Ik zit even in een dipje. Het kan niet altijd rozengeur en maneschijn zijn.
Vanavond
komt er een collega van Echtgenoot eten. Dus kook ik eens voor de verandering.
Omdat ik stoofvlees kan maken. En dat is toch een typisch Belgisch gerecht. Ik
had er mij aan gezet en ging een geweldig potje koken. Maar toen ik de zak met vlees
opendeed, zag ik dat het rot was.
En ineens
kwam alle rottigheid er uit.
Er worden
de laatste tijd heel veel kindjes geboren in onze omgeving en dan komen er
allemaal mooie foto's op Facebook over hoe gelukkig iedereen wel niet is. En ik
ben jaloers. Stikjaloers. Want zo had het bij ons ook moeten zijn. We hadden
spaghettisaus ingevroren, zodat we niet moesten koken. Zodat we op de zetel
konden zitten of in het bed liggen en genieten van ons kindje. Maar dat werd
anders voor ons beslist.
Toen
Dochter niet zo goed kon ademen na de bevalling, werd er een ambulance
bijgehaald. Die bracht een pediater mee die zijn job duidelijk niet goed kende. Want
hij wou niet luisteren naar de vroedvrouwen en hij bracht ons naar een ziekenhuis
waar wij niet naartoe wilden. Hij wilde zelfs niet naar het dichtstbijzijnde
ziekenhuis gaan. Dat is een inbreuk op de patientenrechten. Maar dat trok die
man zich duidelijk niet aan. Hij bracht ons naar een ziekenhuis waar ze
duidelijk ook geen fan waren van thuisbevallingen. Zo was er een vroedvrouw die
geen tijd had om te helpen met de borstvoeding, maar wel om een preek te geven
dat zij nooit thuis zou bevallen. Uiteindelijk heeft ons meisje die dag 8u niet
gegeten. Niet zo gezond voor een pasgeboren baby.
En elke dag
werd er gezegd: morgen mogen jullie naar huis. We zijn uiteindelijk 6 dagen in
het ziekenhuis gebleven (en ja, zes dagen gehoord: morgen mogen jullie naar
huis) en zijn toen gewoon opgestapt. Pasgeboren kindjes horen niet in een
ziekenhuis, toch niet als ze niet ziek zijn. Ze wilden haar graag nog meer dan
12u houden omdat er de volgende dag misschien nog wel eens iemand bloed zou
willen prikken. Grapjassen. En dan is er nog zoveel in dit verhaal dat ik niet
vertel, over onnodige antibioticakuren en nutteloze onderzoeken en stiekeme
kunstvoeding achter de rug van de ouders om en nog zoveel meer.
Ik vertrouw
geen artsen meer. En ik weet dus niet of ik ooit nog een tweede kindje kan
krijgen. Want als er iets mis gaat, moet er wel een arts aan te pas komen.
En ik zie
al die blije mama's en al die blije papa's met hun verfrommelde baby'tjes
gelukkig wezen en ik ben boos. Ik ben boos dat ik niet de eerste pamper mocht
verversen, dat ik haar eerste badje niet mocht geven, dat ik haar niet mocht
troosten als ze weende ("eerst nog een prikje, eerst nog dit, eerst nog
dat, voor je ze mag oppakken"), dat ze niet als eerste mijn mamamelk
gekregen heeft ("Waarom? Dat weten we niet, alle kindjes op de afdeling
hier krijgen kunstvoeding."), dat ik haar kleertjes niet mocht aandoen...
Ah neen, want dat is allemaal de job van de vroedvrouw in het ziekenhuis en die
ging mij wel eens laten zien hoe dat moest. En dan mocht ik het later misschien
ook zelf eens proberen. En dan: "Ben je zeker dat het je eerste kindje is,
want het lukt je zo goed om voor haar te zorgen?" Euhm neen, ik ben een
mama en ik luister naar mijn kind. Kruip de hoogste boom in en daar blijven
aub.
Ik ben boos
omwille van al die mama's aan wie hetzelfde wordt aangedaan onder het mom van
"zorgverlening". Mama's die, net zoals ik, het gevoel hebben tegen de
windmolens te vechten. Want er is een klacht binnen, maar daar horen we niks
van. En neen, niets van "de dokters en de verpleegsters hebben hun best
gedaan", ze hebben er met hun klak naar gezwierd. En ja, ik ben nog steeds
blij dat we thuis bevallen zijn, want wie weet hoe hadden ze niet geknoeid in
die eerste cruciale minuten als ze er al een soep van maken als het niet meer
zo cruciaal is? Ik durf niet meer in een ziekenhuis bevallen. Maar ik heb veel
bloed verloren bij deze bevalling, dus ik heb geen keuze meer. Als er een
tweede komt, moet ik in een ziekenhuis bevallen. Dus ik weet niet of er wel een
tweede zal komen. Maar tegelijk wil ik niet dat ze me dat óók nog afpakken.
En ik ben
verdrietig. Omdat er weinig mensen zijn aan wie ik mijn verhaal kwijt kan.
Omdat er weinig mensen zijn die samen met mij boos willen zijn. En omdat ik
vooruit wil. Ik wil dit achter me laten en er niet meer op terugkijken. Ik wil
alleen denken aan die mooie momenten tijdens de bevalling. Toen we nog thuis
waren. En ik wil het ziekenhuis vergeten. Dochter is nu bijna zes maand oud, ik
wil het achter me laten.
Maar soms
komt het dan in alle hevigheid weer boven. Zoals wanneer het vlees rot is.
|