Sinds ik met Jerom ben loop ik op roze
wolkjes. Zelfs de miserie met men ma kan me nimeer schele, ik voel me
gelukkig en niets of niemand kan me tegehouden om me mijne Jerom, ja
mijne sjoe gelukkig te zijn. Ik trek me niks meer aan van al die
negatieve reacties. Ik ben blij en das het enige da telt.
Tot er in het begin van dees week iets
verschrikkelijks gebeurde. Mijn ergste nachtmerrie kwam uit. We waren
de maandag me de klas en Meneer Aardrijkskunde op excursie. Een saaie
dag, zoals het altijd is met hem ma we zouden het wel plezant make en
wa fratse uithale. Da deden we dan ook en den dag ging nog wel snel
vooruit. Maar toen we opweg naar huis waren met de bus gebeurde het.
Er begon nen auto voor onze bus zwaar te slippe en onze bus kon niet
meer remmen of uitwijken. Er volgde ne grote knal en niemand wist
goed wat er gebeurde maar het was één grote chaos. Er waren veel
gewonden en ik vond Jerom nergens. Al een geluk kwam ik er me een
paar zware schrammen vanaf maar ik was in paniek. Waar was mijne
sjoe? Ik kon em nergens ni vinden. Tot de ambulances arriveerden. Ik
zag ze mijne sjoe meenemen en het zag er écht ni goe uit. Ik ging
mee naar het ziekenhuis en ze vertelden me dat hij in kritieke
toestand verkeerde. Mijn mooie roze wolk dreef weg. Ik voelde me
verschrikkelijk. Hoe kon dit nu gebeuren? Waarom moet dit me mijne
Jerom zijn? Ik was nu eindelijk gelukkig...
Ik kon de man die dit ongeval heeft
veroorzaakt wel vermoorden.
Al een chance ving tante Sylvia mij op
en voelde ik me al wat beter. Maar ik zou erachter komen wie dit
mijne Jerom heeft aangedaan.
Twee dagen later zag ik de vriend van
mijn ma voorbij het huis van mijn tante rijden in zijn auto. Die was
helemaal ingedeukt vanvoor. Was het zijn schuld dat mijne Jerom in de
kliniek ligt? Ik twijfelde niet en schreef zijn nummerplaat op, belde
meteen naar de flikken met de vraag of zij zouden kunnen onderzoeken
of hij de dader was. Ze beloofden me er werk van te maken en nu was
het dus bang afwachte. Na een paar dagen bij mijne sgat in het
ziekenhuis te zitten had ik nog niks van de flikke gehoord. Das
altijd hetzelfde he me die blauw manne. Maje se niets aan te doen.
Als ze iets zoude wete had ik het wel al gehoord zeker..
De tijd da Jerom in het ziekenhuis lag
bracht ik vooral bij hem door maar ook bij mijn tante Sylvia die me
gerust kon stelle alhoewel die was al aant flashe over da men
verjaardagsfeesje ni kon doorgaan enso. Maja we zien wel wa der
gebeurt, eerst hopen da alles inorde komt me Jerom en dat we snel
weten wie hem zo heeft toegetakeld.