Vorige week is er een nieuwe kink gekomen in de regeringsonderhandelingen. Alhoewel de opdracht van Johan Vande Lanotte als Koninklijk Bemiddelaar intussen verlengd werd, heeft zijn nota voor de zesde staatshervorming toch schade opgelopen. Nochtans met 16,7 miljard aan bevoegdheidsoverdrachten, waaronder de kinderbijslagen, het federale arbeidsmarktbeleid, de ouderenvoorzieningen, de tegemoetkomingen voor hulp aan bejaarden, het gevangeniswezen en een deel fiscale aftrekken, En bovenop een zeer ruime fiscale autonomie, vooral inzake personenbelasting. Kennelijk is het nooit genoeg, werd her en der vastgesteld.
Neen, neen, dat is niet het probleem, heet het nu. Probleem is eerder dat we teveel willen doen. We gaan wat te breed, maar niet voldoende diep. We zouden beter wat minder doen. Less is more. Beter wat minder domeinen bestrijken, maar op de resterende wel dieper snijden in de federale bevoegdheden.
Less is more
Wat minder, dat slaat dan kennelijk op de kinderbijslagen. Daar is toch geen eer meer mee te behalen, heet het. Want het zou per regio worden georganiseerd, met in elke regio een gelijk recht per kind. Terwijl een deel van de Vlaamse politici nog altijd hopen in Brussel tot aparte stelsels te komen voor Vlaamse en Franstalige kinderen. Als het dat niet kan worden, laat het ons dan maar liever federaal houden, om gezichtsverlies te vermijden. Waardoor er in de braadpan plaats komt voor een andere vette vis, met name wat meer autonomie inzake arbeidsmarktbeleid.
Nu, in de nota Vande Lanotte is het arbeidsmarktbeleid al quasi volledig overgeheveld. Dus is de boodschap: splits simpelweg de werkloosheidsverzekering! splits de RVA! Want dat is zowat het enige dat federaal zou zijn overbleven. De Vlaamse werkgeversorganisaties vinden dit een uitstekend idee.
Drie RVA-tjes?
Het hele theaterstuk van de afgelopen dagen lijkt dus vooral gericht op een verkaveling van een essentieel stuk van de solidariteit tussen de werknemers via de wacht- en werkloosheidsuitkeringen, en bij afgeleide ook de brugpensioenen. Dat zou nodig zijn, zo wordt beweerd, voor een performanter arbeidsmarktbeleid in de regios. Alsof het ineens beter zou gaan met een gesplitste werkloosheidsverzekering.
Zeker is dat je dan drie RVA-tjes krijgt mét alle extrakosten van dien, maar zonder enige garantie dat die het beter gaan doen dan de RVA vandaag. Zeker is dat je drie werkloosheidsreglementeringen krijgt, met alle problemen van dien voor werknemers, werklozen en bedrijven wier leven niet is opgesloten in één enkele regio. Zeker is dat je verzekering veel kwetsbaarder wordt voor schokken op de arbeidsmarkt, want hoe breder je draagvlak, hoe schokbestendiger je verzekeringsstelsel. Zeker is dat je zo de discriminatie tussen werklozen organiseert, want de verzekeringspremies - de sociale bijdragen zijn in elk Gewest dezelfde, terwijl de rechten zouden verschillen. En zeker is dat je zo de mobiliteit binnen België nog meer gaat bemoeilijken. Tegenover die zekere nadelen staan alleen onzekere baten.
Communautaire scherpslijpers
Nu, zon zorgvuldige afweging van baten en kosten, dat zal de communautaire scherpslijpers wellicht worst wezen. Het gaat niet om de baten, maar eenvoudig om het schaden van de werklozen. Dat is geen intentieproces. Bij minstens een van de onderhandelende partijen staat het letterlijk in het verkiezingsprogramma: geen wachtuitkeringen meer voor werkloze schoolverlaters, geen werkloosheidsuitkeringen meer voor langdurig werklozen en geen brugpensioenen meer voor oudere werklozen. Je moet maar durven.
De financiële crisis heeft zwaar huisgehouden op onze arbeidsmarkt. Gevolg 1: hoge jeugdwerkloosheid . Gevolg 2: in alle leeftijdsgroepen veel mensen die hun job verloren, waarvan een deel inmiddels in de langdurige werkloosheid zijn beland. Gevolg 3: veel oudere werklozen die overal de deur op de neus krijgen. In plaats van al dezen nu bij de staan en werk te maken van werk, staat hen nu een schrapping van of korting op hun uitkering te wachten. Zonder maar even stil te staan bij de oorzaken van hun werkloosheid: de financiële crisis zonder voorgaande. Beschamend.
Gewaarborgd dagloon bij sneeuw en ijzel op weg naar het werk
Gewaarborgd dagloon bij sneeuw en ijzel op weg naar het werk
Na een vulkaanuitbarsting en overstromingen heeft ook de sneeuw de werkende mens in 2010 al heel wat parten gespeeld. Een goede reden om even enkele principe inzake gewaarborgd dagloon te hernemen.
Gewaarborgd dagloon Volgens artikel 27, 1° Arbeidsovereenkomstenwet heeft de werknemer recht op een gewaarborgd dagloon als hij: 1. geschikt is om te werken; 2. zich normaal naar zijn werk begeven heeft; 3. op de weg naar het werk geconfronteerd wordt met een situatie; 4. die onafhankelijk is van zijn wil, en; 5. die ervoor zorgt dat hij met vertraging of niet op de plaats van het werk aankomt. Deze voorwaarden moeten gezamenlijk vervuld zijn voor elke afzonderlijke dag waarvoor de werknemer gewaarborgd dagloon vraagt.
Voorwaarden Arbeidsgeschikt zijn
De werknemer moet arbeidsgeschikt zijn op het ogenblik dat hij zich naar het werk begeeft. Dit betekent in de eerste plaats dat hij medisch geschikt moet zijn. Het impliceert ook dat hij juridisch geschikt is. Een kinderverzorger met een tijdelijk beroepsverbod of een taxichauffeur met een ingetrokken rijbewijs kunnen dus geen aanspraak maken op gewaarborgd dagloon, net zomin als een werknemer die op economische werkloosheid staat.
De arbeidsgeschiktheid wordt vermoed. Van een werknemer kan immers moeilijk verwacht worden dat hij het negatieve (en onmogelijke) bewijs levert niet arbeidsongeschikt te zijn geweest. In geval van betwisting zal het dan ook aan de werkgever zijn om aan te tonen dat de werknemer arbeidsongeschikt was op de dag waarvoor hij gewaarborgd loon claimt.
Zich normaal naar het werk begeven Normaal betekent dat de werknemer zich naar het werk moet begeven in normale omstandigheden van tijd, plaats en middelen.
Op weg naar het werk De hindernis moet zich voordoen op de weg naar het werk. Essentieel is dat de werknemer zijn woning moet verlaten hebben en zich via een min of meer gebruikelijke weg naar het werk moet hebben begeven; onredelijke omwegen of (filevermijdende maar niet altijd even goed uitdraaiende) shortcuts via idyllische veldwegen kunnen het recht op gewaarborgd dagloon in het gedrang brengen.
Onafhankelijk van zijn wil De vertraging of afwezigheid moet onafhankelijk zijn van de wil van de werknemer. Te laat opstaan, of onderweg zonder brandstof vallen, zijn meestal niet onafhankelijk van de wil van de werknemer maar het gevolg van nalatigheid. De werknemer moet aantonen dat hij een redelijke inspanning heeft geleverd om (tijdig) op het werk te geraken. De wet vereist echter niet dat de werknemer buitengewone maatregelen treft om zich naar het werk te begeven (bijvoorbeeld een zeer grote afstand te voet moeten afleggen of hoge vervoerskosten betalen als de werkgever deze niet ten laste neemt ). Wel worden van de werknemer meer inspanningen verwacht naarmate het euvel meer voorspelbaar is. Wanneer de weerman massas sneeuw aankondigt, is het dan ook verstandig om indien mogelijk de auto aan de kant te laten staan en te opteren voor het openbaar vervoer (wat niet wegneemt dat ook dit mogelijk hinder kan ondervinden van winterse toestanden). Anders dan bij overmacht hoeft de situatie echter niet totaal vreemd te zijn aan de persoon van de werknemer. Gewaarborgd dagloon zal bijgevolg ook verschuldigd zijn aan een werknemer die ten gevolge van een epileptische aanval op de trein wat later op het werk arriveert.
Met vertraging of niet op het werk komen Werknemers met glijdende werktijden zullen vaak pas geacht worden met vertraging op het werk aan te komen wanneer ze pas na het verstrijken van de glijtijd de drempel van de onderneming overschrijden. De glijtijd is de tijd tijdens dewelke de werknemer mag werken, zonder hiertoe reeds contractueel verplicht te zijn (bv. van 7-9.30 u en van 16-19 u). Deze stelling is aanvechtbaar nu de normale werktijd als uitgangspunt fungeert en de kans groot is dat de werknemer normaal steeds rond eenzelfde tijdstip begint te werken. Voor werknemers met een tijdsregistratie kan eventueel een gemiddelde beginuur als ijkpunt worden gehanteerd.
Welk loon? Het loon waarop de werknemer krachtens artikel 27 recht heeft is het loon dat hem zou zijn toegekomen, indien hij zijn dagtaak normaal had kunnen volbrengen. Dit houdt in dat wanneer de normale dagtaak overuren zou hebben bevat, deze overuren ook moeten worden betaald. Hetzelfde geldt voor voordelen in natura. Kostenvergoedingen moeten enkel in de berekeningsbasis voor het gewaarborgd dagloon worden opgenomen wanneer zij niet de loutere terugbetaling vormen van de werkelijke onkosten. Indien het referteloon niet onmiddellijk kenbaar is, omdat het veranderlijk is, zal het gemiddeld dagloon berekend moeten worden op basis van een gemiddelde. De wet bepaalt niet hoe dit moet gebeuren. Het kan bijgevolg een gemiddelde van de laatste 12 maanden, van de laatste maand, of nog van een andere referteperiode zijn.
Met vriendelijke groeten Jan Deceunynck Persdienst LBC-NVK T + 32 3 220 87 63 | F + 32 3 220 89 83 LBC-NVK ALGEMEEN SECRETARIAAT Sudermanstraat 5 | BE-2000 Antwerpen LBC-NVK VAKBOND VOOR MORGEN | www.lbc-nvk.be<UrlBlockedError.aspx>
We schaamden ons de voorbije dagen. De jarenlange pesterijen bij MACtac waarover uitvoerig bericht werd in de media zijn ronduit schokkend. Dat bedrijf kende blijkbaar een echte pestcultuur. In die mediastorm lijkt het wel alsof de vakbond minder bekommerd was om het slachtoffer, geen greintje rechtvaardigheidsgevoel had en de kleine lettertjes van de wet gebruikte om een pestkop aan een forse schadevergoeding te helpen.
Laat het ons duidelijk stellen: het ACV kiest voor het slachtoffer. Pesten op het werk kan niet! Pesters horen niet thuis in het ACV! Hun gedrag staat haaks op onze waarden en principes. Daarom gaat onze bekommernis volledig naar de slachtoffers. We zullen hen bijstaan met alle middelen die binnen onze mogelijkheden liggen.
-
Met de informatie waarover we nu beschikken, erkent het ACV dat er twee beoordelingsfouten zijn gemaakt. Ten eerste had de persoon die de pestfeiten filmde nadien niet op een ACV-lijst voor de sociale verkiezingen van 2004 mogen staan. Indien het ACV in 2008 alle feiten had gekend, had het ACV toen ook de juridische verdediging tegen diens ontslag om dringende reden niet opgenomen.
Dergelijke pesterijen moeten absoluut worden voorkomen. Het ACV werkt hier al jaren zeer intens aan en lag met verschillende acties mee aan de basis van de wetgeving die pesten strafbaar stelt. Maar het is duidelijk dat deze wetgeving niet voldoet. Die moet geëvalueerd en bijgestuurd worden. Zo is het onbegrijpelijk dat de directie van MACtac, ondanks duidelijke adviezen van de preventieadviseur, jarenlang kan doen of haar neus bloedt.
-
Het ACV ontwikkelt de komende maanden een actieplan om pestgedrag nog harder te bestrijden:
door onze 3 000 medewerkers, 16 000 verkozenen en 80 000 vrijwilligers opnieuw te informeren over onze houding in verband met pesten;
door in de ACV-vorming een stevige tand bij te steken in verband met pestpreventie. Om zo vrijgestelden en afgevaardigden beter te wapenen in dit soort moeilijke dossiers;
door in samenwerking met slachtoffers van pestpraktijken een anti-pestcampagne voor de ondernemingen voor te bereiden;
door de wetgeving te evalueren en voorstellen tot bijsturing uit te werken;
door onze interne procedures inzake rechtsbijstand te evalueren en een onafhankelijke ombudsdienst te installeren;
door een webpagina http://pestenkanniet.acv-online.be voor al onze militanten te openen. Hierop kan u reacties en suggesties kwijt rond dit dossier. De binnengekomen reacties zullen we nauwgezet opvolgen en gebruiken op acv-online.be.
-
We waren de voorbije dagen echter ook kwaad. Omdat deze pesters uw waardevolle werk als vakbondsafgevaardigde, die het wél iedere dag opneemt voor collegas, in een slecht daglicht stellen. Personen die het ACV vertegenwoordigen hebben een voorbeeldfunctie. Zo verwerven we recht van spreken. Dat verwachten we van mekaar.
We merken dat werkgeversorganisaties en anderen dit dossier nu al misbruiken om een aanval te doen op de bescherming van vakbondsafgevaardigden. Bescherming die nodig is om collegas te helpen en te verdedigen. We laten niet toe dat uw inzet als vakbondsafgevaardigde en de bescherming die daarbij hoort, worden aangetast. Wij vragen dan ook uw uitdrukkelijke steun voor onze aanpak en werkwijze.
We wensen u alle syndicale kracht in deze moeilijke tijden.
Met vriendelijke groet,
Luc Cortebeeck Claude Rolin Voorzitter ACV Algemeen Secretaris ACV
Disclaimer: Dit bericht en alle eventueel bijgevoegde bestanden zijn vertrouwelijk en uitsluitend bedoeld voor de persoon of de entiteit naar wie het geadresseerd is. Indien u, per vergissing deze e-mail ontvangt zouden we het op prijs stellen indien u ons daarvan op de hoogte stelt.
We nodigen u graag uit op de volgende bijeenkomst van onze plaatselijke ACV-kern. Deze vindt plaats op maandag 6 december 2010 om 20 uur in het ACV-lokaal van het Parochiaal Centrum, Otterstraat 128 te Sint-Gillis.
Op deze avond komt aan bod:
-ieder zijn zeg
-voorbereiding van onze ledenavond op 25 februari: thema, gastspreker,
-Voor ons geen carrière in armoede: een initiatief van welzijnszorg
-de onderhandelingen voor een nieuw inter-professioneel akkoord zijn gestart.
-Laat het grote geld niet ontsnappen: een nieuwe campagne om te komen tot een rechtvaardig belastingssysteem