1. (bn.) geen klank of stem hebbend; 2. (tw.) verbastering van het Franse "à fond" -
1. (adj.) voicelessness; 2. (interj.) corruption of the French "à fond"
15-11-2014
Wapens (het moest er eens van komen)
Even geleden kwam er in de spouse group een politieagent van de
campuspolitie praten over veiligheid op en rond de campus. Ik had hem een vraag
te stellen waarvan ik op voorhand verwachtte dat ik toch geen bevredigend
antwoord zou krijgen. Maar ik vond de vraag zo belangrijk, dat ik het er toch
op waagde. En ik was aangenaam verrast. Wie had dat gedacht?
In de
Verenigde Staten wordt er nogal belang gehecht aan het tweede amendement: het recht om wapens te dragen. Het is in Georgia ook helemaal niet zo bijzonder
moeilijk om aan vuurwapens te geraken en
er zijn (zeker voor 'open carry') bijzonder weinig restricties voor het
dragen van vuurwapens (klik hier voor een overzicht van de wetgeving).
Ook pepperspray is volkomen legaal. Weten dat er zoveel wapens zo beschikbaar
en aanwezig op straat, in de bus, in het park... Daar voel ik mij onveilig
bij. En daarover ging mijn vraag ook. Creëert deze wetgeving geen onveiligheid?
Een mening
over wapendracht had de betrokken politieagent natuurlijk niet (dat mag 'ie
niet), maar hij liet wel de andere kant van de medaille zien. Naast de
wetgeving over wapendracht, is er ook wetgeving die mensen probeert te
beschermen.
Er zijn immers strenge "assault and battery laws".
Het is in Georgia strafbaar om
mensen aan te raken zonder hun toestemming (simple battery). En ook dreigen om
iemand schade toe te brengen ("Ik maak u kapot!"), is strafbaar
(simple assault). Dat geldt ook binnen het huisgezin. Het is zelfs zo dat
wanneer de politie geroepen wordt bij een geval van huiselijk geweld, en er is
sprake van fysiek geweld, dan wordt er sowieso iemand meegenomen. Ik ben blij dat huiselijk geweld zo serieus genomen wordt.
Het
arsenaal aan mogelijkheden om iemand pijn te doen is dus veel uitgebreider dan
ik gewend was in België, maar de wetten om dat te voorkomen, zijn ook veel
strikter. Ik had het niet verwacht, maar hé, er zijn dus ook blijkbaar wetten
die mij beschermen tegen schietgrage gekken, i.p.v. ze enkel de gelegenheid te
geven om hun ding te doen.
Ja, er zijn
bijzonder veel negatieve verhalen te vertellen over de Amerikaanse wetgeving en in het bijzonder over wapendracht. Maar
ik ben blij dat ik ook eens een positief verhaal heb kunnen brengen.
08-11-2014
De eerste Halloween
Onze eerste Halloween in de V.S. was eigenlijk een beetje een tegenvaller. Net dan moest ik namelijk ziek worden. Van dinsdag tot zondag heb ik vooral in bed gelegen, of op de sofa gezeten.
We hadden al op voorhand Dochter haar Halloweenpakje* aangeschaft (een onesie met een jack-o-lantern erop gedrukt). Dat heeft ze woensdag aangedaan toen ze met Echtgenoot naar de babygym ging. Dus er is toch nog een beetje Halloween geweest. Donderdag zouden we in de spouses meeting pompoenen schilderen, maar dat heb ik dus gemist, ondat ik ziek in bed lag.
Vrijdag was het dan zover, 31 oktober, Halloween. We hadden snoep ingeslagen en alle lichten aangedaan -zowel binnen als buiten- zodat de kinderen wisten dat ze welkom waren. Maar toen begon het te regenen en hard te waaien. We hebben dus niemand gezien.
En dat was het dan, onze eerste Halloweenervaring. Niet zo bijzonder dus.
Stof tot nadenken â Internationale mobiliteit als onderzoeker
Een gastbijdrage van Echtgenoot
Vandaag de dag is internationale mobiliteit een absolute
must als onderzoeker. Het is één van de parameters waarop een onderzoeker wordt
afgerekend en nagenoeg onontbeerlijk indien men een vaste aanstelling beoogt.
Het internationaal karakter wordt bepaald door studies in het buitenland, korte
buitenlandse stages of verblijven maar vooral door een langere
onderzoeksperiode van liefst 1 of meerdere jaren aan een prestigieuze
instelling. Uit eigen ervaring kan ik getuigen dat het effectief je visie op
onderzoek en de wereld bijsteld. De impact is vele male groter als je er
eenmaal woont en niet enkel tijdelijk verblijft. Deze ervaring heeft zo zijn
prijs. En die prijs ligt vooral op persoonlijk vlak. Het mag dan idyllisch
lijken om verre horizonten op te zoeken, de realiteit is niet die van een
gemiddelde zomervakantie. Je moet echt alles maar dan ook echt alles regelen om
te overleven en dit met een minimum aan informatie en veelal een gebrek aan de
juiste documenten. Goed voorbereid zijn is één, een medemens op je pad
tegenkomen die bekend is met jouw situatie een ander.
Gezien het doel van deze periode het verijken van de
professionele ervaring is, kan je er redelijk vanuit gaan dat dit luik relatief
goed geregeld is. Dat is tenminste als je de administratieve barrieres buiten
beschouwing laat. Of het feit dat het allemaal te lang duurt, derden de ene
fout na de andere lijken op te stapelen en je de kost van het verhuizen
verwaarloost. Op persoonlijk vlak ben je echt op jezelf aangewezen. Er is
vrijwel geen omkadering om je leven te organizeren en het feit dat je mogelijks
een familie hebt die meereist lijkt totaal niet in rekening gebracht. Beleidsmakers en onderzoeksadministraties
gaan al te snel voorbij aan het feit dat een onderzoeker een mens is. Een mens
met een partner en mogelijks kinderen. De taalbarriere in de nieuwe
maatschappij, noodzaak aan kinderopvang of scholen en het feit dat men
terugvalt op één inkomen zijn maar enkele van de uitdagingen. Ik wil hiermee
niet gezegd hebben dat er nooit enige maatregelen worden genomen of middelen
worden voorzien om hieraan tegemoet te komen maar het is echt wel de
uitzondering en niet de regel. De vraag is dus of het dit alles wel waard is?
Wanneer je
hierover in dialoog gaat met gevestigde onderzoekers en beleidsmakers, dan is
het antwoord eenduidig positief. De impact op de eigen carrière zou erg
groot zijn. De vraag is echter of dit effectief zo is? Slecht enkelen van hen
verbleven zelf gedurende langere periode in het buitenland en dit in een ander
tijdskader. Zij behoorden tot de uitzondering en niet de regel. Vandaag de dag
is internationale mobiliteit de regel. Recente studies bevatten indicaties dat
dit effectief zo blijkt te zijn maar garanties zijn er niet. De toekomst zal
uitwijzen of dit effectief zo is.
25-10-2014
En morgen is er weer meer weer...
Sinds begin
oktober moet ik af en toe eens lange mouwen aan, of een vestje (geeneens geen
echte jas). Ik ben bijgevolg een beetje in de war. Welke maand is het nu weer?
Is het eind augustus? Nee, er hangen mooie rode en bruine bladeren aan de
bomen, dus het is vast herfst. Juist ja, het is oktober! Met een jetlag had ik
rekening gehouden, maar dat de seizoenen me zo van mijn melk zouden brengen,
dat had ik niet verwacht.
Het hoeft
niet gezegd dat het weer hier heel anders is dan in België. Ik wou wel eens
weten hoe anders, zodat ik weet of ik een dikke winterjas moet aanschaffen. Daarom
surfte ik een beetje op het internet (Atlanta - Brussel).
De algemene
conclusie is dat het hier niet zo koud zal worden als in België, en dat we meer
zon zullen zien. De regen is moeilijker te vergelijken, maar het komt overeen
met mijn ervaring als je zou zeggen dat het misschien iets minder vaak regent,
maar wel meteen veel harder. Meer neerslag dus, maar niet per se meer
regendagen. Of anders geformuleerd: motregen zullen we niet moeten verwachten. En sneeuw waarschijnlijk
ook niet.
Gelukkig
maar, want de warme chocomelk valt hier nogal tegen.
18-10-2014
Erfgoed in de V.S. en in Vlaanderen
Het was bij
ons bezoek aan het nationaal park Great Smoky Mountains dat ik me ineens realiseerde dat ik me op een erfgoedsite bevond. Nationale Parken
zijn immers ontworpen voor het beschermen van national heritage.
De missie van de National Park Service luidt dan ook als volgt:
"The National Park Service cares for
special places saved by the American people so that all may experience our
heritage."
Het eerste
nationaal park was Yellowstone (1872). Ondertussen staat de teller op 401
nationale parken. En dat zijn dus niet
allemaal groene gebieden, maar ook historische sites.
Om in
aanmerking te komen voor een aanbeveling als Nationaal Park, moet een site aan
volgende voorwaarden voldoen:
nationaal
relevante natuurlijke of culturele bronnen bezitten
een
aanvaardbare toevoeging zijn aan het huidige bestand
een
uitvoerbare toevoeging zijn aan het huidige bestand
rechtstreeks
NPS management toestaan (itt bescherming door andere publieke agentschappen of
priveagentschappen)
Nationale Parken zijn een federale materie.
Maar hoe
werkt dat eigenlijk in Vlaanderen? Ik wist het zelf niet goed meer, maar kon
gelukkig heel wat informatie vinden op de website http://www.kunstenenerfgoed.be.
Vaak wordt erfgoed gecategoriseerd als:
roerend
erfgoed (in principe gemakkelijk te verplaatsen): schilderijen, wandtapijten, meubelstukken,
juwelen, werktuigen, gebruiksvoorwerpen, voertuigen, ... maar evengoed documenten,
archiefstukken of fotos
onroerend
erfgoed (want onverplaatsbaar): monumenten, landschappen en archeologische
sites
Cultureel
(= roerend + immaterieel erfgoed) en onroerend erfgoed hebben binnen de Vlaamse
overheid elk een eigen minister, administratie, evenementen, verschillende
decreten en subsidiekanalen. Cultureel
erfgoed is een gemeenschapsmaterie en valt binnen het beleidsdomein Cultuur,
Jeugd, Sport en Media. (Het Cultureel-erfgoeddecreet: http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/beleid/wet-en-regelgeving/cultureel-erfgoeddecreet.) Onroerend
erfgoed is een gewestmaterie en valt binnen het beleidsdomein Ruimtelijke
Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed. In de toekomst wordt dit het
beleidsdomein Omgeving. Voor het onroerend-erfgoedbeleid en dus het beleid voor
monumenten, landschappen en archeologische sites kan u terecht bij Onroerend
Erfgoed. (Het Onroerenderfgoeddecreet: https://www.onroerenderfgoed.be/nl/actueel/nieuws/een-decreet-twee-nieuwe-brochures.)
Beide
departementen beschermen erfgoed door bvb. organisaties te subsidiëren,
evenementen te ondersteunen, te bepalen wat beschermd dient te worden (en op
welke wijze)...
Voorbeelden
over hoe Cultureel Erfgoed bewaard kan worden, zijn te vinden op de website http://immaterieelerfgoed.be
( -> hoe). Ik geef er hier eentje weer:
In de tweede helft van de 20ste eeuw
was het kunstsmeden in Vlaanderen een zachte dood aan het sterven. Jongeren
kregen geen beroepsopleiding meer aangeboden en achter de uithangborden van de
schaarse kunstsmederijen werd nog maar zelden gesmeed.
In de jaren 1980 ontstond een
vernieuwde interesse voor het ingeslapen ambacht. Toch dringt een structurele
aanpak zich nu op om het ambacht te borgen. Weinig ambachtslieden beoefenen nog
beroepsmatig het kunstsmeden; het is geen evidentie om er de kost mee te
verdienen. Architecten en restauratoren worden dan weer regelmatig
geconfronteerd met een gebrek aan kennis en kunde om smeedijzeren delen van
waardevolle gebouwen te herstellen en te restaureren.
Dit meerjarig erfgoedproject wil
stappen zetten naar een actualisering en duurzame maatschappelijke verankering
van het ambacht. Het is onze ambitie om een plan van aanpak te ontwikkelen voor
de borging van het kunstsmeden en ervoor te zorgen dat randvoorwaarden
gecreëerd worden die dit plan mogelijk maken. Een programma bestaande uit vijf
maatregelen vormt het speerpunt: identificatie en documentatie, onderzoek,
transmissie, communicatie en sensibilisering, en herlancering. Hiermee willen
we een voorbeeldpraktijk ontwikkelen voor andere immaterieel-erfgoedpraktijken
die zich op een scharniermoment in hun maatschappelijke inbedding vinden en die
vergelijkbare borgingsuitdagingen kennen.
Er zijn op
de website van het Agentschap Onroerend Erfgoed ook verschillende voorbeelden
voorhanden over hoe onroerend erfgoed beschermd of gepromoot kan worden: https://www.onroerenderfgoed.be/nl/actueel/projecten/
Hieronder het voorbeeld van de Vlaamse Monumentenprijs.
De prijs erkent een persoon, een
privé- of openbare instelling voor een recente verwezenlijking op het vlak van
monumentenzorg, landschapszorg of archeologie. Aan die erkenning is een mooie
geldprijs gekoppeld. Elke laureaat krijgt 2.500 euro. De winnaar ontvangt daar
bovenop nog eens 12.500 euro en uiteraard de nodige media-aandacht.
Bij de beoordeling van de deelnemers
gaat bijzondere aandacht naar duurzame realisaties met verdiensten op de
volgende terreinen:
·
goed beheer van het onroerend
erfgoed (door onderhoud, restauratie, consolidatie en herstel);
·
een evenwichtig en multifunctioneel
gebruik, aandacht voor een duurzame, territoriale ontwikkeling;
·
een hedendaagse omgang met het
onroerend erfgoed, bijvoorbeeld door een gepaste nieuwe bestemming, het gebruik
van nieuwe technieken, de interactie met een nieuw ontwerp;
·
brede ontsluiting van het onroerend
erfgoed en speciale aandacht voor sensibilisering en educatie;
·
interactie van het onroerend erfgoed
met andere beleidsdomeinen zoals cultuur, ruimtelijke ordening, leefmilieu en
toerisme.
Als ik nu
een vergelijking maak tussen de manier waarop erfgoed beschermd wordt in de
Verenigde Staten en in Vlaanderen, dan krijg ik de indruk dat in de Verenigde
Staten meer de context, het verhaal, beschermd wordt. Terwijl in Vlaanderen eerder
een specifiek fenomeen, zij het materieel of immaterieel, beschermd wordt.
Als je een
Amerikaanse erfgoedsite bezoekt, dan bezoek je een hoofdstuk uit een Verhaal waarvan men is overeengekomen dat het gedeeld moet worden met iedereen, een hoofdstuk over de Burgeroorlog, of over de Natuur bijvoorbeeld. Een
verhaal over de Verenigde Staten, en hoe geweldig en veelzijdig die wel niet zijn. Het is dan ook een nationale materie.
Bezoek je een Vlaamse erfgoedsite, dan
bezoek je een gebouw of een gebruik met een bijzonder karakter, dat het bewaren waard lijkt. In Vlaanderen lijkt het
accent meer te liggen op het bewaren van kleine individuele stukjes erfgoed, die
misschien maar relevant zijn voor een klein deel van de gemeenschap. Het is dan ook Gemeenschaps- en Gewestmaterie. Terwijl
het in de V.S. meer lijkt te gaan over nationale overlevering, doorgeven van een
erfgoedpakket aan de volgende generaties.
Ik ben er
nog niet uit welke aanpak de voorkeur geniet, en elke aanpak is natuurlijk
cultuurafhankelijk. Maar ik ben nu wel blij dat ik wat meer weet over de idee achter de Nationale Parken en hun Vlaamse evenknie. En dat houdt me niet tegen om gewoon vrolijk verder te
genieten van Amerikaans en ander erfgoed, integendeel!
Op Buzzfeed circuleert een lijstje met "Surrealistische plaatsen in Amerika die je moet bezoeken voor je sterft". Redelijk dramatisch, maar wel een fijne weergave van de natuurpracht die hier in de Verenigde Staten te vinden is. Als je wat te veel naar Amerikaanse series kijkt (die zich meestal in steden afspelen) of je verdiept je gepassioneerd in de politiek van de V.S. (;-)), dan zou je haast vergeten wat een mooi land dit eigenlijk wel niet is.
We hebben het geluk dat we nr. 19 uit de lijst, Smoky Mountains, konden bezoeken. Heel bijzonder!
Met de
Vlaamse plannen voor verhoogd inschrijvingsgeld en de bijhorende referenties
naar "Amerikaanse toestanden" lijkt het mij het geschikte moment om even
aandacht aan te besteden aan die Amerikaanse toestanden. En tegelijk wil ik ook
iets kwijt over het verdwijnen van de opleiding Informatie- en bibliotheekwetenschappen
aan de Universiteit Antwerpen. Ja,ja, ik
heb over alles een mening...
Robert
Reich legt uit hoe de inschrijvingsgelden in de V.S. sinds de jaren 70 geëvolueerd
zijn. Want die zijn niet altijd zo
gigantisch hoog geweest. In de periode jaren 50 tot jaren 70 besteedde een
gezin aan het inschrijvingsgeld van een openbare universiteit een 4% van het (mediaan)
gezinsinkomen. In de jaren 80 begon het inschrijvingsgeld te stijgen. In 2012 kwam
dat inschrijvingsgeld overeen met 25% van dat gezinsinkomen.
Georgia Tech is zo
een publieke universiteit. Voor een master in de Architectuur komt het inschrijvingsgeld neer op $9,363
voor in-state students (of omgerekend 7.485 euro). Let op: dit is slechts voor 1
semester! Hoog genoeg om een drempel te zijn voor verschillende getalenteerde
jongeren, beoordeelt Reich. Ter vergelijking: aan de Vrije Universiteit Brussel
bedraagt het inschrijvingsgeld voor een volledig academiejaar master
Architectuur nu nog 619,90.
Is dit waar
de Vlaamse overheid naartoe wil?
Reich
stelt, naar mijn inziens terecht, dat een investering in hoger onderwijs een
investering is in de toekomst. De jongeren van vandaag zijn immers de managers,
advocaten, ingenieurs... m.a.w. de middenklasse van morgen. En onze huidige
economie heeft een middenklasse nodig. Hij legt dus een verband tussen onderwijs en economische conjunctuur. En dat is niet zo een gek idee.
In
Duitsland hebben ze dat goed begrepen, daar is hoger onderwijs vanaf nu gratis.
Nu, ik wil
geen appelen met peren vergelijken, en de Amerikaanse samenleving is de Vlaamse*
niet. (*Onderwijs is een Vlaamse bevoegdheid.) Maar is dit ook niet een beetje
gezond verstand gebruiken? Hoog inschrijvingsgeld creëert een drempel en heeft
een economische impact die verder gaat dan een optelsom in een budget. Nu kan ik
mij wel voorstellen dat sommigen een bepaalde drempel wenselijk vinden. Anders
discussieerden we ook niet over een toelatingsproef.
Maar willen we dan echt dat die drempel te maken heeft met financiële
draagkracht, en niet met talent, interesse, ambitie...? Want er is natuurlijk
geen garantie dat de kleine groep die in staat is om te betalen voor hoger
onderwijs, dezelfde groep is als deze die in staat is om een diploma hoger
onderwijs te behalen en deel uit te maken van die beruchte middenklasse.
Met andere
woorden: verhoogd inschrijvingsgeld biedt geen oplossing voor budgetproblemen.
Het creëert meer problemen dan het oplost.
Wie meer
wil weten over deze problemen en de rol van inschrijvingsgelden/hoger onderwijs/middenklasse
in een economisch stelsel zoals het onze, raad ik sterk aan om naar de
documentaire "Inequality for all" te kijken: https://www.youtube.com/watch?v=2DQYNdrr-ns
(trailer: https://www.youtube.com/watch?v=9REdcxfie3M) Misschien is er ergens
wel een gratis (legale) versie te vinden? Of misschien is deze ook te zien op
de Belgische Netflix? Hij is in elk geval beschikbaar op de Amerikaanse
Netflix.
Maar er
zijn blijkbaar nog andere dramatische "oplossingen"-behalve het
verhoogde inschrijvingsgeld- in het kader van De Besparingen.
Ik kreeg
deze week het droeve nieuws dat de opleiding Informatie- en
Bibliotheekwetenschappen (IBW) aan de Universiteit Antwerpen wordt stopgezet.
Besparingen. En daarmee verdwijnt ook meteen de enige universitaire opleiding
voor de sector. Er zijn dus geen toekomstige bibliothecarissen meer. Of toch
geen bibliothecarissen met een universitaire opleiding. Ik hoop van harte dat
een andere instelling het aandurft om deze opleiding in te richten, want dit is
een groot verlies.
Heb je dan
een universitair diploma nodig om een goede bibliothecaris te zijn? Er zijn
voorbeelden die het tegendeel bewijzen, en niet alles wat iemand tot een goede
bibliothecaris of informatieprofessional maakt, is te leren in een opleiding.
Maar het helpt zeker wel. En is het wel de verantwoordelijkheid van de Universiteit Antwerpen om voor die
opleiding te zorgen, hoor ik sommigen denken? Moet de sector dat niet zelf doen? Misschien. Maar dan kaats ik de vraag terug: is het de verantwoordelijkheid van een
universiteit om voor dokters te zorgen? Of moet een ziekenhuis dat zelf doen?
En wat met ingenieurs, psychologen, juristen...?
In elk
geval zal een gebrek aan opleiding snel genoeg te merken zijn in de sector. Niet
dat er helemaal geen opleidingen meer zijn. De opleidingen in de
bibliotheekscholen zijn overigens best geweldig, en ook dit is bijzonder
belangrijk voor de sector. Maar het speelt in op een andere behoefte dan de
opleiding IBW. Je zegt toch ook niet aan mensen die slager willen worden, dat
ze maar voor kok moeten studeren?
Dat de
beleidsmakers -van de academische overheid, zowel als de Vlaamse overheid- daar
maar eens over reflecteren wanneer ze binnen afzienbare tijd zelf, of met hun kinderen
of kleinkinderen naar de bibliotheek willen en merken dat de organisatie en service
toch niet van-je-dat is. En, o wee, wie dat dan aan de bibliotheekmedewerkers
durft verwijten, want ook zij kunnen maar roeien met de riemen die ze hebben.
Of zullen we ook maar meteen bibliotheken ook afschaffen? 't Zijn nu toch besparingen.
"Ach,
wanneer gaat men ooit beseffen hoe belangrijk opleiding en onderwijs zijn voor
een samenleving?", zuchtte de agoog.
24-09-2014
Even terug in België
Het was
geen vakantie, maar een blitsbezoek om persoonlijke redenen. En er vielen ons
een paar dingen op, na een zestal maanden afwezigheid.
1) Nors en
onbeleefd: ja, het is waar wat de buitenlanders zeggen. Wij Belgen zijn
ongelooflijk nors en onbeleefd.
2)
Verkeersagressie: wanneer ik in de Verenigde Staten in de auto zit, ben ik
altijd een beetje bang om in een of ander dom ongeluk terecht te komen. Want
het lijkt wel of niemand hier echt kan rijden. In Belgie, daarentegen, ben ik
bang om met een bosmaaier in stukjes gemaaid te worden.
Zowel de Amerikaanse als de Belgische wegcode vraagt van bestuurders om pas het
kruispunt op te rijden wanneer je ook zeker bent dat je er weer af geraakt. Dat
is hier in de V.S. de gewoonte, een gewoonte die we hebben overgenomen. Dus dat
deden we zonder veel nadenken ook in Belgie. Amai, getoeter, gezwaai met de
armen, bumperkleven voor de volgende paar kilometer... Gelukkig voert het BIVV campagne?
3) Kerken:
het vliegtuig had de grond nog niet geraakt of het viel me al op. Er zijn
bijzonder veel kerken in België. Dat was me al opgevallen in de Verenigde
Staten, maar de Belgische kerktorens was ik al zo gewend, dat ik ze nog niet
eerder had gezien.
4) Reclame:
de Belgische reclame ziet er heel anders uit dan de Amerikaanse. Publix vs Delhaize.
Wat ons
tenslotte ook opviel is dat we ons ondertussen thuis voelen in de Verenigde
Staten. Mijn thuis is waar mijn huisje staat :)
06-09-2014
Overpeinzing over de ecologische voetafdruk
Dit weekend
brachten we een bezoek aan het Sweetwater Creek State Park. Een kort bezoek,
want toen begon het te regenen. Maar dat is eigenlijk niet waar ik het over wil
hebben. In dat park waren er namelijk composteertoiletten.
Voor mij was het de allereerste keer dat ik een composteertoilet gebruikte.
Eigenlijk moet ik toegeven dat, hoewel het ongetwijfeld supergoed is voor het
milieu, ik het niet zo heel erg plezant vond. En als ik heel eerlijk ben, zou
ik zoiets niet in mijn huis willen. Hoewel ik dat misschien wel zou moeten doen
(wegens de verminderde impact op het milieu). Dus misschien komt het er ooit
wel van, wie weet...
De manier
waarop we de aarde nu behandelen en grondstoffen gebruiken kunnen we niet
blijven doorgaan. Dat is iets waar we het ondertussen wel redelijk over eens
kunnen zijn. De vraag is dan, welke levensstijl is wel duurzaam? En wat
betekent dat voor onze huidige levensstijl? Hoe ver willen we gaan en wat is
het ons waard? Kunnen we aan composteertoiletten gewend worden, of zijn we zo
hard gewend aan toiletten met water dat het een luxe is die we niet willen
opgeven? En welke kost heeft zoiets dan? Welke gevolgen hebben onze
beslissingen en heeft onze levensstijl voor anderen? Als ik een plastic zak
aanneem in de winkel, i.p.v. een herbruikbare zak te gebruiken, wat zijn dan de
gevolgen voor mijn (verre en minder verre) buur?
Ik heb vaak
het gevoel dat het leven in de V.S. zeer on-ecologisch is. Er wordt veel
plastic gebruikt, weinig gerecycleerd, veel weggegooid... In die zin denk ik
dat er in Belgie (of misschien in de E.U.: commissievoorstel voor minder plastic
tassen) veel meer
inspanningen geleverd worden om een ecologische levensstijl aan te nemen. Maar
ik weet eigenlijk niet in welke mate dat de ecologische voetafdruk werkelijk
vermindert. In elk geval vraag ik mij af in welke mate ik drastische veranderingen
wil/kan aanbrengen in mijn eigen levensstijl en of ik dan ook drastische
veranderingen kan vragen van anderen. Want iets als "minder plastic zakken
in de winkel" lijkt hier een even drastische verandering als het gebruik
van een composttoilet in je eigen huis. Anderzijds zijn dergelijke drastische veranderingen
wel nodig als we met z'n allen gebruik willen blijven maken van deze aarde.
Denkvoer :)
01-09-2014
Een dipje - even heel persoonlijk
Ik zit even in een dipje. Het kan niet altijd rozengeur en maneschijn zijn.
Vanavond
komt er een collega van Echtgenoot eten. Dus kook ik eens voor de verandering.
Omdat ik stoofvlees kan maken. En dat is toch een typisch Belgisch gerecht. Ik
had er mij aan gezet en ging een geweldig potje koken. Maar toen ik de zak met vlees
opendeed, zag ik dat het rot was.
En ineens
kwam alle rottigheid er uit.
Er worden
de laatste tijd heel veel kindjes geboren in onze omgeving en dan komen er
allemaal mooie foto's op Facebook over hoe gelukkig iedereen wel niet is. En ik
ben jaloers. Stikjaloers. Want zo had het bij ons ook moeten zijn. We hadden
spaghettisaus ingevroren, zodat we niet moesten koken. Zodat we op de zetel
konden zitten of in het bed liggen en genieten van ons kindje. Maar dat werd
anders voor ons beslist.
Toen
Dochter niet zo goed kon ademen na de bevalling, werd er een ambulance
bijgehaald. Die bracht een pediater mee die zijn job duidelijk niet goed kende. Want
hij wou niet luisteren naar de vroedvrouwen en hij bracht ons naar een ziekenhuis
waar wij niet naartoe wilden. Hij wilde zelfs niet naar het dichtstbijzijnde
ziekenhuis gaan. Dat is een inbreuk op de patientenrechten. Maar dat trok die
man zich duidelijk niet aan. Hij bracht ons naar een ziekenhuis waar ze
duidelijk ook geen fan waren van thuisbevallingen. Zo was er een vroedvrouw die
geen tijd had om te helpen met de borstvoeding, maar wel om een preek te geven
dat zij nooit thuis zou bevallen. Uiteindelijk heeft ons meisje die dag 8u niet
gegeten. Niet zo gezond voor een pasgeboren baby.
En elke dag
werd er gezegd: morgen mogen jullie naar huis. We zijn uiteindelijk 6 dagen in
het ziekenhuis gebleven (en ja, zes dagen gehoord: morgen mogen jullie naar
huis) en zijn toen gewoon opgestapt. Pasgeboren kindjes horen niet in een
ziekenhuis, toch niet als ze niet ziek zijn. Ze wilden haar graag nog meer dan
12u houden omdat er de volgende dag misschien nog wel eens iemand bloed zou
willen prikken. Grapjassen. En dan is er nog zoveel in dit verhaal dat ik niet
vertel, over onnodige antibioticakuren en nutteloze onderzoeken en stiekeme
kunstvoeding achter de rug van de ouders om en nog zoveel meer.
Ik vertrouw
geen artsen meer. En ik weet dus niet of ik ooit nog een tweede kindje kan
krijgen. Want als er iets mis gaat, moet er wel een arts aan te pas komen.
En ik zie
al die blije mama's en al die blije papa's met hun verfrommelde baby'tjes
gelukkig wezen en ik ben boos. Ik ben boos dat ik niet de eerste pamper mocht
verversen, dat ik haar eerste badje niet mocht geven, dat ik haar niet mocht
troosten als ze weende ("eerst nog een prikje, eerst nog dit, eerst nog
dat, voor je ze mag oppakken"), dat ze niet als eerste mijn mamamelk
gekregen heeft ("Waarom? Dat weten we niet, alle kindjes op de afdeling
hier krijgen kunstvoeding."), dat ik haar kleertjes niet mocht aandoen...
Ah neen, want dat is allemaal de job van de vroedvrouw in het ziekenhuis en die
ging mij wel eens laten zien hoe dat moest. En dan mocht ik het later misschien
ook zelf eens proberen. En dan: "Ben je zeker dat het je eerste kindje is,
want het lukt je zo goed om voor haar te zorgen?" Euhm neen, ik ben een
mama en ik luister naar mijn kind. Kruip de hoogste boom in en daar blijven
aub.
Ik ben boos
omwille van al die mama's aan wie hetzelfde wordt aangedaan onder het mom van
"zorgverlening". Mama's die, net zoals ik, het gevoel hebben tegen de
windmolens te vechten. Want er is een klacht binnen, maar daar horen we niks
van. En neen, niets van "de dokters en de verpleegsters hebben hun best
gedaan", ze hebben er met hun klak naar gezwierd. En ja, ik ben nog steeds
blij dat we thuis bevallen zijn, want wie weet hoe hadden ze niet geknoeid in
die eerste cruciale minuten als ze er al een soep van maken als het niet meer
zo cruciaal is? Ik durf niet meer in een ziekenhuis bevallen. Maar ik heb veel
bloed verloren bij deze bevalling, dus ik heb geen keuze meer. Als er een
tweede komt, moet ik in een ziekenhuis bevallen. Dus ik weet niet of er wel een
tweede zal komen. Maar tegelijk wil ik niet dat ze me dat óók nog afpakken.
En ik ben
verdrietig. Omdat er weinig mensen zijn aan wie ik mijn verhaal kwijt kan.
Omdat er weinig mensen zijn die samen met mij boos willen zijn. En omdat ik
vooruit wil. Ik wil dit achter me laten en er niet meer op terugkijken. Ik wil
alleen denken aan die mooie momenten tijdens de bevalling. Toen we nog thuis
waren. En ik wil het ziekenhuis vergeten. Dochter is nu bijna zes maand oud, ik
wil het achter me laten.
Maar soms
komt het dan in alle hevigheid weer boven. Zoals wanneer het vlees rot is.
26-08-2014
Autorijden
In het weekend van 14 juni reed ik voor het eerst toertjes op een lege parking en leerde ik er parkeren. Ondertussen, drie maand later, rijd ik al regelmatig naar de winkel. Ik vind het autorijden een beetje eng, omdat ik het zo moeilijk vind om het gedrag van de andere autobestuurders in te schatten. Afslaan zonder richtingaanwijzer, afwijken uit het baanvak, langs rechts inhalen... het lijkt soms of iedereen hier nog leert rijden. Het leren gaat dan ook traag. Echtgenoot moet me een beetje overtuigen vooraleer ik achter het stuur durf te kruipen. Maar goed, op een dag zal ik vast vol vertrouwen de baan op gaan.
Voor wie interesse heeft in het hele wetgevende kader (examens, begeleider, leerstof...): http://www.dds.ga.gov/
We zijn wel heel erg blij met onze Amedee (zo heet onze auto). Aangezien het openbaar vervoer hier echt niet voorzien is op het vervoeren van mensen van punt A naar punt B op een (tijds)efficiente manier, is een auto echt wel noodzakelijk. Je bent overal sneller met de auto dan met het openbaar vervoer. Het is ook handig om met Dochter ergens naartoe te gaan. Je kan gewoon vertrekken wanneer ze wakker is en moet niet wachten tot er misschien nog eens een keertje een bus passeert. (Want een tijdstabel staat er niet aan de bushalte. Zelfs geen hint welke lijn er passeert...) We reizen ook comfortabel over langere afstanden en kunnen stoppen waar en wanneer we willen. Bovendien, -ik ben nochtans geen moeilijke- is voeden in een stilstaande auto praktischer dan in een rijdende bus.
Kortom, Amedee is een fijne nieuwe aanwinst voor ons gezin en we hebben er al heel wat mijlen mee gereden. Hoewel we nog steeds ver onder het Amerikaans gemiddelde aantal mijlen per dag zitten. En op een dag zal ik alleen met Amedee mogen rondtoeren. Ik laat wel weten wanneer ik examen afleg, dan kunnen jullie allemaal duimen!
16-08-2014
Bezienswaardigheden in Atlanta
Als er ons gevraagd wordt wat er in Atlanta allemaal te doen is, dan is het antwoord meestal: niet zo veel. Mettertijd hebben we gelukkig toch wel een aantal attracties en bezienswaardigheden leren kennen. Hieronder vind je een lijstje (in willekeurige volgorde) van wat er in Atlanta en omstreken te beleven valt. Misschien handig voor wie de streek (en ons ;-) ) eens wil bezoeken? Ben je iets interessant tegengekomen dat niet in de lijst staat, laat dan gerust iets weten!
Heb je zelf onlangs vakantie gehad en heb je iets leuk bezocht? Of ben je gewoon lekker thuis gebleven? Of had je helaas geen vakantie deze zomer? Stuur ons gerust een kaartje of een brief. We wonen dan wel ver weg, we horen nog steeds graag iets van jullie.
De Atlanta Zoo werd bewust niet in het lijstje vermeld, omdat de dieren er in erbarmelijke omstandigheden leven. Het Aquarium is dan weer wel opgenomen in de lijst, omdat we er al zoveel positieve verhalen over gehoord hebben, maar met een voetnoot over de levensomstandigheden van dieren in aquaria.
Wat in italic is aangeduid, hebben we (tot nu toe) zelf al bezocht, en vinden we een aanrader.
Van ecologie en het beperken van de ecologische voetafdruk hebben weinigen hier kaas gegeten. Maar parken en groen, dat is hier wel aanwezig. Grant Park en Piedmont Park zijn op dit moment onze favorieten. Ergens naartoe stappen is niet altijd aan mij besteed. Ik moet toegeven dat ik wel eens de tram nam van de Beurs tot aan De Brouckere. Maar wandelen, daarentegen, dat vind ik dan wel weer fijn. Dus ik ben dan ook blij dat we deze parken ontdekt hebben. Het is al eens voorgevallen dat Echtgenoot er mij voor het werk afzet, en dat ik dan met Dochter wat ga wandelen, om dan verder naar huis te wandelen. Zo wandelen, met enkel wandelen als doel, dat vind ik echt een zaligheid. Dus binnenkort staan er ook wat Nationale Parken op het programma. Dus daarover volgt zeker ook eens een post in de toekomst. Google ondertussen maar eens naar afbeeldingen van de parken in Atlanta, en geniet van het uitzicht...
03-08-2014
20 Weird Things About America That Americans Don't Realize
Nr. 17 zorgt er nog altijd voor dat ik mij schuldig voel tegenover regio's met een gebrek aan drinkwater wanneer ik het toilet doorspoel...
26-07-2014
Maatschappijanalyse: ga ik ooit weten waarom?
Soms komen er ook goede herinneringen uit het verleden naar boven. Zo had ik als kind 's ochtends een "waarom-sessie" met mijn vader. Ik mocht dan telkens 1 waarom-vraag stellen. Waarom zijn de bomen groen? Waarom reflecteert een spiegel? Waarom geeft een lampje licht? Ik stelde vast ook veel kleurrijkere vragen dan dat, en niet zelden was het antwoord: "Ik weet het niet, wat denk jij?" En toen verzonnen we uitermate creatieve antwoorden op de vragen over wat er gebeurt op deze wereldbol.
Het vragen naar het waarom van de dingen heeft me eigenlijk nooit echt verlaten. En toen ik aan de VUB ging studeren, werd dat alleen maar gestimuleerd. Dus hier zit ik nu, aan de andere kant van de oceaan, en net als thuis vraag ik me bij elke maatschappelijke en politieke ontwikkeling af: waarom? En ook de alledaagse gewoonten en praktijken moeten er aan geloven. Waarom vragen wildvreemden hier altijd aan elkaar hoe het met hen gaat? Waarom mag je hier op zondag geen alcohol kopen voor 12:30? Waarom mag je jouw post in je eigen brievenbus steken om te laten versturen door de postbode?
Het zijn allemaal beslissingen die genomen worden, door een individu of groep, al dan niet geinstitutionaliseerd en bewust. En ik vraag me dan af: waarom zo, en niet anders? Alleen, in tegenstelling tot thuis, is het antwoord hier veel moeilijker te verzinnen. Ik merk dat ik zo weinig weet over de manier waarop de samenleving hier in elkaar zit, en (in vergelijking) zoveel meer over hoe het er thuis aan toe gaat. Tegelijk vallen veel van de zaken die thuis gebeuren mij al helemaal niet meer op. Waarom vragen onbekende niet aan elkaar hoe het met hen gaat? Waarom mag je 24/7 alcohol kopen? Waarom moet je post in een verzamelbrievenbus gaan steken?
En zo vroeg ik me bij het binnengaan van het overheidsgebouw waar het SSA Office in gevestigd is af: waarom? Iedereen moest een ID tonen, namen werden op bezoekerslijsten geschreven, zakken doorzocht en we moesten allemaal door een metaaldetector. Binnen in dat gebouw was er ook een schooltje of kinderdagverblijf. Een paar mensen voor ons was er een kleuterjuf/kinderverzorgster met een kleuter. Ze wilden graag terug naar binnen . Het metaal aan de schoenen van de kleuterjuf deed de metaaldetector afgaan. Ze stelde voor om haar schoenen uit te doen en deze door het scanapparaat te laten gaan en dan zelf weer door de metaaldetector te gaan. Maar dat mocht niet, ze moest helemaal gefouilleerd en er moest met zo een of andere pad langs haar gegaan worden om te bekijken wat de metaaldetector had doen afgaan. Dat duurde zeker tien minuten, en ondertussen lette er niemand op het kind. Nou ja, de kleuterjuf probeerde wel, maar dat is natuurlijk niet zo evident als er twee mensen aan je aan het prullen zijn. Conclusie van het hele gebeuren: het waren haar schoenen die de detector hadden doen afgaan...
En dan vraag ik me af: waarom? Waarom mag deze dame niet gewoon haar schoenen uitdoen en terug door de metaaldetector wandelen? En ik heb geen idee wat het antwoord kan zijn. Is het machtsmisbruik van de veiligheidsagenten? Is het een procedure met duidelijke redenen? En waarom komt er niemand in opstand tegen dit absurde voorval?
Ik heb echt eerlijk waar geen idee. En ik doe heel hard mijn best om niet te oordelen, net omdat ik niet weet waarom. Misschien wordt het mettertijd wel duidelijk.
Gisteren werkte ik voor de eerste keer als vrijwilliger in een van de bibliotheken van het Atlanta-Fulton Public Library System, een bibliotheeknetwerk met verschillende "branches" (bibliotheekafdelingen). Ik zal er (bijna) elke zaterdag vier uur spenderen. Ondertussen blijft Dochter bij Echtgenoot. Die kunnen overigens al heel goed overweg met de "papamelk" ofte mamamelk in flesjes.
Het was een geweldige ervaring. Twee verschillen met de Belgische bibliotheken waar ik al mocht verblijven, vielen mij meteen op: het digitale aspect van de bibliotheek en de collectie.
In META nummer 2014/4 staat een artikel met de titel "Hightech spaghetti". Het handelt over hoe het digitale aspect van het bibliotheekwezen in Belgie bijzonder versnipperd is, en hoe verschillende aspecten van de digitale bibliotheek niet op elkaar afgestemd zijn. Dat lijkt mij beter aangepakt in de bibliotheek waar ik vrijwilligerswerk doe. Er is een bibliotheekbeheersysteem in gebruik van SirsiDynix, dat gebruikt wordt voor alle mogelijke handelingen in de bibliotheek (uitleenmodule, gebruikersmanagement, catalografie...). Daardoor is elke module ook compatibel met een andere. Het netwerk van bibliotheken heeft ook een eigen IT-dienst. De mensen daar houden zich enkel bezig met de digitale bibliotheek, maar dan wel met alle facetten, tot de installatie van computers in de leeszaal toe. Zo is er altijd een duidelijk aanspreekpunt voor IT-problemen of suggesties, en is de IT-dienst op zijn beurt ook beter op de hoogte van de noden en behoeften van de bibliotheken.
Wat mij verder opviel was de opstelling en samenstelling collectie. Er zijn bijzonder weinig boeken aanwezig in de bibliotheek en ze zijn niet altijd in de beste staat. De opstelling spreekt ook niet echt bijzonder aan (toch niet voor mijn Europese oog). De rekken zijn niet allemaal even groot, het is niet gezellig om te "browsen" tussen de rekken, geen fijne leeshoekjes, (voor zover ik kon zien) is er enkel alfabetisch gerangschikt en niet per thema... Misschien is dit het gevolg of de oorzaak van het gebruik van de catalogus? Wie in de bibliotheek om een boek komt, weet doorgaans al heel erg goed welk boek ze willen meenemen. Er lijkt geen behoefte aan grasduinen tussen de rekken, het grasduinen gebeurt achter het computerscherm.
Daarnaast is het vrij eenvoudig om een boek van de ene bibliotheek naar de andere (binnen het netwerk) te laten overbrengen. En er is een "floating collection" met materialen die geen vaste locatie hebben. Ze blijven daar waar ze zijn binnengebracht tot ze weer verhuizen omdat ze door een gebruiker aangevraagd worden in een andere bibliotheekafdeling, of ergens anders worden binnengebracht. Dvd's zitten ondertussen zowat allemaal in de "floating collection", omdat het voor de individuele bibliotheken een te grote hap uit het budget werd om elk individueel de materialen aan te schaffen. Nu worden deze met het netwerk aangekocht en verspreid onder de verschillende bibliotheekafdelingen. Misschien een idee voor de Brusselse bibliotheken?
Ik kijk er in elk geval naar uit om nog veel meer te ontdekken en heel veel te leren over de manier waarop een openbare bibliotheek hier georganiseerd wordt. Ik zal zeker met veel inspiratie en ideëen naar de Belgische bibliotheken terugkomen!
13-07-2014
Wat ik (niet) mis uit Belgie/Brussel
wat ik mis
jullie! mijn vrienden en familie (yes, I'm Captain Obvious)
het concept 'wandelafstand'
openbaar vervoer
winkelen in Hema
shampoo en scrub uit Lush
kaas, worstenbroodjes, frietjes & chocolade (hoewel dat laatste niet meer zo hard sinds het pakket van Katrien en Marjolein, thx ladies!)
voetgangers
De Ronde van Frankrijk op Sporza
ontbijtkoeken en brood
sociale zekerheid en bijhorende welvaart (incl. toegankelijke gezondheidszorg)
gezellig onder een donsdeken kunnen kruipen
consumentenbescherming
radio 1
wat ik niet mis
een overvolle metro/bus/tram/trein
door het slecht weer moeten wandelen
toeteren in de straat tijdens het WK
rare mannen die met je 'koffie willen drinken'
autoloos naar de winkel gaan (shoppen voor een WEEK, booyah!)
klant-on-vriendelijkheid
smalle, drukke straten
slecht functionerende boilers en bijhorend gebrek aan warm water/verwarming
Frans moeten spreken
sluikstorten en dure vuilniszakken
kapotte roltrappen
06-07-2014
Martin Luther King Jr. Historic Site / 4th of July
Wat vooral een indruk heeft nagelaten na het bezoek aan de historische site, waar Dr. King opgeroeide, is hoezeer de Amerikaans segregatie leek op de Zuid-Afrikaanse Apartheid. Neen, het was allemaal niet 100% hetzelfde, het speelde zich ook af in twee regio's met een andere geschiedenis. Maar hoe je het draait of keert. mensen werden om een vreemde reden uit elkaar gehouden. En dat dit zich nog maar een 50 jaar geleden heeft afgespeeld. Niet zo vreemd dan, dat je er nog steeds de sporen van ziet in de samenleving.
Het vuurwerk aan Stone Mountain was mooi. Op een dekentje op het gras met de hele familie, na een lekkere picknick naar een mooi verlichte hemel kijken, ja, het had wel wat. En toen kwam er het volkslied. Niet zo gek natuurlijk, bij een viering van Onafhankelijkheidsdag. En toen kwam de Pledge of Allegiance. Dat was een beetje eng, want er leken wel heel veel mensen dat heel erg serieus te nemen. Zo met hun hand op het hart en zo. Misschien is het alleen maar eng omdat we het niet gewend zijn. Nou ja, toen was er vuurwerk, en toen het vuurwerk gedaan was stond er een boom in brand en toen gingen we naar huis. Echt gebeurd.
Nog een prettige vakantie allemaal!
28-06-2014
Moederschap/Ouderschap
Iemand schreef me onlangs in een e-mail "Je bent op enkele weken in een compleet andere wereld beland, zowel Amerika als Moederschap". Zo had ik het zelf nog niet bekeken, maar het is wel bijzonder accuraat verwoord. Ook het Moederschap/Ouderschap is een andere wereld dan deze waar ik vandaan kom. De bedoeling is dat deze blog hoofdzakelijk over Amerika gaat, maar ik had nu zin om ook over het ouderschap eens iets te schrijven.
Het is interessant om te zien hoe er verschillende ouderschapstijlen zijn, maar hoe bepaalde stijlen toch dominanter zijn dan andere. Zo zijn er heel veel goed bedoelde veronderstellingen, die er op wijzen dat onze stijl toch iets alternatiever is dan wat algemeen aangenomen wordt. Zo wees een collega van Echtgenoot er ons op dat er in Costco pampers en kunstvoeding in bulk kan worden gekocht, supergoedkoop! Maar zinloos als je wasbare luiers gebruikt en borstvoeding geeft. Of er wordt om de haverklap gevraagd waar haar tutje is. Misschien uit bezorgdheid dat ze het ergens heeft laten vallen? Maar daar is ze (gezien de borstvoeding) nog te jong voor. Of hoe we in de winkel onze luiertas onder de buggy moesten steken:
- "Ok, maar wij gebruiken een draagdoek, dus dat gaat niet."
- "Maar de luiertas mag niet op je rug, die moet onder de buggy." - "We hebben geen buggy, we gebruiken een draagdoek. We dragen ons kindje, zonder buggy. Dus we kunnen onze luiertas niet onder de buggy steken."
- "Dat kan wel zijn, maar de luiertas moet toch onder de buggy."
- "..."
Ook goedbedoelde raad tijdens de zwangerschap blijkt niet van toepassing. Want nee, we zijn het nog altijd niet beu om elke dag de was te doen. We hebben ook nog steeds geen hernia, want we dragen ergonomisch. En prompt reageren als Dochter huilt, heeft haar -tegen sommige verwachtingen in- niet tot huilbaby gemaakt. En zelfs al gaat ze niet elke dag in bad met de duurste babyzeep, ze heeft toch een mooi zacht babyvelletje.
Er zijn veel ouders op deze wereld, en veel kindjes. En niet elke ouder en elk kindje zijn hetzelfde. Het is dan ook niet gek dat er verschillende ouderschapsstijlen zijn. Wij werken volgens een principe dat bij onze persoonlijkheid en die van onze baby past. En dat blijkt niet datgene te zijn wat door de band genomen als het beste voor de kindjes beschouwd wordt. En toch hebben wij een gelukkige baby.
Er zullen nog vele jaren met gefronste wenkbrauwen en vragende blikken komen. Als blijkt dat we langvoeden bijvoorbeeld, of Rapley toepassen (o.a. met stukjes eten i.p.v. papjes). Of als we overwegen Dochter naar een school te sturen met een alternatieve onderwijsvorm. Maar we weten dat onze naasten achter ons staan en "Den Heer moet van ieder zijn getal hebben", zegt mijn meter wel eens. Wij zijn er ook maar eentje.
22-06-2014
Liefde gaat door de maag, maar cultuur evenzeer
De andere eetgewoonten zijn een belangrijk onderdeel van de cultuurschok die we hier meemaken. Het heeft ons zeker twee maand gekost om terug met zin aan tafel te gaan. Gelukkig vonden we redelijk snel na onze aankomst een markt met verse producten (Farmers Market) waar we aan een redelijke prijs verse groenten, fruit en biologisch geteeld vlees vinden. En met verse producten kunnen we lekkere maaltijden maken, ongeacht de lokale eetgewoonten.
Die lokale eetgewoonten, daar hebben we nog maar weinig positieve ervaringen mee. Smaken zijn doorgaans ongecompliceerd, flets en flauw. Het is zoet, zout of pikant en niet gevarieerd. Vaak vergezeld van frisdrank à volonté uit 'de fontein'. Gelukkig heb ik ook ontdekt dat veel fonteinen een bijna onzichtbaar knopje hebben waar water à volonté uit komt. Want ik lust eigenlijk helemaal geen frisdrank. En dan kan je hier wel nog eens met je dorst blijven zitten.
Brood vinden blijft een uitdaging. Wij eten graag zacht brood met een krokante, heerlijk krakende korst. Helaas hebben we dat hier nog niet gevonden. Wel zachte sponsbroden die terugveren in hun oorspronkelijke vorm als je er op duwt. Dat is wat in Belgie wel eens 'toastbrood' wordt genoemd, geloof ik. De kaiser rolls van de Farmers Market komen aardig in de buurt bij wat we lekker vinden, maar pistolets zijn nog altijd geen brood. We blijven dus nog even zoeken en experimenteren. En ergens zweeft nog het plan om zelf ons brood te bakken.
Wél een lokale delicatesse zijn de pannenkoeken met esdoornsiroop. Die maken we ondertussen ook thuis wel al eens, mmmm.... En we vonden ook buitenshuis een plek met lekker eten: het Tin Drum Asia Café. Echt op restaurant gaan, zit er met de minibaby nog niet in, maar Tin Drum is een fijn alternatief voor als we eens niet zelf willen koken (en afwassen ).
Kortom, eetcultuur ontdekken is ook een bijzondere ervaring!