directe lijn Hasseltse graanjenever naar dochterlief aanleggen, Axelle zal ginder blijven verkommeren. Liedjes zingen, het leed van de wereld dragen, allemaal goed en wel, maar als je geen bakker binnen durft om een Frans brood te vragen uit schrik dat ze naar je benen zullen kijken welk been gerepareerd moet, heb je een probleem.
Misschien moet ze wel terug naar Limburg. De Fransen gaan haar toch laten vallen nu ze Engels zingt. Koolsteenengels hoort trouwens meer thuis tussen de terrils van Limburg. Laat ze dan naar het bronsgroen eikenhout terugkeren. Ver weg van de Parijse studio's waar zij tot haar tachtigste iedere zondag op tv moet komen, zie maar naar Johnny Halliday, Juliette Gréco of Cloclo. Hier zijn ook programmas genoeg waarin zij haar nieuwe CD kan promoten. In de voorbije weken zag je Axelle in Het Nieuws, in De Zevende Dag, bij Phara, in De Laatste Show, in De Rode Loper, in het weerbericht, in het Opsporingsbericht, in Man bijt mond... Niet één keer had ze haar haar gewassen. En overal ging ze vertellen hoe pijnlijk Botox in je lippen is en dat de zwarten van Barry White nu bij haar spelen en andere wetenswaardigheden die ook sur le plateau van TF1 verteld worden.
Ik stel voor dat we haar met haar honger naar Limburg gaan helpen. Haar website is www.axelle-red.com. Ga daar al s kijken hoe het met haar gesteld is. Heb ik overdreven in verband met die fotos ? Je kunt haar moed mailen, maar je moet natuurlijk niet beginnen meelzakjes naar haar te mailen. Dat zou de indruk kunnen geven dat zij melig klinkt en verder kan zij er toch niks mee. Unicef en Artsen zonder Grenzen sturen ook meel naar de ondervoede zwartjes , ook al weet iedereen dat daar geen bakkers zijn die er mee aan de slag kunnen, maar toch. Niet doen.
Stuur liever Limburgse vlaaien naar haar management. Dat is Music and Roses, dat ook voor Hooverphonic en Daan werkt. Adres: Music and Roses, av. Winston Churchill 157 - 1180 Brussel. Vraag daarbij wanneer Axelle eindelijk in de Ethias-Arena optreedt. Nathalia is er al mogen optreden. Axelle niet. Dat moet in evenwicht gebracht worden. Eén keer Nathalia is goed voor meteen drie keer Axelle Red. Het zal Steve Stevaert van Ethias en Limburg plezieren. En ook de beroemdste Hasselaar. Neen, dat is niet Axelle Red, maar wel Willy Claes. Laat die ook eens Axelle begeleiden, hij heeft het jaren met Koen Crucke gedaan, laat hem dat eindelijk dunnetjes over doen met Axelle. Jos Ghijsen is te oud om nog te presenteren. En dan wordt het helemaal Limburg allein. A tribute to Jo Erens. Ik stel voor dat iedereen die een peperkoeken hart voor haar meeheeft gratis binnen mag. Maar er niet mag mee werpen. Ook niet met eventuele taarten, zeker niet met tomaten of eieren. Dat is inderdaad voedzaam voor haar, maar met een mondvol kan ze nog minder zingen. Haal haar eerst maar naar de Ethias-Arena. In de plaats van het Sportpaleis voor 15 jaar Axelle Red. Ik zal dit voorstel alvast met een briefje in een flesje genever naar haar man sturen, die is tenslotte de baas van Music & Roses. Maar niet thuis, daar blijft ie ook op zijn honger.
Noot: Biafra lag in het Zuid-Oosten van Nigeria, het was onafhankelijk van '68 tot '70, dan werd het gerecupereerd door Nigeria.
16-02-2009
De vissen van Babbelonië
De VRT-nieuwsdienst zoekt, naast de grote verkiezingsshow, weer de grens op tussen informatie en entertainment met een ludiek item in de Zevende Dag. De vissen van Babbelonië is de werktitel, en de idee zou aangeleverd zijn door een van de gasten van de Zevende Dag. Hij vergeleek het politieke debat met een bokaal uitgehongerde piranhas die een malse biefstuk toegeworpen kregen, met dit verschil dat de vissen als gekken de biefstuk verslinden en niet elkaar.
Toen Indra Dewitte opmerkte dat die politiekers achteraf aan de bar echt wel vergeten dat ze elkaars tegenstrever zijn, was de reactie: ik zou het geloven dat die mannen alleen maar een show opvoeren, als je ziet hoe eendrachtig ze naast het onderwerp van discussie praten, noyer le poisson, zeggen ze in het Frans.
Ik heb de voorbije weken de uitzending gevolgd en het Piranha-gedrag is inderdaad ongelooflijk. De moderator opent de debatten, en bij wijze van presentatie mag iedere kandidaat rond de tafel zijn mening naar voor brengen, meerderheid tegen oppositie. Het hoofdschudden, blazen en snuiven is al meteen begonnen. De moderator stelt dan een controversiële vraag aan een van de partijen en dan gaat het hek van de dam.
De bevraagde geeft een antwoord, de opposant praat er door heen, de collega van de eerste, meerderheid of oppositie springt bij of opent een nieuwe piste tot iedereen aan tafel in het rond tatert. In een Babylonische spraakverwarring, een gekakel dat horen en zien doet vergaan. Argumenten zijn er niet meer, alleen verwijten gaan nog heen en weer, het crescendo klimt tot geen enkele zin nog kan worden verstaan. Het onderwerp wordt verlaten, net als de beschaving, in een teveel aan gezever wordt de vis verdronken. Op naar het volgende item, Sabine, allemans boezemvriendin, doet het weer.
Ik heb gehoord dat er een dode vis in beeld zal verschijnen wanneer het onderwerp kapot is gepraat. Vooraf zal de kijker via SMS kunnen gokken naar dat tijdstip. Er zal een timer in beeld meelopen om het nog spannender te maken en het scherm zelf zal van onder naar boven vollopen met water. Staat het scherm volledig onder water en is de vis nog niet verdronken, dan verdrinken de pratende politici. Niet echt natuurlijk, want zij zitten droog in de studio. Er wordt gefilmd door een wand met water.
Op de politiekers mag voorlopig nog niet gewed worden, maar dat wordt onderzocht, net als eventuele schadeclaims van Vt4, want die werken al jaren met schaars geklede nimfen die vanuit een waterbokaal de wrevel om een nieuw reclameblok moeten verzachten. Maar naar het schijnt zwemmen die vrouwen echt onder water zodat er geen vergelijk is met het faken van de politiekers bij de VRT.
Ik heb Landuyt aan het werk gezien maar dat is geen blijver. Hij spreekt te stil en te traag, daarmee vergeleken is Annemans een brulaap, maar ook te traag en die lacht te veel, wat de strijdlust niet ten goede komt. Alleen al om de competitie en de controverse zal Dedecker vast pannellid worden, en natuurlijk ook omdat hij een contract heeft met Siegfried Bracke. Omdat er geen tweestrijd groter is dan die van de brulldozers van de Oostendse vismijn, verwacht ik dat ook Tommelein elke week in de vissen van Babbelonië zal terugkeren, maar dan mag hij natuurlijk niet veel meer uitzetten, want niet iedereen heeft breedbeeld-televisie.
Meyrem Almaci lijkt me ook een geschikte spraakwaterval. Als lid van verschillende minderheidsgroepen: vreemde origine, Groen! en vrouw, kan zij de vaste underdog worden. Marinower heeft zijn naam mee als het over water en underdogs gaat, maar die kan maar over één onderwerp meepraten. Wat me bij Bart de Wever brengt, maar die heeft zijn plat préféré, een vette vis, al gehad met zijn te lange deelname aan de slimste mens.
Wie verbazingwekkend genoeg helemaal geknipt is voor dit programma is Servais Verherstraeten. Deze advocaat uit Mol, een gemeente waar doorgaans vrolijker volk woont, kan ongestoord blijven praten, ook al beseft hij dat niemand naar hem luistert. Laat dit nu net een eigenschap zijn voor dit programma. Zijn blik is te droef voor woorden en ook zijn lichaamstaal zegt niks, maar hij sleept al een lange geschiedenis van geschoren worden met zich mee en dan leer je stil zitten. Als je bovendien Servais heet is het niet verwonderlijk dat niet alleen zijn Franstalige collegas hem petit Gervais noemen. Dat zijn de lekkerste, is zijn verweer dat hij net niet in snikken uitbrengt.
Gelukkig voor zijn eigendunk is hij goed ter taal, maar als wapen kan hij er nog altijd niks mee. En dan te bedenken dat hij vroeger zelfs die verbaliteit niet had. Aan het St.- Jan Berchmanscollege in Mol was zijn bijnaam t servietteke. Op zich is dat niet zo erg, maar omdat hij bovendien zon triestige weerloze plant was kwamen de grotere jongens plagend hun neus aan zijn trui of zijn jas afvegen. Toen hij vervolgens naar de unief ging kwamen medestudenten in de Quick zelfs hun ketchupmond aan zijn proper wit hemd afkuisen. En daar liep ' t servietteke dan, op het eerste zicht bloedend aan de buitenkant, maar de echte wonde zat van binnen. Thuis heeft hij nooit op veel steun moeten rekenen, want daar noemden ze hem van de dag na zijn geboorte "ons Pierke Verdriet.
Als droefheid troef is, dan kan Servais Verherstraeten via de vissen van Babbelonië helemaal open bloeien. Eindelijk kan die inwendige trots naar buiten komen. Pierke Verdriet of niet. Hij verdient het, ik wens het hem zelfs toe. Dat Leterme maar oppast. Die mag dan al het vleesgeworden verdriet van België zijn, ook een petit Gervaiske wordt ooit groot.
02-02-2009
Jodelahiti
Zoals een ander zijn benen tot in zijn nek kan buigen, kan ik mijn stem supersnel van kop naar borst en terug tot jodelen buigen. Het is een aardigheidje waar ik als kind wel eens mijn omstaanders mee verbaasde. Tot ik begreep dat het truukje links en rechts heel anders werd aanhoord. Ik zou het nu niet meer aandurven. Het risico dat Freilich van Joods Actueel halverwege het woord al in mijn nek zou zitten is reëel. Als jongste scribent aan de klaagmuur springt hij immers onvermoeid op alles wat met Jo begint, zo heb ik toch uit goede bron vernomen (neen, niet van Jo met de banjo).
Man bijt Hond heeft in zijn gesproken dagblad een lijstje opgemaakt van mensen of instellingen waar de Joodse gemeenschap nog niet boos op is. Het is een grappige tekst, die normaal gesproken ergens iemands Sjekel (Israëlische frank) zou moeten doen vallen. Maar het tegendeel is waar. Misschien had Stijn Meuris, die de tekst schreef, voor de duidelijkheid de Joodse Gemeenschap mogen vervangen door Freilich en Marinower. Want het ging in de eerste plaats over hen. Zij heffen steeds nieuwe klaagzangen aan, in zo verre dat zij als verontwaardigden van Vlaanderen, ondertussen Dewinter en Vanhecke met gemak naar de kroon steken.
Man bijt Hond lacht niet met gebreken tenzij een onvermogen tot relativeren een gebrek zou zijn. In feite solliciteren diegenen die in de rubriek voorkomen zelf naar die vermelding. Want alleen wie zichzelf belachelijk heeft gemaakt komt in aanmerking. Zij worden ter lering een spiegel voorgehouden.
Maar moet dat dan met beelden van dansende Chassidim? Zouden Freilich en Marinower, aangevuld met Van Campenhout als de drie musketiers met pijpenkrullen beter zijn?
Wie nog nooit in een Jodenwijk is geweest, weet niet wat ie ziet wanneer bebaarde mannen passeren die pijpenkrullen dragen en witte kousen tot aan de knie, daarover lange blinkend zwarte jassen, en daarboven om ter grootste shtreimels, de peperdure cirkelvormige bonten mutsen, die naar het schijnt bij het huwelijk door de schoonvader aan zijn schoonzoon wordt geschonken. Mijn schoonvader kwam er goedkoper vanaf, maar dat is een andere zaak. Je waant je op een filmset, wanneer je ook de vrouwen met hun jassen uit de jaren dertig ziet passeren. Wie er ongewoon gekleed bijloopt vinden we raar. Of dat nu een Chassidim is of een punker met rode hanenkam en spelden in zijn neus of een nieuwe pinguïn, de in het zwart verpakte moslimas, die erbij lopen als de nonnetjes van vroeger.
Het gekke voor ons, het trieste voor hen, is natuurlijk dat zij dat moeten van God. Gods wil is wet in alle godsdiensten, maar waar de ene God zijn gelovigen nog enige vrijheid en een adempauze gunt, bepaalt de andere elke seconde van je leven, tot je kapsel en kleding toe. Zelfs oorlog moet gevoerd in naam van God. En dan valt er niet meer te lachen.
Wie zich niet langer door Gods wet laat leiden, wie van God los is, zoals diezelfde Stijn Meuris schreef, vindt oorlog niet aanvaardbaar en voelt bovendien instinctmatig aan wat goed en wat kwaad is.
Zo zit bijvoorbeeld Israël goed fout in Gaza. En daarom maakt de Joodse lobby zoveel stampij over allerlei kakkige akkefietjes. De aandacht moet afgeleid. De spiegel moet bijgesteld. De puntjes moeten terug op de ij: van leidend terug naar lijdend voorwerp.
Ik heb de blog gelezen van Anciaux, ik heb hem bij Phara gezien. Het ging hem in de eerste plaats om ons, om onze selectieve verontwaardiging. In die zin werden de kinderen van Dendermonde naast die van Gaza gezet. Niet wat de feiten betreft. Want die waren in het Midden-Oosten erger. Met respect voor de nabestaanden kunnen we stellen dat onze kindjes tot het moment van hun dood een gelukkig leven hadden. Diegenen die verwond werden zullen met de beste zorg omringd blijven.
De kinderen in Gaza leefden al in vreselijke omstandigheden in een door Israël ommuurde en bewaakte gevangenis. Zij haddden geen uitweg wanneer ze gebombardeerd en beschoten werden. Zij hebben ook geen toekomst.
Het dramatische gebeuren in Dendermonde was het werk van één zieke geest, iemand met een fabricagefout in zijn hoofd. Wat ieder van ons kan overkomen.
Hoewel de kans dat dit nog eens voorvalt klein is.
Het evenzeer doden van kinderen in Gaza werd maanden op voorhand gepland door een regering en haar militaire macht, met goedkeuring van haar bevolking. De kans dat dit nog eens voorvalt is erg groot.
En het is daarom dat het wereldwijde netwerk tot in zijn kleinste vertakkingen, genre Freilich, onvermoeid malend zijn werk doet. Doen vergeten omdat vergeven niet kan. Van bij recht op verdediging, vergeten ze makkelijkheidshalve oorzaak en gevolg en vloeien naadloos over in verontwaardiging en klaagzang. Op naar Gaza-negationisme. En zo is niets nog zoals het was. Hallucinant, arrogant.
Freud zei ooit over de Joodse humor : De witz is het wapen van de man, die noch met zijn zwaard noch met zijn verstand rechtstreeks kan of wil aanvallen, het is het wapen van de verslagene, die in het geheel niet denkt aan de mogelijkheid van een overwinning." Bredero zei: Het kan verkeren.
19-01-2009
Stem voor SM
Zelf heb ik er niks mee. Het enige dat ik periodiek pijnig zijn mijn hersenen. Niet omdat ik er plezier in heb, maar omdat mijn geheugen maar niet wil luisteren. Ik heb wel één keer de poes ongewild en nog meer onwetend pijn gedaan. Ik was vijf en had uit de kauwgombokaal een speelgoedaansteker gedraaid. Het ding was niet groter dan een klontje suiker en werkte uiteraard niet, maar er zat wel een vuursteentje in dat gensters kon slaan. Dus fabriceerde ik een lontje en stak het huis vol met watten, die ik voltankte met bezine. Ik wou de poes alleen maar met die gensters doen schrikken. Ik kon niet voorzien dat het hele aanstekertje vuur zou vatten en de snorharen van de poes zou inkrullen. Opdat het niet zou opvallen knipte ik de andere kant van de snorharen even kort bij. Ik heb er zelf niks aan overgehouden, tenzij dat ik altijd mij snor in evenwicht knip.
Maar terug naar onze titel. Die klinkt wel als een verkiezingsslogan. En dat is ie ook. Wervend en sexy, goed bekkend en een speciale lading dekkend.
Ik kwam op het idee, denkend aan Caroline Gennez. Niet dat ik haar in Latex moet zien, met bilhoge laarzen, tepelklemmen en karwats. Ik zou het mij niet kunnen inbeelden, want mijn fantasie en mijn gedachten smelten weg onder haar stralende glimlach. Ik geloof wel dat zij als oud tennisspeelster zowel in fore- als in backhand genoeg kracht zal hebben om een leren zweepje meedogenloos over lijven te ranselen.
Van mij mag ze die stamboeksocialisten, die monopolisten van het grote gelijk, navelstaarders en kommaneukers, stevig aanpakken als meesteres van de partij. Het zal hen leren hun eigen partij naar de kloten te zagen. Gesel de jaloezie maar flink uit Maya en Mia, rammel de rebellie uit Erik De Bruyn en geef die oude knarren stevig billenkoek, met de 'bril'-crème boys Claes en Willockx voorop, zodat hun gedachten opnieuw zo glad worden als hun kapsel. Omdat de oude Tobback alleen de taal van de arbeider verstaat, krijg hij een verdiend pak slaag. Jarenlang speelt hij de Napoleon van oneliners en Leuven en dan gaat hij nu de werkman uithangen die tot in zijn ziel gekwetst is omdat het woord socialist uit de volkscafés dreigt gebannen te worden. Wat zijn dat nu voor manieren. Ruziemakers allemaal.
Anciaux moet je volledig negeren. Hij mag dan nog in het openbaar geilen dat Caroline met mij mag doen wat zij wil.... Laat hem janken om aandacht. Hij is dat gewoon. Zijn Damienne is onderwijzeres, dat is zoveel als meesteres voor kinderen.
Sta boven de partij, Caroline. Kies op mijn aangeven voor een nieuwe naam. Sp.a zal toch nooit herstellen van die appendix-a. Anders betekent volgens Van Dale op een andere manier. Dat is toch geen antwoord op de problemen, dat is toch niet wervend? Dat is besluitloos, zoveel als toegeven dat je het niet weet. Is het een teken van voorspoed dat nog slechts 13 % daar in gelooft?
Neem van mij aan, beste Caroline: met stem voor SM, wordt het echt anders voor de partij. SM staat bij mij voor sociale maatschappij. Dat is nog eens een project, zoals dat nu heet, waar ieder oprecht mens zich in kan vinden. Progressieven en stamboeksocialisten, gezonde geesten uit groen! en CD&V, niet-egoïsten uit de VLD, een enkeling uit de SLP, die oprisping van Geert Lamberts maagring.
Stem voor SM is politiek een sterk merk dat heel correct kan ingevuld worden maar tegelijkertijd een publiek kan verleiden dat niet veel om de inhoud maalt. Jongeren en oude snoepers, stille waters en extraverte machos, heteros en homos; ze zullen allemaal graag van de partij zijn. Voluit geschreven zit je met sociale maatschappij altijd juist, terwijl de invulling voor iedereen anders gebeurt. De afkorting zegt meer dan het best gephotoshopte beeld. Je moet er niet eens in sexy-outfit voor poseren. Laat eindelijk de verbeelding aan de macht.
Zorg er wel voor dat de campagne geen megalomane Leterme-leugens bevat. Ga niet meteen voor de macht, laat dat aan de anderen over. Presenteer je zelf als een zweeppartij die de regering knikkende knieën bezorgt en om jouw goedkeuring doet smeken. Versterk dat beeld en deel op markten en meetings zweepjes uit. Speel ermee, doe alsof je een zweepje geeft en hou het dan toch even in. Je zult nooit meer aanhang hebben gehad, mijn beste Caroline.
Het enige dat je nog aan jezelf moet verbeteren is je stem. Je hebt op alles een antwoord, en dat is goed, maar je klinkt spijtig genoeg als een kletsende kleuter. Dat moet veranderen. Het is zelfs bij Annemie Struyf gelukt. Een meesteres moet krachtig klinken. In klank en ritme. Misschien helpt een kleiner gebit al bij het spreken. Ik wil je graag een toontje lager laten zingen. Kies voor mij en mijn sociale maatschappij".
03-01-2009
Een gelukkig Nieuwjaars-concert (en voor het Midden-Oosten la même chose)
Bestaat er een grotere traditie dan het Nieuwjaarsconcert uit Wenen? Ik kan er niet zo direct een concurrent voor bedenken. De zondagsmis telt niet mee, want die hebben we al lang aan ons laten voorbijgaan. Ik denk dat het Nieuwjaarsconcert al zo lang wordt uitgezonden als wij thuis tv hadden. Daardoor zou het kunnen dat ik niet één jaar gemist heb. Uiteraard heb ik ze niet allemaal in perfecte conditie van eurovisiebeeld tot springschans uitgezeten. Maar dat geeft niet want halve concerten en speciale omstandigheden geven de traditie vorm. In zware uitgaansjaren liet ik me voor het concert uit mijn bed zetten, hoe laat het ook geweest was, rode ogen of niet. Maar ik moest minstens der blaue Donau en de Radetzky meepikken. Hoe kon een nieuw jaar anders starten? Ik maakte mezelf wijs dat de muziek mijn houten kop masseerde. Tegenwoordig hebben we al uren tevoren ontbeten, zodat een klein alcooltje mag meewalsen met de muziek.
Dit jaar heeft de Wiener Philharmoniker Daniel Barenbaum als gastdirigent uitgenodigd. Voor één jaar, voegt de commentator er onmiddellijk aan toe, want volgend jaar komt die Fransman van vorig jaar alweer terug. Als die dan nog leeft, denk ik, want op je 84ste wil je wel eens langer slapen als je al niet helemaal ingeslapen bent.
Zou die éénmalige passage van Barenbaum er mee te maken hebben dat hij iets over de oorlog in de Gaza wou zeggen? Hij maakte inderdaad van de traditionele nieuwjaarswensen gebruik om een oproep te doen voor vrede en menselijke rechtvaardigheid in het Midden-Oosten. Ik had meteen spijt dat ik hem kort tevoren een opgeblazen Kiefer Sutherland had genoemd.
Misschien was het niet met de bevoegde instanties doorgesproken en trotseerde hij daardoor alle denkbare banbliksems en zet dat ene zinnetje een punt achter zijn carrière. Langs de andere kant kon hij zich geen groter podium wensen. Op 1 januari kijkt immers heel de wereld naar de gouden zaal van het Wiener Musikverein. Iedereen wil minstens een uurtje genieten van de walsende muziek en het balsemende ballet, de illusie van even vrede in de rust en schoonheid van de beelden. Ook ik zat tevoren nog te denken, als al die gekken die in naam van hun God oorlog voeren naar het Nieuwjaarsconcert zouden kijken, zou de wereld er misschien anders uitzien. Wie geraakt wordt door schoonheid wil de andere toch niet raken met wapens. Mijmeringen mogen bij een Nieuwjaarsconcert, zolang je blijft weten dat wensen geen wetten zijn
En dan maakt Barenbaum een diepe kras op het mooie plaatje, haalt hij ons met sterke koffie uit onze Nieuwjaarsroes.
Zijn oproep won nog aan kracht omdat hij zelf Israëlische roots heeft. Bij mijn weten, maar ik ben de eerste om toe te geven dat ik niet veel weet, is hij de enige Israëliet die in het openbaar dit statement heeft gemaakt. Zeker niet iemand van onze Joodse vrienden in Antwerpen. Marinower, om onze joodse politicus te noemen (Open-VLD) en Freilich van Joods Actueel hebben wel van zich laten horen, om te klagen, niet om zich te distantiëren van het arrogante en weerzinwekkende offensief van het Israëlische leger, maar om hun beklag te maken over het protest dat daartegen wordt gevoerd. Het lijkt wel 70 jaar geleden, zegt Freilich vandaag in de krant. Dat klopt, maar niet zoals hij het bedoelt.
De wereld zit vreemd in elkaar. Amerika sponsort altijd met plezier en vele miljarden oorlogstuig en zwijgt. Hillary Clinton, heel binnenkort de nieuwe minister van buitenlandse zaken, wordt financieel gesteund door de Joodse lobby. En ook the great black hope Obama zal Israël geen opmerking maken. Integendeel zelfs, met een niet correct verhaaltje heeft hij al partij gekozen. Als mijn huis waar mijn kinderen slapen bekogeld wordt, zal ik er ook alles aan doen om dat te stoppen, zei hij. Hij vertelde er niet bij dat de 'bekogelden' hun belagers al decennialang het leven onmogelijk maken, dat zij hen met blokkades als ratten in een val zetten achter een zeven meter-hoge muur, dat zij hen in dat onleefbare ghetto uithongeren, water en elektriciteit weigeren, dat zij hen van uit de lucht met onbemande vliegtuigen beschieten
Israël is meer dan een bezetter, Israël wil dat de Palestijnen verdwijnen. De onnozele zelfgemaakte raketten van de Palestijnen zijn een welgekomen excuus om hun bombardementen te starten en hun maandenlang voorbereidde aanval met een grondoorlog uit te breiden. Eén dode hebben al die zogenaamde raketten opgeleverd. Wellicht viel die metalen buis recht op diens kop. Moesten die raketten ravages aanrichten en meer slachtoffers maken, wees er dan maar van overtuigd dat we overspoeld zouden worden met beelden. De Israëlische bombardementen hebben daarmee vergeleken op slechts enkele dagen tijd meer dan vijfhonderd doden gemaakt, een meervoud aan gewonden in ziekenhuizen geschoten en gebouwen, straten en pleinen vernield. Ook daar zijn geen beelden van. Israël duldt geen pers of andere pottenkijkers.
Oproepen van de verenigde Naties, wereldwijde betogingen, de conventies van Genève, hun eventuele geweten of menselijk fatsoen, alles leggen zij naast zich neer.
Sinds het begin van de tijdrekening worden Joden vervolgd en dat is een trieste geschiedenis die nooit mag vergeten worden evenals de Holocaust de bekendste tragedie uit die geschiedenis, maar de slachtoffers van toen zouden met zekerheid hun nazaten veroordelen wanneer die op hun beurt een volk uitmoorden, niet eens uit haat, maar om de praktische reden dat ze voor zichzelf meer plaats willen in dat gebied.
Maar de wereld draait door en het uitmoorden van een volk wordt vakkundig ontmenselijkt in de berichtgeving : de grondtroepen hebben Gaza-stad omsingelt, of, volgens Barak schiet het offensief goed op, maar zijn de doelstellingen nog niet bereikt." " Israël maakt gebruik van clusterbommen, want Israël heeft het verdrag dat het gebruik van clusterbommen verbiedt niet ondertekend
Het is de plicht van de pers de ongelijke strijd tussen David en Goliath te blijven benadrukken. De vermoorde onschuld is de grote moordenaar geworden en de wereld kijkt toe, verlamd door het complex van een historisch schuldbesef. Ook al zijn we meer dan zes decennia verder. Ik begrijp dat niet. Stel dat mijn grootvader twee generaties geleden vermoord werd, heb ik dan vandaag ook het recht van ongestraft te moorden, omdat mijn volk dat nog tegoed had van toen?
Ik wil nooit meer oorlog, nergens ter wereld. En als dat teveel gevraagd is neem ik graag vrede met nooit meer Leterme in België.
02-12-2008
Marin'eau de Cologne
Ik wou dat ik een cartoon kon tekenen. Van Leterme die loopt te paraderen dat hij Fortis gered heeft voor de mensen. Hij ziet niet dat achter hem Neelie Kroes en Sarkozy respektievelijk leugenaar en kletswijf staan te roepen. Hij is zich nog minder bewust van de 1,3 miljard Chinezen die als tsunami over de volledige achtergrond komen aanrollen om hun geld terug te eisen van Leterme. Verzekeraar Ping An had niet minder dan 1,8 miljard euro geïnvesteerd in Fortis. België had een contract afgesloten met China dat er geen privé-investeringen zouden worden genationaliseerd. En dat is net wat Leterme met Fortis deed. Dus zegt de Chinese regering, die clausule geldt ook voor jullie, hier met dat geld of we boycotten België tot jullie zwart zien. Cuba kent dat, van Amerika. Maar Cubanen hebben mooi weer en nog mooiere vrouwen, rum en havannas. Als China ons boycot vliegen wij voor altijd in de hoek van de melkweg, als proletariërs zonder weerga en zonder toekomst.
Leterme heeft al laten weten dat hij dat in discretie zal regelen. Laat hij en stoemelings geld drukken bij vrienden-drukkers Robaeys uit Wervik of Dejonghe uit Ieper, in ruil voor gratis verkiezingsdrukwerk volgend jaar?
Zouden we niet beter Leterme de ruimte inschieten in plaats van Frank De Winne? Het zal alleszins goedkoper zijn en ons verder onheil besparen. Want dit kan hij niet in de vergeetput gooien zoals vorige stommiteiten. Of zogenaamd uit handen geven om een ander zij nek te laten breken.
Zie maar hoe Peeters, op een moment dat iedereen recessie roept, in het doodlopende straatje van communautaire onderhandelingen werd gestuurd. En alsof dat niet triest genoeg is komt dat blozende blondje uit Lanaken daar nog wat bij kwetteren en kwaken.
Van Parijs wordt in de partij wel eens spottend notre dame genoemd, en van Van Mechelen wordt gezegd dat ook zijn toren nooit is afgeraakt. Maar wie Keulen zegt, zegt spontaan dom. Dom van Keulen. Zeker als je op zijn webstek nog eens de interviews bekijkt en beluistert die de man de voorbije dagen op radio en tv heeft gegeven. Zelf zal hij zeker fier zijn dat hij 30 minuten Keien van de Wetstraat heeft volgekletst, maar samen met De Vadder en Cools zal iedere kijker hem een koppig kind gevonden hebben, dat stampvoetend blijft vasthouden aan zijn gelijk en, zoals Leterme in het begin van mijn verhaal, blind is voor het grotere geheel.
Benoem de burgemeesters en BHV is gesplitst en Vlaanderen kan meer autonomie binnenhalen, zei Katleen Cools. De raad van Europa en de Verenigde naties mogen hem in het ongelijk stellen, de wereld mag vergaan, de Chinezen mogen ons buitengaats de wereld zetten, het kan allemaal, maar die burgemeesters mogen géén Franse brieven schrijven naar Franstaligen. Ook al spreekt ondertussen 80 % van de inwoners Frans en hebben die hun burgemeester democratisch verkozen.
Niemand verhindert Vlamingen massaal in die gemeenten te gaan wonen om het evenwicht te herstellen. Niemand heeft Vlamingen tegengehouden toen ze generatie na generatie verfransten. Taal leeft nu eenmaal. Jouw taal is die je van je moeder leerde, niet die aan de bodem kleeft waarop je loopt. Verkleefdheid met de bodem eindigt altijd in één grote smurrie. Misschien sprak je moeder dialect en ben jij geëvolueerd naar verkavelings-Nederlands, of spreek je voor het werk zoveel Frans, Engels of Chinees dat je die taal geadopteerd hebt. Meestal spreken we de taal van onze omgeving, hoewel de keuze van een taal afhankelijk is van veel meer factoren. Maar jouw persoonlijk welbehagen is altijd het belangrijkste. Vroeger straften Vlaamse scholen kinderen die op de speelplaats Vlaams durfden spreken. Een gemeenteraad met Franstaligen verplichten Nederlands onder elkaar te spreken omdat het gemeentehuis op Vlaamse bodem staat, is in feite een even tegennatuurlijke reactie. We veroordelen zij die oorlog voeren omwille van hun geloof, maar vinden het terecht dat we buren verwensen die alleen maar een andere taal spreken, al gaan we naar dezelfde kerk en naar dezelfde beenhouwer. Spreken doen we nooit met elkaar, tenzij vervloekend met schuim op de lippen.
Marc Platel praat in Kraainem wel met zijn Franstalige buren, maar vindt le droit de la personne misplaatst en begrijpt niet dat er Vlamingen zijn die over de Vlaamse geschiedenis heenstappen en willen praten over het aansluiten van Kraainem en andere faciliteitengemeenten bij Brussel, om vooruit te geraken in Vlaanderen. Politiek was vroeger geven en nemen, nu wil men alleen nog nemen. Peeters is niet van gisteren, maar redeneert pragmatischer, zoals hij het leerde in het bedrijfsleven. Daar telt nog het spel met de knikkers. Zoals vroeger op de speelplaats. Als jij absoluut die grote witte knikker wil, dan krijg je die in ruil voor tien doorzichtige met vlammekes.
Alles evolueert. Wat gisteren wet was is vandaag een vragende wàt?
Taal is een deel van je identiteit. Wie zeker is van zijn taal, is zeker van zichzelf en zijn open geest hoort het in Keulen donderen als Marino zijn landsknecht-trom roert. Hij is een van de vele bange blanke mannen.
Zo beschouwd zal het een zegen zijn wanneer we allemaal Chinees moeten leren om te overleven.
21-11-2008
Trappen voor het geheugen
Hebt u dat ook, dat u lang op voorhand een verjaardagskaart koopt voor je zoon en ze niet meer weet liggen wanneer u ze moet schrijven? Of de kelder in loopt en daar staat rond te kijken om een visueel aanknopingspunt te vinden dat je herinnert wat je daar komt doen? Of dat je ondanks het gure weer zegt dat we barbecue gaan eten omdat je niet meer op het woord fondue kunt komen?
Soms heb ik de indruk dat er een deur openstaat in mijn bovenkamer, dat het klassement van het geheugen overhoop wordt gehaald, dat ik het door sleet niet meer weet. Het stormt daar soms, vooral s nachts. Vorige week zei ik bij het ontbijt tegen mijn vrouw dat ik gedroomd had dat mijn schoonvader drie puppy's, kleine hondjes, achterin de tuin had begraven. Ik had ze al spittende gevonden en ze leefden nog, na meer dan twintig jaar. Ze lagen een meter onder de grond in water, ze waren groot geworden maar hadden nog altijd geen haar. Maar wij hebben thuis nooit een hond gehad, zei mijn vrouw. De vriendin van mijn jongste zoon zag daarin een bewijs dat ik nog niet kan aanvaarden dat mijn drie kinderen nu volwassen zijn en inmiddels alle drie het huis hebben verlaten. Ik moet opletten aan wie ik mijn dromen vertel.
Maar dromen zijn niet meer dan experimenten van de klassementsbedienden die zich amuseren met de fiches terwijl de baas slaapt en niet oplet. Bij geheugen moeten zij werken en tonen dat hun klassement terug op orde zit. En wat dan met versprekingen? Zit er dan een stagiair in de taalkamer? Of een grapjas? In mijn geval vrees ik het tweede. Hij deed mij ooit scheurduif zeggen, wanneer ik het woord schuifdeur wou opdiepen. En dat dit niet met een verouderde fichenbak te maken heeft bewijst mijn tot dan toe meest hilarische verspreking. Ik was nog tiener en had nog maar zelden Frans moeten spreken buiten het klaslokaal. Bij een van mijn eerste vakantiejobs op een expeditiebedrijf werd er nauwelijks in het Nederlands verhandeld.
Tijdens de middagpauze moest ik de telefoons aannemen en ik kon niet altijd de verbinding verbreken wanneer mijn correspondent te snel sprak of ik het gewoon niet begreep. Mijn truuk was dan dat ik eerst een paar keer Hallo, hallo..." zei en dan even niks om de indruk te wekken dat de lijn verbroken was, of met krakende stem enigszins vanuit de verte zeggen je vous entends très mal... . Op een keer insisteerde de man aan de andere kant van de lijn om de baas te spreken. Tja, die was er niet en toen zei ik de toch wel mooie woorden :il rentre dans un coeur dart in plaats van dans un quart dheure. Ik weet niet of de man dacht dat ik op een verbloemende wijze wou zeggen dat de baas naar de miekes was, maar de verbinding werd meteen verbroken.
Het geheugen dat is ordening en concentratie. En ik heb de indruk dat fysieke inspanning daarbij helpt. Iedere morgen ga ik voor dag en dauw fietsen. Zo vroeg, enerzijds om te vermijden dat fietsers op dunne tuben mij genadeloos voorbijflitsen en mijn illusie vertrappen dat ik ook doortrap, maar ook omdat het de beste manier is om wakker te worden. Dauwtrappen voor lichaam en geest. En daarna een verfrissende douche. Misschien komen er al trappende stoffen vrij in de hersenen die de hersenmannetjes aanporren en deurtjes openen om dan als een tsunami van endorfines de neurotransmitters aan te klikken en als spic & span de chaos van de nacht met één vodveeg op te ruimen.
Ik was nog niet halverwege mijn fietsparcours of daar ging het licht aan in mijn achterkamer: die verjaardags-kaart, ja natuurlijk, die had ik weggelegd in het tweede schuifje onder de tv op de slaapkamer, omdat mijn zoon daar nooit zou kijken en zijn wenskaart voortijdig vinden.
Wanneer ik thuis kom blijkt de bergplaats te kloppen. Ook andere akkefietjes waar je gedachten gedurende nachten in slow-motion op doormalen blijken na zon ochtendlijk fietstochtje tot het-niet-overdenken-waard herleid te zijn. Trappen voor het geheugen, misschien moet ik er een patent op nemen of voorstellen als format voor een nieuw reality-programma.
Mijn geheugen en ik. We zijn zo met elkaar vergroeid en toch kennen we elkaar niet zo goed. Ik wed dat daar boeiende documentaires over zullen bestaan. Als wetenschappers zelfs uitvogelen dat dennenhars een perfect medicijn is tegen vliegangst, dan moeten ze toch ook over het geheugen nadenken? Christine van Broeckhoven moet daar interessante dingen over kunnen vertellen. Wie de hersenen onderzoekt naar de toegangswegen van dementie, moet onderweg toch ook al langs de nog actieve klassementslokalen van het geheugen zijn gepasseerd?
Aan een huisarts moet je dergelijke dingen niet vragen, de kans is groot dat hij geheugenverlies veinst. Aan mijn specialist moet ik het ook niet vragen. Die heeft een anale fixatie, wat niet zo verwonderlijk is want hij onderzoekt mijn darmen. Wanneer we achteraf in zijn bureau de situatie bespreken kijkt hij mij nooit aan. Is hij in de war omdat hij tevoren uitgebreid naar mijn gat heeft gekeken? Ik weet het niet. Soms denk ik dat hij alvorens zijn camera voor de coloscopie in te brengen, stiekem een foto van de grote ingang/uitgangspoort maakt en ter identificatie, waar anderen een pasfoto gebruiken, op mijn dossier pint. Ik ga al jaren bij hem op consultatie, maar toen ik hem voor enkele weken in het theater tegenkwam, deed hij alsof hij mij nog nooit gezien had. Misschien moet hij ook maar eens gaan trappen voor het geheugen, maar ik ben niet van plan mijn broek af te steken om een goeiendag van hem te krijgen.
09-11-2008
Het steriele gemekker van eunuch Dedecker
Een eunuch is een man die gecastreerd is om politieke redenen, leert ons Wikipedia. Hij staat dicht bij de machthebbers, maar heeft zelf geen macht.
Zo kennen we Dedecker. Hij zou toch er maar dwaze dingen mee aanvangen, moest hij macht krijgen. De man heeft niet gestudeerd, weet alleen iets van horen zeggen, hij heeft alleen, net zoals destijds bij het judo, veel praat naast de mat, in de buurt van het debat waar hij geen zinnig woord kan aan toevoegen omdat hij alleen kan roepen en geen debatcultuur heeft.
Als hij voor de spiegel staat zal hij toegeven dat het m alleen om de aandacht te doen is.En die krijgt hij. Vooral de VRT pampert hem of moet het zijn gebruikt hem? De ene week zit hij bij Phara, de volgende bij Frieda van Wijck of in Terzake. Zouden daar afspraken over gemaakt worden? Ik vraag het mij af en ook of Dedecker beseft dat hij als nuttige nar opgevoerd wordt, die tot vermaak en vaak uit wraak, dingen mag verkondigen die weinig met politiek, maar alles met afrekeningen te maken hebben, losse beweringen zonder wederwoord of bewijs, maar die misschien een verborgen agenda dienen waar Jean-Marie, vol van zichzelf, niet eens een idee van heeft?
Natuurlijk heeft Dedecker zelf genoeg rekeningen openstaan. Die vereffent hij graag in de aanloop naar de verkiezingen. Zoals hij vorige keer het wielrennen aan de schandpaal ging nagelen, mag volgend jaar wegenbouw op zijn speciale aandacht rekenen. Sensatie als populistische masturbatie. Zijn oorlog tegen Van De Lanotte is een lokaal perpetuum mobile. Maar mocht hij genoeg roddels en smoking guns hebben om alle socialisten met pek en veren in te smeren zou hij het niet laten liggen. Kijk hoe de voormalige nationale coach als gereformeerde Vlaamse populist mee op de PS inhakt. Socialisten staan haaks op zijn egocentrische ideeën voor de maatschappij. Ik vraag me af of Dedecker, De Winter, De Wever en andere rechtsen en liberalen hun kinderen, in plaats van te leren delen met elkaar, of hen te leren broertjes te helpen die niet zo goed meekunnen, enkel de truuken van Alexander aanleren: alles voor mij en niks voor een ander.
Onder het mom van oprechte klokkenluider moeten ook zijn vroegere blauwe vrienden er aan geloven, of wat had u gedacht? Fientje Moerman heeft al mogen betalen, Dewael wordt via de politie-benoemingen aangepakt en nu moet De Gucht de Fortis-aandelen van diens schoonmoeder uitzweten. Dat laatste is voorlopig nog het gevolg van een anonieme klacht, maar niemand twijfelt er aan dat Dedecker hier ook zijn hand in zal hebben. Hij zat immers al klaar met commentaar bijna nog voor het bericht de wereld was ingestuurd.
Als hij iedere dag afwisselend een rode en een blauwe tussen zijn boterham wil leggen, moet vooral Tommelein weer uitkijken, want die heeft hij recent al een bratwurst genoemd. In lekkere vettige jus, had hij er wel niet bij gezegd, maar de bratwurst sprak hem meer tot de verbeelding dan bijvoorbeeld een lekker mals billetje van Fientje. Dedecker, Tommelein en Van De Lanotte, daar is Oostende te klein voor. De dag dat die het op de tatami zullen uitvechten slaat de schaal van Richter ongetwijfeld tilt.
Vorige week zat de klokkenluider bij Phara. Maar daar zal hij zelf niet zo gelukkig mee geweest zijn, want ook Tom Lanoye zat in de studio en Mia Doornaert, die er na haar bril- en face-lift uitziet als zowel de mijter als de moeder van Sinterklaas, gaf bij Phara toch maar flink tegengas aan Dedecker. Lanoye speelde met Dedecker. Eerst wou hij als columnist voor Humo weten of Humo toch niet zomaar het interview had afgedrukt zonder het eerst ter inzage voor te leggen. Dedecker voelde zich betrapt en Lannoye ging door, hij bond de klokkenluider het zeel aan tot hij machteloos hing te bengelen. Waarom moet ik mij altijd verantwoorden, was al wat hij nog kon uitbrengen. Ik ben de klokkenluider, waarom willen jullie niet geloven dat ik integer ben, dat ik geen zeurende calimero ben? Wanneer iemand, zeker een politicus, blijft herhalen dat hij iets is of niet is, dan is hij het niet of juist wel.
De VRT moet Tom Lannoye vaker tegenover gepatenteerde leugenaars zetten. Dan leert het publiek hen echt kennen. In het geval van Dedecker als een steriele mekkeraar die nooit iets constructiefs kan voorstellen. Nadat eerdere voorstellen van de man 180 km/u op dubbeldek-autostrades - al snel in de Belgen-moppentrommel belandden, blijkt zijn vlaktaks, na berekening alleen de rijken ten goede te komen, terwijl Dedecker ermee pochte socialer te zijn dan de socialisten.
Ik hoop dat de Vlamingen volgende keer met Dedecker niet dezelfde fout maken als vorige keer met Leterme. Die heeft dan wel twee licenciaatstitels behaald en in theorie of in zijn eigen fantasie kan hij misschien een land leiden, maar in het echt? Dedecker is nog veel erger, want die heeft geen opleiding en ook geen partij met traditie van studiediensten en mensen die het wel uitzoeken. Dedecker heeft zijn populariteit als judo-coach verzilverd, niet uit bezorgdheid voor het land en zijn bevolking, maar omdat hij de aandacht niet kan missen, omdat hij bang was voor het zwarte gat van de sporter, de vrees dat de Oostendenaren hem enkel zouden herinneren als die verzekeringsmakelaar in zijn zielig kantoortje met vergeelde sportfotos en een slechte service.
Zelfs nu leidt de tijd hem in de vergetelheid. Vandaag mediafenomeen, morgen vergeten. Daarom, laten wij hem een dienst bewijzen en een gele briefkaart sturen naar de WTV, de West-Vlaamse Televisie, met de bede van Jean-Marie Dedecker een eigen praatshow te geven. Laat hem daar van jetje geven, halve geheimen onthullen en sensatie spuien. WTV zal er wel bij varen. Ze zullen vooral plaatselijk scoren, maar mits ondertiteling zullen zij als nooit tevoren het landelijke nieuws halen.
Best van al vergeten we Dedecker als politieker. Niemand heeft er baat bij. Nu betalen we een miljoen euro voor hem en zijn gevolg van uitgerangeerden en nitwitten.
Het zou pas van moed getuigen als hij dat miljoen weigerde en als een Don Quichote de strijd aanging met de politieke kaste, één tegen allen, en hen keer op keer met zijn relevante vragen en dossierkennis wist te vloeren. Dan zou hij terecht op handen worden gedragen als de Robin Hood van België, de redder in nood, de zuiverheid zelve. Maar Dedecker is niet in de politiek gegaan met hoge idealen. Als beroemd coach wil hij ook nu een ploeg rond zich, voor de illusie dat hij leiding geeft, om de anderen na een halve zin al vaderlijk te verbeteren. Jean-Marie weet het best, democratie op zijn Dedeckers.
Wat kunt u van LDD verwachten? Van Dedecker, buiten zijn roddels en schandalen? Wat mag u verwachten van zijn beroemdste partijgenote Ulla Werbrouck, die hij een lukratief plaatsje heeft bezorgd? Dat zij u een beenveeg geeft of dat zij u werpt? Destijds toen ze nog bekend judoka was en handtekeningen uitdeelde moest ze telkens aan Jean-Marie vragen of Werbrouck nu weer o-u-c-k werd geschreven of met o-e-k? Met glimmende pretoogjes en een erectie in zijn stem als voorschot op wat zich al in zijn visioenen voltrok, zei hij dan: Moet ik u weer s billenkoek geven, Ulla? Dan zul je leren wat met o-e-k is. Eens een macho in een pamperdoek...
01-11-2008
De vuile was van Leterme
Leterme had een blaam gekregen van
Sarkozy omdat ie aan de VRT de resoluties stond te verklappen terwijl de top in
Parijs nog bezig was. Na de uitverkoop van Fortis ging hij in IJsland de
Kaupting Bank redden, vanwaar hij naar de top van de francophonie in Canada
snelt, en voor we beseffen waar hij nu weer uithangt zit meneer al in Beijing
te chinezen op de Aziatische-Europese top. Dat het telkens een vlucht is, weg
van de begroting, de economische crisis en andere communautaire problemen laten
we nog even buiten beschouwing.
Wat bezielt zon man, die vroeger
niet uit zijn Westhoek te branden was, om nu, bijna dagelijks, verder dan ver
te trekken? Wil hij nog vlug profiteren van zijn status voor hij ontmaskerd wordt
als Yves den dief van België? Of is er thuis iets niet pluis? Doet Leterme een
Sarkozieke met een of andere schijterige schone terwijl mevrouw voor de vuile
was opdraait? Je ziet mevrouw Leterme in ieder geval nooit bij hem.
Je kunt met die vragen blijven
zitten of je kunt ze stellen aan iemand die over de haag of na de mis, wie zal
het zeggen, vertrouwelijke gesprekken kan hebben met mevrouw Leterme. Het is
natuurlijk maar van horen zeggen, van de was- over de telefoondraad, maar als
dat allemaal waar is begrijpen we goed dat Sofie Haesen, zoals mevrouw Leterme
eigenlijk heet, niet in de openbaarheid wil treden. En ja, het was die laatste gaffe
in Parijs die mevrouw Leterme in de grond deed zinken en tegen haar gewoonte in
deed fulmineren over haar echtgenoot.
Als we de plaatselijke roddels
wegfilteren kwam het gesprek vrijelijk hier op neer:
Ik wist niet waar kruipen toen
Sarkozy voor de cameras Yves tot een roddeltante degradeerde. Dat moest er van
komen. Onze Ferme kon zijn mond weer eens niet houden. Hij moest weer s
andermans pluimen op zijn hoed steken. Het is verbazend dat hij zijn eigen hoed
nog herkent.
Weet ge dat hij zelfs voor het
altaar in mijn plaats ja heeft gezegd. Ik kreeg niet eens de kans om mijn
trouwbelofte uit te spreken. We hadden eens ruzie en toen heb ik er uit
geflapt: luister hé, Ferme, ik heb geen ja gezegd over die goede en kwade
dagen. Gij hebt die belofte gehouden, ik niet, dus gij zult moeten plooien.
Maar ja, zijn ego is zo groot dat ik vrees dat hij op een dag gewoon zal
opstijgen en verdwijnen. Hier thuis is hij daar alleszins goed mee bezig. En
dan moet ge weten dat hij zelf schrik had om de begroting te bespreken, hij was
ervan overtuigd dat zijn rol uitgespeeld was, dat hij door de mand zou vallen,
maar hij krijgt die kaas vol gaten erdoor en nu doet meneer alsof het weer
grote vakantie is.
Ik kan het zelf niet bijhouden waar
hij sinds de spelen van Beijing allemaal geweest is. Ik herinner alleen dat ik
precies niks anders doe dan zijne was. Ook al omdat hij niet zoveel kleren
heeft. Op de Spelen stond hij daar ineens me een trui die ik gekocht heb toen
we pas getrouwd waren. En dan koopt hij nog eens kleren van slechte kwaliteit
waardoor die direct zo gaan hangen. Van toen hij minister-president werd zei ik
hem dat hij nu wel betere kostuums moest dragen. Sarkozy, Berlusconi, Blair,
die dragen kwaliteit. Maar Yves wil alleen kostuums van de JBC hier aan de
Rijselsepoort, omdat die Jean-Baptist Claes vroeger beroepsrenner is geweest
bij Wiels-Groene Leeuw. En als hij die zakken dan nog wou opfleuren met een
degelijke das of een duurder hemd. De mensen willen geen mannequin, zegt hij
dan. Verhofstadt was wat dat betreft al niet beter, die had altijd een te grote
vest aan. Yves lachte daar dikwijls mee als hij Verhofstadt op tv zag. Zie
daar hebben ze nu ook geen asbakken meer zei hij dan, alsof Verhofstadt overal
alles meepikte wat hij in zijn vest kon steken.
En waarom reist gij niet met hem
mee, Sofie, vraagt iedereen altijd, maar dat ziet ge al van hier. Onze Ferme
heeft in het begin zo onnozel gedaan met zijn geit dat ik niet meer durf buiten
komen, allez, toch niet waar de media u volgt. Het zal niet te lang duren of ze
zeggen: daar is de geit van Leterme.
Weet ge wat onze Matthias
tegenwoordig zegt als mensen hem vragen of hij de zoon is van Yves Leterme? Dat
zijn vader wel Yves Leterme heet, maar dat hij niet die van de CD&V is,
maar de bekende kalligrafist uit Ieper. We kennen die man en gelukkig vindt die
dat niet erg. Eigenlijk zijn de kinderen wel opgelucht dat onzen Yves zo veel
weg is. Van het moment dat die wat ouder werden, werden zij onnozel van zijn
blabla.
Zelfs aan tafel deed hij altijd
alsof hij een toespraak aan het houden was. We waren wel gewoon dat hij zijn
redevoeringen thuis inoefende, maar het was abnormaal dat hij nooit kon
stoppen. Yves kàn niet terugschakelen naar een gewoon gesprek. Op den duur
durfden de kinderen niks meer vragen. Ons Julie heeft een keer gezegd, wanneer
hij op een stomme vraag over iets voor t school bijna weer een kwartier
antwoordde : maar papa, gij hebt toch eigenlijk niks gezegd. Allemaal woorden
waar ik niks mee ben. Dat stak hé, en in plaats van te beseffen dat dat kind
nog gelijk had ook, haalde hij toch wel zijn beruchte zwarte boekje boven
zeker, Blackberries bestonden nog niet, en schreef dat kind daar in op. Ik had
zijn ogen kunnen uitkrabben. Onze Ferme kan eindeloos veel woorden na elkaar
zeggen als wiskundige reeksen, maar de betekenis gaat ook voor hem meestal
verloren.
En dan durft hij kwaad worden als ze
het in commentaren over zijn containerbegrippen hebben. Maar het is toch waar.
Dat is niet om mee te lachen hé, maar ik noem hem al jaren meneerke lege doos.
Sinds ik hem een Tupperware-doos meegaf om bij Rachel van Briek boontjes op te
halen die zij beloofd had. Hij blijft meer dan twee uur weg, de patatten
stonden al op als meneer er door kwam met een lege doos, maar wel vol van
zichzelf.
Yves denkt dat hij altijd gelijk
heeft. Op het collega was hij bij de besten en hij is ervan overtuigd dat dat
overal zo is. Maar het leven is de retorica niet,hé. Ik heb het er ooit met een
psychiater over gehad, en ik vroeg hem of hij Yves kon samenvatten in één
woord. Weet ge wat die zei? Gevaarlijk. En er is niemand die dat weet hé.
Zelfs De Wever denkt dat hij altijd aan zijn gezicht zit te frunniken omdat hij
last heeft van die krasjes in zijn ogen, maar dat is zoals zoveel van De Wever
dikke onzin. Yves wrijft uit wrevel, omdat de mensen iets ander zeggen dan hij
wil dat ze zeggen. Hij kan het niet laten. In feite is onze Ferme geen
mensenliefhebber. Hij ziet alleen zichzelf graag, niet eens de kinderen, laat
staan mij. Maar dan denk ik, laat m maar ontploffen, ik zal niet in de buurt
zijn. Ik hou me gedeisd, zorg dat zijn vuile was terug proper wordt en leef
mijn eigen leventje. Ik wil niet in zijn zwartboekje belanden. Yves drijft en
schrijft op rancune. Gelukkig zijn de verkiezingen anoniem, want anders zou hij
in staat zijn van al wie van die 800.000 kiezers hem volgende keer laat vallen
in zijn zwartboek te noteren. Wie zo op wraak belust is en zoveel achterdocht
heeft moet ooit tegen de muur lopen terwijl hij achterom kijkt.
Toen we jong waren was er een DJ,
een zekere Napoleon de vierde, die een hitje had met theyre coming to take me
away. Ik betrap mij er op dat ik dat soms in mijn hoofd zing als ik aan onze
Ferme denk.
17-10-2008
Het mondje van Annelies Beck
Annelies zat in de studio van Terzake tegenover Axel Miller, ontslagnemend topman van Dexia. Zij wou weten hoe hoog zijn opstapvergoeding zou zijn. Hij wou alleen vertellen dat hij al het mogelijke zou doen om in moeilijke tijden zijn verantwoordelijkheid op te nemen. met daarbij een kleine vier miljoen euro, als ik het vlug bereken, zei Annelies. Miller begon opnieuw over de moeilijke tijden en zijn verantwoordelijkheid. Meneer Miller u bent bedankt voor dit gesprek, besloot Annelies. Voor de gewone kijker was het daarmee gedaan. De dubbele bodem-kijker zag haar de ogen tot streepjes trekken terwijl ze ook haar rechterwenkbrauw optrok en de mondhoek van dezelfde kant de beweging liet volgen. Hoe rechter hoe slechter, weet je dan. Met alle Dexia-klanten, maar niet met Annelies Beck, kon je als het ware in de ondertiteling lezen.
Annelies Beck is een fenomeen, dat weet iedereen. Zelfs wanneer de grootste leugenaar van allemaal, Yves Leterme, tegenover haar zit te ratelen, is zij niet van de wijs te brengen. Het is haar taak van weerwerk te bieden en dat doet ze op de meest verstandige, speelse, charmante en elegante wijze, om niet te zeggen heel goed. Maar wanneer de macho tegenover haar leugens blijft spuien, knijpt ze de ogen halfdicht en is het gedaan. Wie fout is wordt door haar mimiek ontmaskerd.
Ik heb op punt gestaan van louter voor haar een digitale tv te kopen. Op voorwaarde dat je daar zoals met een fototoestel kunt inzoomen. Zodat ik alleen haar hoofd in beeld heb, dat nu nog brozer lijkt, met het nieuwe kapsel dat de nek vrijlaat.
Catherine Van Eylen heeft ook een mooi gezichtje, maar waar die het kindvrouwtje is voor de sportliefhebber die nooit een boek leest, is Annelies het gezicht van de meerwaarde-zoeker. Je ziet dat er achter dat zuivere subtiel expressieve gelaat ook verstand zit, meticuleus opgebouwd met studie en oneindig veel boeken lezen. Zonder dat het haar een schijn van pedanterie geeft. Zij is integendeel onwerelds minzaam. Zelden is er zon combinatie vertoond van een fijn neusje en fraaie kaaklijn met sprekende wenkbrauwen en een mond die alles aankan. Het klinkt misschien gek, maar ik kan die klare lijn van haar gezicht met dat minuscule puntneusje best vergelijken met het getekende hoofd van Wilma Flintstone.
Als ik zo met mijn tv kon inzoemen, keek ik alleen nog naar haar, met mijn vinger op de repeat knop. En dan kon ik eindelijk die oninteressante gasten uit de studio weg cadreren en vooral die dwaze West-Vlaming Lieven Verstraete. Ja ik weet, een mens moet van ergens komen, maar wat u niet weet is dat Lieven Verstraete zich op Wikipedia in het West-Vlaams laat beschrijven. (zie: http://vls.wikipedia.org/wiki/Lieven_Verstraete).
Vroeger zag je Verstraete bij elke fout die hij van zenuwen prevelde binnensmonds mo veint to hakketakken. Omdat dat alle twee zinnen gebeurde werd je er zo goed als misselijk bij.
Nu zijn dagelijks taalbad begint te renderen en de coiffeuse een oplossing heeft gevonden voor zijn wijkende haarlijn, is die Lieven niet meer te houden. Zeker nadat een studiogast om zijn verhaal te verhelderen tegen hem en Annelies onlangs zei: stel dat jullie man en vrouw zijn. Verstraete was zo van zijn melk dat hij alleen nog heimelijk wist te glunderen en Beck moest afsluiten alvorens die rare kwiet naast haar in beeld zou kwijlen.
Omdat Annelies destijds een master in Braziliaanse studies heeft behaald en vloeiend Portugees spreekt, verkondigt Verstraete sindsdien dat hij bezeten is van Braziliaanse muziek en dat hij begonnen is aan de studie van het Portugees. Hij gaat zelfs sensuele en opzwepende samba-plaatjes draaien in dancings. DJ Satanic Samba laat hij zich noemen. Ik vrees dat hij in de veronderstelling is dat Satanic satijnen betekent, afgaande op de blauwe hemden die hij tegenwoordig draagt, om ook op die manier in de buurt te komen van de blauwe blouses die Annelies zo beeldig staan.
Omdat hij bekend is van tv mag hij in alle uithoeken van Brugge plaatjes gaan draaien. Ik beeld me in dat hij dan telkens hoopt dat Annelies komt kijken en dat hij op het ritme van samba en salsa met zijn satijnen Satanische blik de zaal afspeurt op zoek naar Beck, terwijl Annelies, verstandig als zij is, thuis zit met een goed boek.
15-10-2008
Kapotneuken
David Davidse kwam bij Ruth Joos in Mezzo Kuifje in het Antwerps voorstellen. Keufke zei hij, en Ruth probeerde hem na te zeggen met een gegiechel alsof het Toerkemenistaans was. Of zoals iemand die tegen zijn zin voor het eerst oesters proeft. Ruth woont al enkele jaren in Antwerpen, dan heeft ze minsten toch al van het dialect van A gehoord. Maar Germanistes doen wel vaker raar over taal.
Van mij mag ze een beetje raar doen als ik in een interview lees dat zij zich mateloos ergert aan formuleringen als naar...toe en ik heb zoiets van. Wellicht wordt ze ook mottig van dagdagelijks en het omgekeerd gebruiken van over en voor in tijdsaanduidingen? Bovendien geef ik toe dat het een plezier is om naar haar te luisteren op Radio 1.
Haar broer Filip heeft zijn moedertaal blijkbaar bij een andere moeder geleerd. Hij mag tot mijn ontzetting in de plaats van Frank Raes de verslaggeving doen bij interlands op Canvas. Ik kijk al nooit naar voetbal en die ene keer dat ik toch ns naar een interland van de Rode Duivels kijk, vlucht ik van de commentaarstem. Waar bij Frank Raes het ritme en de beweging van zijn commentaar hoger ligt dan dat van de Duivels, praat Filip Joos even teleurstellend als het voetbal zelf. Zonder animo, zonder creativiteit. Vroeger zette ik het geluid uit en luisterde naar Jan Wauters op de radio, maar Jan is nu met pensioen in Zuid-Afrika en mijn toestellen staan tegenwoordig ook ver uit elkaar in huis. Maar we dwalen af.
Achteraan in het Antwerpse Keufke staat een uitspraaklexicon, zei David Davidse. Om het de niet-Antwerpenaar makkelijk te maken, en hij las enkele voorbeelden. Gogget voor gaat het?, perusch voor parkiet, tefrente voor verschillende en ook tantefèren...
En ik moest aan mijn tante denken. De tante, zo noemden we haar. Mèt lidwoord. Eén keer noemde ik haar aunt; ik had mijn eerste lessen Engels gekregen op school en ik verwelkomde haar fier aan de deur met een Hi, aunt. Ze was razend, want ze dacht dat ik haar hond had genoemd.
Zij was naaister en kwam bij ons aan huis voor mijn moeder en zussen op bestelling kleedjes en jassen naaien.
Ze kreeg het dan oep eur seskes (ze werd zenuwachtig) als ik er bij bleef zitten, ook al was ik toen hooguit zeven, acht jaar, maar ze kon niet verdragen als mijn moeder bij het passen aan mij, kleine aap, vroeg wat ik er van vond. Als dé tante op dat moment een draad zou vessemen (door oog van de naald steken), zou ze zich beslist in haar vinger geprikt hebben. Goade gij da na wèr aan die tantefèr vragen... Voor mijn tante was een tantefèr een moeial. David Davidse dacht dat het betekende: iemand die maar zit te lummelen terwijl er nog zo veel te doen is tant à faire.
Als klein jongetje nam ik dan stilletjes wraak op haar door de klosjes garen dwars door te knippen. Dan kreeg ze een floere geroktat (een appelflauwte). Zie nu Anna (mijn moeder) die moosjer (prutser) heeft dat helemaal verreneweert (stuk gemaakt), dat is helemaal nor de zjenoe (naar de vaantjes). En tegen mij zei ze dan : ganget wer oat, hé, kapotneuker, kwistenbiebel (rare). Als mijn moeder er bij was durfde ze mij geen ababbel (oorveeg) geven.
Hoewel zij ook regelmatig naar familie in Nederland ging, zal de huidige betekenis van kapotneuken niet tot haar doorgedrongen zijn. Tot mij toen ook niet. Dat kwam veel later. Maar dan was ik weer in de war toen mijn vriendin altijd zei, hoewel ze geen Zuid-Afrikaanse was, nie neute nie. Nu weet ik dat ze bedoelde dat ik niet zo moest zagen, maar toen dacht ik, vermits zij wel vaker woorden net iets anders zei dan wij ze zouden formuleren, dat het een kleurrijke variante was op: nu niet ik heb hoofdpijn, of de rode loper ligt uit. De eerste keer dat ik het hoorde moest ik bovendien de redenering verdringen dat tweemaal negatief positief is. Dus, dat zij met nie nie eigenlijk ja bedoelde.
Vele jaren later, toen mijn oudste zoon deze zomer trouwde, gaf haar vader tijdens het diner hem volgende raad: Denk er aan, als een vrouw neen zegt, bedoelt ze vaak ja. Het grappige is dat zijn vrouw net tevoren, aan mijn kersverse schoondochter de raad had gegeven: in het huwelijk moet ge niet altijd ja zeggen.... Ge moet u niet laten...(zie titel).
08-10-2008
De keerzijde van de âansichtkaartâ
Vijfentwintig jaar geleden stonden we in het centrum van Bern op de Strassenbahn te wachten. Mijn zoontje van vier liet het papiertje van zijn snoepje op de grond vallen. Meteen schoten twee Berners op hem toe. Niet om gedienstig het papiertje op te rapen, maar om streng een standje te geven en daarmee ongevraagd onze opvoeding aan te vullen. Tijd om te verontschuldigen kregen we niet, dat werd ook niet verwacht, want even vlug als ze toegesprongen kwamen waren ze weer verdwenen. Ze hadden de collectieve verantwoordelijkheid voor orde en netheid verzekerd en dat volstond. De eerste keer is het altijd schrikken. Zo ook toen er voor het eerst op onze ruit getikt werd toen we aan een rood licht de motor lieten draaien. Een wildvreemde maande ons kordaat aan de motor stil te leggen. Zwitsers zijn regelneven eerste klas om van de nichten nog te zwijgen.
Natuurlijk wordt het land er niet slechter van, want de lucht blijft zo zuiver als het ras en het gras blijft groener aan hun kant van de heuvel. Misschien zijn die perfect gemaaide gazons en weiden wel tapijten waaronder papiertjes van kindjes en ander zwerfvuil kan geveegd worden, want ja, hoe ontstaan in feite die bergen?
In het begin liep je er door die bemoeizucht een beetje zenuwachtig bij. Zonder kennis van de voorschriften, op je hoede voor een nieuwe opmerking. Maar met de jaren ken je een aantal van de talloze regeltjes, is de verwondering verworden tot een simpel och zeg wanneer je er nieuwe ontdekt. De akoestische filters in je oren wennen geleidelijk aan het merkwaardige Schwyzerdütsch, een Legoland-versie van het Duits, dat ook door volwassenen vrij op radio en televisie gesproken wordt. In het begin knik je of zeg je dag om te laten horen dat je niet onder het alomtegenwoordige Zwitserse kruis gebukt gaat, maar dan probeer je toch zoals de echten tegen iedereen grüezi miteinander te zeggen, zij het op fonetische wijze.
Je weet na tal van keren dat je werd doorgestuurd dat parkeerplaatsen bij gebouwen uitgeteld en toegewezen zijn en niet vrij te gebruiken. Je leert zelfs op zn Zwitsers plassen - ook mannen gaan altijd zitten, niet alleen om de bril droog te houden, maar ook omdat de blaas dan beter geledigd wordt en hierdoor eventuele plasklachten uitgesteld worden.
Iedereen is uiteraard anders, maar hoe groter de verschillen hoe meer ze blijven fascineren en amuseren. Ondertussen vind je het wel prima dat dit Märklin-treintjes-landschap ongerept blijft, vrij van moderniteit, vreemde invloeden en bouwpromotoren, als een natuurlijk museum van ansichtkaarten, als een vakantieland zonder drukte van zee en strand. Laat de boeren maar tegen Europa zijn, we doen er ons voordeel mee. Wandel maar eens tussen de soms vierhonderd jaar oude Bauernhöfer in het Emmental, met kolossale koeienbellen in de nok van het dak en spreuken en lange teksten gebrand in het hout. Het is helemaal geen erg dat dergelijke tradities een stolp over de bergdorpen zetten alsof ze geheel en al van kaas zijn, want vooruitgang is niet altijd een verbetering. Het klinkt oerconservatief, maar vanuit een bepaald perspectief is het wel zo.
Het was jaren geleden niet denkbaar, maar in de steden, waar iedere straat minstens eenmaal per week geveegd wordt, zie je nu wel papiertjes en sigarettenpeuken rondslingeren. In de buurt van het parlement in Bern zie je zelfs drankblikjes op de grond liggen. Na het weekend zullen die wel onmiddellijk opgeruimd worden, maar toch. (Of zouden ze van Brugge-supporters zijn die enkele dagen tevoren tegen Young Boys Bern speelden?). Aan de verkeerslichten staan nu bordjes om de chauffeurs er aan te herinneren dat de motor stilgelegd moet worden, maar als ik te voet langsloop hoor ik dat niemand ze nog leest.
Op het einde van de jaren tachtig was het needle parc achter het station van Zürich over heel de wereld beroemd. Iedere dag verzamelden er honderden drugspuiters. Laat ze hier samentroepen en zichzelf naar de ondergang spuiten was de filosofie. Tot men die concentratie niet meer onder controle kon houden en ze opnieuw verboden werd, waarna de gebruikers weer uitzwermden en men er helemaal geen zicht meer op had. Tegenwoordig staat Der Bund in Bern bijna dagelijks vol over Die Reitschule. Hier worden de gebruikers niet samengedreven zoals destijds in Zürich, maar zoeken ze er hun toevlucht wanneer de politie de buurt wil uitmesten. Eens was de Reitschule een ruimte voor paardensport en circussen, maar sinds het een een jeugd- en cultuurcentrum is, en elke vierkante centimeter met graffiti werd volgeklad, is het een doorn in het oog van de goegemeente en rechtse politici.
De ansichtkaart heeft in de loop der jaren vuile randen gekregen, maar door een buitenlandse bril bekeken blijft de gemeenschap im Grossen und Ganzen verbluffend gecontroleerd.
De Zwitserse Big Brother leeft gewoon tussen de bevolking, zonder dat men precies weet waar die woont. Vermoedelijk maakt hij gebruik van de Zwitserse radio DRS1. Wat daar allemaal aan trivialiteiten verteld wordt is, moest ik het allemaal verstaan, onvoorstelbaar. Ik denk dat daar woord voor woord verteld wordt hoe de dag er moet uitzien, wat zo nodig gedaan moet worden en wat zeker niet mag. Neem de fabel van de files, Stau, zoals dat daar heet. Op gedempte toon, alsof hij het daarmee minder erg kan maken, debiteert de omroeper met tergende regelmaat de file van files: Basel 15 km Stau, Zweisimmen 8 km Stau, Thun 4 km Stau...usw. Dat is natuurlijk dienstverlening, zoals wij die ook kennen, maar het gekke is dat je in Zwitserland gedurende weken nergens één van die files tegenkomt. Zou het een systeem zijn om de ochtendspits niet op de spits te drijven? Zodat huisvrouwen die sowieso aan hun keuken en kinderen geketend zijn, zich niet in het hoofd halen van zich verder dan het dorp te verplaatsen? Om naar de Migros te gaan en om de kinderen naar school te brengen en af te halen, want, en dat is een andere truuk, kinderen moeten naar de dorpsschool en daar mag je op de middag niet blijven eten, zodat de moeders toch weer op stap moeten en zolang de kinderen klein zijn niet buitenhuis kunnen gaan werken.
Ik vernoemde daarnet al even Migros. Het zou kunnen dat Big Brother eigenlijk Migros heet, want Migros is niet enkel de grootste winkelketen van het land, Migros is het hele leven in Zwitserland. Migros verschaft benzine, dan heet het Migrol, Migros heeft de grootste keuze meubelen dan heet het Micasa. Migros regelt uw vrije tijd met fitnessparken, golfparken, sportparken en zwembaden. Er is de Migros Klubschule, waar je ongeveer alles kunt leren van talen tot bloemschikken, van muziek- en computerlessen tot management en economie. En natuurlijk is Migros ook de grootste cultuurleverancier, van ticket-service tot alomtegenwoordig in het verenigingsleven. Probeer daar maar eens onderuit te komen. Als Migros zegt dat je nù toiletpapier moet kopen, dan zie je op de parking iedereen zeulen met pakken toiletpapier. En iedereen vindt dat gewoon. Als buitenstaander denk je dan al vlug: zo zat als een Zwitser? Kakken als een Zwitser, ja.
Je moet het zien om het te geloven. Als Migros zegt, iedereen moet minstens drie gieters klaar hebben staan, een gele, een groene en een rode, van verschillend formaat, dan zie je, eerlijk waar, aan boerderijen en in de stad die drie gieters op een rijtje klaar staan. Ik kan me moeilijk voorstellen dat op DRS1 ooit gezegd werd: zorg ervoor dat je altijd drie gieters klaar hebt staan. Een gele aangelengd met suiker tegen de zure regen, een groene met krachtvoeder voor de plantjes en een rode met ijsblokjes voor wanneer het echt te warm wordt. Simple Migros says en de Zwitserkes springen. En het ongelooflijke daarbij is dat die niet eens uw brievenbus overstelpen met reclameblaadjes. Bij de ingang hangt een bord met kleine tekst, waarop staat wat nù moet gekocht worden. Zilverpapier, keukenzout, leesbrillen..en nooit met één stuk tegelijk. Ik vermoed dat die drie gieters ooit een test is geweest om te zien hoe ver ze kunnen gaan.
Migros is ook letterlijk Big Brother, dat heb ik recent mogen ondervinden. Omdat ik na een uitstap mijn fototoestel nog bijhad nam ik ook in de Migros enkele fotos van mijn vrouw die de petflessen in daarvoor bestemde gaten in een grappig gekleurde muur stak. Wanneer ik de rayon fruit en groenten trek, laat de Migros-medewerkster die de vloer aan t dweilen is, de trekker vallen en loopt weg. Wanneer ik daarop ook de bakkerij wil trekken waar een vrouw deeg vlecht alvorens het in de oven gaat, laat die ook alles vallen en verdwijnt. Ik kan nog net tegen mijn vrouw zeggen: heb je dat gezien als de grootste medewerker van Migros al op ons komt toegestapt. In weinige tellen hebben ze hem in crisisberaad uitgekozen, niet alleen omdat hij mij met zijn gestalte zou afschrikken, maar wie weet ook omdat hij er niet zo slim uitzag en kon gemist worden moest ik een gevaarlijke spion zijn die ogenblikkelijk een mes tussen zijn ribben zou planten. Collateral damage. Man hat mir gesagt dass Sie unserem laden fotografieren, begint hij. Ja, ik heb gezien dat ze dat gezien hebben...Ik begrijp dat niet iedereen op de foto wil, want sommige mensen doken weg, maar hé, ik ben de televisie niet... Haben Sie einen Gutschein (of zoiets) aangevraagd? Nee, dat had ik niet. Waarom zou ik een toelating vragen om op het einde van onze wandeling, mijn vrouw ook te fotograferen wanneer ze aankopen doet voor het avondeten? Sorry dat ik de mensen bang heb gemaakt, dat jullie misschien denken dat ik een spion ben, maar ja, bij ons slaat men daarom nog geen alarm. Ach so, bei Ihnen ist es besser, trotzdem versuchen Sie alles zo fotografieren um mit Ihen zu vergleichen? Ik wou zeggen, kom gerust ook eens op studiereis, maar vertelde alleen maar dat ik alles fotografeer wat mijn vrouw doet, ook winkelen in de (met opzet) Tigros. Migros verbeterde hij mij geërgerd.
Van op een afstand keek het dorp mee. Als ik wou spioneren zou ik dan zo opzichtig met mijn toestel rondlopen en flitsen? Ik keek rond en stak mijn toestel nu helemaal in de lucht. De cameras aan het plafond zoemden in. Ik glimlachte en wuifde.De man wist zich ook in beeld. Hij greep naar zijn oortje en herhaalde wat men hem influisterde: Einen schönen Urlaub noch. Met de staart tussen de benen droop Big brother kleintjes af. De vrouwen lachten en haalden opgelucht adem, terwijl ze in feite een glimp van de vrijheid gezien hadden. Wie weet haal ik nog hun cursussen en bedrijfsblad als voorbeeld van vrijpostige en ongecontroleerde buitenlander waartegen zo nodig gewaarschuwd moet worden. Gelukkig is Big Brother Migros watching you.
20-06-2008
Grimm haalt zân gram (en wie weet ooit een Oscar)
De gebroeders Grimm waren uitzonderlijke vertellers, dat kan iedereen je vertellen, maar weinigen weten dat die verhalen niet uit hun eigen koker kwamen. In een tijd dat nog niet veel mensen konden lezen reisden zij jarenlang het land rond en schreven honderden volksverhalen op. Hoewel zij in de eerste plaats voor kinderen schreven, met vaderlijke lessen over goed en kwaad en een mooi slot met de woorden ze leefden nog lang en gelukkig... reikten zij ook de volwassenen hun eerste leesboekjes aan. Veel meer nog dan van Conscience kun je van de gebroeders Grim zeggen dat zij hun volk leerden lezen. Zij gaven ons ondermeer de verhalen van Sneeuwwitje, Doornroosje, Roodkapje, klein Duimpje en Bertje de leugenaar, hoewel dat laatste verhaal vaak aan vader Anciaux wordt toegeschreven.
Uit hun biografie weten we dat alleen Wilhelm getrouwd was en drie nakomelingen had, maar dat betekent nog niet dat hun stamboom tot hier en nu reikt.
Het is moeilijk te achterhalen of de Grimm die ik recent ontmoet heb de juiste stamboom heeft, maar hij kon in ieder geval ook vertellen alsof hij het jaren overal had opgetekend en ingestudeerd. Zelf wist hij het ook niet of hij een oorspronkelijke Grimm was, want blijkbaar had hij niet eens zijn eigen ouders gekend. Gelegenheid om te vragen hoe hij dan met zekerheid kon weten dat hij Grimm heette kreeg ik niet, zo gulzig ratelde hij door, hoppend van het ene naar het andere fantastische verhaal, alsof ik de eerste mens was die echt naar hem luisterde en hij daarom alles in één lange vertelling kwijt moest.
Ondertussen herstelde hij wel de ruit van mijn auto die s nachts was stukgeslagen. Je moet met Autoglas bellen, had een buur mij gezegd, die zijn een stuk goedkoper dan Carglass en zij komen aan huis herstellen.
Grimm zijn handen deden het werk zonder dat hij moest kijken hoe hij de binnenbekleding weghaalde of het laatste glaskorreltje wegzoog. Hij had blind mogen zijn, dan had hij die ruit even goed geplaatst. Maar hij was niet blind, integendeel. Zijn ogen lieten mij geen seconde los. Hij controleerde of ik wel luisterde en bleef luisteren. Misschien deed hij dat bij iedere klant en raakte daardoor achter op zijn werkschema, maar zijn verhaal was in ieder geval goed opgebouwd en liep routineus, moest het niet met zoveel passie verteld zijn.
Hij begon slim, over de inbraken en het werk dat zij daarmee hadden, uitleggend hoe de moderne autos niet meer voor kleine herstellingen gebouwd waren. Een vakman kan er weg mee, maar wie vraagt nog een vakman? Iedereen kent wel een Pool die de klus wil klaren en dan is men verbaasd dat hun prutswerk de spuigaten uitloopt. Letterlijk, hé meneer. Via een anekdote met de Polen bracht hij het verhaal naar zijn appartement, naar zijn hobbies, naar zijn passie, naar zijn reden van bestaan.
Zijn bovenbuurman had een nieuwe keuken laten plaatsen. De Pool van dienst had een te korte buis voor de waterleiding mee en had dan maar doodleuk een stuk tuinslang in de muur geplaatst. Een plaatje Gyproc er over en al wie niet weg is is gezien. De druk van het water in een appartementsgebouw was uiteraard veel te hoog en toen Grimm s avonds thuiskwam stond zijn appartement onder water. Een ramp, want in zijn slaapkamer had hij maandenlang aan een heuse onderaardse grot gebouwd. Volledig in plaaster. Voor zijn film Gurms and Wurms over de glimwormen en andere ondergrondse wezentjes die in opstand komen en de wereld veroveren. Ik vertel het nu kort en simpel, maar het had met de pikorde van de nietigste wezentjes te maken die de traditionele hiërarchie op zijn kop zetten. Moet kunnen, denk je dan, maar meer ook niet want hij neemt me al mee naar een congres in Portugal van wetenschappers die het leven van de glimwormen bestuderen. Met de belofte dat hij hun werk via zijn film onder de aandacht zal brengen, betalen zij als voorschot zijn hotel, eten en drinken.
Welke talen zou Grimm daar gesproken hebben wou je jezelf graag afvragen, maar alsof hij het aanvoelde begon hij over Markus Grimm, een Duitser waar hij ging mee samenwerken. Geen familie, maar toch een Grimm en wanneer die met hem zou samenwerken is de parallel met de gebroeders Grimm volledig. De Duitse Grimm had miljoenen platen verkocht en zou perfect muziek bij Grimms film kunnen maken. Ik ken niets van de Duitse hitparade na Conny Froboes en Peter Maffay, maar een artiest met een miljoenenverkoop komt toch al eens in de gazet, zeker wanneer hij Grimm heet? Maar dat waren bedenkingen terzijde, want onze Grimm orakelde verder: wanneer je ambitie hebt moet je groot durven zien, wanneer je dan een film maakt moet je voor niet minder dan een Oscar gaan. Dit zijnde échte woorden van onze vriend, en hij sprak ze uit met zon overtuiging en gloed in de ogen dat ik in mijn achterhoofd al hoorde galmen and the Oscar goes to Grimm...
Hij was met zijn project naar de producent gegaan van de Oscarwinnende animatiefilm Griekse tragedie van Nicole Van Goethem. Veel te lang zei die Willem Thijssen, de mensen haken snel af en dan is een langspeelfilm maken kosten op het sterfhuis. Maar ik moet mijn boodschap kwijt, hield onze Grimm vol. De jeugd moet weten dat elke uitzichtloze situatie kan omgebogen worden in een ongelooflijke triomf als je maar wil doorzetten. Ik kan het niet helpen maar Triumph des Willens van Riefenstahl gleed door mijn gedachten, de meest berucht propagandafilm uit de filmgeschiedenis.
Maar ge kunt er zeker van zijn, ik werk rustig door. Ik keek en knikte, maar hij bedoelde aan zijn tekenfilmproject, de ruit stond er bijna in.
Ondertussen ben ik ook aan een kortfilm bezig, een animatiefilm over Kaka. Ik vroeg of hij de Braziliaanse middenvelder van AC Milan bedoelde?
Die ken ik niet, zei hij ongestoord, en vertelde me dat het over dikke en dunne stoelgang zou gaan. Ook met boodschap. Een grote, durfde ik niet te zeggen.
Thuis heeft hij 6 opengezaagde toiletten staan als locatie of decor, maar dat is nog niks. Al maanden is hij aan het experimenteren om beweeglijke oogjes te maken voor Big Kaka. Ze moeten zonder schokken op natuurlijke wijze in alle richtingen kunnen bewegen.
Van op het dashboard van zijn auto neemt hij enkele stukjes metaal. Het zijn probeersels, de kop van een pink groot, als een zeef met gaatjes doorboord. Het zouden moderne sieraden kunnen zijn. Hij gaat in detail over de technische problemen om een Kaka van minder dan een vuist groot te laten bewegen, en waar hij met zijn aandrijfstangen en draadjes moet blijven, over de latex-huid die te makkelijk scheurt. Plots blijkt hij overal in zijn camionette tussen de ruiten en materialen werkstukjes te hebben voor zijn films. Ik krijg tekeningen te zien van de glimwormen en hun ondergrondse leefwereld, fotos van de grot in zijn slaapkamer en nog spectaculairdere fotos van zijn ander hobby: Grimm heeft zich gespecialiseerd in het fotograferen van bliksemschichten. Hij heeft er een eigen theorie over. De beroeps kunnen er niet aan uit hoe hij als amateur meer geslaagde fotos kan maken dan zij. Hoe weet jij waar de bliksem kan inslaan? Door beter op te letten, zegt hij dan, uit waarneming, vertrouwt hij mij toe, een bliksem heeft een donker staartje en dat vertelt mij waar de volgende zal inslaan. Ik weet niet of er wetenschappelijk iets van klopt, maar de fotos die hij toont zijn indrukwekkend.
Grimm plaats ruiten om den brode voor Autoglas, maar in zijn hoofd is hij met heel andere dingen bezig. Met een gedrevenheid en een discipline die hem betere kansen zouden mogen opleveren. Onze Grimm heeft niet alleen een ongebreidelde fantasie, maar ontegensprekelijk ook vele talenten. Om een verhaal te maken, om zijn ideeën uit te tekenen, om technieken uit te vinden die zijn figuurtjes in beweging brengen. Geef hem een sponsor die in hem gelooft en Grimm is vertrokken. Hij zou best in een professionele studio kunnen meedraaien, maar ik denk dat hij het allemaal alleen wil doen. Op zijn manier. Dan is zijn Oscar ook helemaal van hem alleen. Als hij hem ooit behaalt vergeet dan niet dat ik het u gezegd heb.
Geloof mijn verhaal van Grimm en surf naar http://www.myspace.com/69grimm69 and meet Big Kaka. Of sla uw ruiten in en bel Autoglas en hoor het hem allemaal zelf vertellen.
Ik denk dat hij mij meer dan twee uur heeft beziggehouden, maar achteraf was ik bijna blij dat iemand de nacht daarvoor had proberen in te breken.
01-06-2008
Godfried Danneels hangt zijn kruis aan de haak
Het is een correct gebruikte uitdrukking wanneer iemand zijn voornaamste activiteit stop zet, het is alleen de combinatie van woorden die ze vreemder doet klinken dan wanneer een wielrenner zijn fiets aan diezelfde haak hangt.
Geen dag- of weekblad of er stond een afscheidsinterview in met de kardinaal van Kanegem. Hoewel de nieuwe cd van Isabelle A, waar ondermeer Devos, Meuris en anderen aan meewerkten, ongeveer evenveel kolommen toebedeeld kreeg. Uiteraard was er meer tekst en uitleg bij Danneels, maar met de vele fotos bij Isabelle A trok zij heel waarschijnlijk meer aandacht. Zij is een mooie vrouw geworden en dat is leuk om vast te stellen. Dat haar verhaal onbeduidend is en niet meer dan een promopraatje, is dan ook geen teleurstelling. Zij beantwoordde fotogeniek aan de verwachtingen.
Bij Danneels ligt dat anders. Fotos van de kardinaal kunnen alleen heel vrome gelovigen verblijden. Hij moet een goed verhaal hebben. Zeker wanneer het zijn laatste is. Wanneer hij als herder aan de kant gaat staan om zijn volgelingen uit te wuiven, verwacht je niet minder dan een wonder. Maar welke woorden kunnen zo ver dragen? Ga heen in vrede, zegt hij gewoon. Ik blijf hier, mijn dienst zit er op, maar ik zal u een boodschap meegeven, een GPS voor de toekomst.
En wat als die niet werkt, meneer Danneels? Zult u dan als gepensioneerde de service na verkoop verzekeren? En die roeping dan? U hoort niet meer zo goed op uw leeftijd, zegt U? Best mogelijk, maar wat dan met de verantwoordelijkheid? Met een leven in dienst van?
Eén seconde flitst door je hoofd dat deze Danneels toch geschiedenis zal schrijven. Hij gaat met pensioen en zal als eerste uit de biecht klappen. De definitieve demystificatie. Beste mensen, U moet mij voor één keer geloven: ik werkte voor het oudste en meest succesvolle marketingbedrijf ter wereld. In den beginne zagen een aantal slimme tekstschrijvers dat het niet goed zou gaan met de wereld. De mensen waren ongeleide projectielen, wilden, die elkaar zonder reden de kop insloegen. De chaos zou in de kortste tijd naar de ondergang leiden. Er was een goddelijk verhaal nodig. Een onbereikbare macht die kon straffen wanneer je zijn wetten niet volgde. Angst loont. De druk van boven moet altijd aanwezig blijven. Laat het ons neerschrijven in stichtende verhalen en parabels en het woord verspreiden. God ziet alles, werd een van de oudste slogans. Het geloof in het God bracht orde en redelijke rust in de wereld. De mensheid leefde generatie na generatie volgens de geschriften, naargelang de uitgever de Bijbel, de Koran of de Thora genoemd. Er waren vanzelfsprekend verschillen, maar iedereen bouwde mee aan hetzelfde eeuwigdurend massaspel, waarbij het leven wordt voorgesteld als een wedstrijd. Met regels en punten. En iedereen kan winnen, zonder onderscheid. Iedereen maakt kans op de grootste beloning, het eeuwige leven in de hemel. Het geniale van het geloof is dat die beloning alleen wordt uitgereikt na de dood. De logische uitleg was dat je niet halverwege de wedstrijd al een streep kon trekken. De achterliggende truc was dat er nooit klachten zouden komen over niet uitgekeerde beloningen omdat niemand uit de dood terugkeert. Neen, het is geen bedrog. Het heeft de onwetende en onzekere mens houvast gegeven en een doel in het leven. En mooie rituelen en gezangen. Maar misschien is nu de tijd rijp om de verantwoordelijkheid aan de mensen terug te geven. De evolutietheorie heeft ons ingehaald. Het logisch denken heeft het geloven zonder bewijs opzij gezet. De goedheid moet van binnen komen bij iedereen individueel. De rituelen en gebruiken kunnen in overlevering blijven.
Stel u voor dat Danneels zon openhartige bekentenis zou doen. Hij zou de wereld redden van heilige oorlogen en drogredenen als Gott mit uns, in God we trust en in naam van God. Christenen, moslims en joden zouden eindelijk in het hier en nu kunnen leven en er met elkaar het beste van maken. Zonder doemdenken, zonder banbliksems, zonder discussies over hoofddoeken, boerkas en chadors, ook chassidim joden zouden in kleurrijke t-shirts lopen en hun vrouwen zouden eindelijk die verstikkende pruiken mogen afleggen en hun eigen haar laten groeien.
Maar dat zegt Danneels niet. Hij overtuigt evenmin in andere zin. Hij blijft aan de oppervlakte. Zonder bezieling. Wanneer hem wordt gevraagd of hij nooit verlatingsangst heeft antwoordt hij: Het is meer een reden om nog meer te gaan vertrouwen, je begint God nog dieper te zoeken om hem weer te vinden. Is dat wazig of is dat zweverig of moeten we die laatste 'w' ook nog laten vallen? Wat is dat nu, Godfried? Leg de mensen dan toch uit wat je daar mee bedoelt: als ik schrik heb dat hij weg is ga ik nog meer vertrouwen dat hij er is. Daar kan toch niemand een touw aan knopen, laat staan een houvast aan hebben? Hoe ga je dan zoeken, geef eens een voorbeeld van hoe je Hem telkens terug vindt? Wat zijn de tekens van Zijn aanwezigheid. Maak toch één keer uw borst nat. Hou u niet in voor ongelovigen. Vertel openhartig over uw passie voor God. Hoe hij uw leven kleurt en kracht geeft. Wat bepaalt uw geloof? Praat niet over uw roeping maar over uw dieptste gevoelens. Er zijn nog zovele mensen die u geloven. U staat dichter bij God dan wie ook in dit land. U moet de link zijn en vertrouwen geven. Een zachte stem is niet genoeg. Die van Isabelle A is trouwens nog altijd mooier.
25-05-2008
Met dank aan Elisabeth
Bij een cultuurclash denken we bijvoorbeeld aan immigranten die uit het niets in een Europese grootstad gedropt worden of aan moslims die alles uit de Koran geloven en geconfronteerd worden met vrouwen die vrijgevochten het mooiste van zichzelf en van de schepping laten zien. Of we denken er over na, zoals gisteren toen ik met een volle kar aan de kassa van de Colruyt stond. Ik zag die kar en vroeg me af of ik er zou van kunnen wegstappen. Doen met wat we nog in huis hebben. En dat is dan al oneindig veel meer dan de de mensen in Myamar die geen huis meer hebben en het al meer dan 10 dagen zonder eten en drinken moeten stellen. Terwijl een week zonder Colruyt voor ons niet leefbaar lijkt, moeten anderen voor de rest van hun leven in ellende verder.
s Avonds ontdekte ik een nieuwe cultuurclash. Op hetzelfde moment kon ik kiezen tussen het Eurovisiesongfestival en de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd voor zang. Ik koos vanzelfsprekend voor Elisabeth, de nieuwe naam KEW kauwt zo kil.
Na de halve finale met Ishtar dinsdag had ik me trouwens al voorgenomen van nooit nog naar zon achterlijk schouwspel te kijken. Blijkt dat ik toen toch al de winnaar had gezien. Een Rus die zijn hemd niet eens toegeknoopt had en die op een ijspiste stond te zingen, terwijl een wereld- of olympisch kampioen ijsschaatsen pirouettes rond hem draaide. Belangrijkste onderdeel van de act was echter een Stradivarius, die voor heel veel geld verzekerd was. Niet moeilijk, wie gaat met zon instrument op het ijs staan spelen? Ik had dan ook al engelen gezien en een bijna blote dubbelplooiende danseres, een trio meiden met vetrolletjes achter brulapen in oranje en blauwe pakken en dan was er die schijnbaar gevaarlijke hardrock-groep, die lawaai maakte en er alleen maar afzichtelijk en idioot uitzag. En fake, vooral dat.
Ik wil het rijtje van de stompzinnigheid en kitsch niet verder aflopen. De tijd is ver weg dat Gigliola Cinquetti zong dat ze te jong was om van mij te houden, No ho leta per amarti, of toen France Gall een verleidelijk wassen popje was poupée de cire poupée de son. Ik was niet eens tiener toen, maar in de enkele minuten dat het liedje duurde werd ik wel hopeloos verliefd. En dan moest Sandie Shaw nog komen. Niet zozeer omwille van haar blote voeten maar eerder om haar mini-klok-kleedje. Toen liet men nog de verbeelding werken. Er werd nog live gemusiceerd en de mensen zaten nog deftig in smoking en gala-jurken op hun stoelen in een normale zaal.
Nu zie je ieder jaar weer een waanzinnig sportpaleis in een ziekmakend decor, hoewel de nooit stilstaande camera er ook flink toe bijdraagt; en staat een uitzinnige massa te vlaggenzwaaien en te brullen, ook terwijl er gezongen wordt.
Neem dat beeld van wansmaak mee terwijl ik overschakel naar de onovertroffen concertzaal van het paleis van Schone Kunsten, destijds ontworpen door architect Victor Horta. Vanavond zien we de drie laatste finalisten, de Russische Tatiana, de Franse Gabriella en de Poolse Bernadetta. Het symfonieorkest van de Munt speelt vanzelfsprekend live, geleid door de Japanner Kazushi Ono. Een echte Oosterling die achteraf op elke vraag naar zijn persoonlijke voorkeur en plannen voor de toekomst telkens ontwijkend antwoordt om de laureaten toch maar genoeg op het voorplan te plaatsen en te loven voor hun prestatie.
Er is geen decor, de zangers en zangeressen staan stil naast de dirigent, dragen een pak of avondjurk. De aandacht gaat alleen naar de wonderlijke stemmen. Zoals het hoort.
De Hongaar Brickner wordt tot winnaar uitgeroepen, maar ook vijf andere laureaten krijgen een prijs. Er is vreugde er vloeien tranen maar iedereen blijft met de voeten op de grond. Beschaafd en waardig. De overige zes finalisten worden samen op het podium geroepen, krijgen een voor een felicitaties van elk van de juryleden. De hele tijd door blijft het publiek applaudisseren. Ik denk meer dan dertig minuten aan één stuk door. Of toch ongeveer, want wanneer de voorzitter van de jury, de stijlvolle Arie Van Lysebeth, een nieuwe laureaat op het podium wil roepen, wacht hij telkens tot het publiek volledig stil is.
Canvas zorgt tussendoor voor commentaar. Met mensen die zinnige dingen kunnen vertellen, waar je als kijker blijft naar luisteren, tot het laatste woord. Wie zij zijn heeft minder belang. Zij omkaderden de wedstrijd van Elisabeth op hetzelfde niveau als de muzikanten die ongelooflijke prestaties leverden. Cultuur met klasse op Canvas. Voor één keer is de uitdrukking een wereld van verschil terecht op zijn plaats. Het enige dat ik van de andere wedstrijd wil onthouden is het frisse melodietje van Ishtar. Zij waren niet toevallig de enige klassiek geschoolde muzikanten op die andere kermis. Bart Steenhaut van De Morgen kent er niks van.
24-03-2008
Een streepje voor Bart Tommelein
Paaszaterdag. De Primavera gaat beginnen, maar eerst moet Villa Politica zijn deuren nog sluiten. In de uitsnijding praat Linda De Win met Rik Van Cauwelaert. Op het grote scherm achter hen staat Bart Tommelein te blinken op het spreekgestoelte, netjes in streepjespak gehesen met een half leesbrilletje als ernst bevorderend rekwisiet. Hij is rood aangelopen en als hij spreekt drukt de zwaarhangende keel op hemdrand en das. Er wordt gelachen wanneer hij de cijfers van Leterme weerlegt, terwijl hij eerder als fractieleider van de Open VLD het regeerakkoord zou moeten verdedigen. Maar de troika van partijchef en ministers van binnen- en buitenlandse zaken laten hem zijn gang gaan; zij hebben hem daar geplaatst, beloond met streepjespak en porte parole.
Op het moment dat Jean-Marie Dedecker zijn vroeger Oostends maatje Tommelein interpelleert wordt er overgeschakeld naar Sanremo. Ik kan niet meer volgen wat er gezegd wordt, maar ik kan indenken dat het er niet vriendelijk aan toe gaat.
Toen Jean-Marie in oktober 2006 niet tegen Van de Lanotte in de Oostendse arena wou stappen, nam Tommelein als gehoorzame partijsoldaat zijn plaats in. Dedecker voelde zich in zijn strijd met de partij verraden door Tommelein. Het zou nooit meer goed komen tussen deze Westvlaamse blauwe zwaargewichten, die ooit vanuit Oostende golf na golf richting Wetstraat stuurden in de hoop dat ze daar in hun zeetje zouden verdrinken. Bartje fulmineerde tegen alles wat de kleine middenstander te kort deed, Jean-Marie brulde tegen al de rest. Jean-Marie dacht dat hij met zijn nationale bekendheid altijd een koka voor zou liggen en Bart verder in ippon kon houden omdat hij hem bij een privé-probleem ter hulp was gesneld, maar denk hier alstublieft geen West-Vlaamse tongval bij. Bart bleek al even vastberaden als Jean-Marie, die ondanks zijn stoer judo-coach imago zichzelf te vaak door zelfbeklag buiten de tatami wipte.
Tommelein heeft tomeloze ambitie. Hij kan zwijgen wanneer het moet en praten wanneer en wat je maar wil. Hij kan zich onzichtbaar maken wanneer hij in de weg dreigt te lopen en als reddende engel opduiken wanneer de partij een vrijwilliger voor een vervelende klus in de ether wil sturen. Zo glijdt je tussen polemieken door en onopvallend mee naar voor. Zo word je woordvoerder van Patrick Dewael en, omdat niemand anders dat wil, diens conformerende vriend, die even Bourgondisch kan tafelen, die even fiets- en vrouwengek is, hoewel, wat dat eerste betreft, zijn schoonbroer hem al eerder tegen de wind in leerde beuken. En die, als Patrick dat wil, mee baantjes trekt in het zwembad en sporen in de sneeuw. Het is op skiverlof dat er zich een nieuw momentum aandiende in Barts carrière. Door toedoen van Greet Op De Beeck nog wel en misschien daarom niet geheel toevallig.
Op een avond had Patrick weer meer Slivovitsj gedronken dan goed voor hem was en liep hij luidruchtig lallend door het mondaine ski-dorpje: ooh, maine blauwe geschelpte, gaai zaait maain lievelingsdooif..., vergeten we niet dat Dewael uit Lierke Plezierke afkomstig is. Bart en Greet moesten de vrolijke excellentie ondersteunen. Voorbijgangers maakten opmerkingen. Gelukkig herkende niemand de minister van Binnenlandse zaken, maar waren er wel die vroegen of ze mister Kennedy niet moesten helpen. Bart die mee om ter meest eins, zwei saufen had moeten doen met Dewael kon alleen nog maar schaapachtig lachen. Zijn Engels kon bovendien niet tippen aan dat van Greet die in een voorhuwelijks leven Germaniste was geweest. Greet die zich al uit moeilijker situaties had moeten redden antwoordde: Yes indeed, he is, but please dont tell anyone, we are only trying to help this drunken Russian to his hotel, so he cant disturd anyone anymore...
Zoals te verwachten was wist Patrick Dewael s anderendaags niks meer van het voorval af, maar Greet feliciteerde zichzelf uitgebreid met haar alertheid en bleef maar herhalen hoe geweldig zij was geweest. Geef nu toe, Patje, hij zou toch echt een Kennedy kunnen zijn? Zie dat aan. Als hij zijn haar een beetje meer wast en kamt, als hij zijn smile wat mysterieuzer maakt en iets minder plomp loopt, werkt dat Kennedy-imago ook bij ons.
Greet weet wat het betekent wanneer je kop regelmatig op tv komt en hoe vrouwen voor mannen van de macht kunnen vallen, zeker wanneer ze een vage look-a-like zijn van een of andere beroemdheid. Dat helpt de positieve beeldvorming en het geheugen. Bart is een ladiesman, vond Greet en dat mist de partij. Nu stemmen er alleen mannen voor de VLD, omdat ze er als middenstanders of ondernemers hun voordeel in zien. Maar hoe trekt de partij vrouwen aan? Met klein Karelke zeker of met den teddy Somers? En begin niet over Quickie, hé, die heeft een metaaldetectorstem en vrouwen vinden een man die geen vrouw kan vinden een loser. Wij vrouwen voelen ons meer aangetrokken tot mannen die al een of meerdere vrouwen hebben.
Dat Greet haar eigen Patrick niet eens vermeldde, verbaasde Dewael niet. Zij had haar vrienden van de Germaanse definitief achter zich gelaten, de boekenclub van Antwerpen, noemde hij hen soms smalend, en wou de prijs die ze daarvoor betaalde of behaalde met niemand delen.
Laat mij op de VRT tussen neus en lippen vertellen dat er Amerikanen op skiverlof dachten dat Bart Tommelein van de Kennedy-familie was, dan loopt Linda De Win hem zeker in elke uitzending met de micro achterna. Ik ken de media, als er ene het heeft over borrelnootjes of vette vis, praat heel België dat na. Wat dacht je dan van een Kennedy-boy-effect? Dat gaat er in als zoete koek. Vergeet niet dat er in de journalistiek - in tegenstelling tot in de politiek - bijna evenveel vrouwen als mannen werken.
Als Greet zo vol vuur sprak dan stonden Patjes oogzakken helemaal vol water. Zo had hij haar leren kennen en zo wou hij dat zij hem zou leiden in beslissingen die verstand aan gevoel koppelden. Bart was inderdaad best een gokje waard, de Jean-Marie zou toch vroeg of laat de Melsensstraat verlaten. Tommelein kon zich tenminste in de partij-orders schikken, laat Dedecker dan maar beschikken.
Nu stond Tommelein daar in zijn streepjespak voor de Kamer. De lat mag weer hoger geschoven worden. Als Van Quickenborne, waar niemand warm van wordt, minister kan worden, dan mag een flexibele Vlaamse Kennedy hoop koesteren op iets meer bij een volgende regering.
Zelf vond Tommelein dat hij meer weg had van Paul Goossens, vooral omdat die ook revolterend begonnen was en later door het establishment gerecupereerd werd, zo dacht Bart over zichzelf en over Goossens. Maar wie is er objectief als het over zichzelf gaat?
Bart revolteerde als ventje niet om de universiteit te vervlaamsen, maar vooral omdat hij niet naar school wou maar naar zee, dat maakte hij duidelijk door altijd een blauwe zeemanstrui te dragen, met ankerknopen op de schouder. De jonge Bart had ook ambitie en grote woorden op overschot, en het talent om richting en timing instinctief te kiezen. Maar waar Goossens zijn idealen trouw bleef terwijl hij zijn carrière uitbouwde, vond Bart al snel dat idealen vooral golden voor de maten die je moest hebben wanneer je een nieuw kostuum ging passen. Links-rechts, links-rechts marcheert te traag. De blauwe trein ging sneller en daar wisten ze dat dienstbetoon in de eerste plaats een kwestie van zelfbediening is. Middenstanders weten als geen anderen hoe de kassa rinkelt. Hij had zelfs een uitspraak van Kennedy in zijn voordeel omgekeerd: dont ask what you can do for your country, but what your country can do for you. Alleen als de partij hem iets vraagt is hij even opportunistisch als paraat.
Ik ben benieuwd wat hij gaat doen als de partij hem vraagt van zijn talenten als ladiesman aan te wenden om Inge Vervotte van Leterme los te weken en zo de CD&V verder te verzwakken.
21-03-2008
Goede (oude) Vrijdag
Vanmorgen ben ik de boender gaan halen bij mijn zoon. Omdat het Goede Vrijdag is en dan naar gewoonte parketvloeren geboend moet worden. Zo moest het alleszins toen ik thuis woonde als kind, zo hou ik nu mijn Pasen in mijn eigen huis en zo blinkt mijn zoon in navolging zijn parketvloer. Hoewel hij er geen vrijdag voor nodig heeft. Goede of andere. Hij boent zoals hij zoent, zoals het hem zint dus.
Voor mij hoort parket boenen bij Goede Vrijdag. Vòòr 15u, want dan sterft Jezus aan het kruis en als we dan al niet in de kerk zaten, dan zaten we toch thuis op de knieën. Nog altijd of opnieuw op die knieën, want de jaarlijkse parketbeurt werd bij ons thuis wel grondig aangepakt. Daar is de lenteschoonmaak van tegenwoordig maar een kattenwasje tegen. Wij gingen al van s morgens na het ontbijt op de knieën, met een pannenkoekenmes herinner ik mij, met rood gelakt handvat waarop twee horizontale witte lijntjes geschilderd waren. Ontwerpers van toen waren betweters net als nu. Als je een pannenkoekenmes op zijn zijkant houdt heeft het een rechte kant en geen gebogen snijkant. Daar kun je dus mee schrapen, 25 cm breed in een keer. Zo schraapten we de oude boenwas van de vloer, een smurrie geworden na de inwerking van terpentijn. Daar was je ettelijke uurtjes zoet mee, want er lag parket all over the place. En wanneer je in de ene kamer zat te schrapen werd de andere kamer al met terpentijn ingewreven. Ook het insmeren met nieuwe boenwas gebeurde voorover gebogen op de knieën. Wanneer je dan tegen 15u naar de kerk moest stond je lichaam al in de juiste devote kromming geplooid. Rug rond en hoofd naar de grond. Wij werden al een beetje goddelijk beschouwd, want wij woonden tegenover de kerk, maar omdat wij op Goede Vrijdag krom liepen van de parket te poetsten, leek het wel of wij persoonlijk getroffen werden door het lijden van Christus, alsof hij familie van ons of toch een goede bekende was.
Die goede week begon eigenlijk al met witte donderdag. De examens moesten dan gedaan zijn, zodat we met de school gezamenlijk konden gaan biechten. Ook dat nog. Omdat je alleen vrij van zonden Pasen mocht vieren. Zo gênant was dat ook niet, want in de kerk was het redelijk donker zodat de kans dat de pastoor jou door het geperforeerde luik zou herkennen eerder klein was. Toch liep je voor de zekerheid met een boog voorbij het deurtje naar het gordijn aan de zijkant en fluisterde je stil met licht vervormde stem. Het vervelendste was nog originele zonden bedenken. Want je kon natuurlijk niet zeggen :ik heb niks gedaan. Dus zei je maar weer dat je ongehoorzaam was geweest, een keertje gelogen had of je broertje pijn gedaan. Toen ik mijn communie had gedaan durfde ik er wel s een cryptische ik heb in gedachten gezondigd achteraan gooien. Moest hij maar uitzoeken wat ik daar mee bedoelde, wat ie niet deed. Een enkele keer was er een pater die kwam helpen en die vroeg wel door, maar praatte daarbij zo snel dat ik kon doen of ik hem niet verstond.
Vrijdag hadden we dan vrij, vermoed ik, hoewel ik me toch ook herinner dat we met school naar de kerk gingen. Misschien kregen wij op donderdag al een avant-première van de lijdensweg van Goede Vrijdag? Om te oefenen, voor een niet-kennerspubliek? In ieder geval ging meneer pastoor bij die goede vrijdagdienst heel dramatisch plat op de grond liggen. Armen gespreid, gezicht naar de grond. Minutenlang. De hele viering met voorlezing van het lijdensverhaal duurde al lang, zonder dat de pastoor dan nog even op de grond ging uitrusten terwijl wij zaten te wachten op het verdere verloop. Wie de rituelen niet kende, kon vrezen dat hij dood gevallen was, want de pastoor was al erg oud. Hij was daarbij dan nog zo ascetisch, mager zeiden we toen gewoon, dat de pezen in zijn keel links en rechts als gespannen kabels zichtbaar waren. Als kind probeerde ik dat te imiteren wanneer ik naar zijn preek zat te luisteren en uit kikvors-perspectief naar die keel op het preekgestoelte moest kijken. Ik kon daarbij rustig bekken trekken, iedereen zat toch voor zich uit te kijken, want wie in de kerk achterom durfde kijken kreeg de hand van God in zijn gezicht. Baf. Saflet. Goeie morgen. En had God het niet gezien dan riskeerde je wel een tik van de Suisse, de opzichter van de kerk, genoemd naar de Zwitserse wacht in het Vaticaan, maar dat wisten wij toen niet. Voor ons was de Suisse gewoon onze gazettenvent die iedere morgen, door weer en wind, de krant bracht. Hij had er een een lederen verweerd gezicht van gekregen, bruin met roze in de diepe groeven. In mijn verbeelding was hij een indiaan met een kromme neus maar zonder gespleten tong. Een gespleten duim daarentegen had hij wel, aan zijn linkerhand. Ik was er vies van, maar gelukkig sloeg hij met zijn rechter. In de kerk droeg hij een hoed zoals Napoleon, maar die van hem stond naar voor en niet dwars zoals bij Bonaparte. Onze gazettenvent is misschien al 40 jaar dood, dan mag ik toch wel vertellen hoe hij heette ? Grüssenmayer was de naam. Een indiaan die Grüssenmayer heette, de krant rondbracht en schnabbelde in de kerk. Ik heb dat altijd een vreemde combinatie gevonden. Tot ik natuurlijk Pierre Brice Winnetou zag spelen in het Duits van Karl May.
Van die schoolse vrijdagmissen, is mij vooral een soort voorloper van de Mexican wave bijgebleven. In het lijdensverhaal was er een passage waar Christus tussen twee moordenaars aan het kruis hangt en de soldaten, die om zijn kleed dobbelden, de moordenaars naast hem met een spons te drinken geven, maar Jezus zijn zijde doorboorden...met een lans. Die lans kwam als een aanzwellende wave aangerold door de kerk: ...lllllààànssss, gevolgd door gegniffel en gelach bij de leerlingen en gegrom en boze blikken bij de leerkrachten. Van de bokser en de soupape, minder van de Fifie en de Smos, maar niet minder van Flikka. Aan die laatste moet ik deze dagen denken. Met zijn gebit en bril leek hij een broer van Roger Moens, maar deze doordraver heette gewoon Nau. Hij gaf meer Frans dan punten, want die trok hij vooral af. Na een halve zin kon je al een nul krijgen. Wanneer er weer eens iemand een s had geschreven aan de futur simple, riep hij: "hoe dikwijls moet ik nog zeggen dat de conditionnel een s krijgt: je viendrai is futur simple, ik zal komen, je viendrais is de voorwaardelijke wijze, met s, maar daarvoor moet er een voorwaarde zijn, bijvoorbeeld als het sneeuwt met Pasen. In die tijd leek dat een absurde mogelijkheid. We zaten toen op onze knieën op de parket in ons onderhemdje te zweten, tegenwoordig is het met Goede Vrijdag net boven de nul graden en krijgen we vlagen van sneeuw en hagel.
20-11-2007
Sanitaire stop
Houdbaarheidsdata van huishoudtoestellen verlopen mooi synchroon. Wanneer je aan een vierde koffiezetapparaat toe bent, moet je ook voor de derde keer een nieuwe tv of droogkast aanschaffen. Een wasmachine gaat dan weer half zo lang mee als een vaatwasmachine, een diepvriezer of een warmwaterboiler. En wanneer je huis afbetaald is vallen die verschillende cycli samen, moet het dak vernieuwd en beginnen de kranen te lekken of minder te functioneren. Weekends gaan op in de zoektocht naar een nieuwe uitzet. Met veel fantasie kun je het een verjongingskuur ook voor jezelf beschouwen.
Gisteren stonden we met twee kranen aan de balie van een bedrijf in sanitaire toestellen. Voor de keukenkraan zouden we met nieuwe rubbertjes het lekken kunnen stoppen, de kraan hadden we mee, omdat ik vermoedde dat deze artistieke, mooie kraan wellicht geen standaardformaat had. Och manneke, begon de man achter de balie, die kraan is zeker 20 jaar oud, daar ga je geen ringetjes meer voor vinden. Die twintig jaren klopten, maar dat mocht toch geen bezwaar zijn voor dingen die voor de eeuwigheid werden ontworpen en navenant gekost hadden. We kregen ringetjes mee die de diameter het best benaderden. Het bleek een waterdichte gok.
Met de thermostatische kraan liep het anders. Eén blik op het merk, Grohe om het toch maar te noemen, volstond voor de specialist om uit te roepen dat er niks aan die kraan kon zijn en het probleem zeker bij de warmwaterboiler moet liggen. Dan is dit toch een kraan voor de eeuwigheid, dacht ik bij mezelf, van Grohe, niet artistieke gemodelleerd, maar hedendaags rechtlijnig en functioneel. Onze opmerking dat de boiler nog maar drie jaar geleden vervangen was, werd weggewuifd. Ik zeg dat het de boiler is en niet de kraan. Ik hoorde dat hij Jules heette. Het was net Michel Verschueren in een blauwe overall. Hij had diezelfde strakke feilloze pinbros en dezelfde rechte tanden. En zoals Verscheuren op de werklozen kon foeteren, deed Jules minachtend over loodgieters, die twee meter verder aan de andere balie voor professionelen stonden, door een metalen hek gescheiden van ons, particulieren. Al die loodgieters zeggen dat het de kraan is, maar zij kennen niks van warmwaterboilers. Ge moet een letter voor die mannen zetten. Meer vertrouwd met de grafische sector begreep ik even niet wat die letterzetters in zijn betoog kwamen doen, tot andere klanten ingehouden lachten om zoveel straffe praat en ik besefte dat hij slechts één letter voor hun naam wou zetten. Ga naar huis haal die pin voor de waterdruk te regelen uit uwen boiler en kijk of het veertje achterin niet geblokkeerd is. Daar kijken die mannen nooit naar. Het was alsof Jezus tegen Lazarus sprak : neem uw bed op en ga naar huis, uw moeder heeft visjes gebakken.
Maar ja, je bent leek in een sanitaire omgeving, dus ga je naar huis om zijn woorden te checken, ook al moet je daar de boiler voor uit elkaar vijzen, iets wat je nooit eerder deed en wat de loodgieters blijkbaar ook liever aan hen lieten voorbijgaan. Maar als Jules zo overtuigend tegen zijn winkel praat en ons geen dure thermostatische kraan wil aansmeren omdat wij die volgens hem niet nodig hebben, wie zijn wij dan van aan zijn woorden te twijfelen?
Je had al heel de tijd de indruk dat hij misschien wel de eigenaar was die liever in overall bleef werken en zich niet in die grote showroom vertoonde. Hij wou een man van de stiel blijven en je had de indruk dat alle gesprekken over hem liepen, dat al zijn collegas voortdurend aan Jules om raad vroegen. Maar als je het even volgde kon je merken dat het Jules zelf was die voortdurend inbrak in de gesprekken van zijn collegas met klanten, particulieren of professionelen.
Ook wij werden eerst bediend door een collega van hem, maar Jules volgde het gesprek van aan de balie van de professionelen waar hij met een vakman loodgieter bezig was, waarschijnlijk met voortdurend die letter k in bijgedachte, om plots bij ons te staan en het gesprek over te nemen. In feite sprong hij van de ene klant naar de andere, in zijn commentaren zowel collegas als klanten met stijgende ergernis voor dommeriken houdend. Ik heb er trouwens een schitterende diplomatische reactie gehoord van een klant die evenals de anderen te horen kreeg dat hij het allemaal verkeerd had gedaan. Die man liet Jules praten en antwoordde niet meer wanneer Jules bleef doorvragen hoe hij die kraan geplaatst had. In de plaats knipoogde hij naar mij en zei: ge kunt zwijgen in de winter en in de zomer. Jules had het begrepen en liet de klant gerust, maar verlegde zijn aandacht naar de collegas : vooruit mannekes, voortdoen, straks staat dat hier vol. Dat deed het inderdaad en hoe druk hij ook werkte en overal bijsprong, het was Jules die in zijn zin naar perfectie zelf de vertragende factor leek te zijn. Er waren knipogen van verstandhouding tussen de klanten bij dit ongewone spektakel.
Toen ik overhuis was geweest en terug aan de balie 'particulieren' stond liet hij de klant waar hij mee bezig was onmiddellijk staan en kwam op mij af. Het was de boiler, is t niet ? Ik stak de thermostatische kraan als antwoord omhoog en schudde van neen, zonder woorden om hem niet te affronteren. Ik vroeg of de thermostaat in de kraan niet vervangen kon worden. Dat kan natuurlijk, maar dan moet ge die precies kunnen afstellen, met een thermometer, en dat is niet makkelijk, er zit wel een uitleg bij maar toch... enfin, ge hebt dus niet gedaan wat ik gezegd heb. Natuurlijk wel, zei ik. Neenee, dat zegt ge nu wel, maar ik weet dat het niet waar is. En hij begon te tekenen. Zo ziet dat er uit ... en daar zit het veertje, wees ik op zijn tekening, ...dat kan vrij bewegen en is niet geblokkeerd. In dat geval heb ik niks gezegd, veranderde hij van toon.
Ik nam het Jules niet eens kwalijk, mocht hij gelijk hebben gehad, dan had hij ons een nieuwe kraan kunnen besparen. Liefst zou ik gewoon een mengkraan nemen, zei ik. In de gang hiernaast in de hoek zijn er goedkope, antwoordde hij zonder mij nog aan te kijken. Mag ik er geen duurdere kopen?, zei ik gespeeld nederig. Ik dacht aan die daar van Grohe. Hij keek me aan en heel even kon hij op zn Verscheurens grijnslachen. Ik denk dat hij mijn sanitaire stop had begrepen.
Thuis had ik geen drie minuten nodig om de kraan te vervangen. Ik testte ze onmiddellijk uit in een heerlijke warme douche. De Jules was snel doorgespoeld.
27-09-2007
Zwitserse inlegkruisjes
Je kunt in Zwitserland geen kant op kijken of je ziet wel ergens een Zwitserse vlag wapperen. Het moet niet eens nationale feestdag zijn om die Fahne uit te hangen. Zij hoort er bij, het hele jaar door. Het lijkt wel of het moet, om mooi af te steken tegen het immer frisgeschoren groen of als zoveelste zelfbevestiging voor naar zekerheden zoekende Zwitsers.
Het heeft natuurlijk met nationale trots te maken, ze hebben nu eenmaal een vlag waar je mee naar buiten kunt komen, in die mate zelfs dat Zwitsers zich zonder problemen in hun Fahne kleden als er geen gevels of vlaggenstokken in de buurt zijn om te vlaggen.
Begin er maar aan met onze tricolore, je zou honderdvoudig uitgelachen worden alvorens men jou met medelijden uit het straatbeeld zou verwijderen, maar ginder, en nog vaker in hun buitenland, lopen jongeren gewoon rond met het Schweizerkreuz op hun t-shirts. De eerste keer dat ik zo een fietser zag dacht ik dat het Cancellara was, want die woont ook in Bern. Tot ik er tien binnen het uur zag begreep ik dat je hier helemaal niet moet winnen om de nationale trui te mogen dragen. Hier is iedereen kampioen, bij ons is iedereen beroemd. Maar dat is de schuld van VTM en van Dominique Deruddere die er een film over maakte.
Hoewel ze hun klanten makkelijk binnen de eigen grenzen vinden, kent de merchandising van de Zwitserse vlag geen grenzen. Naast de Zwitserse zakmessen en kleine melkkruiken met chocolaatjes, heb ik serviezen en servietten gezien, dassen en sporttassen, laarzen en kaarsen, dienblad en voetmat: telkens met rood veld waarop het witte kruis. Het omgekeerde van het rode kruis, maar de Zwitsers waren eerst. Het Rode Kruis, dat in Zwitserland werd opgericht, inspireerde zich uit erkentelijkheid op de Zwitserse vlag.
Wat ik nog nergens gezien heb, ook niet in de gespecialiseerde gadgetwinkels is een Zwitsers inlegkruisje. Het ligt als het ware voor de hand en moet beslist een gat in de markt zijn, maar nergens wordt er een broekje over open gedaan. Je kunt er natuurlijk moeilijk onderzoek naar doen. Mijn Zwitsers is om te beginnen te beperkt om intieme vragen te stellen. Bovendien, wanneer ik vraag :Darf ich etwas fragen, tragen Sie eine Schweizerische Slipeinlage?, weet ik op voorhand dat ook de antwoorden dubbelzinnig zullen zijn, want natuurlijk dragen de Zwitserse vrouwen een Zwitsers inlegkruisje. Zwitsers kopen immers altijd Zwitsers. In de overal aanwezige Migros. Van oorsprong zal het dus wel een Zwitsers inlegkruisje zijn, maar niet qua design, toch zeker niet bedrukt met het Schweizerkreuz. Nochtans ligt zon Zwitsers inlegkruisje meer dan welk gadget ook perfect in de lijn van de Zwitserse symboliek van zuiverheid en zekerheid. En mochten vrouwen toch een probleempje hebben, dan krijgen ze met een Zwitsers inlegkruisje voortaan een mikpunt in de mik. Bloeden voor het vaderland, krijgt een nieuwe betekenis. En voor vrouwen in de menopauze komt de rode vaan met deze rote Fahn van het Zwitserse inlegkruisje een beetje terug.
Als ik dit Zwitserse inlegkruisje nu eens zelf op de markt breng? Een model en naam heb ik al: Jungfrohlich, zuiver als de Jungfrau, waar alle jonge vrouwen vrolijk bij worden.
Zijn er kandidaten voor proeffoefjes?
25-06-2007
Ein biÃchen Frieden, ein biÃchen Friedlâ
Ik luister naar Cabrio, het nieuwe programma op Radio1 dat 'het beste moet nog komen' moet doen vergeten. Na 1 uur luisteren weet ik al dat alleen het slechtste nog kan komen. Cabrio moet met zijn verwijzing naar een auto zonder kap een zomerbriesje in de ether brengen, maar kakelt als een kip zonder kop.
Wie haalt het in zijn hoofd de aangenaamste radiostem zonder voorafgaand referendum of schriftelijke toelating van de Verenigde naties in een doosje te steken? Zijn ze gek geworden bij de VRT? Meer was er niet nodig dan Ein bisschen Friede en ein bisschen Friedl om de dag opgewekt en met liefde in het hart te beginnen. In alle bescheidenheid droeg Friedl bij tot een betere wereld. Jazeker, u hebt het goed gelezen, ik verwar niet met haar vorige programma de Nieuwe Wereld dat al evenzeer grote indruk maakte.
Wie naar Friedl haar oprechte interesse in de medemens luisterde was bereid van minstens 24u zijn eigen vooroordelen tegen de mensen op te bergen. De voorbeelden vormen een lange lijst, maar omdat het geheugen kort is en de VRT ook alle verwijzingen naar het programma van haar website heeft gehaald, pik ik er uit de laatste week baron Paul Buysse uit. Als beroemd baron-beheerder heeft hij al vaak harde uitspraken gedaan over het reilen en zeilen in dit land, maar bij Friedl hoor je een man met een hart praten en met een grote sociale bewogenheid. Uit de laatste periode herinner ik ook hartchirurg Hugo Vanerwen, Knack-redactrice Anna Luyten, pianist-fantasist Glorieux Ik denk dat wie bij Friedl in de studio zit niet zozeer een ander mens wordt, maar dat die mensen door haar empathie het gevoel krijgen dat ze eventjes zichzelf kunnen zijn. En laat dan maar toevallig de micro openstaan zodat iedereen kan meeluisteren.
Het beste moet nog komen was de naam van haar programma, maar ik vrees dat we, wat de radio betreft, met dat programma het beste gehad hebben. En dan mogen inspiratieloze kritikasters zeveren dat ze steeds dezelfde vragen stelde, wat doet dat er nu toe? Het resultaat oversteeg zonder moeite alle andere human interest-programmas, vooral omdat Friedl de geïnterviewde alle ruimte gaf. Haar luisterbereidheid deed mensen praten. En ze heeft het talent om enkel in te pikken wanneer het interessant was om dat te doen, niet omdat de presentateror zichzelf liever hoort praten, zoals dat meestal gebeurt. Zij greep zelfs niet in wanneer Roos met de grote ogen Van Acker begon op te snijden dat zij geroemd wordt om haar perfecte uitspraak van het Nederlands. Terwijl het uitgerekend de vrouw was die tegenover haar zat, de onvolprezen Friedl die niet alleen de aangenaamste stem heeft maar ook de mooiste uitspraak. Bij haar kan niemand merken dat zij van Roeselare komt. Tenzij je het in haar bio gelezen hebt, maar misschien klopt daar niets van en is Friedl een nagebleven fee die naar de radio is gestuurd om de mensen met haar uitstraling warmte te geven?
Er is inderdaad weinig over haar geweten. Ja, dat ze in Scandinavië op haar kop is gevallen en wij haar daardoor maanden hebben moeten missen, dat haar broers al even creatief zijn en dat haar gebit jarenlang het uithangbord was voor de tandartspraktijk van haar vader; maar nergens lees je bijvoorbeeld of ze een vaste partner aan haar zijde heeft? En of ze zelf gelukkig is? Dat ze daar eens een fata morgana voor organiseren. Ik heb me vaak afgevraagd of zij niet met een onvervulde kinderwens zit? Wanneer een gesprekspartner vertelde dat die er bewust voor gekozen heeft van geen kinderen te hebben of net bereid is een carrière in de balans leggen tegen meer tijd voor de kinderen, hoorde je Friedl' op haar stoel heen en weer schuiven en wist je dat ze zou doorvragen, je hoorde de fascinatie ook in haar stem. Mocht daar inderdaad een leegte in haar leven zijn, is er dan niemand die haar kinderwens wil vervullen, zodat ze in latere programmas nog meer vreugde kan uitstralen? Friedl hoort bij ons maatschappelijk welzijn. Dit land heeft meer nood aan Lesage dan aan Leterme. Met haar weten we tenminste dat het beste nog moet komen. Altijd opnieuw. Anders moet Radio 1 maar uit de ether.