Vandaag was het
tijd voor
vakantie! Om half negen zouden we vertrekken, maar net voor
vertrek, zagen we iets vreemds aan de bus. De achterruit was volledig
verbrijzeld. Snel wordt er een spanplaat in de achterruit geslagen. We zetten
onze spullen in de auto en ook Wim en Rita kruipen mee in de bus. We zetten
eerst Rita af aan de trotro-stand. Zij gaat een weekendje naar haar ouders in
Accra. Daarna zetten we Wim af bij het weeffestival. Dan is het is in een
rechte lijn naar Keta. Daar rijden we tot onze grote verbazing gewoon door. We
dachten dat we in Keta zelf zaten, maar we rijden door naar Dzita, een dorpje
op een uur van Keta. In totaal rijden we een kleine vijf uur. Na een tijdje
houdt de weg op. Daar laten we de bus achter en wachten we op een jeep. Die
rijdt ons naar het hotel. Een prachtige weg! Slalommend tussen de palmbomen en
op het strand hobbelen we naar het Meet me There hotel. Als we aankomen, worden
we begroet door een Engelse studente. Zij werkt in het hotel en toont ons onze
kamers. Joyce en Sanne slapen samen in een kamer en Lynn, Elke en ik delen een
dubbel bed in onze eigen kamer.
Het is hier
prachtig! We hebben een bar waar we met onze voetjes in het zand kunnen zitten.
iets verder kunnen we eten op een paalwoning boven het lagoon. We zien het
strand met de palmbomen en zitten op enkele meters van de zee. Wat een
paradijs!
In het hotel
houdt men enkele huisdieren. Rondom de hut waar we binnen kunnen zitten, zijn
allemaal putten waar de dieren inzitten. Ze hebben een python, drie dwergkrokodillen,
cavias, een gigantische felgekleurde monitor lizzard en drie eendjes. En dan
lopen er nog twee kleine hondjes los rond. De mensen van het hotel kopen de
dieren van de lokale bevolking. Die eten namelijk alles wat ze te pakken kunnen
krijgen. Ook krokodillen bijvoorbeeld. Als we aankomen, is het al bijna drie
uur en we hebben razende honger. We bestellen pizza hawaii en gaan onze kamers
in orde maken. Het eten duurt enorm lang
om klaar te maken, Ghana Time hé. Als het eten er eindelijk is, vallen we aan
en het is oh zo heerlijk. Véél lekkerder dan de pizza in de compound.
Na het eten gaan
we met Uncle Raf (de gids van het hotel) een wandeling maken in Dzita. Na een
tijdje wandelen, zegt de gids dat hij ons gaat meenemen naar een lokale
priesteres. We gaan dus naar een voodoo-aangelegenheid. Als we daar aankomen,
moeten we onze schoenen uitdoen en onze namen in het gastenboek schrijven. We
nemen plaats op enkele plastic stoelen lang de kant van een overdekt
binnenplein. Aan een kant van het plein staan een achttal mensen te drummen en
met andere instrumenten muziek te maken. Daarnaast staan een heel aantal
vrouwen te zingen. Op het pleintje zelf dansen enkele mensen heel de tijd over
en weer. Als ze aan de kant aankomen, raken ze de grond en hobbelen ze weer
naar de andere kant. Als we al een tijdje aan het kijken zijn, begint er plots
een zingende vrouw heel raar te doen. Ze wordt precies helemaal gek en alle
andere vrouwen houden haar stevig vast. Ze doen haar rok uit en binden die rond
een paal. De vrouw wordt naar een apart hokje gebracht en krijgt een ander
kleed aan. Haar hoofd wordt vol talkpoeder gekapt en dan komt ze het plein weer
op. Een andere vrouw gaat met een ketel het plein rond en bakent met water een
cirkel af. Daarbinnen danst de bezeten vrouw als een
tja, als een bezetene.
Ze draait heel snel rond en gaat volledig uit haar dak. Soms begint ze te
schreeuwen of te springen. Wij kijken toe met onze monden open. De vrouw gaat
nog drie keer terug het hokje in en komt telkens met een ander attribuut weer
buiten. Telkens danst ze weer heel de kring rond en ze komt heel dicht bij ons.
We voelen ons toch niet helemaal op ons gemak, maar zijn zeker gefascineerd.
Telkens als de vrouw stilstaat, wordt er een beetje buskruit aan haar voeten gekapt
en in brand gestoken. Dan danst ze in de rook en gaat ze weer verder. Na een
derde keer in het hokje komt ze buiten met een gekromd mes in haar hand weer
naar buiten. Ook nu danst ze weer druk in het rond en komt ze dichterbij dan we
eigenlijk aangenaam vinden. In al die tijd dat we daar zitten, gaan er nog drie
andere mensen in trance. Nu ja, trance
de flessen gin gaan hier lustig in het
rond. Als alle bezetenen aan het messen-stadium beland zijn, krijgen we de
priesteres te zien. Ze heeft dreadlocks tot aan haar knieën en draagt behalve
een korte broek alleen maar natuurmaterialen en een strooien rokje. Ook zij
danst heel druk in het rond en brult regelmatig dingen die we niet verstaan. De
mensen deinzen terug als zij in de buurt komt, dus we merken wel dat ze heel
wat gezag en aanzien heeft. Een van de bezetenen heeft op zijn linkerarm
allerlei littekens staan. Net op het moment dat ik dit opmerk, zegt Uncle Raf
dat de bezetenen zichzelf gaan snijden. Dat willen we echt niet zien, dus we
vragen om door te gaan. Uncle Raf vraagt dit aan een van de bewakers, maar we
mogen niet weg. Ze willen dat we meer zien. Tijdens het dansen zien we de enige
mannelijke bezetene met het mes in zijn buik kerven. Weer vragen we om door te
gaan. We zien ondertussen allemaal al spierwit en beginnen toch schrik te
krijgen. Uncle Raf moet in totaal vier keer om toestemming gaan vragen en na de
vierde keer mogen we eindelijk door. Snel schieten we onze schoenen aan en
reppen we ons naar buiten. We wandelen terug naar het hotel langs het strand.
Zon nachtelijke strandwandeling doet ons allemaal goed.
Terug in het
hotel bestellen we ons avondeten. We drinken frisdrank en ik krijg yam frietjes
met een veel te pikante saté. Daarna tetteren we wat en gaan we slapen.
|