In deze nieuwe rubriek laten we om de twee maanden Sven Jaecques, Technisch Directeur van Cercle Brugge, aan het woord. Groen-Zwart sloot enkele weken geleden de heenronde af op een fraaie achtste plaats. De wedstrijden werden vaak gestoffeerd met veel inzet en goed voetbal. Net voor de match tegen Lierse trok Sven twee uur uit om samen met ons zijn licht te laten schijnen op de voorbije maanden, een gesprek waarbij geen enkel onderwerp uit de weg gegaan werd. In het eerste deel dat vandaag verschijnt, blikt hij terug op de problemen van vorig seizoen, het transferbeleid van afgelopen zomer, de heenronde, de komende wintermercato en de samenwerkingsakkoorden met Sporting Lissabon en AS Monaco.
Sven, weinig fans hielden na de minder goede wedstrijden tegen Anderlecht en Standard rekening met zon ommekeer. Velen zagen het degradatiespook van vorig jaar weer opduiken. Jullie ook?
In voetbal heb je niet alles in de hand, maar wij wisten in elk geval dat er veel meer kwaliteit in de groep schuilt dan toen getoond werd op het veld. Het is vaak een kwestie van vertrouwen. Een beetje geluk kan wonderen doen, maar geluk kan je als vereniging, dat slaat zowel op staf, management en bestuur, deels afdwingen door kalm te blijven en rust naar de buitenwereld toe uit te stralen. We hebben een heel degelijke ploeg op voorwaarde dat iedereen georganiseerd en met het mes tussen de tanden speelt; zonder die grinta wordt het een stuk moeilijker, daar moet iedere speler zich van bewust zijn.
Lorenzo Staelens heeft een grote rol gespeeld in het behoud in eerste klasse. In gesprekken benadruk jij vaak ook de complementariteit van de hele sportieve staf.
Het voetbalgebeuren is sterk geëvolueerd en uitgegroeid tot een zeer complex gegeven met verschillende deelgebieden. Een coach kan onmogelijk nog alles op zijn eentje neerzetten en alle beslissingen zelf nemen. Wij wilden kwaliteitsvolle mensen, specialisten in hun vakgebied maar zijn daarbij ook heel nadrukkelijk op zoek gegaan naar die mensen die het best in ons team zouden kunnen passen. Vandaar ook dat de coach en ikzelf heel vaak de complementariteit van de staf in de verf zetten. Ze vormen samen een heel sterk team, iedereen kent zijn specifieke taak en men gaat in groep op zoek naar oplossingen. Op die manier kan de hoofdcoach dan ook echt een surplus bieden en het verschil maken. Het eerste aanspreekpunt voor de trainer is Wim Langenbick, de physical coach. Wim zet in overleg met Lorenzo de training uit: de duur, de intensiteit, de periodisering. Hij stelt een maandplanning, een weekplanning en een dagplanning op, en in dat kader werkt de sportieve staf samen een training uit. Binnen het team is Wim ook de link naar de medische staf.
Arnar Vidarsson werd assistent en ook Johan Desmadryl bleef aan boord.
Arnar heeft de schoenen nog niet definitief aan de haak gehangen, maar hij concentreert zich vooral op zijn rol binnen de sportieve staf. Doordat hij nog dicht bij de groep staat kan hij dat tikkeltje extra bieden. Ik denk hier bijvoorbeeld aan tips op het vlak van positiespel en coaching. Hij staat ook in voor de stilstaande fases. Arnar probeert onze gasten ook wat leepheid bij te brengen; daarnaast is hij een grote mentor van jonge spelers en speelt hij een belangrijke rol in de ontwikkeling van Karel Van Roose. De rol van Johan Desmadryl is moeilijker te omschrijven, maar is niet meer weg te denken uit het geheel. Hij is één dag per week aanwezig, volgt de thuiswedstrijden en woont de stages bij. Dit zijn de meetbare zaken, maar daarnaast geeft hij advies en biedt hij een luisterend oor aan zowel staf, spelers als management, wanneer wij daar nood aan hebben.
Een psycholoog in het voetbalmilieu roept soms vragen op.
Ja, al is dat op zich raar als je ziet dat bij grote bedrijven en meer specifiek bij topmanagers een dergelijke begeleiding al jaren is ingeburgerd. De grote sterkte van Johan is dat hij zijn kennis en kunde weet te vertalen in mensentaal; dit levert hem heel wat respect op en dat is de basis om goed te kunnen werken.
Bart Van Lancker en Eric Deleu zijn volledig nieuw.
We hebben veel kandidaten gesproken en daar kwamen Eric Deleu en Bart Van Lancker als de besten uit. Eric traint de doelmannen. Hij is inhoudelijk sterk, en straalt ervaring en rust uit. Hij ondersteunt Arnar op vlak van stilstaande fases, voornamelijk vanuit het standpunt van de keeper. Bart Van Lancker is een voetbaldier, hij ademt voetbal in en uit. Na elke match rijdt hij direct naar zijn woonplaats in Lierde en maakt diezelfde nacht nog een collectieve analyse van de voorbije match om die de zondagmorgen te kunnen tonen aan de groep. Daarna maakt hij van elke speler aan de hand van een beeldencompilatie een individuele analyse. Nog de zondag zelf of de dag erna krijgt iedereen alle wedstrijdbeelden van zichzelf bezorgd en wordt hij met zijn kwaliteiten en werkpunten, bijvoorbeeld op het vlak van positiespel en omschakeling, geconfronteerd. Analyse wordt vaak verkeerdelijk enkel gebruikt in een negatieve context, namelijk om aan te tonen wat fout was. Wij werken ook heel veel met positieve beelden om kwaliteiten die een speler heeft nog meer te gaan ontwikkelen. Het is ook een interessante tool om mogelijkheden aan te reiken die iemand nog meer moet of kan benutten.
Jij bent verantwoordelijk voor de invulling van de spelerskern. De transfers zijn allemaal voltreffers gebleken. Er zijn weinig ploegen die op dat vlak zon mooi bilan kunnen voorleggen.
Nu wordt dit vrij vlug en gemakkelijk uitgesproken. We hoeven echter niet eens naar vorig seizoen te terug te gaan om andere commentaren te lezen; zes wedstrijden geleden zou dit in geen enkel interview in de verf gezet worden. Het was om diverse redenen niet zo gemakkelijk om dit jaar een competitieve kern samen te stellen. Eerst en vooral was het budget een stuk lager dan de voorbije seizoenen. Er waren bijvoorbeeld minder inkomsten, voornamelijk door een daling van de televisiegelden. We moesten de tering naar de nering zetten. Ten tweede konden we pas laat aan de echte gesprekken beginnen omdat we voor eind mei geen zekerheid hadden over het behoud. Anderzijds was duidelijk dat de kern sportief moest versterkt worden. Het niveau opkrikken met minder geld en in weinig tijd, dat was een spannende uitdaging. Elke transfer moest raak zijn, we konden ons niet permitteren fouten te maken en geld over de balk te gooien. Soit, dit is de filosofie die we altijd hanteren en ook de manier van screenen is niet veranderd. Zekerheid over het rendement van een transfer is er enkel achteraf, maar we gaan in elk geval nooit over één nacht ijs.
Joris Delle, Thibault Van Acker, Bart Buysse en Junior Kabananga zijn een schot in de roos. Nochtans deden de transfers van Delle en Kabananga op voorhand bij fans en pers de wenkbrauwen fronsen.
Kabanaga scoorde vorig seizoen in tweede klasse vijf doelpunten. Als je dat op papier ziet, ziet dat er inderdaad niet hoopgevend uit. De kunst is echter om te kunnen inschatten of die speler ook nog een niveau hoger aankan. We hadden ons uitgebreid geïnformeerd, o.a. bij Sergiy Serebrennikov (de trainer van Kabanagas vorige ploeg KSV Roeslare, n.v.d.r.). Aan zijn kwaliteiten werd nooit getwijfeld, we wisten alleen niet of hij zijn vroeger peil na die zware knieblessure nog zou halen. Na een uitgebreide testperiode waren Lorenzo Staelens en de staf overtuigd; Junior heeft enorm veel potentieel en wij willen met hem werken om dat er uit te halen!
De komst van Delle ging met heel wat emoties gepaard. Niet zozeer tegen Joris zelf, maar vooral omdat Bram Verbist bij een deel van de supporters zeer goed ligt.
Dat was inderdaad een gevoelig dossier. Bram heeft voor Cercle mooie dingen laten zien en is eveneens zeer beschikbaar en bereikbaar voor fans. Dat verdient waardering, want niet iedereen is bereid om zich zo te engageren. Daarnaast heeft Cercle ook veel aan Bram gegeven. We haalden hem acht jaar geleden uit de vergeetput van vierde klasse en schonken hem een nieuwe kans om een profcarrière uit te bouwen. Als Technisch Directeur moet ik mijn supporterssjaal afleggen en de emoties in de tribune laten om een zon competitief mogelijke kern samen te stellen. Dit geldt evenzeer voor de trainer, staf en het bestuur. Ik kreeg kritiek op onze keuze, maar als je geschoren wordt, moet je stilzitten. Alles waait over. Dat was natuurlijk geen leuke tijd, maar ik denk dat niemand nu nog twijfelt aan de capaciteiten en het rendement van onze Franse doelman.
Ook Gaetano Monachello en Gaël Etock hebben ondertussen al staaltjes van eigen kunnen laten zien.
Ik zal meer zeggen: Etock is intrinsiek de beste voetballer die ik de voorbije jaren op Cercle Brugge gezien heb. Hij bezit een zeer grote technische bagage. Zijn aanname en passing zijn fenomenaal. Hij heeft vista, een sterk lichaam en scorend vermogen. De kleine Gudjohnsen, zo wordt hij op training genoemd. Daarnaast is hij echter ook een warme levensgenieter, die de geneugten van het leven kent. Als hij die knop kan omdraaien, wacht hem een grote carrière. Wat Monachello betreft: in het begin hadden we wat twijfels of hij het niveau zou aankunnen, hij was te ongeduldig en wilde zich te graag bewijzen. We moeten ermee rekening houden dat hij nog maar 19 jaar oud is en het pleit voor hem dat hij ondertussen de sportieve staf heeft overtuigd. Het probleem bij Gaetano is dat hij enkel op positie 9 kan spelen, het maakt niet uit of dat in een 4-3-3 of een 4-4-2 is, maar op die plaats wordt hij momenteel door een sterke Kabananga gebarreerd.
Een luxesituatie die we vorig jaar niet kenden. Waar is het toen eigenlijk misgelopen?
In feite is alles begonnen met het net niet behalen van Play-Off 1 in 2012. Het doelpuntensaldo deed ons toen de das om. Dat zorgde voor een grote kater. In de voorbereiding zal dat onbewust bij de trainer en een aantal spelers blijven hangen zijn. Tegelijk werd er door de buitenwereld een hoog verwachtingspatroon gecreëerd. Als we bescheiden wilden blijven, kregen we het verwijt dat we onze ambities niet durfden uitspreken. Bob kreeg al snel het gevoel dat hij het huzarenstukje van het seizoen voordien met deze groep niet kon herhalen en dat gebrek aan vertrouwen straalde automatisch over op de groep. Gasten die enkele maanden voordien nog tot de steunpilaren behoorden, leken plots geen deuk meer in een pakje boter te kunnen trappen.
Het mislopen van Play-Off 1 bleef dus hangen, maar verklaart dat het annus horribilis?
Neen, het is eerder een aaneenschakeling van factoren. Zo was er de blessure van Grégory Mertens. Grégory geraakte in de voorbereiding gekwetst en dat was een aderlating. Een fitte Gregory is onmisbaar in het hart van de defensie. Rudy zag in augustus een lucratieve transfer naar Rusland door de neus geboord en keerde ontmoedigd en volledig in de put terug. Hij had de toekomst van zijn familie kunnen veiligstellen, maar dat ging om de gekende redenen niet door. Voor Cercle heeft hij zich jammer genoeg niet meer kunnen opladen.
Eind augustus, vlak voor de transferstop, werden jullie het mes op de keel gezet.
Op speeldag 4, tegen OHL, weigerde Igor Vetokele tijdens de rust om nog verder te spelen. Hij had een aanbod gekregen van Kopenhagen en wilde absoluut weg. We konden daar begrip voor opbrengen, maar zijn entourage heeft het heel hard, en niet altijd even fair, gespeeld, en dat ging zelfs gepaard met de nodige dreigementen. Enkele maanden later stonden we opnieuw met de rug tegen de muur. Gudjohnsen wilde per se weg. Indien we niet op het aanbod van Club Brugge zouden ingegaan zijn, was of kon hij gratis naar het buitenland; dat was contractueel vastgelegd. Een mooi voorbeeld van hoe het niet altijd mogelijk is om het beste te doen voor Cercle maar wel steeds belangrijk blijft om dan de minst slechte oplossing te kiezen!
Een aantal spelers leek op hetzelfde moment aan het einde van hun voetballatijn.
Oleg Jatchouk bijvoorbeeld, die ons zoveel heerlijke voetbalmomenten bezorgd heeft, was nog slechts een schim van zichzelf. In de winterstop trok hij naar Westerlo en ondertussen speelt hij in vierde klasse. Maar niet alle oudere spelers waren fysiek op. Als het echter eenmaal slecht begint te gaan, gaat alles slecht. Iedereen wordt meegezogen in die negatieve flow en dat had een domino-effect. Oudere spelers heten dan versleten, jonge spelers te jong en transfers mislukt. In voetbal spelen veel emoties. Het is nooit zo goed als de buitenwereld zegt, maar ook zelden zo slecht.
Uiteindelijk werd de redding in extremis bewerkstelligd.
Het team van Lorenzo Staelens en de rust van het bestuur heeft Cercle Brugge naar veiliger wateren geloodst. Carvalho in de ploeg zetten was een belangrijke zet, samen met de inbreng van Stef Wils en het op positie 9 plaatsen van Uchebo. De Portugees miste ritme, stond niet messcherp, maar nam het team op sleeptouw en iedereen ging plots beter spelen. Het geloof kwam terug, we klommen uit een diep dal en uiteindelijk werd de redding bewerkstelligd.
Een degelijke start blijkt ook dit jaar zeer belangrijk.
Het is duidelijk dat goed beginnen half gewonnen is. Kijk naar Bergen. Op papier toch geen slechte ploeg. Wie had gedacht dat zij zich na de heenronde op een troosteloze laatste plaats met drie punten zouden bevinden?
Terug naar de transferperiode van dit jaar. De kern is evenwichtig samengesteld, maar misschien ontbreken we nog een bepaald profiel.
Inderdaad, we ontberen een type Carvalho, dit wil zeggen een grote, sterke speler met veel loopvermogen. Christophe Lepoint van AA Gent heeft het perfecte profiel; hij was echter niet alleen financieel onhaalbaar, hij mocht ook niet vertrekken. Anderzijds wordt de trainer gedwongen op een andere manier te spelen en blijken we rijker dan we misschien zelf dachten. Met pakweg een Lepoint in de ploeg had Karel Van Roose misschien minder kansen gekregen en had hij zich niet zo ontwikkeld.
Karel Van Roose is tot dusver een van de revelaties van het seizoen. Hij lijkt wel het cement van en het passende puzzelstuk op het middenveld.
Het is een gekend spreekwoord, maar ik het herhaal het toch: hard werk verslaat talent als talent niet hard werkt. Karel was bij de jeugd een goede speler, maar geen topper. Hij werd nooit geselecteerd voor de nationale ploeg. Zijn lichting behaalde op het EK U17 de halve finale, maar van de 18 geselecteerden van toen spelen er slechts vier (Eden Hazard, Nil De Pauw, Christian Benteke en onze Jo Coppens, n.v.d.r.) nu op het hoogste niveau. De anderen vervullen een anonieme rol in de lagere nationale en provinciale afdelingen, of zijn gestopt. Karel is intelligent, weet wat hij kan en niet kan en speelt zeer gedisciplineerd, de gedroomde waterdrager. Hij heeft altijd veel geduld getoond, net als zijn ouders, ook in moeilijke momenten, wanneer hij niet veel speelgelegenheid kreeg. Het is iemand die we koesteren en nog lang willen houden.
Waarom breekt Karel pas nu door?
De sportieve staf heeft altijd geloofd in de mogelijkheden van Karel. We waren ervan overtuigd dat als hij een paar matchen de kans zou krijgen hij die kans zou grijpen. Bijna was het vorig jaar al zover. Karel speelde toen een puike 2de helft tegen Standard. Het weekend nadien, tegen Charleroi, had hij echter griep. Hij voelde zich absoluut niet goed en voetbalde ook zo. Dit is gewoon een gebrek aan ervaring, een speler mag enkel spelen als hij fit is. Zo niet is de kans groot dat het zowel voor de speler als voor het team nefast is. Karel verdween bijgevolg opnieuw uit de ploeg.
De supporters weten de geleidelijke integratie van jonge spelers in de ploeg te waarderen. Ik denk hierbij aan de eerste plaats aan Stephen Buyl die al heel wat kansen kreeg, maar ook aan Jilke Deconinck, Alessio Staelens en Gilles Dewaele.
De doorstroming van eigen jong talent is voor ons primordiaal. De sportieve staf heeft veel verdiensten aan de ontwikkeling van Stephen Buyl. Stephen bezit heel wat voetbalkwaliteiten, maar heeft op en naast het veld veel vertrouwen en sturing nodig. Toen hij bij ons kwam, stond hij te zwaar en viel hij van de ene blessure in de andere. Stephen heeft zijn levensstijl volledig moeten omgooien en hij heeft dat ook gedaan, dat is zijn verdienste, maar we hebben in hem ook veel tijd geïnvesteerd. Jilke, Alessio en Gilles zijn een paar jaar jonger dan Stephen en we gaan hen geleidelijk aan in het eerste elftal proberen integreren. Dat zal met vallen en opstaan zijn, maar we hebben veel geduld met hen. Minder spelers huren en meer jeugdspelers in de kern opnemen heeft het voordeel dat we nu over veel meer sportief kapitaal beschikken dan de afgelopen jaren; spelers verkopen voor een mooie prijs blijft een conditio sine qua non om als vereniging op een zeker niveau te kunnen blijven meedraaien; dit kun je enkel bekomen als er ook effectief dergelijke jongens in de kern zitten en kansen krijgen.
In mei 2010 haalde Glen De Boeck de 16-jarige Jasper Ameye naar de A-kern. Sindsdien is het stil geworden rond Jasper.
Het verhaal van Jasper is een verhaal vol blessures. Als hij fit is, doet hij het goed, maar dan geraakt hij vaak opnieuw gekwetst. Dit seizoen verloopt alles al een stuk beter en we hopen dit te kunnen aanhouden. Hetzelfde geldt voor Thomas Goddeeris in wie we nog altijd een wissel op toekomst zien, op voorwaarde dat hij fit blijft.
Binnenkort start opnieuw de transferperiode. Mogen we inkomende of uitgaande transfers verwachten?
Hoe meer punten we hebben, hoe minder we verplicht zijn om transfers te doen. Hoe minder druk er is om iets te moeten doen, hoe meer je kan uitkijken naar opportuniteiten. Anderzijds zijn er bijna altijd verschuivingen waardoor we wellicht zullen gedwongen worden iets te doen. Als Uchebo speelt zoals de voorbije weken, gaan we hem heel moeilijk kunnen houden. Hij is in juni einde contract en een aantal ploegen heeft reeds geïnformeerd. Een concreet bod is er echter nog niet binnengekomen. We blijven speuren naar een type Carvalho, liefst in eigen beheer of minstens met een optie tot aankoop. Een extra centrale verdediger is ook een mogelijkheid. Anderzijds is het misschien ook het ideaal moment om, afhankelijk van het puntenaantal, gasten zoals Gilles Dewaele, Jasper Ameye of Koenraad Hendrickx aan het werk te zien op het hoogste niveau.
Mogen we je confronteren met een aantal transfergeruchten in de pers?
Dat is geen probleem.
Grégory Mertens heeft nog een contract van anderhalf jaar. Er zou iets rond hem bewegen.
Af en toe krijgen wij inderdaad signalen dat hij in de belangstelling staat van andere ploegen. Net als voor Uchebo is voor Mertens echter nog geen concreet bod binnengekomen, al kan in voetbal één transfer plots de hele markt in beweging zetten. Het is zo dat we anticiperen op een eventueel vertrek van Mertens en Uchebo en met bepaalde vervangers in het hoofd zitten.
In de kranten en op internet viel de naam Nuno Reis.
Reis is in principe een van de vijf, zes spelers van Lissabon die eventueel in aanmerking kan komen voor een uitleenbeurt. Maar dat is zeer voorbarig en zij zien dit eerder als een te bekijken optie voor juni. Reis heeft nog een contract van anderhalf jaar. Lissabon wil hem enkel uitlenen als hij bijtekent, maar dat ziet Reis zelf niet zitten. In augustus vroeg Lissabon een te hoge som voor een definitieve transfer. We moeten ook oppassen dat we het verwachtingspatroon wat Reis betreft niet te hoog leggen. Hij speelt al een hele tijd in de B-kern en zal ongetwijfeld ritme missen. Maar uiteraard is het een speler met een heel interessant profiel.
Ook Joao Mario van Sporting Lissabon wordt in verband gebracht met Cercle.
Dat heeft inderdaad in de Portugese pers gestaan. Het klopt dat we Joao Mario mogen huren en dat Joao een speler is met veel kwaliteiten, maar we zijn er nog niet uit of we hem laten komen. Hij komt qua profiel, positie en speelstijl in de buurt van Thibault Van Acker, Karel van Roose en Lukas Van Eenoo en de vraag is dan ook of zijn komst zinvol is. De kans dat hij daadwerkelijk komt is dus niet groot.
De namen Nuno Reis en Joao Mario zijn net gevallen. Yvan Vandamme heeft de zeer grote verdienste dat hij enkele jaren geleden een samenwerkingsverband met Lissabon heeft uitgetekend. Wellicht de enige samenwerking tussen een Belgische en buitenlandse ploeg die rendeert en die zich consolideert. Met Neto, Reis, Baldé en Carvalho, die nu Portugees A-internationaal is, hebben we spelers kunnen huren die we anders nooit in onze ploeg zouden kunnen hebben. Hoe verloopt die samenwerking momenteel?
In juli hebben we een contract voor vijf jaar gesloten. Vorig jaar verliep de samenwerking iets moeizamer omdat er bij Lissabon een aantal bestuurswissels waren en men door de mindere prestaties van de eerste ploeg andere katten te geselen had. Ondertussen zitten we opnieuw op dezelfde lijn. Wij geven de posities door die we graag ingevuld willen zien door een speler van Lissabon. Zij geven op hun beurt de namen door van voetballers die zij willen uitlenen. En als er een match is, bestaat de kans dat dit uitmondt in een uitleenbeurt. In principe hebben wij voorrang op andere ploegen, tenzij het gaat om spelers die voor ons financieel niet haalbaar zijn, dat beseffen we ook wel. Ik kan het zo formuleren: niemand wordt uitgeleend aan een ander team, zonder dat Cercle Brugge de kans had om die speler te huren.
Carvalho heeft vorige week zij aan zij met Christiano Ronaldo zijn debuut gemaakt voor de Portugese nationale ploeg. Dat kan een boost geven aan de samenwerking.
Absoluut! Ondanks het feit dat Carvalho hier soms moeilijke momenten beleefde, is hij Cercle nog altijd een warm hart toegenegen. Hij zegt in de Portugese pers dat Cercle een grote rol speelde in zijn vorming en hij onderhoudt nog altijd een heel goed contact met o.a. Yvan Vandamme en Ricardo.
Is er met AS Monaco een dergelijke overeenkomst?
Nee, daar staan we minder ver in. Er is geen getekende overeenkomst tussen Monaco en ons, dus geen officiële samenwerking. We hebben wel heel goede contacten, daardoor is de uitleenbeurt van Monachello mogelijk geworden. Het is nog niet zo lang dat Monaco investeert in een kwaliteitsvolle jeugdacademie. Op dat vlak staat Lissabon, die een van de beste jeugdopleidingen ter wereld heeft, een stuk verder. Om die reden heeft Monaco op dit moment nog niet zoveel jonge spelers die voor ons een meerwaarde kunnen vormen. Vaak zijn de jongens die nu te huur zijn, spelers met wie ze in tweede klasse kampioen geworden zijn, maar op dit ogenblik door de grote ambities van het bestuur, het gewenste niveau niet meer halen. Die voetballers zijn meestal een stuk ouder en heel wat duurder, wat een uitleenbeurt voor ons minder interessant maakt.
Sven, hartelijk dank voor het interview.
Deel II verschijnt volgende week. Dan laat Sven zijn licht schijnen op de vernieuwde scouting, het uitlenen van spelers, de jeugdwerking, het stadiondossier en de nieuwe structuur.