Foto
Foto
Inhoud blog
  • Vuil Franske (jaren vijftig bis)
  • Sokjes
  • Bij ons in de fifties
  • Olie(slagers) op het vuur
  • Fonske
  • muggenziften
  • Snelle snor
  • Sarkozy, maxi-cosy
  • Plakkers van ogen
  • Vader Kerstman
  • Een grondig verhaal
  • Noodgulp
  • vetverbranders in staking
  • Mussen uit Gaiole Chianti
  • Lie Van der Loep, Cannes 1979
  • Depressieve en durvende duiven
  • Twee communicerende vaten
  • De appel van Eva Boonen (heet coke)
  • Ren Renders ren
  • De mannequins van 7 juni
  • Axelle Red in Biafra
  • De vissen van Babbelonië
  • Jodelahiti
  • Stem voor SM
  • Een gelukkig Nieuwjaars-concert (en voor het Midden-Oosten la même chose)
  • Marin'eau de Cologne
  • Trappen voor het geheugen
  • Het steriele gemekker van eunuch Dedecker
  • De vuile was van Leterme
  • Het mondje van Annelies Beck
  • Kapotneuken
  • De keerzijde van de ‘ansichtkaart’
  • Grimm haalt z’n gram (en wie weet ooit een Oscar)
  • Godfried Danneels hangt zijn kruis aan de haak
  • Met dank aan Elisabeth
  • Een streepje voor Bart Tommelein
  • Goede (oude) Vrijdag
  • Sanitaire stop
  • Zwitserse inlegkruisjes
  • Ein bißchen Frieden, ein bißchen Friedl’
  • Het geloof in Vlaanderen
  • Stem voor mij
  • Als Eddy Wally kunst is met een grote K...
  • De striptease van Leterme duurt te lang.
  • Inge Vervotte praat in eerstejaars-steno
  • Paal en perk
  • Wie is er borderline ? Bert Anciaux of zijn kostuum?
  • Mama Clijsters.
  • Speelt Clijsters dit jaar nog op de Open VLD?
  • Maak van die hoofddoeken toch geen hoofdzaak...
  • Een leuke job voor Filip en Mathilde
  • Als de Chinchilla song op de radio werd gedraaid...
    MAILEN MAG

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Blog als favoriet !
    BERN MET MELK/BERN AU LAIT

    Om een onderwerp rustig te observeren moet er afstand zijn en verschil in hoogte. Bern voldoet aan die voorwaarden. Het is de perfecte plek om naar politieke poseurs en andere druktemakers in ons landje te kijken.
    Niet met het vizier op scherp maar mild gesluierd door melkglas. Bern met melk of Berne au lait, what’s in a name…

    Hugo Bernolet

    klik op de foto's om ze vergroot te bekijken. klik op foto bij vuil Franske voor nieuwe verhalen

    28-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Depressieve en durvende duiven
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Wat is dat toch met die duiven? Ik begrijp dat ze blijven zitten wanneer ik ’s morgen kom aan gejogd. Wellicht loop ik te traag, maar bij het fietsen was het vanmorgen net eender. Als ik niet als gek “pas op duifkens “ roep, heb ik om 7u ’s morgens al duifkens geplet op mountainbikese wijze.
    Zijn die duiven depressief? Of zijn zij gestegen op de evolutieschaal van Darwin en kijken ze nu op ons neer? Op ons neerkakken doen ze al. Wellicht gaat neerkijken en neerkakken samen? Ik heb het eens meegemaakt. De eerste dag in Brussel, in volle stad. Plas op mijn jas. ’s Anderendaags terwijl ik het voorval in Antwerpen ben aan ‘t vertellen krijg ik kak op mijn hoofd. Was het dezelfde duif? Was het uit rancune?
    Duiven beschikten nog voor de mens over een GPS, kan het dan niet zijn dat zij nog andere menselijke trekjes hebben? We weten al dat zij enorm bezitterig zijn, zie maar hoe de melkers spelen op het weduwschap, maar zouden zij ook als de mensen op wraak zinnen?
    Neem nu de duiven in mijn straat. Een hele dag zitten ze aan de overkant in de bomen te koekeloeren en te flirten, maar als ik de poezen in de achtertuin eten geef zijn ze erbij. Wat zeg ik, zitten ze klaar nog voor de poezen goed en wel wakker zijn. Ik ga niet beweren dat zij reclameren als ik iets later ben met het eten, maar het geeft toch te denken dat zij regelmatig als kamikazes tegen de schuifdeur vliegen.
    Mijn straatduiven zijn zo arrogant dat ze de poezen met hun gefladder gewoon wegjagen om hun eten in te pikken. De poezen zijn er zo door getraumatiseerd dat ze zich zo snel mogelijk volvreten, met alle gevolgen van dien. Wanneer ik hun dan aanmaan van hun terrein te verdedigen, kijken ze mij met zo’n ongelukkige blik aan dat ik maar in hun plaats de duiven wegjaag. Die nemen dan onmiddellijk wraak door in eerste instantie niet verder te vliegen dan mijn nieuw hardhouten terras achteraan in de tuin en er duchtig hun misprijzen uit te kakken. Is het toeval dat ze de toer van het huis doen en zowel scherend langs de gevels tegen de ramen vooraan als tegen de ramen achteraan hun handtekening te plaatsen.
    Gelukkig weten ze niet alles, want van alle auto’s in de straat werd de auto waar ik enkele jaren mee gereden heb van de voorbumper tot de achterbumper over de voorruit, zijruit, motorkap en dak volgescheten. Met een hardnekkige mélange die je er nauwelijks afgeschuurd kreeg. Ik heb meegeholpen ook al heeft mijn jongste zoon die auto al maanden geleden van mij overgenomen. Wraak misplaatst. Het kan zijn dat deze duiven te veel rood vlees eten en agressief worden omdat ze hun vleugels alleen nog uitslaan om van hun boom naar de etensbak en terug te vliegen.

    De duiven in het park zijn anders. Dat zijn nog echte reisduiven. Je ziet dat aan hun afgetrainde lijven, tegengesteld aan die dikzakken van duiven in mijn straat. Deze duiven maken hun kilometers. In de halve fond al tot 500 km per vlucht. Bovendien eten zij als eens vreemd. Franse kost in Quivrain of St Quentin, olierijk in Barcelona. Misschien is hun vliegen op Barcelona wel een van de oorzaken van hun nonchalance. Wetenschappers hebben daar cocaïne in de lucht aangetroffen en amfetamines, opium en lsd. De mens heeft daar voorlopig nog geen last van maar, wie bewijst mij dat duiven daar niet aan onderdoor gaan? Misschien vliegen zij net op drugshoogte in de lucht, zoals luchtvervuiling zich in de hogere luchtlagen verplaatst.
    Gedrogeerde duiven, het zou kunnen. Wat krijgen die allemaal niet in hun eten voor het vertrek? Vergelijk het met coureurs. Ook daar is de stap van doping naar cocaïne klein. En dat steekt dan nog in grote lijven, wat moet dat bij zo’n kleine duif teweegbrengen. Misschien zoeken zij de lucht van Barcelona wel op om te vergeten dat zij depressief zijn. Want wie gelooft die duiven nog?

    Hun grote voorbeeld, de vredesduif, is al lang geen role model meer. Zij is aan lager wal geraakt en heeft haar vredespalm al lang ingeruild voor Special Palm. Tot voor enkele jaren waren er elke zondag speciale radio-uitzendingen voor duiven. Nu moeten ze het zelf maar uitzoeken. De duivenbond stelt niks meer voor. Niemand noemt zijn lief nog 'mijn duifke'. Niemand zingt er nog van zijn duivenkot. Of van La paloma blanca en dat is maar goed ook, want die huppeldepup van George Baker stelt niks voor naast het historische La Paloma, het meest gecoverde lied ooit. U kent het misschien van Harry Belafonte en Freddy Quinn, maar er werden niet minder dan 2000 versies opgenomen. Dat is enkele honderden meer dan Yesterday van de Beatles.
    La Paloma gaat terug op een liefdessage van verslagen Perzen, opgetekend door de Grieken. Vijfhonderd jaar voor Christus zagen de Grieken hoe de Perzen na hun mislukte invasie bij de berg Athos, witte duiven loslieten uit hun zinkende schepen. De Grieken hadden nog nooit witte duiven gezien en kenden die vogels meteen mythische mogelijkheden toe. ‘Amor vincit omnia’ schreven die duiven in de lucht, in het Latijn om die Grieken te kloten. De Grieken, die ook toen al sterk konden overdrijven, schreven dat die duiven een laatste groet overbrachten van de stervende krijgers en zeemannen aan hun geliefden thuis. Die magische reputatie hebben de duiven fier de wereld rondgedragen. Van het jaar nul tot nu. Liefde en duiven hoorde sindsdien bij elkaar als konijn met pruimen. Ze werden bezongen en vertroeteld. Ze bestendigden hun aanwezigheid in taal en kunst. Tortelduifjes lieten eeuwenlang witte duiven vrij om hun liefde naar de vier windstreken uit te dragen. Wereldwijd werden ze belangrijker dan de koning van de wildernis, die alleen nog in een klein gewest ergens aan de Noordzee symbool mag staan. Maar ook duiven delen in de duivelse mode dat alleen de hype van de dag nog telt. Het is niet meer leuk duif te zijn in deze deprimerende tijden.


    26-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Twee communicerende vaten
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Vandaag las ik nog in de krant: in feite zijn Open VLD, LDD, NVA en VB communicerende vaten. Wat de een wint, verliest de ander. Volgens de natuurkunde klopt dat. Met elkaar verbonden vaten beïnvloeden elkaar. Maar de wet gaat verder: ‘tot eenzelfde niveau bereikt is’. En dàt is in de politiek alleen figuurlijk waar. Het lage niveau is overal ongeveer hetzelfde. Synoniem voor zo goed als inhoudloos. En iedereen weet “holle vaten klinken het luidst”.

    Nochtans blijven publiek en media naar die rechtse communicerende vaten luisteren. Dat was jarenlang het geval bij het ondertussen folkloristische VB. Nu luisteren ze met het verstand op nul, want zo hoort dat bij de brulboei, graag naar het vat LDD. Je bent er niks mee, maar toch. Tenzij je dubbeldek autostrades belangrijk vindt of u laat vangen door de vlaktaks.

    De NVA wil de crisis opvangen met de afrit Vlaanderen. Heel de wereld weet dat de crisis zijn oorsprong vindt in de onverantwoorde hypothecaire leningen door Amerikaanse banken, maar voor NVA en andere rechtsdragenden is het de schuld van de Walen. Vlaanderen zou als enige gespaard gebleven zijn, moesten we niet zoveel bijdragen aan Wallonië. Moesten we onze eigen hospitalisatieverzekering hebben en onze eigen Vlaamse energie. Het publiek knikt en slikt. En vergeet daarbij dat onze belangrijkste bank en onze energieleverancier inmiddels in Franse handen is. Er is niemand die een rode kaart geeft voor zoveel onzin.

    De niet minder rechtse Open VLD mag zand in de ogen strooien met de asociale jobkorting. De beloning voor de werkende Vlaming. Nooit eerder verloren zoveel mensen hun werk, maar de blauwen blijven doen alsof iedereen die geen werk heeft werkonwillig is en dus op termijn gestraft moet worden. Ook wie ziek valt of gehandicapt is, wordt op termijn uitgeschakeld.
    Ze willen de gezondheidssector naar zich toetrekken. Om te privatiseren en ziek Janneke en Mieke om de tuin te leiden met een PGB, een persoonsgebonden budget. “Hier is uwe zondag, manneke”. En als die niet toereikend is, tant pis.
    Ze krijgen zelfs de steun van Kathleen Cools en Lieven Verstraete. “Wat is er mis met winst maken in de gezondheidszorg, bleven ze Mieke Vogels en CD&V-er Van Ackere voor de voeten werpen. Omdat zoiets niet etisch is, durfden zij te antwoorden.
    Als journalist zou je die vraag niet eens mogen stellen, maar de VRT heeft bij deze verkiezing ingezet op het rechtse vat. Geen kritische vragen aan rechts, terwijl links aan het kruis mag genageld worden. “Wat is dat daar allemaal bij de sp.a? Freya Van den Bossche zegt onomwonden dat ze graag minister van Cultuur zou worden.” Dat ook Bart Tommelein die voorkeur heeft uitgesproken en de kleine (=jonge) De Gucht geeft niet, maar Freya! Liesbeth Imbo ontlokt Tobback een commentaar daarover en haar vriendje in Terzake, Emmanuel Rottey, haalt over dat onbetekenend item zwaar uit tegen Caroline Gennez. Die pareert uitstekend, brengt het onderwerp op de echte inzet van de verkiezing: willen de Vlamingen op 8 juni wakker worden in een rechts egoïstisch Vlaanderen? Maar Rottey luistert niet. Hij heeft de grootste megafoon van het land in de hand. De socialisten zullen bloeden tot ze rood zien.

    Voor één keer wil ik Amerika tot voorbeeld nemen. Zou het niet beter zijn wanneer wij hier ook de keuze hadden tussen slechts twee mogelijkheden? Twee communicerende vaten, een rechts en een links, vertaald in Egocraten en Democraten.
    En dat al die rechtse egoïsten het in hun vat onder elkaar uitvechten. De Winter, De Wever, De Decker, De Gucht. Er mag maar één “De” overblijven. De Chef van de Egoïsten. Die neemt het dan met zijn vat op tegen een vat socialisten en Groenen. Over de toekomst van dit land, over onze “samen”leving. Zodat we een duidelijk vergelijk krijgen over de essentie, gedocumenteerd met argumenten, zonder te focussen op personen. Zodat we kunnen kiezen. Rechts zal ook dan wel het luidst roepen, maar misschien zullen de mensen, goed geïnformeerd, toch uit een ander vaatje willen tappen.
    Zoals Abraham Lincoln een democratische regering noemde: een regering “van, door, maar vooral “voor” het volk.


    10-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De appel van Eva Boonen (heet coke)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Boonen is de populairste sportman van het land. Kinderen dragen hem op handen, vrouwen willen hem in hun handen, in hun armen en verder némen. Thuis heeft hij een lieve Lore die nog meer van hem houdt dan al die supporters samen. Een gewone mens hapt hier al naar adem, zwijmelt misschien bij zoveel chance, maar bij Boonen gaan de gelukzaligheden nog verder. Hij heeft ook nog een prachtige villa om in te wonen, een loon dat in de miljoenen loopt en bazen en verzorgers die in zijn gat zouden kruipen moest hij even niet omkijken.
    Toegegeven, fietsen doet pijn aan het gat en wanneer het regent word je nat, maar er zijn ergere dingen in het leven. Boonen moet zelfs niet meer meedoen wanneer de echte koersen er aan komen. Zolang hij maar voluit gaat in de kasseikoersen rond de Vlaamse kerktorens en in Noord-Franse velden. Voor dat duivelse dokkeren zijn dikbilcoureurs als hij gebouwd.

    Wij zijn al blij dat we tussen Quatar en de Scheldeprijs soms mogen juichen. Jij bent de enige die Spanjaarden en Italianen boonen kan laten fretten. Wat je daar voor moet slikken willen we eigenlijk niet weten. Dat je minstens Viagra slikt kan je koersbroek niet verbergen. We vinden het vreemd en kijken discreet weg. Ook daar zal je een streepje voor hebben. Want wanneer we zelf na het fietsen in de douche staan moeten we goed zoeken of we nog een jongetje zijn. Wij zijn dan ook niet zo getraind en krimpen van kou, vermoeidheid en zadelpijn. Maar hé, Tom, we kunnen er mee leven dat jij alles hebt.

    Eva had ook alles en kijk es wat er van haar geworden is? Ik lees het niet in de commentaren, maar in dit coke-verhaal lijk je nog het meest op haar. Jij bent vooral Eva Boonen, voor wie het paradijs niet genoeg is. Er moet nog een roes naast zijn. Een verboden vrucht. Een kick bovenop de kick. Doe nog een streepje bij die derde kassei.
    Jij kunt toch niet zoals Devolder zielig zondigen met een zak friet? Vedetten leggen daar liefst een lijntje bij. White powder for white power. Witte boorden hebben dus witte neuzen, BV’s zijn aan het lijntje, zelfs snotneuzen hebben witte neuzen... Maar alleen jij moet ’s anderendaags op bevel plassen. Is dat oneerlijk? Kom nou, dat is toch niks naast alles wat je er voor in de plaats krijgt?
    ‘Keep your nose clean’, was jou uitdrukkelijk gevraagd. Anders zet je niet alleen jezelf, maar ook heel de ploeg voor het blok. Een volgende keer kunnen we niet meer lachen met ‘Tommeke, Tommeke, wat doe je nu’.

    Het gaat niemand aan wat jij privé uitricht, maar als zelfs the China Morning Post, de Nieuw-Zeelandse ‘Timaru Herald’ of ‘Gulf News’ uit de Arabische Emiraten onmiddellijk weten dat jij op een Mols terras hebt zitten drinken, heb je weinig privé over. Voor zo'n 'covering' moet de koning al dood gaan, besef je dat? Wat moet dat zijn als jij dood gaat? Denk jij dat de koning dan het nieuws haalt wanneer hij met een witte neus op een Mols terras voor zich uit zit te lullen? je zou verdomme blij moeten zijn. En er zeker mee kunnen leven dat je naam voortaan zal vergezeld gaan van “I’ve got cocaine, running around in my brain”, dom di dom Tom. En ook dat franke tongen daar aan toevoegen: “ coke krijgt meer vrij spel in een leeghoofd dan wanneer het tegen een muur van hersenen moet opboksen.”

    Het is ook zo’n banaal verhaal, Tom. Van Steenbergen haalde het nieuws met gokschulden. Daar kon je nog iets bij voorstellen. Hij verspeelde zijn geld aan Chinese pokertafels. Daar zat tenminste nog een Humphrey Bogart-film in. Bovendien dook zijn zesdaagse-partner Palle Lykke in de koffer met zijn dochter Fanny, die begin jaren zestig topless zonnebaadde, zo vertelde een klasgenoot die uitzicht had op de tuin van Rik. Woodstock moest dan nog komen. Zo'n dingen voedde de verbeelding.
    Daarmee vergeleken is dat verhaal van die black-out zo flauw. Of zo erg. Want het betekent dat jij geen vrienden hebt die jou beschermen tegen gasten die cocaïne in jouw neus proppen terwijl jij strontzat bent van teveel pils. Iedereen ziet je graag, maar in feite ben je helemaal alleen in je Dom di Dom club.

    In ’40 mobiliseerde Nederland soldaten met het lied : “Rats, kuch en boonen, is het soldatendiner..."
    Ik hoop dat jij het publiek ooit nog voor jou kunt mobiliseren met uitzonderlijke sportieve prestaties. Win hun harten met echte koersen zoals Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije. Maak daar je core-business van, dan vergeet iedereen meteen die coke-business.


    29-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ren Renders ren
    Klik op de afbeelding om de link te volgen In “Trappen voor het geheugen” (zie lager) had ik verteld dat ik dagelijks voor dag en dauw een halfuurtje ga fietsen. Sinds enkele weken doe ik er een halfuurtje joggen bovenop. Fiets in de garage en onmiddellijk het park in. Frank Vanderlinden liep zo 20 kilo kwijt. Voorlopig heb ik nog geen resultaat. Frank liep daarvoor driemaal per week een vol uur. Ik ben nog in opbouw. Op mijn manier. Evy Gruyaert en haar start2run kunnen mij gestolen worden. Ik wil niet lopen met Evy op de Ipod, terwijl de vogels in het park zoveel mooier zingen. Zij zien mij graag komen. Net als de eekhoorntjes. Die lopen een eindje met mij mee en springen ondertussen van boom naar boom en ruiken aan de streep carbolineum die de mens op de bomen heeft gesmeerd.

    Ik heb een parcours waar ik de eerste twintig minuten geen mens tegenkom. Niemand die ziet hoe ik - net niet - neerstort in de strook mul zand die ik door moet voor ik aan de lichte helling van het bruggetje kom. Iedere dag opnieuw heb ik het gevoel dat het vandaag niet zal loslopen, dat ik moet stoppen. Ik zoek het bij wat ik gisteren at, of mijn nachtrust meer dan anders verstoord werd, vraag me af of ik meer weeg dan gisteren, of ik niet beter eerst naar het toilet was gegaan, of ik niet flink genoeg ben vandaag? Om dan, op ongeveer altijd dezelfde plaats, het gevoel te krijgen dat mijn lichaam zijn protest staakt en meewil. En dat is belangrijk, want tegen die tijd passeer ik de centrale as in het park waar fietsers passeren op weg naar school of werk, waar vroege wandelaars hun hondje buitenlaten en enkele Indiërs een wedstrijdje snelwandelen houden. ‘Morning’ zeggen ze in het voorbijgaan. Ik antwoord met een rust alsof ik hen vanop een terrasje gadesla. Maar dat is flauwekul natuurlijk, want van binnen roepen mijn spieren om meer zuurstof en protesteren mijn longen voor die dwangarbeid op dit onchristelijke uur.
    Ik zorg er voor dat ik niet sneller, maar mooier loop. Rechterop, de knieën iets hoger tillend, de armen zwierend in kadans van de benen, terwijl ik heupen en rug een beetje over en weer laat wiegen om de indruk te geven dat het maar een spelletje is, dat ik nu vooral relax van het park wil genieten en eigenlijk veel sneller kan als ik wil. Meestal zing ik liedjes in mijn hoofd. Voor het ritme maar nog meer als afleiding. Want pijn verdwijnt mee met de aandacht. Ik beeld me nooit in dat ik een echte loper ben, een Bekele of Brijdenbach, maar sinds vorige week lopen mijn gedachten een andere richting uit.

    Omdat Kim Clijsters terug gaat tennissen en in de trammelant die daar aan voorafging, iedereen voor de camera werd gehaald tot haar gynaecoloog toe. En dan, volgende beeld, Marleen Renders op training in het bos. Zwanger van haar derde. Maar daar was niks van te zien. Dat was meer dan een Aha-Erlebnis voor mij. Ons Marleen huppelde als vanouds aan een draadje, de grond nauwelijks beroerend, de punten van de ellebogen buitenwaarts naar achter.
    De enkele keren dat ik haar marathon zag lopen, op de Olympische Spelen, in Parijs of Berlijn, zou ik aan de achterkant van mijn tv gaan kijken om haar toch maar te blijven zien, wanneer ze de kopgroep moest laten gaan en in de achtergrond verdween. Als ik kon zou ik Paula Radcliffe van het scherm duwen, want ik wou alleen Marleen Renders zien. Omdat niemand liep als Renders, sneller wel, maar mooier niet.
    Renders was alleen benen en armen. Geen buik, geen borsten, alleen fijne lijntjes eindigend op bolletjes voor kop, handen en voeten. Zoals we vroeger the Saint in een enkele witte lijn tekenden, maar dan zonder aureool.
    Marleen Renders moest wel perfect zijn, zij was door haar naam voorbestemd. Als je duizenden keren Marleen Rende... moet schrijven dan vul je dat in gedachten als een mantra aan met “Marleen rende dag en nacht”. Mocht zij Marleen Kenders geheten hebben, zou zij een ongenaakbare bolleboos zijn geworden. ‘Marleen kende alles van Atot Z.’ Nomen est omen.

    In ieder geval, ik had haar teruggezien en 's anderendaags dacht ik aan haar wanneer ik bij het lopen iets minder vooruit kwam. Mijn armen gingen hoger, de ellebogen achteruit, mijn passen iets groter, uiteraard niet zo groot als zij haar passen nam, meisjes kunnen om begrijpelijke reden de benen verder scharnieren dan jongens.

    Sinds vorige week wil ik Marleen Renders zijn. In het diepst van mijn gedachten. Vroeger was ik vaak ‘god in het diepst van mijn gedachten’, tot er iemand zei: ”dan weet je toch dat je niet bestaat?”
    Maar Marleen bestaat. En ik weet wel dat ik haar niet kan worden, want zij is dat zelf al en ik weeg het dubbele van haar als ik twee jassen aantrek en een rugzak vol meesleur en zij daarentegen helemaal in haar blootje staat. Daar moet je niet voor kunnen rekenen, verbeelding volstaat.

    Ik heb gehoord dat ze maandag in de finale van Eeuwige Roem staat, maar daar kijk ik niet naar. Marleen Renders zit van vroeger in mijn hoofd en zo zit ze daar goed. Als atlete, niet als figurante in het circus van Bruno Wyndaele.
    Zij is nu fitness-instructrice in de kinesistenpraktijk van haar man. Goed voor haar, maar ik wil haar als mental coach wanneer ik ga joggen. In mijn hoofd. Dat ik maar “Marleentje, Marleentje” moet roepen als mijn armen zakken en mijn adem stokt, om meteen weer licht als zij verder te huppelen. Verder moet dat niet gaan.
    Ik heb ook zo’n grote Ray-Ban als zij, maar die zet ik niet op als ik Marleen Renders wil zijn. Ik loop tenslotte om 7 u in de ochtend.


    24-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mannequins van 7 juni
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Het was een traditie dat voetballers met inwisselbare domme blondjes gingen. Nu wil elke politieke partij met eentje pronken. Het zijn ex-missen bovendien. Anne De Baetzelier gaat naar LDD, Annelien Coorevits, die in de Pappenheimers niet één vraag juist kon beantwoorden, werd gevraagd door de VLD. Die blauwe smurfen doen werkelijk alles voor de schone schijn. Dat haar voetballer Deschacht maar oppast. Zij misbruiken vrouwen waar ze bijstaan. Zie maar hoe het hun vorig blondje is vergaan. Neen, niet Fientje Moermans, maar Margriet Hermans. Die is onherkenbaar geworden. In haar geval is dat nog een geluk bij een ongeluk. Jan publiek kent haar toch al niet van de politiek, maar van vroeger op tv, toen er nog mocht gelachen worden met dikke mensen. Zij werd vooral bekend met 'wie van de drie', een luchtige quiz waarbij je moest raden wie van de drie Margrieten nu de echte Hermans was. Nu moet zij bijklussen als verbouwdeskundige van de politiek. Aan Geert Lambert kom zij haar maagring slijten. Hij was daar een beetje vies van, maar hij is nu net als zij om door een ringetje te halen en al even onherkenbaar geworden. Of zou hij samen met zijn partij onzichtbaar geworden zijn?
    De ware schoonheid zit van binnen, is de troost van velen. Die andere Oostendse garnalen gaan met het oog op de verkiezingen als eens eerder naar de kapper, meer dan dat is weggegooid geld. Want zelfs als zij zich helemaal laten verbouwen verraden zij zich nog altijd met hun lawaai.

    Margriet heeft het voorbije jaar het meest verdiend aan de verbouwingen van de grootmeester van het blauwe fabriekje. De oud-premier ging een jaar door Europa zwerven. Om stof op te doen voor een nieuwe boek. Eentje van meer dan veertig pagina’s dit keer. In feite moest hij gewoon voor langere tijd uit beeld verdwijnen.
    Vorige zondag in Lux viel mij pas goed op waarom. Dat Verhofstadt zijn tanden bleacht om zijn herkenningsstreepje in zijn gebit beter te doen uitkomen kunnen we nog begrijpen. Dat hij zijn haar laat groeien en donkerder laat verven en een nieuwe bril aanschaft, ach ja. Leterme - wie gelooft die man nog? - heeft ondertussen ook zijn haar laten verdonkeren en koos bij de vorige verkiezingen voor contactlenzen, waarop partijgenoot Philip Heylen, die ook lenzen overwoog, snel tot een rood montuur besloot, om niet in alles Leterme achterna te hollen.

    Maar terug onder de spots van Lux leek het of de nieuwe neus van Verhofstadt nog in de verpakking zat. De kleur was te egaal en verschillend van de rest van zijn huid, maar ook de putjes naar zijn neusvleugels waren verdwenen. Het leek nog het meest op het kartonnetje dat vrouwen wel eens bij het zonnen op hun neus leggen.
    Ik heb de mening gevraagd van mensen die al jaren met plastische chirurgie te maken hebben. Tot mijn verbazing kreeg ik te horen dat hij waarschijnlijk ook zijn kin had laten intrekken. Het zou kunnen. Je verkijkt je er makkelijk op. Het haar is anders, de bril, hij is vermagerd en dan denk je, die is veranderd zeg, maar in feite weet je niet hoe en wat. Maar daarjuist zag ik een paginagrote foto in Humo en daar lijkt het inderdaad dat zijn toch wel breedsprakerige kin marche en arrière heeft gemaakt. Alleen vind ik niet direct vergelijkingsmateriaal. Zou die campagne zo zorgvuldig uitgewerkt zijn dat beelden van de vroegere Verhofstadt van het net werden gehaald? Probeer maar eens een grote foto van de vorige premier van dit land te vinden.

    Ik moet zijn nieuw imago niet. Veel te uitgekiend. De velours vest, de slordig gedrapeerde sjaal, de verhaaltjes over zijn vintage-deuren in Toscane, de absurde name-dropping van boeken die hij toch niet gelezen heeft. Allemaal window-dressing, allemaal onecht en bijgevolg alleen voor VTM-Vlamingen.
    Het beeld overheerst en inhoud en standpunten worden vervangen door citaten die geen kwaad kunnen en toch een slimme indruk geven. Peeters doet dat ook vaak. Zelfs als die over het mestoverschot praat, citeert hij een filosoof of econoon, die toevallig bij hem op het nachtkastje ligt. Ja, ik vind dat ook raar en vraag me met u af wat Peeters zijn vrouw daar van vindt, maar zo zeggen die mannen dat.
    Leterme niet natuurlijk. Die laat zich wel een klein beetje restylen, maar niet te veel, ten eerste omdat die toch geen spiegel heeft thuis - anders had die toch al eens naar zichzelf gekeken - en ten tweede omdat hij te ongeduldig is, te razend en te rancuneus. Die heeft geen tijd voor boeken. Hij moet het beste van zichzelf geven voor de “mensen”. Wat hij eigenlijk al gedaan heeft met zijn ontslag. Kunnen de media telkens zij de komende maanden Leterme vernoemen er “wie gelooft die man nog” bijzetten? Hopelijk herinnert het publiek dan in de eerste plaats Leterme de leugenaar.

    En Dehaene, de derde tenor voor de Europese verkiezingen, blijft ook nu zichzelf. Vooral omdat je een Dehaene niet kan of mag verbouwen. Bovendien, hij heeft nu een tik van om de tien seconden zijn broek boven zijn buik te trekken. Als hij fel zou vermageren zou hij nog altijd om de tien seconden zijn hand in zijn broek steken en dan lijkt dat plots raar in het openbaar.
    Ik zag hem laatst bij Phara, en aan zijn kleurtje te zien lijkt het te kloppen dat hij de nieuwste Sunny Power van Alpha Sun heeft gekregen. Het is een zonnebank van maar liefst 1,40 m breed. Bruinen op de zonnebank is de enige toegift die hij wil doen om er jong en sportief uit te zien, naast de would-be artiest en de zelfverklaarde heilige harde werker.
    Ik ben geen mannequin had Jean-Luc tegen zijn stylisten gezegd. En dat zou hij beter niet in het openbaar herhalen want mannequin, komt van het Nederlandse mannekijn of manneke. Wij hebben er “da‘s ’t manneke” aan overgehouden, voor iets dat piekfijn in orde is.


    12-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Axelle Red in Biafra
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Let niet op de titel maar op het beeld dat daarachter zit. En dat zit juist. Ik weet dat het meisje uit Hasselt voor de carrière in Parijs woont, maar “figuurlijk” is ze een Biafraantje. Hoe wit zij er ook uitziet, ze heeft iets met zwartjes. Als ambassadrice voor Unicef bijvoorbeeld, wil zij met onze steun ‘ondervoeding’ Afrika uit helpen. Was ik een zwart kindje, ik zou beledigd zijn. Zelfs ondervoed zien die kindjes er gezonder uit dan Axelle Red. Bovendien lachen die nog op alle foto’s, wat Axelle niet meer lukt. Niet op de foto’s uit Afrika, niet op de foto’s voor Hampton Bays. Wie wil er nog op de vlucht naar Europa als men zo’n zielig voorbeeld ziet? Met rietstengels van benen die meestal krom en scheef staan. Kijk maar eens op de kaft van Jardin secret.
    Ik schrok nog het meest toen ik in de krant de aankondiging zag voor een concert “15 jaar Axelle Red”. Ik dacht eerst dat het een foto was voor Broederlijk Delen. Blijkt het de foto te zijn voor de singel “living in a suitcase”. Zo'n titel bekt beter dan “Living in a biljartkeu-etui”, maar op de maat van Axelle zou dat evenzeer kunnen.

    Ik hoor Axelle liever fluisteren in het Frans. Voor soul mist ze kracht zoals ondermeer in dat nummer blijkt, maar, en die mag gerust in hoofdletters, zij zingt haar eigen woorden en dat is dichter bij de ziel en dus authentieker dan de orkaan van de Kempen, de diva van de Wibra, Natalia ooit vermag.
    Ik schrijf graag en zal daarom nooit teksten van anderen gebruiken, maar één keer, door tijdsgebrek of was het omdat ik me zo aangesproken voelde, heb ik een tekst van een ander naar mijn vrouw gemaild. Ik zou het niet beter kunnen zeggen, schreef ik er bij, in de hoop dat zij mij die tekst ’s nachts in mijn oor zou fluisteren. Het was ”Parce que c’est toi” van Axelle Red.
    Maar terug naar de Axelle Red die plots in het Engels zingt. Ik denk dat Parijs haar geen deugd doet. Mama Demal (Fabienne Demal is de echte naam van “Axelle Red”) mag haar dagelijks Limburgse vlaaien sturen, met kruisbessen, kersen, pruimen of appel, papa Demal mag een directe lijn Hasseltse graanjenever naar dochterlief aanleggen, Axelle zal ginder blijven verkommeren.
    Liedjes zingen, het leed van de wereld dragen, allemaal goed en wel, maar als je geen bakker binnen durft om een Frans brood te vragen uit schrik dat ze naar je benen zullen kijken welk been gerepareerd moet, heb je een probleem.

    Misschien moet ze wel terug naar Limburg. De Fransen gaan haar toch laten vallen nu ze Engels zingt. Koolsteenengels hoort trouwens meer thuis tussen de terrils van Limburg. Laat ze dan naar het bronsgroen eikenhout terugkeren. Ver weg van de Parijse studio's waar zij tot haar tachtigste iedere zondag op tv moet komen, zie maar naar Johnny Halliday, Juliette Gréco of Cloclo. Hier zijn ook programma’s genoeg waarin zij haar nieuwe CD kan promoten. In de voorbije weken zag je Axelle in Het Nieuws, in De Zevende Dag, bij Phara, in De Laatste Show, in De Rode Loper, in het weerbericht, in het Opsporingsbericht, in Man bijt mond... Niet één keer had ze haar haar gewassen. En overal ging ze vertellen hoe pijnlijk Botox in je lippen is en dat de zwarten van Barry White nu bij haar spelen en andere wetenswaardigheden die ook sur le plateau van TF1 verteld worden.

    Ik stel voor dat we haar met haar honger naar Limburg gaan helpen. Haar website is www.axelle-red.com. Ga daar al ‘s kijken hoe het met haar gesteld is. Heb ik overdreven in verband met die foto’s ? Je kunt haar moed mailen, maar je moet natuurlijk niet beginnen meelzakjes naar haar te mailen. Dat zou de indruk kunnen geven dat zij melig klinkt en verder kan zij er toch niks mee. Unicef en Artsen zonder Grenzen sturen ook meel naar de ondervoede zwartjes , ook al weet iedereen dat daar geen bakkers zijn die er mee aan de slag kunnen, maar toch. Niet doen.
    Stuur liever Limburgse vlaaien naar haar management. Dat is Music and Roses, dat ook voor Hooverphonic en Daan werkt. Adres: Music and Roses, av. Winston Churchill 157 - 1180 Brussel. Vraag daarbij wanneer Axelle eindelijk in de Ethias-Arena optreedt. Nathalia is er al mogen optreden. Axelle niet. Dat moet in evenwicht gebracht worden. Eén keer Nathalia is goed voor meteen drie keer Axelle Red. Het zal Steve Stevaert van Ethias en Limburg plezieren. En ook de beroemdste Hasselaar. Neen, dat is niet Axelle Red, maar wel Willy Claes. Laat die ook eens Axelle begeleiden, hij heeft het jaren met Koen Crucke gedaan, laat hem dat eindelijk ‘dunnetjes’ over doen met Axelle. Jos Ghijsen is te oud om nog te presenteren. En dan wordt het helemaal Limburg allein. A tribute to Jo Erens. Ik stel voor dat iedereen die een peperkoeken hart voor haar meeheeft gratis binnen mag. Maar er niet mag mee werpen. Ook niet met eventuele taarten, zeker niet met tomaten of eieren. Dat is inderdaad voedzaam voor haar, maar met een mondvol kan ze nog minder zingen. Haal haar eerst maar naar de Ethias-Arena. In de plaats van het Sportpaleis voor 15 jaar Axelle Red.
    Ik zal dit voorstel alvast met een briefje in een flesje genever naar haar man sturen, die is tenslotte de baas van Music & Roses. Maar niet thuis, daar blijft ie ook op zijn honger.

    Noot: Biafra lag in het Zuid-Oosten van Nigeria, het was onafhankelijk van '68 tot '70, dan werd het gerecupereerd door Nigeria.


    16-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vissen van Babbelonië
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De VRT-nieuwsdienst zoekt, naast de grote verkiezingsshow, weer de grens op tussen informatie en entertainment met een ludiek item in de Zevende Dag. ‘De vissen van Babbelonië’ is de werktitel, en de idee zou aangeleverd zijn door een van de gasten van de Zevende Dag. Hij vergeleek het politieke debat met een bokaal uitgehongerde piranha’s die een malse biefstuk toegeworpen kregen, met dit verschil dat de vissen als gekken de biefstuk verslinden en niet elkaar.
    Toen Indra Dewitte opmerkte dat die politiekers achteraf aan de bar echt wel vergeten dat ze elkaars tegenstrever zijn, was de reactie: “ik zou het geloven dat die mannen alleen maar een show opvoeren, als je ziet hoe eendrachtig ze naast het onderwerp van discussie praten, “noyer le poisson”, zeggen ze in het Frans.

    Ik heb de voorbije weken de uitzending gevolgd en het Piranha-gedrag is inderdaad ongelooflijk. De moderator opent de debatten, en bij wijze van presentatie mag iedere kandidaat rond de tafel zijn mening naar voor brengen, meerderheid tegen oppositie. Het hoofdschudden, blazen en snuiven is al meteen begonnen. De moderator stelt dan een controversiële vraag aan een van de partijen en dan gaat het hek van de dam.
    De bevraagde geeft een antwoord, de opposant praat er door heen, de collega van de eerste, meerderheid of oppositie springt bij of opent een nieuwe piste tot iedereen aan tafel in het rond tatert. In een Babylonische spraakverwarring, een gekakel dat horen en zien doet vergaan. Argumenten zijn er niet meer, alleen verwijten gaan nog heen en weer, het crescendo klimt tot geen enkele zin nog kan worden verstaan. Het onderwerp wordt verlaten, net als de beschaving, in een teveel aan gezever wordt de vis verdronken. Op naar het volgende item, Sabine, allemans boezemvriendin, doet het weer.

    Ik heb gehoord dat er een dode vis in beeld zal verschijnen wanneer het onderwerp kapot is gepraat. Vooraf zal de kijker via SMS kunnen gokken naar dat tijdstip. Er zal een timer in beeld meelopen om het nog spannender te maken en het scherm zelf zal van onder naar boven vollopen met water. Staat het scherm volledig onder water en is de vis nog niet verdronken, dan verdrinken de pratende politici. Niet echt natuurlijk, want zij zitten droog in de studio. Er wordt gefilmd door een wand met water.
    Op de politiekers mag voorlopig nog niet gewed worden, maar dat wordt onderzocht, net als eventuele schadeclaims van Vt4, want die werken al jaren met schaars geklede nimfen die vanuit een waterbokaal de wrevel om een nieuw reclameblok moeten verzachten. Maar naar het schijnt zwemmen die vrouwen echt onder water zodat er geen vergelijk is met het faken van de politiekers bij de VRT.

    Ik heb Landuyt aan het werk gezien maar dat is geen blijver. Hij spreekt te stil en te traag, daarmee vergeleken is Annemans een brulaap, maar ook te traag en die lacht te veel, wat de strijdlust niet ten goede komt. Alleen al om de competitie en de controverse zal Dedecker vast pannellid worden, en natuurlijk ook omdat hij een contract heeft met Siegfried Bracke.
    Omdat er geen tweestrijd groter is dan die van de brulldozers van de Oostendse vismijn, verwacht ik dat ook Tommelein elke week in de “vissen van Babbelonië” zal terugkeren, maar dan mag hij natuurlijk niet veel meer uitzetten, want niet iedereen heeft breedbeeld-televisie.
    Meyrem Almaci lijkt me ook een geschikte spraakwaterval. Als lid van verschillende minderheidsgroepen: vreemde origine, Groen! en vrouw, kan zij de vaste underdog worden. Marinower heeft zijn naam mee als het over water en underdogs gaat, maar die kan maar over één onderwerp meepraten. Wat me bij Bart de Wever brengt, maar die heeft zijn plat préféré, “een vette vis”, al gehad met zijn te lange deelname aan de slimste mens.

    Wie verbazingwekkend genoeg helemaal geknipt is voor dit programma is Servais Verherstraeten. Deze advocaat uit Mol, een gemeente waar doorgaans vrolijker volk woont, kan ongestoord blijven praten, ook al beseft hij dat niemand naar hem luistert. Laat dit nu net een eigenschap zijn voor dit programma.
    Zijn blik is te droef voor woorden en ook zijn lichaamstaal zegt niks, maar hij sleept al een lange geschiedenis van geschoren worden met zich mee en dan leer je stil zitten.
    Als je bovendien Servais heet is het niet verwonderlijk dat niet alleen zijn Franstalige collega’s hem petit Gervais noemen. ‘Dat zijn de lekkerste’, is zijn verweer dat hij net niet in snikken uitbrengt.
    Gelukkig voor zijn eigendunk is hij goed ter taal, maar als wapen kan hij er nog altijd niks mee. En dan te bedenken dat hij vroeger zelfs die verbaliteit niet had.
    Aan het St.- Jan Berchmanscollege in Mol was zijn bijnaam “‘t servietteke”. Op zich is dat niet zo erg, maar omdat hij bovendien zo’n triestige weerloze plant was kwamen de grotere jongens plagend hun neus aan zijn trui of zijn jas afvegen. Toen hij vervolgens naar de unief ging kwamen medestudenten in de Quick zelfs hun ketchupmond aan zijn proper wit hemd afkuisen. En daar liep “' t servietteke” dan, op het eerste zicht bloedend aan de buitenkant, maar de echte wonde zat van binnen.
    Thuis heeft hij nooit op veel steun moeten rekenen, want daar noemden ze hem van de dag na zijn geboorte "ons Pierke Verdriet”.

    Als droefheid troef is, dan kan Servais Verherstraeten via de “vissen van Babbelonië” helemaal open bloeien. Eindelijk kan die inwendige trots naar buiten komen. Pierke Verdriet of niet. Hij verdient het, ik wens het hem zelfs toe.
    Dat Leterme maar oppast. Die mag dan al het vleesgeworden “verdriet van België” zijn, ook een petit Gervaiske wordt ooit groot.


    02-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jodelahiti
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Zoals een ander zijn benen tot in zijn nek kan buigen, kan ik mijn stem supersnel van kop naar borst en terug tot jodelen buigen. Het is een aardigheidje waar ik als kind wel eens mijn omstaanders mee verbaasde. Tot ik begreep dat het truukje links en rechts heel anders werd aanhoord. Ik zou het nu niet meer aandurven. Het risico dat Freilich van Joods Actueel halverwege het woord al in mijn nek zou zitten is reëel. Als jongste scribent aan de klaagmuur springt hij immers onvermoeid op alles wat met Jo begint, zo heb ik toch uit goede bron vernomen (neen, niet van Jo met de banjo).

    Man bijt Hond heeft in zijn “gesproken dagblad” een lijstje opgemaakt van mensen of instellingen waar de Joodse gemeenschap nog niet boos op is. Het is een grappige tekst, die normaal gesproken ergens iemands Sjekel (Israëlische frank) zou moeten doen vallen. Maar het tegendeel is waar. Misschien had Stijn Meuris, die de tekst schreef, voor de duidelijkheid de Joodse Gemeenschap mogen vervangen door Freilich en Marinower. Want het ging in de eerste plaats over hen. Zij heffen steeds nieuwe klaagzangen aan, in zo verre dat zij als verontwaardigden van Vlaanderen, ondertussen Dewinter en Vanhecke met gemak naar de kroon steken.

    Man bijt Hond lacht niet met gebreken tenzij een onvermogen tot relativeren een gebrek zou zijn. In feite solliciteren diegenen die in de rubriek voorkomen zelf naar die vermelding. Want alleen wie zichzelf belachelijk heeft gemaakt komt in aanmerking. Zij worden ter lering een spiegel voorgehouden.
    Maar moet dat dan met beelden van dansende Chassidim? Zouden Freilich en Marinower, aangevuld met Van Campenhout als de drie musketiers met pijpenkrullen beter zijn?

    Wie nog nooit in een Jodenwijk is geweest, weet niet wat ie ziet wanneer bebaarde mannen passeren die pijpenkrullen dragen en witte kousen tot aan de knie, daarover lange blinkend zwarte jassen, en daarboven om ter grootste shtreimels, de peperdure cirkelvormige bonten mutsen, die naar het schijnt bij het huwelijk door de schoonvader aan zijn schoonzoon wordt geschonken. Mijn schoonvader kwam er goedkoper vanaf, maar dat is een andere zaak.
    Je waant je op een filmset, wanneer je ook de vrouwen met hun jassen uit de jaren dertig ziet passeren.
    Wie er ongewoon gekleed bijloopt vinden we raar. Of dat nu een Chassidim is of een punker met rode hanenkam en spelden in zijn neus of een nieuwe pinguïn, de in het zwart verpakte moslima’s, die erbij lopen als de nonnetjes van vroeger.
    Het gekke voor ons, het trieste voor hen, is natuurlijk dat zij dat moeten van God. Gods wil is wet in alle godsdiensten, maar waar de ene God zijn gelovigen nog enige vrijheid en een adempauze gunt, bepaalt de andere elke seconde van je leven, tot je kapsel en kleding toe. Zelfs oorlog moet gevoerd in naam van God. En dan valt er niet meer te lachen.

    Wie zich niet langer door Gods wet laat leiden, wie van God los is, zoals diezelfde Stijn Meuris schreef, vindt oorlog niet aanvaardbaar en voelt bovendien instinctmatig aan wat goed en wat kwaad is.
    Zo zit bijvoorbeeld Israël goed fout in Gaza. En daarom maakt de Joodse lobby zoveel stampij over allerlei kakkige akkefietjes. De aandacht moet afgeleid. De spiegel moet bijgesteld. De puntjes moeten terug op de “ij”: van leidend terug naar lijdend voorwerp.

    Ik heb de blog gelezen van Anciaux, ik heb hem bij Phara gezien. Het ging hem in de eerste plaats om ons, om onze selectieve verontwaardiging. In die zin werden de kinderen van Dendermonde naast die van Gaza gezet. Niet wat de feiten betreft. Want die waren in het Midden-Oosten erger. Met respect voor de nabestaanden kunnen we stellen dat onze kindjes tot het moment van hun dood een gelukkig leven hadden. Diegenen die verwond werden zullen met de beste zorg omringd blijven.
    De kinderen in Gaza leefden al in vreselijke omstandigheden in een door Israël ommuurde en bewaakte gevangenis. Zij haddden geen uitweg wanneer ze gebombardeerd en beschoten werden. Zij hebben ook geen toekomst.
    Het dramatische gebeuren in Dendermonde was het werk van één zieke geest, iemand met een fabricagefout in zijn hoofd. Wat ieder van ons kan overkomen. Hoewel de kans dat dit nog eens voorvalt klein is.
    Het evenzeer doden van kinderen in Gaza werd maanden op voorhand gepland door een regering en haar militaire macht, met goedkeuring van haar bevolking. De kans dat dit nog eens voorvalt is erg groot.
    En het is daarom dat het wereldwijde netwerk tot in zijn kleinste vertakkingen, genre Freilich, onvermoeid malend zijn werk doet.
    Doen vergeten omdat vergeven niet kan. Van bij recht op verdediging, vergeten ze makkelijkheidshalve oorzaak en gevolg en vloeien naadloos over in verontwaardiging en klaagzang. Op naar Gaza-negationisme. En zo is niets nog zoals het was. Hallucinant, arrogant.

    Freud zei ooit over de Joodse humor : “De witz is het wapen van de man, die noch met zijn zwaard noch met zijn verstand rechtstreeks kan of wil aanvallen, het is het wapen van de verslagene, die in het geheel niet denkt aan de mogelijkheid van een overwinning."
    Bredero zei: “Het kan verkeren”.


    19-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stem voor SM
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Zelf heb ik er niks mee. Het enige dat ik periodiek pijnig zijn mijn hersenen. Niet omdat ik er plezier in heb, maar omdat mijn geheugen maar niet wil luisteren. Ik heb wel één keer de poes ongewild en nog meer onwetend pijn gedaan. Ik was vijf en had uit de kauwgombokaal een speelgoedaansteker gedraaid. Het ding was niet groter dan een klontje suiker en werkte uiteraard niet, maar er zat wel een vuursteentje in dat gensters kon slaan. Dus fabriceerde ik een lontje en stak het huis vol met watten, die ik voltankte met bezine. Ik wou de poes alleen maar met die gensters doen schrikken. Ik kon niet voorzien dat het hele aanstekertje vuur zou vatten en de snorharen van de poes zou inkrullen. Opdat het niet zou opvallen knipte ik de andere kant van de snorharen even kort bij. Ik heb er zelf niks aan overgehouden, tenzij dat ik altijd mij snor in evenwicht knip.

    Maar terug naar onze titel. Die klinkt wel als een verkiezingsslogan. En dat is ie ook. Wervend en sexy, goed bekkend en een speciale lading dekkend.
    Ik kwam op het idee, denkend aan Caroline Gennez. Niet dat ik haar in Latex moet zien, met bilhoge laarzen, tepelklemmen en karwats. Ik zou het mij niet kunnen inbeelden, want mijn fantasie en mijn gedachten smelten weg onder haar stralende glimlach. Ik geloof wel dat zij als oud tennisspeelster zowel in fore- als in backhand genoeg kracht zal hebben om een leren zweepje meedogenloos over lijven te ranselen.
    Van mij mag ze die stamboeksocialisten, die monopolisten van het grote gelijk, navelstaarders en kommaneukers, stevig aanpakken als meesteres van de partij. Het zal hen leren hun eigen partij naar de kloten te zagen. Gesel de jaloezie maar flink uit Maya en Mia, rammel de rebellie uit Erik De Bruyn en geef die oude knarren stevig billenkoek, met de 'bril'-crème boys Claes en Willockx voorop, zodat hun gedachten opnieuw zo glad worden als hun kapsel. Omdat de oude Tobback alleen de taal van de arbeider verstaat, krijg hij een verdiend “pak slaag”. Jarenlang speelt hij de Napoleon van oneliners en Leuven en dan gaat hij nu de werkman uithangen die tot in zijn ziel gekwetst is omdat het woord “socialist” uit de volkscafés dreigt gebannen te worden. Wat zijn dat nu voor manieren. Ruziemakers allemaal.

    Anciaux moet je volledig negeren. Hij mag dan nog in het openbaar geilen “dat Caroline met mij mag doen wat zij wil...”. Laat hem janken om aandacht. Hij is dat gewoon. Zijn Damienne is onderwijzeres, dat is zoveel als meesteres voor kinderen.

    Sta boven de partij, Caroline. Kies op mijn aangeven voor een nieuwe naam. Sp.a zal toch nooit herstellen van die appendix-“a”. “Anders” betekent volgens Van Dale “op een andere manier”. Dat is toch geen antwoord op de problemen, dat is toch niet wervend? Dat is besluitloos, zoveel als toegeven dat je het niet weet. Is het een teken van voorspoed dat nog slechts 13 % daar in gelooft?

    Neem van mij aan, beste Caroline: met “stem voor SM”, wordt het echt anders voor de partij. SM staat bij mij voor “sociale maatschappij”. Dat is nog eens een project, zoals dat nu heet, waar ieder oprecht mens zich in kan vinden. Progressieven en stamboeksocialisten, gezonde geesten uit groen! en CD&V, niet-egoïsten uit de VLD, een enkeling uit de SLP, die oprisping van Geert Lambert’s maagring.

    “Stem voor SM” is politiek een sterk merk dat heel correct kan ingevuld worden maar tegelijkertijd een publiek kan verleiden dat niet veel om de inhoud maalt. Jongeren en oude snoepers, stille waters en extraverte macho’s, hetero’s en homo’s; ze zullen allemaal graag van de partij zijn. Voluit geschreven zit je met “sociale maatschappij” altijd juist, terwijl de invulling voor iedereen “anders” gebeurt. De afkorting zegt meer dan het best gephotoshopte beeld. Je moet er niet eens in sexy-outfit voor poseren. Laat eindelijk de verbeelding aan de macht.
    Zorg er wel voor dat de campagne geen megalomane Leterme-leugens bevat. Ga niet meteen voor de macht, laat dat aan de anderen over. Presenteer je zelf als een zweeppartij die de regering knikkende knieën bezorgt en om jouw goedkeuring doet smeken. Versterk dat beeld en deel op markten en meetings zweepjes uit. Speel ermee, doe alsof je een zweepje geeft en hou het dan toch even in. Je zult nooit meer aanhang hebben gehad, mijn beste Caroline.
    Het enige dat je nog aan jezelf moet verbeteren is je stem. Je hebt op alles een antwoord, en dat is goed, maar je klinkt spijtig genoeg als een kletsende kleuter. Dat moet veranderen. Het is zelfs bij Annemie Struyf gelukt. Een meesteres moet krachtig klinken. In klank en ritme. Misschien helpt een kleiner gebit al bij het spreken.
    Ik wil je graag een toontje lager laten zingen. Kies voor mij en mijn “sociale maatschappij".


    03-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een gelukkig Nieuwjaars-concert (en voor het Midden-Oosten la même chose)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Bestaat er een grotere traditie dan het Nieuwjaarsconcert uit Wenen? Ik kan er niet zo direct een concurrent voor bedenken. De zondagsmis telt niet mee, want die hebben we al lang aan ons laten voorbijgaan. Ik denk dat het Nieuwjaarsconcert al zo lang wordt uitgezonden als wij thuis tv hadden. Daardoor zou het kunnen dat ik niet één jaar gemist heb. Uiteraard heb ik ze niet allemaal in perfecte conditie van eurovisiebeeld tot springschans uitgezeten. Maar dat geeft niet want halve concerten en speciale omstandigheden geven de traditie vorm. In zware uitgaansjaren liet ik me voor het concert uit mijn bed zetten, hoe laat het ook geweest was, rode ogen of niet. Maar ik moest minstens der blaue Donau en de Radetzky meepikken. Hoe kon een nieuw jaar anders starten? Ik maakte mezelf wijs dat de muziek mijn houten kop masseerde. Tegenwoordig hebben we al uren tevoren ontbeten, zodat een klein alcooltje mag meewalsen met de muziek.

    Dit jaar heeft de Wiener Philharmoniker Daniel Barenbaum als gastdirigent uitgenodigd. Voor één jaar, voegt de commentator er onmiddellijk aan toe, want volgend jaar komt die Fransman van vorig jaar alweer terug. Als die dan nog leeft, denk ik, want op je 84ste wil je wel eens langer slapen als je al niet helemaal ingeslapen bent.
    Zou die éénmalige passage van Barenbaum er mee te maken hebben dat hij iets over de oorlog in de Gaza wou zeggen? Hij maakte inderdaad van de traditionele nieuwjaarswensen gebruik om een oproep te doen voor vrede en menselijke rechtvaardigheid in het Midden-Oosten. Ik had meteen spijt dat ik hem kort tevoren een opgeblazen Kiefer Sutherland had genoemd.
    Misschien was het niet met de bevoegde instanties doorgesproken en trotseerde hij daardoor alle denkbare banbliksems en zet dat ene zinnetje een punt achter zijn carrière. Langs de andere kant kon hij zich geen groter podium wensen. Op 1 januari kijkt immers heel de wereld naar de gouden zaal van het Wiener Musikverein. Iedereen wil minstens een uurtje genieten van de walsende muziek en het balsemende ballet, de illusie van even vrede in de rust en schoonheid van de beelden.
    Ook ik zat tevoren nog te denken, als al die gekken die in naam van hun God oorlog voeren naar het Nieuwjaarsconcert zouden kijken, zou de wereld er misschien anders uitzien. Wie geraakt wordt door schoonheid wil de andere toch niet raken met wapens. Mijmeringen mogen bij een Nieuwjaarsconcert, zolang je blijft weten dat wensen geen wetten zijn…

    En dan maakt Barenbaum een diepe kras op het mooie plaatje, haalt hij ons met sterke koffie uit onze Nieuwjaarsroes.
    Zijn oproep won nog aan kracht omdat hij zelf Israëlische roots heeft. Bij mijn weten, maar ik ben de eerste om toe te geven dat ik niet veel weet, is hij de enige Israëliet die in het openbaar dit statement heeft gemaakt. Zeker niet iemand van onze Joodse vrienden in Antwerpen. Marinower, om onze joodse politicus te noemen (Open-VLD) en Freilich van Joods Actueel hebben wel van zich laten horen, om te klagen, niet om zich te distantiëren van het arrogante en weerzinwekkende offensief van het Israëlische leger, maar om hun beklag te maken over het protest dat daartegen wordt gevoerd. Het lijkt wel 70 jaar geleden, zegt Freilich vandaag in de krant. Dat klopt, maar niet zoals hij het bedoelt.

    De wereld zit vreemd in elkaar. Amerika sponsort altijd met plezier en vele miljarden ‘ oorlogstuig’ en zwijgt. Hillary Clinton, heel binnenkort de nieuwe minister van buitenlandse zaken, wordt financieel gesteund door de Joodse lobby. En ook ‘the great black hope’ Obama zal Israël geen opmerking maken. Integendeel zelfs, met een niet correct verhaaltje heeft hij al partij gekozen. ‘Als mijn huis waar mijn kinderen slapen bekogeld wordt, zal ik er ook alles aan doen om dat te stoppen’, zei hij. Hij vertelde er niet bij dat de 'bekogelden' hun belagers al decennialang het leven onmogelijk maken, dat zij hen met blokkades als ratten in een val zetten achter een zeven meter-hoge muur, dat zij hen in dat onleefbare ghetto uithongeren, water en elektriciteit weigeren, dat zij hen van uit de lucht met onbemande vliegtuigen beschieten…

    Israël is meer dan een bezetter, Israël wil dat de Palestijnen verdwijnen. De onnozele zelfgemaakte raketten van de Palestijnen zijn een welgekomen excuus om hun bombardementen te starten en hun maandenlang voorbereidde aanval met een grondoorlog uit te breiden. Eén dode hebben al die zogenaamde raketten opgeleverd. Wellicht viel die metalen buis recht op diens kop. Moesten die raketten ravages aanrichten en meer slachtoffers maken, wees er dan maar van overtuigd dat we overspoeld zouden worden met beelden. De Israëlische bombardementen hebben daarmee vergeleken op slechts enkele dagen tijd meer dan vijfhonderd doden gemaakt, een meervoud aan gewonden in ziekenhuizen geschoten en gebouwen, straten en pleinen vernield. Ook daar zijn geen beelden van. Israël duldt geen pers of andere pottenkijkers.
    Oproepen van de verenigde Naties, wereldwijde betogingen, de conventies van Genève, hun eventuele geweten of menselijk fatsoen, alles leggen zij naast zich neer.
    Sinds het begin van de tijdrekening worden Joden vervolgd en dat is een trieste geschiedenis die nooit mag vergeten worden evenals de Holocaust de bekendste tragedie uit die geschiedenis, maar de slachtoffers van toen zouden met zekerheid hun nazaten veroordelen wanneer die op hun beurt een volk uitmoorden, niet eens uit haat, maar om de praktische reden dat ze voor zichzelf meer plaats willen in dat gebied.

    Maar de wereld draait door en het uitmoorden van een volk wordt vakkundig ontmenselijkt in de berichtgeving : “de grondtroepen hebben Gaza-stad omsingelt”, of, “volgens Barak schiet het offensief goed op, maar zijn de doelstellingen nog niet bereikt." " Israël maakt gebruik van clusterbommen, want Israël heeft het verdrag dat het gebruik van clusterbommen verbiedt niet ondertekend…”

    Het is de plicht van de pers de ongelijke strijd tussen David en Goliath te blijven benadrukken. De vermoorde onschuld is de grote moordenaar geworden en de wereld kijkt toe, verlamd door het complex van een historisch schuldbesef. Ook al zijn we meer dan zes decennia verder. Ik begrijp dat niet. Stel dat mijn grootvader twee generaties geleden vermoord werd, heb ik dan vandaag ook het recht van ongestraft te moorden, omdat mijn volk dat nog tegoed had van toen?
    Ik wil “nooit meer oorlog”, nergens ter wereld. En als dat teveel gevraagd is neem ik graag vrede met “nooit meer Leterme in België”.


    02-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Marin'eau de Cologne
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Ik wou dat ik een cartoon kon tekenen. Van Leterme die loopt te paraderen dat hij Fortis gered heeft ‘voor de mensen’. Hij ziet niet dat achter hem Neelie Kroes en Sarkozy respektievelijk “leugenaar” en “kletswijf” staan te roepen. Hij is zich nog minder bewust van de 1,3 miljard Chinezen die als tsunami over de volledige achtergrond komen aanrollen om hun geld terug te eisen van Leterme.
    Verzekeraar Ping An had niet minder dan 1,8 miljard euro geïnvesteerd in Fortis. België had een contract afgesloten met China dat er geen privé-investeringen zouden worden genationaliseerd. En dat is net wat Leterme met Fortis deed. Dus zegt de Chinese regering, die clausule geldt ook voor jullie, hier met dat geld of we boycotten België tot jullie zwart zien. Cuba kent dat, van Amerika. Maar Cubanen hebben mooi weer en nog mooiere vrouwen, rum en havanna’s. Als China ons boycot vliegen wij voor altijd in de hoek van de melkweg, als proletariërs zonder weerga en zonder toekomst.
    Leterme heeft al laten weten dat hij dat in “discretie” zal regelen. Laat hij “en stoemelings” geld drukken bij vrienden-drukkers Robaeys uit Wervik of Dejonghe uit Ieper, in ruil voor gratis verkiezingsdrukwerk volgend jaar?

    Zouden we niet beter Leterme de ruimte inschieten in plaats van Frank De Winne? Het zal alleszins goedkoper zijn en ons verder onheil besparen. Want dit kan hij niet in de vergeetput gooien zoals vorige stommiteiten. Of zogenaamd uit handen geven om een ander zij nek te laten breken. Zie maar hoe Peeters, op een moment dat iedereen recessie roept, in het doodlopende straatje van communautaire onderhandelingen werd gestuurd. En alsof dat niet triest genoeg is komt dat blozende blondje uit Lanaken daar nog wat bij kwetteren en kwaken.
    Van Parijs wordt in de partij wel eens spottend ‘notre dame’ genoemd, en van Van Mechelen wordt gezegd dat ook zijn toren nooit is afgeraakt. Maar wie Keulen zegt, zegt spontaan dom. Dom van Keulen. Zeker als je op zijn webstek nog eens de interviews bekijkt en beluistert die de man de voorbije dagen op radio en tv heeft gegeven. Zelf zal hij zeker fier zijn dat hij 30 minuten ‘Keien van de Wetstraat’ heeft volgekletst, maar samen met De Vadder en Cools zal iedere kijker hem een koppig kind gevonden hebben, dat stampvoetend blijft vasthouden aan zijn gelijk en, zoals Leterme in het begin van mijn verhaal, blind is voor het grotere geheel.

    ‘Benoem de burgemeesters en BHV is gesplitst en Vlaanderen kan meer autonomie binnenhalen’, zei Katleen Cools. De raad van Europa en de Verenigde naties mogen hem in het ongelijk stellen, de wereld mag vergaan, de Chinezen mogen ons buitengaats de wereld zetten, het kan allemaal, maar die burgemeesters mogen géén Franse brieven schrijven naar Franstaligen. Ook al spreekt ondertussen 80 % van de inwoners Frans en hebben die hun burgemeester democratisch verkozen.

    Niemand verhindert Vlamingen massaal in die gemeenten te gaan wonen om het evenwicht te herstellen. Niemand heeft Vlamingen tegengehouden toen ze generatie na generatie verfransten. Taal leeft nu eenmaal. Jouw taal is die je van je moeder leerde, niet die aan de bodem kleeft waarop je loopt. Verkleefdheid met de bodem eindigt altijd in één grote smurrie. Misschien sprak je moeder dialect en ben jij geëvolueerd naar verkavelings-Nederlands, of spreek je voor het werk zoveel Frans, Engels of Chinees dat je die taal geadopteerd hebt.
    Meestal spreken we de taal van onze omgeving, hoewel de keuze van een taal afhankelijk is van veel meer factoren. Maar jouw persoonlijk welbehagen is altijd het belangrijkste.
    Vroeger straften Vlaamse scholen kinderen die op de speelplaats Vlaams durfden spreken. Een gemeenteraad met Franstaligen verplichten Nederlands onder elkaar te spreken omdat het gemeentehuis op Vlaamse bodem staat, is in feite een even tegennatuurlijke reactie. We veroordelen zij die oorlog voeren omwille van hun geloof, maar vinden het terecht dat we buren verwensen die alleen maar een andere taal spreken, al gaan we naar dezelfde kerk en naar dezelfde beenhouwer. Spreken doen we nooit met elkaar, tenzij vervloekend met schuim op de lippen.

    Marc Platel praat in Kraainem wel met zijn Franstalige buren, maar vindt ‘le droit de la personne’ misplaatst en begrijpt niet dat er Vlamingen zijn die over de Vlaamse geschiedenis heenstappen en willen praten over het aansluiten van Kraainem en andere faciliteitengemeenten bij Brussel, om vooruit te geraken in Vlaanderen.
    Politiek was vroeger geven en nemen, nu wil men alleen nog nemen. Peeters is niet van gisteren, maar redeneert pragmatischer, zoals hij het leerde in het bedrijfsleven. Daar telt nog het spel met de knikkers. Zoals vroeger op de speelplaats. ‘Als jij absoluut die grote witte knikker wil, dan krijg je die in ruil voor tien doorzichtige met vlammekes’.

    Alles evolueert. Wat gisteren wet was is vandaag een vragende “wàt”?
    Taal is een deel van je identiteit. Wie zeker is van zijn taal, is zeker van zichzelf en zijn open geest hoort het in Keulen donderen als Marino zijn landsknecht-trom roert. Hij is een van de vele “bange blanke mannen”.
    Zo beschouwd zal het een zegen zijn wanneer we allemaal Chinees moeten leren om te overleven.


    21-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trappen voor het geheugen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Hebt u dat ook, dat u lang op voorhand een verjaardagskaart koopt voor je zoon en ze niet meer weet liggen wanneer u ze moet schrijven? Of de kelder in loopt en daar staat rond te kijken om een visueel aanknopingspunt te vinden dat je herinnert wat je daar komt doen? Of dat je ondanks het gure weer zegt dat we barbecue gaan eten omdat je niet meer op het woord fondue kunt komen?

    Soms heb ik de indruk dat er een deur openstaat in mijn bovenkamer, dat het klassement van het geheugen overhoop wordt gehaald, dat ik het door sleet niet meer weet.
    Het stormt daar soms, vooral ’s nachts. Vorige week zei ik bij het ontbijt tegen mijn vrouw dat ik gedroomd had dat mijn schoonvader drie puppy's, kleine hondjes, achterin de tuin had begraven. Ik had ze al spittende gevonden en ze leefden nog, na meer dan twintig jaar. Ze lagen een meter onder de grond in water, ze waren groot geworden maar hadden nog altijd geen haar. Maar wij hebben thuis nooit een hond gehad, zei mijn vrouw. De vriendin van mijn jongste zoon zag daarin een bewijs dat ik nog niet kan aanvaarden dat mijn drie kinderen nu volwassen zijn en inmiddels alle drie het huis hebben verlaten. Ik moet opletten aan wie ik mijn dromen vertel.

    Maar dromen zijn niet meer dan experimenten van de klassementsbedienden die zich amuseren met de fiches terwijl de baas slaapt en niet oplet. Bij geheugen moeten zij werken en tonen dat hun klassement terug op orde zit.
    En wat dan met versprekingen? Zit er dan een stagiair in de taalkamer? Of een grapjas? In mijn geval vrees ik het tweede. Hij deed mij ooit “scheurduif” zeggen, wanneer ik het woord “schuifdeur” wou opdiepen. En dat dit niet met een verouderde fichenbak te maken heeft bewijst mijn tot dan toe meest hilarische verspreking.
    Ik was nog tiener en had nog maar zelden Frans moeten spreken buiten het klaslokaal. Bij een van mijn eerste vakantiejobs op een expeditiebedrijf werd er nauwelijks in het Nederlands verhandeld. Tijdens de middagpauze moest ik de telefoons aannemen en ik kon niet altijd de verbinding verbreken wanneer mijn correspondent te snel sprak of ik het gewoon niet begreep. Mijn truuk was dan dat ik eerst een paar keer “Hallo, hallo..." zei en dan even niks om de indruk te wekken dat de lijn verbroken was, of met krakende stem enigszins vanuit de verte zeggen “je vous entends très mal...” .
    Op een keer insisteerde de man aan de andere kant van de lijn om de baas te spreken. Tja, die was er niet en toen zei ik de toch wel mooie woorden :”il rentre dans un coeur d’art” in plaats van “dans un quart d’heure”. Ik weet niet of de man dacht dat ik op een verbloemende wijze wou zeggen dat de baas naar de miekes was, maar de verbinding werd meteen verbroken.

    Het geheugen dat is ordening en concentratie. En ik heb de indruk dat fysieke inspanning daarbij helpt. Iedere morgen ga ik voor dag en dauw fietsen. Zo vroeg, enerzijds om te vermijden dat fietsers op dunne tuben mij genadeloos voorbijflitsen en mijn illusie vertrappen dat ik ook doortrap, maar ook omdat het de beste manier is om wakker te worden. Dauwtrappen voor lichaam en geest. En daarna een verfrissende douche. Misschien komen er al trappende stoffen vrij in de hersenen die de hersenmannetjes aanporren en deurtjes openen om dan als een tsunami van endorfines de neurotransmitters aan te klikken en als spic & span de chaos van de nacht met één vodveeg op te ruimen.

    Ik was nog niet halverwege mijn fietsparcours of daar ging het licht aan in mijn achterkamer: die verjaardags-kaart, ja natuurlijk, die had ik weggelegd in het tweede schuifje onder de tv op de slaapkamer, omdat mijn zoon daar nooit zou kijken en zijn wenskaart voortijdig vinden.
    Wanneer ik thuis kom blijkt de bergplaats te kloppen. Ook andere akkefietjes waar je gedachten gedurende nachten in slow-motion op doormalen blijken na zo’n ochtendlijk fietstochtje tot het-niet-overdenken-waard herleid te zijn.
    Trappen voor het geheugen, misschien moet ik er een patent op nemen of voorstellen als format voor een nieuw reality-programma.

    Mijn geheugen en ik. We zijn zo met elkaar vergroeid en toch kennen we elkaar niet zo goed. Ik wed dat daar boeiende documentaires over zullen bestaan. Als wetenschappers zelfs uitvogelen dat dennenhars een perfect medicijn is tegen vliegangst, dan moeten ze toch ook over het geheugen nadenken? Christine van Broeckhoven moet daar interessante dingen over kunnen vertellen. Wie de hersenen onderzoekt naar de toegangswegen van dementie, moet onderweg toch ook al langs de nog actieve klassementslokalen van het geheugen zijn gepasseerd?
    Aan een huisarts moet je dergelijke dingen niet vragen, de kans is groot dat hij geheugenverlies veinst. Aan mijn specialist moet ik het ook niet vragen. Die heeft een anale fixatie, wat niet zo verwonderlijk is want hij onderzoekt mijn darmen. Wanneer we achteraf in zijn bureau de situatie bespreken kijkt hij mij nooit aan. Is hij in de war omdat hij tevoren uitgebreid naar mijn gat heeft gekeken? Ik weet het niet. Soms denk ik dat hij alvorens zijn camera voor de coloscopie in te brengen, stiekem een foto van de grote ingang/uitgangspoort maakt en ter identificatie, waar anderen een pasfoto gebruiken, op mijn dossier pint. Ik ga al jaren bij hem op consultatie, maar toen ik hem voor enkele weken in het theater tegenkwam, deed hij alsof hij mij nog nooit gezien had. Misschien moet hij ook maar eens gaan trappen voor het geheugen, maar ik ben niet van plan mijn broek af te steken om een goeiendag van hem te krijgen.


    09-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het steriele gemekker van eunuch Dedecker
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Een eunuch is een man die gecastreerd is om politieke redenen, leert ons Wikipedia. Hij staat dicht bij de machthebbers, maar heeft zelf geen macht.
    Zo kennen we Dedecker. Hij zou toch er maar dwaze dingen mee aanvangen, moest hij macht krijgen. De man heeft niet gestudeerd, weet alleen iets van horen zeggen, hij heeft alleen, net zoals destijds bij het judo, veel praat naast de mat, in de buurt van het debat waar hij geen zinnig woord kan aan toevoegen omdat hij alleen kan roepen en geen debatcultuur heeft.
    Als hij voor de spiegel staat zal hij toegeven dat het ‘m alleen om de aandacht te doen is.En die krijgt hij. Vooral de VRT pampert hem of moet het zijn ‘gebruikt’ hem? De ene week zit hij bij Phara, de volgende bij Frieda van Wijck of in Terzake. Zouden daar afspraken over gemaakt worden? Ik vraag het mij af en ook of Dedecker beseft dat hij als nuttige nar opgevoerd wordt, die tot vermaak en vaak uit wraak, dingen mag verkondigen die weinig met politiek, maar alles met afrekeningen te maken hebben, losse beweringen zonder wederwoord of bewijs, maar die misschien een verborgen agenda dienen waar Jean-Marie, vol van zichzelf, niet eens een idee van heeft?

    Natuurlijk heeft Dedecker zelf genoeg rekeningen openstaan. Die vereffent hij graag in de aanloop naar de verkiezingen. Zoals hij vorige keer het wielrennen aan de schandpaal ging nagelen, mag volgend jaar wegenbouw op zijn speciale aandacht rekenen. Sensatie als populistische masturbatie. Zijn oorlog tegen Van De Lanotte is een lokaal perpetuum mobile. Maar mocht hij genoeg roddels en ‘smoking guns’ hebben om alle socialisten met pek en veren in te smeren zou hij het niet laten liggen. Kijk hoe de voormalige ‘nationale’ coach als gereformeerde Vlaamse populist mee op de PS inhakt. Socialisten staan haaks op zijn egocentrische ideeën voor de maatschappij. Ik vraag me af of Dedecker, De Winter, De Wever en andere rechtsen en liberalen hun kinderen, in plaats van te leren delen met elkaar, of hen te leren broertjes te helpen die niet zo goed meekunnen, enkel de truuken van Alexander aanleren: alles voor mij en niks voor een ander.

    Onder het mom van oprechte klokkenluider moeten ook zijn vroegere blauwe vrienden er aan geloven, of wat had u gedacht? Fientje Moerman heeft al mogen betalen, Dewael wordt via de politie-benoemingen aangepakt en nu moet De Gucht de Fortis-aandelen van diens schoonmoeder uitzweten. Dat laatste is voorlopig nog het gevolg van een anonieme klacht, maar niemand twijfelt er aan dat Dedecker hier ook zijn hand in zal hebben. Hij zat immers al klaar met commentaar bijna nog voor het bericht de wereld was ingestuurd.
    Als hij iedere dag afwisselend een rode en een blauwe tussen zijn boterham wil leggen, moet vooral Tommelein weer uitkijken, want die heeft hij recent al een bratwurst genoemd. In lekkere vettige jus, had hij er wel niet bij gezegd, maar de bratwurst sprak hem meer tot de verbeelding dan bijvoorbeeld een lekker mals billetje van Fientje. Dedecker, Tommelein en Van De Lanotte, daar is Oostende te klein voor. De dag dat die het op de tatami zullen uitvechten slaat de schaal van Richter ongetwijfeld tilt.

    Vorige week zat de klokkenluider bij Phara. Maar daar zal hij zelf niet zo gelukkig mee geweest zijn, want ook Tom Lanoye zat in de studio en Mia Doornaert, die er na haar bril- en face-lift uitziet als zowel de mijter als de moeder van Sinterklaas, gaf bij Phara toch maar flink tegengas aan Dedecker. Lanoye speelde met Dedecker. Eerst wou hij als columnist voor Humo weten of Humo toch niet zomaar het interview had afgedrukt zonder het eerst ter inzage voor te leggen. Dedecker voelde zich betrapt en Lannoye ging door, hij bond de klokkenluider het zeel aan tot hij machteloos hing te bengelen. “Waarom moet ik mij altijd verantwoorden”, was al wat hij nog kon uitbrengen. Ik ben de klokkenluider, waarom willen jullie niet geloven dat ik integer ben, dat ik geen zeurende calimero ben? Wanneer iemand, zeker een politicus, blijft herhalen dat hij iets is of niet is, dan is hij het niet of juist wel.

    De VRT moet Tom Lannoye vaker tegenover gepatenteerde leugenaars zetten. Dan leert het publiek hen echt kennen. In het geval van Dedecker als een steriele mekkeraar die nooit iets constructiefs kan voorstellen. Nadat eerdere voorstellen van de man – 180 km/u op dubbeldek-autostrades - al snel in de Belgen-moppentrommel belandden, blijkt zijn vlaktaks, na berekening alleen de rijken ten goede te komen, terwijl Dedecker ermee pochte socialer te zijn dan de socialisten.

    Ik hoop dat de Vlamingen volgende keer met Dedecker niet dezelfde fout maken als vorige keer met Leterme. Die heeft dan wel twee licenciaatstitels behaald en in theorie of in zijn eigen fantasie kan hij misschien een land leiden, maar in het echt? Dedecker is nog veel erger, want die heeft geen opleiding en ook geen partij met traditie van studiediensten en mensen die het wel uitzoeken. Dedecker heeft zijn populariteit als judo-coach verzilverd, niet uit bezorgdheid voor het land en zijn bevolking, maar omdat hij de aandacht niet kan missen, omdat hij bang was voor het zwarte gat van de sporter, de vrees dat de Oostendenaren hem enkel zouden herinneren als die verzekeringsmakelaar in zijn zielig kantoortje met vergeelde sportfoto’s en een slechte service.
    Zelfs nu leidt de tijd hem in de vergetelheid. Vandaag mediafenomeen, morgen vergeten. Daarom, laten wij hem een dienst bewijzen en een gele briefkaart sturen naar de WTV, de West-Vlaamse Televisie, met de bede van Jean-Marie Dedecker een eigen praatshow te geven. Laat hem daar van jetje geven, halve geheimen onthullen en sensatie spuien. WTV zal er wel bij varen. Ze zullen vooral plaatselijk scoren, maar mits ondertiteling zullen zij als nooit tevoren het landelijke nieuws halen.

    Best van al vergeten we Dedecker als politieker. Niemand heeft er baat bij. Nu betalen we een miljoen euro voor hem en zijn gevolg van uitgerangeerden en nitwitten. Het zou pas van moed getuigen als hij dat miljoen weigerde en als een Don Quichote de strijd aanging met de politieke kaste, één tegen allen, en hen keer op keer met zijn relevante vragen en dossierkennis wist te vloeren. Dan zou hij terecht op handen worden gedragen als de Robin Hood van België, de redder in nood, de zuiverheid zelve. Maar Dedecker is niet in de politiek gegaan met hoge idealen. Als beroemd coach wil hij ook nu een ploeg rond zich, voor de illusie dat hij leiding geeft, om de anderen na een halve zin al vaderlijk te verbeteren. Jean-Marie weet het best, democratie op zijn Dedeckers.

    Wat kunt u van LDD verwachten? Van Dedecker, buiten zijn roddels en schandalen? Wat mag u verwachten van zijn beroemdste partijgenote Ulla Werbrouck, die hij een lukratief plaatsje heeft bezorgd? Dat zij u een beenveeg geeft of dat zij u werpt? Destijds toen ze nog bekend judoka was en handtekeningen uitdeelde moest ze telkens aan Jean-Marie vragen of Werbrouck nu weer o-u-c-k werd geschreven of met o-e-k? Met glimmende pretoogjes en een erectie in zijn stem als voorschot op wat zich al in zijn visioenen voltrok, zei hij dan: “Moet ik u weer ‘s billenkoek geven, Ulla? Dan zul je leren wat met o-e-k is.” Eens een macho in een pamperdoek...


    01-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vuile was van Leterme
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Leterme had een blaam gekregen van Sarkozy omdat ie aan de VRT de resoluties stond te verklappen terwijl de top in Parijs nog bezig was. Na de uitverkoop van Fortis ging hij in IJsland de Kaupting Bank redden, vanwaar hij naar de top van de francophonie in Canada snelt, en voor we beseffen waar hij nu weer uithangt zit meneer al in Beijing te chinezen op de Aziatische-Europese top. Dat het telkens een vlucht is, weg van de begroting, de economische crisis en andere communautaire problemen laten we nog even buiten beschouwing.

    Wat bezielt zo’n man, die vroeger niet uit zijn Westhoek te branden was, om nu, bijna dagelijks, verder dan ver te trekken? Wil hij nog vlug profiteren van zijn status voor hij ontmaskerd wordt als Yves den dief van België? Of is er thuis iets niet pluis? Doet Leterme een Sarkozieke met een of andere schijterige schone terwijl mevrouw voor de vuile was opdraait? Je ziet mevrouw Leterme in ieder geval nooit bij hem.

    Je kunt met die vragen blijven zitten of je kunt ze stellen aan iemand die over de haag of na de mis, wie zal het zeggen, vertrouwelijke gesprekken kan hebben met mevrouw Leterme. Het is natuurlijk maar van horen zeggen, van de was- over de telefoondraad, maar als dat allemaal waar is begrijpen we goed dat Sofie Haesen, zoals mevrouw Leterme eigenlijk heet, niet in de openbaarheid wil treden. En ja, het was die laatste “gaffe” in Parijs die mevrouw Leterme in de grond deed zinken en tegen haar gewoonte in deed fulmineren over haar echtgenoot.

    Als we de plaatselijke roddels wegfilteren kwam het gesprek vrijelijk hier op neer:

     “Ik wist niet waar kruipen toen Sarkozy voor de camera’s Yves tot een roddeltante degradeerde. Dat moest er van komen. Onze Ferme kon zijn mond weer eens niet houden. Hij moest weer ‘s andermans pluimen op zijn hoed steken. Het is verbazend dat hij zijn eigen hoed nog herkent.

    Weet ge dat hij zelfs voor het altaar in mijn plaats “ja” heeft gezegd. Ik kreeg niet eens de kans om mijn trouwbelofte uit te spreken. We hadden eens ruzie en toen heb ik er uit geflapt: “luister hé, Ferme, ik heb geen ja gezegd over die goede en kwade dagen. Gij hebt die belofte gehouden, ik niet, dus gij zult moeten plooien.” Maar ja, zijn ego is zo groot dat ik vrees dat hij op een dag gewoon zal opstijgen en verdwijnen. Hier thuis is hij daar alleszins goed mee bezig. En dan moet ge weten dat hij zelf schrik had om de begroting te bespreken, hij was ervan overtuigd dat zijn rol uitgespeeld was, dat hij door de mand zou vallen, maar hij krijgt die kaas vol gaten erdoor en nu doet meneer alsof het weer grote vakantie is.

    Ik kan het zelf niet bijhouden waar hij sinds de spelen van Beijing allemaal geweest is. Ik herinner alleen dat ik precies niks anders doe dan zijne was. Ook al omdat hij niet zoveel kleren heeft. Op de Spelen stond hij daar ineens me een trui die ik gekocht heb toen we pas getrouwd waren. En dan koopt hij nog eens kleren van slechte kwaliteit waardoor die direct zo gaan hangen. Van toen hij minister-president werd zei ik hem dat hij nu wel betere kostuums moest dragen. Sarkozy, Berlusconi, Blair, die dragen kwaliteit. Maar Yves wil alleen kostuums van de JBC hier aan de Rijselsepoort, omdat die Jean-Baptist Claes vroeger beroepsrenner is geweest bij Wiels-Groene Leeuw. En als hij die zakken dan nog wou opfleuren met een degelijke das of een duurder hemd. De mensen willen geen mannequin, zegt hij dan. Verhofstadt was wat dat betreft al niet beter, die had altijd een te grote vest aan. Yves lachte daar dikwijls mee als hij Verhofstadt op tv zag. “Zie daar hebben ze nu ook geen asbakken meer” zei hij dan, alsof Verhofstadt overal alles meepikte wat hij in zijn vest kon steken.

     En waarom reist gij niet met hem mee, Sofie, vraagt iedereen altijd, maar dat ziet ge al van hier. Onze Ferme heeft in het begin zo onnozel gedaan met zijn geit dat ik niet meer durf buiten komen, allez, toch niet waar de media u volgt. Het zal niet te lang duren of ze zeggen: “daar is de geit van Leterme”.

    Weet ge wat onze Matthias tegenwoordig zegt als mensen hem vragen of hij de zoon is van Yves Leterme? Dat zijn vader wel Yves Leterme heet, maar dat hij niet die van de CD&V is, maar de bekende kalligrafist uit Ieper. We kennen die man en gelukkig vindt die dat niet erg. Eigenlijk zijn de kinderen wel opgelucht dat onzen Yves zo veel weg is. Van het moment dat die wat ouder werden, werden zij onnozel van zijn blabla.

    Zelfs aan tafel deed hij altijd alsof hij een toespraak aan het houden was. We waren wel gewoon dat hij zijn redevoeringen thuis inoefende, maar het was abnormaal dat hij nooit kon stoppen. Yves kàn niet terugschakelen naar een gewoon gesprek. Op den duur durfden de kinderen niks meer vragen. Ons Julie heeft een keer gezegd, wanneer hij op een stomme vraag over iets voor ‘t school bijna weer een kwartier antwoordde : “maar papa, gij hebt toch eigenlijk niks gezegd. Allemaal woorden waar ik niks mee ben.” Dat stak hé, en in plaats van te beseffen dat dat kind nog gelijk had ook, haalde hij toch wel zijn beruchte zwarte boekje boven zeker, Blackberries bestonden nog niet, en schreef dat kind daar in op. Ik had zijn ogen kunnen uitkrabben. Onze Ferme kan eindeloos veel woorden na elkaar zeggen als wiskundige reeksen, maar de betekenis gaat ook voor hem meestal verloren.

    En dan durft hij kwaad worden als ze het in commentaren over zijn containerbegrippen hebben. Maar het is toch waar. Dat is niet om mee te lachen hé, maar ik noem hem al jaren ‘meneerke lege doos’. Sinds ik hem een Tupperware-doos meegaf om bij Rachel van Briek boontjes op te halen die zij beloofd had. Hij blijft meer dan twee uur weg, de patatten stonden al op als meneer er door kwam…met een lege doos, maar wel vol van zichzelf.

    Yves denkt dat hij altijd gelijk heeft. Op het collega was hij bij de besten en hij is ervan overtuigd dat dat overal zo is. Maar het leven is de retorica niet,hé. Ik heb het er ooit met een psychiater over gehad, en ik vroeg hem of hij Yves kon samenvatten in één woord. Weet ge wat die zei? “Gevaarlijk”. En er is niemand die dat weet hé. Zelfs De Wever denkt dat hij altijd aan zijn gezicht zit te frunniken omdat hij last heeft van die krasjes in zijn ogen, maar dat is zoals zoveel van De Wever dikke onzin. Yves wrijft uit wrevel, omdat de mensen iets ander zeggen dan hij wil dat ze zeggen. Hij kan het niet laten. In feite is onze Ferme geen mensenliefhebber. Hij ziet alleen zichzelf graag, niet eens de kinderen, laat staan mij. Maar dan denk ik, laat ‘m maar ontploffen, ik zal niet in de buurt zijn. Ik hou me gedeisd, zorg dat zijn vuile was terug proper wordt en leef mijn eigen leventje. Ik wil niet in zijn zwartboekje belanden. Yves drijft en schrijft op rancune. Gelukkig zijn de verkiezingen anoniem, want anders zou hij in staat zijn van al wie van die 800.000 kiezers hem volgende keer laat vallen in zijn zwartboek te noteren. Wie zo op wraak belust is en zoveel achterdocht heeft moet ooit tegen de muur lopen terwijl hij achterom kijkt.

    Toen we jong waren was er een DJ, een zekere Napoleon de vierde, die een hitje had met “they’re coming to take me away”. Ik betrap mij er op dat ik dat soms in mijn hoofd zing als ik aan onze Ferme denk”.


    17-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het mondje van Annelies Beck
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Annelies zat in de studio van Terzake tegenover Axel Miller, ontslagnemend topman van Dexia. Zij wou weten hoe hoog zijn opstapvergoeding zou zijn. Hij wou alleen vertellen dat hij al het mogelijke zou doen om in moeilijke tijden zijn verantwoordelijkheid op te nemen. “met daarbij een kleine vier miljoen euro, als ik het vlug bereken”, zei Annelies. Miller begon opnieuw over de moeilijke tijden en zijn verantwoordelijkheid. “Meneer Miller u bent bedankt voor dit gesprek”, besloot Annelies. Voor de gewone kijker was het daarmee gedaan. De dubbele bodem-kijker zag haar de ogen tot streepjes trekken terwijl ze ook haar rechterwenkbrauw optrok en de mondhoek van dezelfde kant de beweging liet volgen. Hoe rechter hoe slechter, weet je dan. “Met alle Dexia-klanten, maar niet met Annelies Beck”, kon je als het ware in de ondertiteling lezen.

    Annelies Beck is een fenomeen, dat weet iedereen. Zelfs wanneer de grootste leugenaar van allemaal, Yves Leterme, tegenover haar zit te ratelen, is zij niet van de wijs te brengen. Het is haar taak van weerwerk te bieden en dat doet ze op de meest verstandige, speelse, charmante en elegante wijze, om niet te zeggen ‘heel goed’. Maar wanneer de macho tegenover haar leugens blijft spuien, knijpt ze de ogen halfdicht en is het gedaan. Wie fout is wordt door haar mimiek ontmaskerd.

    Ik heb op punt gestaan van louter voor haar een digitale tv te kopen. Op voorwaarde dat je daar zoals met een fototoestel kunt inzoomen. Zodat ik alleen haar hoofd in beeld heb, dat nu nog brozer lijkt, met het nieuwe kapsel dat de nek vrijlaat.
    Catherine Van Eylen heeft ook een mooi gezichtje, maar waar die het kindvrouwtje is voor de sportliefhebber die nooit een boek leest, is Annelies het gezicht van de meerwaarde-zoeker. Je ziet dat er achter dat zuivere subtiel expressieve gelaat ook verstand zit, meticuleus opgebouwd met studie en oneindig veel boeken lezen. Zonder dat het haar een schijn van pedanterie geeft. Zij is integendeel onwerelds minzaam. Zelden is er zo’n combinatie vertoond van een fijn neusje en fraaie kaaklijn met sprekende wenkbrauwen en een mond die alles aankan. Het klinkt misschien gek, maar ik kan die klare lijn van haar gezicht met dat minuscule puntneusje best vergelijken met het getekende hoofd van Wilma Flintstone.

    Als ik zo met mijn tv kon inzoemen, keek ik alleen nog naar haar, met mijn vinger op de repeat knop. En dan kon ik eindelijk die oninteressante gasten uit de studio weg cadreren en vooral die dwaze West-Vlaming Lieven Verstraete. Ja ik weet, een mens moet van ergens komen, maar wat u niet weet is dat Lieven Verstraete zich op Wikipedia in het West-Vlaams laat beschrijven. (zie: http://vls.wikipedia.org/wiki/Lieven_Verstraete).
    Vroeger zag je Verstraete bij elke fout die hij van zenuwen prevelde binnensmonds “mo veint to” hakketakken. Omdat dat alle twee zinnen gebeurde werd je er zo goed als misselijk bij.

    Nu zijn dagelijks taalbad begint te renderen en de coiffeuse een oplossing heeft gevonden voor zijn wijkende haarlijn, is die Lieven niet meer te houden. Zeker nadat een studiogast om zijn verhaal te verhelderen tegen hem en Annelies onlangs zei: “stel dat jullie man en vrouw zijn”. Verstraete was zo van zijn melk dat hij alleen nog heimelijk wist te glunderen en Beck moest afsluiten alvorens die rare kwiet naast haar in beeld zou kwijlen.

    Omdat Annelies destijds een master in Braziliaanse studies heeft behaald en vloeiend Portugees spreekt, verkondigt Verstraete sindsdien dat hij bezeten is van Braziliaanse muziek en dat hij begonnen is aan de studie van het Portugees. Hij gaat zelfs sensuele en opzwepende samba-plaatjes draaien in dancings. DJ Satanic Samba laat hij zich noemen. Ik vrees dat hij in de veronderstelling is dat Satanic ‘satijnen’ betekent, afgaande op de blauwe hemden die hij tegenwoordig draagt, om ook op die manier in de buurt te komen van de blauwe blouses die Annelies zo beeldig staan.
    Omdat hij bekend is van tv mag hij in alle uithoeken van Brugge plaatjes gaan draaien. Ik beeld me in dat hij dan telkens hoopt dat Annelies komt kijken en dat hij op het ritme van samba en salsa met zijn satijnen Satanische blik de zaal afspeurt op zoek naar Beck, terwijl Annelies, verstandig als zij is, thuis zit met een goed boek.


    15-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kapotneuken
    Klik op de afbeelding om de link te volgen David Davidse kwam bij Ruth Joos in Mezzo Kuifje in het Antwerps voorstellen. “Keufke” zei hij, en Ruth probeerde hem na te zeggen met een gegiechel alsof het Toerkemenistaans was. Of zoals iemand die tegen zijn zin voor het eerst oesters proeft. Ruth woont al enkele jaren in Antwerpen, dan heeft ze minsten toch al van het dialect van “A” gehoord. Maar Germanistes doen wel vaker raar over taal.
    Van mij mag ze een beetje raar doen als ik in een interview lees dat zij zich mateloos ergert aan formuleringen als “naar...toe” en “ik heb zoiets van”. Wellicht wordt ze ook mottig van “dagdagelijks” en het omgekeerd gebruiken van “over” en “voor” in tijdsaanduidingen? Bovendien geef ik toe dat het een plezier is om naar haar te luisteren op Radio 1.
    Haar broer Filip heeft zijn moedertaal blijkbaar bij een andere moeder geleerd. Hij mag tot mijn ontzetting in de plaats van Frank Raes de verslaggeving doen bij interlands op Canvas. Ik kijk al nooit naar voetbal en die ene keer dat ik toch ‘ns naar een interland van de Rode Duivels kijk, vlucht ik van de commentaarstem. Waar bij Frank Raes het ritme en de beweging van zijn commentaar hoger ligt dan dat van de Duivels, praat Filip Joos even teleurstellend als het voetbal zelf. Zonder animo, zonder creativiteit. Vroeger zette ik het geluid uit en luisterde naar Jan Wauters op de radio, maar Jan is nu met pensioen in Zuid-Afrika en mijn toestellen staan tegenwoordig ook ver uit elkaar in huis. Maar we dwalen af.

    Achteraan in het Antwerpse “Keufke” staat een uitspraaklexicon, zei David Davidse. Om het de niet-Antwerpenaar makkelijk te maken, en hij las enkele voorbeelden. “Gogget” voor “gaat het?”, “perusch” voor parkiet, “tefrente” voor “verschillende” en ook “tantefèren”...
    En ik moest aan mijn tante denken. De tante, zo noemden we haar. Mèt lidwoord. Eén keer noemde ik haar “aunt”; ik had mijn eerste lessen Engels gekregen op school en ik verwelkomde haar fier aan de deur met een “Hi, aunt”. Ze was razend, want ze dacht dat ik haar hond had genoemd.
    Zij was naaister en kwam bij ons aan huis voor mijn moeder en zussen op bestelling kleedjes en jassen naaien.
    Ze kreeg het dan “oep eur seskes” (ze werd zenuwachtig) als ik er bij bleef zitten, ook al was ik toen hooguit zeven, acht jaar, maar ze kon niet verdragen als mijn moeder bij het passen aan mij, kleine aap, vroeg wat ik er van vond. Als dé tante op dat moment een draad zou “vessemen” (door oog van de naald steken), zou ze zich beslist in haar vinger geprikt hebben. “Goade gij da na wèr aan die tantefèr vragen...” Voor mijn tante was een tantefèr een moeial. David Davidse dacht dat het betekende: iemand die maar zit te lummelen terwijl er nog zo veel te doen is “tant à faire”.
    Als klein jongetje nam ik dan stilletjes wraak op haar door de klosjes garen dwars door te knippen. Dan kreeg ze een “floere geroktat” (een appelflauwte). “Zie nu Anna (mijn moeder) die “moosjer” (prutser) heeft dat helemaal “verreneweert” (stuk gemaakt), dat is helemaal “nor de zjenoe” (naar de vaantjes). En tegen mij zei ze dan : “g’anget wer oat, hé, “kapotneuker”, “kwistenbiebel” (rare). Als mijn moeder er bij was durfde ze mij geen “ababbel” (oorveeg) geven.

    Hoewel zij ook regelmatig naar familie in Nederland ging, zal de huidige betekenis van “kapotneuken” niet tot haar doorgedrongen zijn. Tot mij toen ook niet. Dat kwam veel later. Maar dan was ik weer in de war toen mijn vriendin altijd zei, hoewel ze geen Zuid-Afrikaanse was, “nie neute nie”. Nu weet ik dat ze bedoelde dat ik niet zo moest zagen, maar toen dacht ik, vermits zij wel vaker woorden net iets anders zei dan wij ze zouden formuleren, dat het een kleurrijke variante was op: “nu niet ik heb hoofdpijn, of de rode loper ligt uit”. De eerste keer dat ik het hoorde moest ik bovendien de redenering verdringen dat tweemaal negatief positief is. Dus, dat zij met nie nie eigenlijk “ja” bedoelde.
    Vele jaren later, toen mijn oudste zoon deze zomer trouwde, gaf haar vader tijdens het diner hem volgende raad: “Denk er aan, als een vrouw neen zegt, bedoelt ze vaak “ja”. Het grappige is dat zijn vrouw net tevoren, aan mijn kersverse schoondochter de raad had gegeven: ”in het huwelijk moet ge niet altijd ‘ja” zeggen...”. Ge moet u niet laten...(zie titel).


    08-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De keerzijde van de ‘ansichtkaart’
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Vijfentwintig jaar geleden stonden we in het centrum van Bern op de Strassenbahn te wachten. Mijn zoontje van vier liet het papiertje van zijn snoepje op de grond vallen. Meteen schoten twee Berners op hem toe. Niet om gedienstig het papiertje op te rapen, maar om streng een standje te geven en daarmee ongevraagd onze opvoeding aan te vullen. Tijd om te verontschuldigen kregen we niet, dat werd ook niet verwacht, want even vlug als ze toegesprongen kwamen waren ze weer verdwenen. Ze hadden de collectieve verantwoordelijkheid voor orde en netheid verzekerd en dat volstond. De eerste keer is het altijd schrikken. Zo ook toen er voor het eerst op onze ruit getikt werd toen we aan een rood licht de motor lieten draaien. Een wildvreemde maande ons kordaat aan de motor stil te leggen. Zwitsers zijn regelneven eerste klas om van de nichten nog te zwijgen.

    Natuurlijk wordt het land er niet slechter van, want de lucht blijft zo zuiver als het ras en het gras blijft groener aan hun kant van de heuvel. Misschien zijn die perfect gemaaide gazons en weiden wel tapijten waaronder papiertjes van kindjes en ander zwerfvuil kan geveegd worden, want ja, hoe ontstaan in feite die bergen? In het begin liep je er door die bemoeizucht een beetje zenuwachtig bij. Zonder kennis van de voorschriften, op je hoede voor een nieuwe opmerking. Maar met de jaren ken je een aantal van de talloze regeltjes, is de verwondering verworden tot een simpel ‘och zeg’ wanneer je er nieuwe ontdekt. De akoestische filters in je oren wennen geleidelijk aan het merkwaardige Schwyzerdütsch, een Legoland-versie van het Duits, dat ook door volwassenen vrij op radio en televisie gesproken wordt. In het begin knik je of zeg je dag om te laten horen dat je niet onder het alomtegenwoordige Zwitserse kruis gebukt gaat, maar dan probeer je toch zoals de echten tegen iedereen ‘grüezi miteinander’ te zeggen, zij het op fonetische wijze.

    Je weet na tal van keren dat je werd doorgestuurd dat parkeerplaatsen bij gebouwen uitgeteld en toegewezen zijn en niet vrij te gebruiken. Je leert zelfs op z’n Zwitsers plassen - ook mannen gaan altijd zitten, niet alleen om de bril droog te houden, maar ook omdat de blaas dan beter geledigd wordt en hierdoor eventuele plasklachten uitgesteld worden.

    Iedereen is uiteraard anders, maar hoe groter de verschillen hoe meer ze blijven fascineren en amuseren. Ondertussen vind je het wel prima dat dit Märklin-treintjes-landschap ongerept blijft, vrij van moderniteit, vreemde invloeden en bouwpromotoren, als een natuurlijk museum van ansichtkaarten, als een vakantieland zonder drukte van zee en strand. Laat de boeren maar tegen Europa zijn, we doen er ons voordeel mee. Wandel maar eens tussen de soms vierhonderd jaar oude Bauernhöfer in het Emmental, met kolossale koeienbellen in de nok van het dak en spreuken en lange teksten gebrand in het hout. Het is helemaal geen erg dat dergelijke tradities een stolp over de bergdorpen zetten alsof ze geheel en al van kaas zijn, want vooruitgang is niet altijd een verbetering. Het klinkt oerconservatief, maar vanuit een bepaald perspectief is het wel zo.

    Het was jaren geleden niet denkbaar, maar in de steden, waar iedere straat minstens eenmaal per week geveegd wordt, zie je nu wel papiertjes en sigarettenpeuken rondslingeren. In de buurt van het parlement in Bern zie je zelfs drankblikjes op de grond liggen. Na het weekend zullen die wel onmiddellijk opgeruimd worden, maar toch. (Of zouden ze van Brugge-supporters zijn die enkele dagen tevoren tegen Young Boys Bern speelden?). Aan de verkeerslichten staan nu bordjes om de chauffeurs er aan te herinneren dat de motor stilgelegd moet worden, maar als ik te voet langsloop hoor ik dat niemand ze nog leest. Op het einde van de jaren tachtig was het needle parc achter het station van Zürich over heel de wereld beroemd. Iedere dag verzamelden er honderden drugspuiters. Laat ze hier samentroepen en zichzelf naar de ondergang spuiten was de filosofie. Tot men die concentratie niet meer onder controle kon houden en ze opnieuw verboden werd, waarna de gebruikers weer uitzwermden en men er helemaal geen zicht meer op had. Tegenwoordig staat Der Bund in Bern bijna dagelijks vol over Die Reitschule. Hier worden de gebruikers niet samengedreven zoals destijds in Zürich, maar zoeken ze er hun toevlucht wanneer de politie de buurt wil uitmesten. Eens was de Reitschule een ruimte voor paardensport en circussen, maar sinds het een een jeugd- en cultuurcentrum is, en elke vierkante centimeter met graffiti werd volgeklad, is het een doorn in het oog van de goegemeente en rechtse politici.

    De ansichtkaart heeft in de loop der jaren vuile randen gekregen, maar door een buitenlandse bril bekeken blijft de gemeenschap im Grossen und Ganzen verbluffend gecontroleerd.
    De Zwitserse Big Brother leeft gewoon tussen de bevolking, zonder dat men precies weet waar die woont. Vermoedelijk maakt hij gebruik van de Zwitserse radio DRS1. Wat daar allemaal aan trivialiteiten verteld wordt is, moest ik het allemaal verstaan, onvoorstelbaar. Ik denk dat daar woord voor woord verteld wordt hoe de dag er moet uitzien, wat zo nodig gedaan moet worden en wat zeker niet mag. Neem de fabel van de files, Stau, zoals dat daar heet. Op gedempte toon, alsof hij het daarmee minder erg kan maken, debiteert de omroeper met tergende regelmaat de file van files: Basel 15 km Stau, Zweisimmen 8 km Stau, Thun 4 km Stau...usw. Dat is natuurlijk dienstverlening, zoals wij die ook kennen, maar het gekke is dat je in Zwitserland gedurende weken nergens één van die files tegenkomt. Zou het een systeem zijn om de ochtendspits niet op de spits te drijven? Zodat huisvrouwen die sowieso aan hun keuken en kinderen geketend zijn, zich niet in het hoofd halen van zich verder dan het dorp te verplaatsen? Om naar de Migros te gaan en om de kinderen naar school te brengen en af te halen, want, en dat is een andere truuk, kinderen moeten naar de dorpsschool en daar mag je op de middag niet blijven eten, zodat de moeders toch weer op stap moeten en zolang de kinderen klein zijn niet buitenhuis kunnen gaan werken.
    Ik vernoemde daarnet al even Migros. Het zou kunnen dat Big Brother eigenlijk Migros heet, want Migros is niet enkel de grootste winkelketen van het land, Migros is het hele leven in Zwitserland. Migros verschaft benzine, dan heet het Migrol, Migros heeft de grootste keuze meubelen dan heet het Micasa. Migros regelt uw vrije tijd met fitnessparken, golfparken, sportparken en zwembaden. Er is de Migros Klubschule, waar je ongeveer alles kunt leren van talen tot bloemschikken, van muziek- en computerlessen tot management en economie. En natuurlijk is Migros ook de grootste cultuurleverancier, van ticket-service tot alomtegenwoordig in het verenigingsleven. Probeer daar maar eens onderuit te komen. Als Migros zegt dat je nù toiletpapier moet kopen, dan zie je op de parking iedereen zeulen met pakken toiletpapier. En iedereen vindt dat gewoon. Als buitenstaander denk je dan al vlug: “zo zat als een Zwitser? Kakken als een Zwitser, ja.”
    Je moet het zien om het te geloven. Als Migros zegt, iedereen moet minstens drie gieters klaar hebben staan, een gele, een groene en een rode, van verschillend formaat, dan zie je, eerlijk waar, aan boerderijen en in de stad die drie gieters op een rijtje klaar staan. Ik kan me moeilijk voorstellen dat op DRS1 ooit gezegd werd: zorg ervoor dat je altijd drie gieters klaar hebt staan. Een gele aangelengd met suiker tegen de zure regen, een groene met krachtvoeder voor de plantjes en een rode met ijsblokjes voor wanneer het echt te warm wordt. Simple Migros says en de Zwitserkes springen. En het ongelooflijke daarbij is dat die niet eens uw brievenbus overstelpen met reclameblaadjes. Bij de ingang hangt een bord met kleine tekst, waarop staat wat nù moet gekocht worden. Zilverpapier, keukenzout, leesbrillen..en nooit met één stuk tegelijk. Ik vermoed dat die drie gieters ooit een test is geweest om te zien hoe ver ze kunnen gaan.

    Migros is ook letterlijk Big Brother, dat heb ik recent mogen ondervinden. Omdat ik na een uitstap mijn fototoestel nog bijhad nam ik ook in de Migros enkele foto’s van mijn vrouw die de petflessen in daarvoor bestemde gaten in een grappig gekleurde muur stak. Wanneer ik de rayon fruit en groenten trek, laat de Migros-medewerkster die de vloer aan ’t dweilen is, de trekker vallen en loopt weg. Wanneer ik daarop ook de bakkerij wil trekken waar een vrouw deeg vlecht alvorens het in de oven gaat, laat die ook alles vallen en verdwijnt.
    Ik kan nog net tegen mijn vrouw zeggen: heb je dat gezien als de grootste medewerker van Migros al op ons komt toegestapt. In weinige tellen hebben ze hem in crisisberaad uitgekozen, niet alleen omdat hij mij met zijn gestalte zou afschrikken, maar wie weet ook omdat hij er niet zo slim uitzag en kon gemist worden moest ik een gevaarlijke spion zijn die ogenblikkelijk een mes tussen zijn ribben zou planten. Collateral damage. Man hat mir gesagt dass Sie unserem laden fotografieren, begint hij. Ja, ik heb gezien dat ze dat gezien hebben...Ik begrijp dat niet iedereen op de foto wil, want sommige mensen doken weg, maar hé, ik ben de televisie niet... Haben Sie einen Gutschein (of zoiets) aangevraagd? Nee, dat had ik niet. Waarom zou ik een toelating vragen om op het einde van onze wandeling, mijn vrouw ook te fotograferen wanneer ze aankopen doet voor het avondeten? Sorry dat ik de mensen bang heb gemaakt, dat jullie misschien denken dat ik een spion ben, maar ja, bij ons slaat men daarom nog geen alarm. Ach so, bei Ihnen ist es besser, trotzdem versuchen Sie alles zo fotografieren um mit Ihen zu vergleichen? Ik wou zeggen, kom gerust ook eens op studiereis, maar vertelde alleen maar dat ik alles fotografeer wat mijn vrouw doet, ook winkelen in de (met opzet) Tigros. “Migros” verbeterde hij mij geërgerd.

    Van op een afstand keek het dorp mee. Als ik wou spioneren zou ik dan zo opzichtig met mijn toestel rondlopen en flitsen? Ik keek rond en stak mijn toestel nu helemaal in de lucht. De camera’s aan het plafond zoemden in. Ik glimlachte en wuifde.De man wist zich ook in beeld. Hij greep naar zijn oortje en herhaalde wat men hem influisterde: Einen schönen Urlaub noch. Met de staart tussen de benen droop Big brother kleintjes af. De vrouwen lachten en haalden opgelucht adem, terwijl ze in feite een glimp van de vrijheid gezien hadden. Wie weet haal ik nog hun cursussen en bedrijfsblad als voorbeeld van vrijpostige en ongecontroleerde buitenlander waartegen zo nodig gewaarschuwd moet worden. Gelukkig is Big Brother Migros watching you.


    20-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grimm haalt z’n gram (en wie weet ooit een Oscar)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De gebroeders Grimm waren uitzonderlijke vertellers, dat kan iedereen je vertellen, maar weinigen weten dat die verhalen niet uit hun eigen koker kwamen. In een tijd dat nog niet veel mensen konden lezen reisden zij jarenlang het land rond en schreven honderden volksverhalen op. Hoewel zij in de eerste plaats voor kinderen schreven, met vaderlijke lessen over goed en kwaad en een mooi slot met de woorden “ze leefden nog lang en gelukkig...” reikten zij ook de volwassenen hun eerste leesboekjes aan. Veel meer nog dan van Conscience kun je van de gebroeders Grim zeggen dat zij hun volk leerden lezen. Zij gaven ons ondermeer de verhalen van Sneeuwwitje, Doornroosje, Roodkapje, klein Duimpje en Bertje de leugenaar, hoewel dat laatste verhaal vaak aan vader Anciaux wordt toegeschreven.

    Uit hun biografie weten we dat alleen Wilhelm getrouwd was en drie nakomelingen had, maar dat betekent nog niet dat hun stamboom tot hier en nu reikt.
    Het is moeilijk te achterhalen of de Grimm die ik recent ontmoet heb de juiste stamboom heeft, maar hij kon in ieder geval ook vertellen alsof hij het jaren overal had opgetekend en ingestudeerd. Zelf wist hij het ook niet of hij een oorspronkelijke Grimm was, want blijkbaar had hij niet eens zijn eigen ouders gekend. Gelegenheid om te vragen hoe hij dan met zekerheid kon weten dat hij Grimm heette kreeg ik niet, zo gulzig ratelde hij door, hoppend van het ene naar het andere fantastische verhaal, alsof ik de eerste mens was die echt naar hem luisterde en hij daarom alles in één lange vertelling kwijt moest. Ondertussen herstelde hij wel de ruit van mijn auto die ’s nachts was stukgeslagen. Je moet met Autoglas bellen, had een buur mij gezegd, die zijn een stuk goedkoper dan Carglass en zij komen aan huis herstellen.
    Grimm zijn handen deden het werk zonder dat hij moest kijken hoe hij de binnenbekleding weghaalde of het laatste glaskorreltje wegzoog. Hij had blind mogen zijn, dan had hij die ruit even goed geplaatst. Maar hij was niet blind, integendeel. Zijn ogen lieten mij geen seconde los. Hij controleerde of ik wel luisterde en bleef luisteren. Misschien deed hij dat bij iedere klant en raakte daardoor achter op zijn werkschema, maar zijn verhaal was in ieder geval goed opgebouwd en liep routineus, moest het niet met zoveel passie verteld zijn.

    Hij begon slim, over de inbraken en het werk dat zij daarmee hadden, uitleggend hoe de moderne auto’s niet meer voor kleine herstellingen gebouwd waren. Een vakman kan er weg mee, maar wie vraagt nog een vakman? Iedereen kent wel een Pool die de klus wil klaren en dan is men verbaasd dat hun prutswerk de spuigaten uitloopt. Letterlijk, hé meneer. Via een anekdote met de Polen bracht hij het verhaal naar zijn appartement, naar zijn hobbies, naar zijn passie, naar zijn reden van bestaan.

    Zijn bovenbuurman had een nieuwe keuken laten plaatsen. De Pool van dienst had een te korte buis voor de waterleiding mee en had dan maar doodleuk een stuk tuinslang in de muur geplaatst. Een plaatje Gyproc er over en al wie niet weg is is gezien. De druk van het water in een appartementsgebouw was uiteraard veel te hoog en toen Grimm ’s avonds thuiskwam stond zijn appartement onder water. Een ramp, want in zijn slaapkamer had hij maandenlang aan een heuse onderaardse grot gebouwd. Volledig in plaaster. Voor zijn film “Gurm’s and Wurm’s” over de glimwormen en andere ondergrondse wezentjes die in opstand komen en de wereld veroveren. Ik vertel het nu kort en simpel, maar het had met de pikorde van de nietigste wezentjes te maken die de traditionele hiërarchie op zijn kop zetten. Moet kunnen, denk je dan, maar meer ook niet want hij neemt me al mee naar een congres in Portugal van wetenschappers die het leven van de glimwormen bestuderen. Met de belofte dat hij hun werk via zijn film onder de aandacht zal brengen, betalen zij als voorschot zijn hotel, eten en drinken.
    Welke talen zou Grimm daar gesproken hebben wou je jezelf graag afvragen, maar alsof hij het aanvoelde begon hij over Markus Grimm, een Duitser waar hij ging mee samenwerken. Geen familie, maar toch een Grimm en wanneer die met hem zou samenwerken is de parallel met de gebroeders Grimm volledig. De Duitse Grimm had miljoenen platen verkocht en zou perfect muziek bij Grimm’s film kunnen maken. Ik ken niets van de Duitse hitparade na Conny Froboes en Peter Maffay, maar een artiest met een miljoenenverkoop komt toch al eens in de gazet, zeker wanneer hij Grimm heet? Maar dat waren bedenkingen terzijde, want onze Grimm orakelde verder: “wanneer je ambitie hebt moet je groot durven zien, wanneer je dan een film maakt moet je voor niet minder dan een Oscar gaan.” Dit zijnde échte woorden van onze vriend, en hij sprak ze uit met zo’n overtuiging en gloed in de ogen dat ik in mijn achterhoofd al hoorde galmen “and the Oscar goes to Grimm...”

    Hij was met zijn project naar de producent gegaan van de Oscarwinnende animatiefilm “Griekse tragedie” van Nicole Van Goethem. Veel te lang zei die Willem Thijssen, de mensen haken snel af en dan is een langspeelfilm maken kosten op het sterfhuis. Maar ik moet mijn boodschap kwijt, hield onze Grimm vol. De jeugd moet weten dat elke uitzichtloze situatie kan omgebogen worden in een ongelooflijke triomf als je maar wil doorzetten. Ik kan het niet helpen maar “Triumph des Willens” van Riefenstahl gleed door mijn gedachten, de meest berucht propagandafilm uit de filmgeschiedenis.

    Maar ge kunt er zeker van zijn, ik werk rustig door. Ik keek en knikte, maar hij bedoelde aan zijn tekenfilmproject, de ruit stond er bijna in.
    Ondertussen ben ik ook aan een kortfilm bezig, een animatiefilm over Kaka. Ik vroeg of hij de Braziliaanse middenvelder van AC Milan bedoelde? Die ken ik niet, zei hij ongestoord, en vertelde me dat het over dikke en dunne stoelgang zou gaan. Ook met boodschap. Een grote, durfde ik niet te zeggen.
    Thuis heeft hij 6 opengezaagde toiletten staan als locatie of decor, maar dat is nog niks. Al maanden is hij aan het experimenteren om beweeglijke oogjes te maken voor Big Kaka. Ze moeten zonder schokken op natuurlijke wijze in alle richtingen kunnen bewegen.
    Van op het dashboard van zijn auto neemt hij enkele stukjes metaal. Het zijn probeersels, de kop van een pink groot, als een zeef met gaatjes doorboord. Het zouden moderne sieraden kunnen zijn. Hij gaat in detail over de technische problemen om een Kaka van minder dan een vuist groot te laten bewegen, en waar hij met zijn aandrijfstangen en draadjes moet blijven, over de latex-huid die te makkelijk scheurt. Plots blijkt hij overal in zijn camionette tussen de ruiten en materialen werkstukjes te hebben voor zijn films. Ik krijg tekeningen te zien van de glimwormen en hun ondergrondse leefwereld, foto’s van de grot in zijn slaapkamer en nog spectaculairdere foto’s van zijn ander hobby: Grimm heeft zich gespecialiseerd in het fotograferen van bliksemschichten. Hij heeft er een eigen theorie over. De beroeps kunnen er niet aan uit hoe hij als amateur meer geslaagde foto’s kan maken dan zij. Hoe weet jij waar de bliksem kan inslaan? Door beter op te letten, zegt hij dan, uit waarneming, vertrouwt hij mij toe, een bliksem heeft een donker staartje en dat vertelt mij waar de volgende zal inslaan. Ik weet niet of er wetenschappelijk iets van klopt, maar de foto’s die hij toont zijn indrukwekkend.

    Grimm plaats ruiten om den brode voor Autoglas, maar in zijn hoofd is hij met heel andere dingen bezig. Met een gedrevenheid en een discipline die hem betere kansen zouden mogen opleveren. Onze Grimm heeft niet alleen een ongebreidelde fantasie, maar ontegensprekelijk ook vele talenten. Om een verhaal te maken, om zijn ideeën uit te tekenen, om technieken uit te vinden die zijn figuurtjes in beweging brengen. Geef hem een sponsor die in hem gelooft en Grimm is vertrokken. Hij zou best in een professionele studio kunnen meedraaien, maar ik denk dat hij het allemaal alleen wil doen. Op zijn manier. Dan is zijn Oscar ook helemaal van hem alleen. Als hij hem ooit behaalt vergeet dan niet dat ik het u gezegd heb.

    Geloof mijn verhaal van Grimm en surf naar http://www.myspace.com/69grimm69 and meet Big Kaka. Of sla uw ruiten in en bel Autoglas en hoor het hem allemaal zelf vertellen.
    Ik denk dat hij mij meer dan twee uur heeft beziggehouden, maar achteraf was ik bijna blij dat iemand de nacht daarvoor had proberen in te breken.


    01-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Godfried Danneels hangt zijn kruis aan de haak
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Het is een correct gebruikte uitdrukking wanneer iemand zijn voornaamste activiteit stop zet, het is alleen de combinatie van woorden die ze vreemder doet klinken dan wanneer een wielrenner zijn fiets aan diezelfde haak hangt.
    Geen dag- of weekblad of er stond een afscheidsinterview in met de kardinaal van Kanegem. Hoewel de nieuwe cd van Isabelle A, waar ondermeer Devos, Meuris en anderen aan meewerkten, ongeveer evenveel kolommen toebedeeld kreeg. Uiteraard was er meer tekst en uitleg bij Danneels, maar met de vele foto’s bij Isabelle A trok zij heel waarschijnlijk meer aandacht. Zij is een mooie vrouw geworden en dat is leuk om vast te stellen. Dat haar verhaal onbeduidend is en niet meer dan een promopraatje, is dan ook geen teleurstelling. Zij beantwoordde fotogeniek aan de verwachtingen.

    Bij Danneels ligt dat anders. Foto’s van de kardinaal kunnen alleen heel vrome gelovigen verblijden. Hij moet een goed verhaal hebben. Zeker wanneer het zijn laatste is. Wanneer hij als herder aan de kant gaat staan om zijn volgelingen uit te wuiven, verwacht je niet minder dan een wonder. Maar welke woorden kunnen zo ver dragen? ‘Ga heen in vrede’, zegt hij gewoon. Ik blijf hier, mijn dienst zit er op, maar ik zal u een boodschap meegeven, een GPS voor de toekomst. En wat als die niet werkt, meneer Danneels? Zult u dan als gepensioneerde de service na verkoop verzekeren? En die roeping dan? U hoort niet meer zo goed op uw leeftijd, zegt U? Best mogelijk, maar wat dan met de verantwoordelijkheid? Met een leven in dienst van?

    Eén seconde flitst door je hoofd dat deze Danneels toch geschiedenis zal schrijven. Hij gaat met pensioen en zal als eerste uit de biecht klappen. De definitieve demystificatie. Beste mensen, U moet mij voor één keer geloven: ik werkte voor het oudste en meest succesvolle marketingbedrijf ter wereld. In den beginne zagen een aantal slimme tekstschrijvers dat het niet goed zou gaan met de wereld. De mensen waren ongeleide projectielen, wilden, die elkaar zonder reden de kop insloegen. De chaos zou in de kortste tijd naar de ondergang leiden. Er was een goddelijk verhaal nodig. Een onbereikbare macht die kon straffen wanneer je zijn wetten niet volgde. Angst loont. De druk van boven moet altijd aanwezig blijven. Laat het ons neerschrijven in stichtende verhalen en parabels en het woord verspreiden. “God ziet alles”, werd een van de oudste slogans. Het geloof in het God bracht orde en redelijke rust in de wereld. De mensheid leefde generatie na generatie volgens de geschriften, naargelang de uitgever de Bijbel, de Koran of de Thora genoemd. Er waren vanzelfsprekend verschillen, maar iedereen bouwde mee aan hetzelfde eeuwigdurend massaspel, waarbij het leven wordt voorgesteld als een wedstrijd. Met regels en punten. En iedereen kan winnen, zonder onderscheid. Iedereen maakt kans op de grootste beloning, het eeuwige leven in de hemel. Het geniale van het geloof is dat die beloning alleen wordt uitgereikt na de dood. De logische uitleg was dat je niet halverwege de wedstrijd al een streep kon trekken. De achterliggende truc was dat er nooit klachten zouden komen over niet uitgekeerde beloningen omdat niemand uit de dood terugkeert.
    Neen, het is geen bedrog. Het heeft de onwetende en onzekere mens houvast gegeven en een doel in het leven. En mooie rituelen en gezangen. Maar misschien is nu de tijd rijp om de verantwoordelijkheid aan de mensen terug te geven. De evolutietheorie heeft ons ingehaald. Het logisch denken heeft het geloven zonder bewijs opzij gezet. De goedheid moet van binnen komen bij iedereen individueel. De rituelen en gebruiken kunnen in overlevering blijven.

    Stel u voor dat Danneels zo’n openhartige bekentenis zou doen. Hij zou de wereld redden van heilige oorlogen en drogredenen als Gott mit uns, in God we trust en in naam van God. Christenen, moslims en joden zouden eindelijk in het hier en nu kunnen leven en er met elkaar het beste van maken. Zonder doemdenken, zonder banbliksems, zonder discussies over hoofddoeken, boerka’s en chadors, ook chassidim joden zouden in kleurrijke t-shirts lopen en hun vrouwen zouden eindelijk die verstikkende pruiken mogen afleggen en hun eigen haar laten groeien.
    Maar dat zegt Danneels niet. Hij overtuigt evenmin in andere zin. Hij blijft aan de oppervlakte. Zonder bezieling. Wanneer hem wordt gevraagd of hij nooit verlatingsangst heeft antwoordt hij: “Het is meer een reden om nog meer te gaan vertrouwen, je begint God nog dieper te zoeken om hem weer te vinden.” Is dat wazig of is dat zweverig of moeten we die laatste 'w' ook nog laten vallen? Wat is dat nu, Godfried? Leg de mensen dan toch uit wat je daar mee bedoelt: ‘als ik schrik heb dat hij weg is ga ik nog meer vertrouwen dat hij er is’. Daar kan toch niemand een touw aan knopen, laat staan een houvast aan hebben? Hoe ga je dan zoeken, geef eens een voorbeeld van hoe je Hem telkens terug vindt? Wat zijn de tekens van Zijn aanwezigheid. Maak toch één keer uw borst nat. Hou u niet in voor ongelovigen. Vertel openhartig over uw passie voor God. Hoe hij uw leven kleurt en kracht geeft. Wat bepaalt uw geloof? Praat niet over uw roeping maar over uw dieptste gevoelens. Er zijn nog zovele mensen die u geloven. U staat dichter bij God dan wie ook in dit land. U moet de link zijn en vertrouwen geven. Een zachte stem is niet genoeg. Die van Isabelle A is trouwens nog altijd mooier.


    25-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Met dank aan Elisabeth
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Bij een cultuurclash denken we bijvoorbeeld aan immigranten die uit het niets in een Europese grootstad gedropt worden of aan moslims die alles uit de Koran geloven en geconfronteerd worden met vrouwen die vrijgevochten het mooiste van zichzelf en van de schepping laten zien. Of we denken er over na, zoals gisteren toen ik met een volle kar aan de kassa van de Colruyt stond. Ik zag die kar en vroeg me af of ik er zou van kunnen wegstappen. Doen met wat we nog in huis hebben. En dat is dan al oneindig veel meer dan de de mensen in Myamar die geen huis meer hebben en het al meer dan 10 dagen zonder eten en drinken moeten stellen. Terwijl een week zonder Colruyt voor ons niet leefbaar lijkt, moeten anderen voor de rest van hun leven in ellende verder.
    ’s Avonds ontdekte ik een nieuwe cultuurclash. Op hetzelfde moment kon ik kiezen tussen het Eurovisiesongfestival en de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd voor zang. Ik koos vanzelfsprekend voor Elisabeth, de nieuwe naam KEW kauwt zo kil.
    Na de halve finale met Ishtar dinsdag had ik me trouwens al voorgenomen van nooit nog naar zo’n achterlijk schouwspel te kijken. Blijkt dat ik toen toch al de winnaar had gezien. Een Rus die zijn hemd niet eens toegeknoopt had en die op een ijspiste stond te zingen, terwijl een wereld- of olympisch kampioen ijsschaatsen pirouettes rond hem draaide. Belangrijkste onderdeel van de act was echter een Stradivarius, die voor heel veel geld verzekerd was. Niet moeilijk, wie gaat met zo’n instrument op het ijs staan spelen? Ik had dan ook al engelen gezien en een bijna blote dubbelplooiende danseres, een trio meiden met vetrolletjes achter brulapen in oranje en blauwe pakken en dan was er die schijnbaar gevaarlijke hardrock-groep, die lawaai maakte en er alleen maar afzichtelijk en idioot uitzag. En fake, vooral dat. Ik wil het rijtje van de stompzinnigheid en kitsch niet verder aflopen. De tijd is ver weg dat Gigliola Cinquetti zong dat ze te jong was om van mij te houden, “ No ho l’eta per amarti”, of toen France Gall een verleidelijk wassen popje was “poupée de cire poupée de son”. Ik was niet eens tiener toen, maar in de enkele minuten dat het liedje duurde werd ik wel hopeloos verliefd. En dan moest Sandie Shaw nog komen. Niet zozeer omwille van haar blote voeten maar eerder om haar mini-klok-kleedje. Toen liet men nog de verbeelding werken. Er werd nog live gemusiceerd en de mensen zaten nog deftig in smoking en gala-jurken op hun stoelen in een normale zaal.
    Nu zie je ieder jaar weer een waanzinnig sportpaleis in een ziekmakend decor, hoewel de nooit stilstaande camera er ook flink toe bijdraagt; en staat een uitzinnige massa te vlaggenzwaaien en te brullen, ook terwijl er gezongen wordt.
    Neem dat beeld van wansmaak mee terwijl ik overschakel naar de onovertroffen concertzaal van het paleis van Schone Kunsten, destijds ontworpen door architect Victor Horta. Vanavond zien we de drie laatste finalisten, de Russische Tatiana, de Franse Gabriella en de Poolse Bernadetta. Het symfonieorkest van de Munt speelt vanzelfsprekend live, geleid door de Japanner Kazushi Ono. Een echte Oosterling die achteraf op elke vraag naar zijn persoonlijke voorkeur en plannen voor de toekomst telkens ontwijkend antwoordt om de laureaten toch maar genoeg op het voorplan te plaatsen en te loven voor hun prestatie. Er is geen decor, de zangers en zangeressen staan stil naast de dirigent, dragen een pak of avondjurk. De aandacht gaat alleen naar de wonderlijke stemmen. Zoals het hoort.
    De Hongaar Brickner wordt tot winnaar uitgeroepen, maar ook vijf andere laureaten krijgen een prijs. Er is vreugde er vloeien tranen maar iedereen blijft met de voeten op de grond. Beschaafd en waardig. De overige zes finalisten worden samen op het podium geroepen, krijgen een voor een felicitaties van elk van de juryleden. De hele tijd door blijft het publiek applaudisseren. Ik denk meer dan dertig minuten aan één stuk door. Of toch ongeveer, want wanneer de voorzitter van de jury, de stijlvolle Arie Van Lysebeth, een nieuwe laureaat op het podium wil roepen, wacht hij telkens tot het publiek volledig stil is.
    Canvas zorgt tussendoor voor commentaar. Met mensen die zinnige dingen kunnen vertellen, waar je als kijker blijft naar luisteren, tot het laatste woord. Wie zij zijn heeft minder belang. Zij omkaderden de wedstrijd van Elisabeth op hetzelfde niveau als de muzikanten die ongelooflijke prestaties leverden. Cultuur met klasse op Canvas. Voor één keer is de uitdrukking “een wereld van verschil” terecht op zijn plaats. Het enige dat ik van de andere wedstrijd wil onthouden is het frisse melodietje van Ishtar. Zij waren niet toevallig de enige klassiek geschoolde muzikanten op die andere kermis. Bart Steenhaut van De Morgen kent er niks van.



    T -->

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs