Wat te doen als we verstrooid zijn bij het bidden? Maak je dan geen zorgen. God kent ons verlangen. Hij bemerkt beter dan wij zelf wat we eigenlijk bedoelen en wat er diep in ons hart leeft. Frère Roger.
Beoordeel dit blog
Geboorte en woonhuis van Pater karel, Andries Houben.
Moeder Theresa
Johannes Chrysotomos
Emmausgangers
Als u op de link klikt, zult u ontdekken wat een prachtig zendelingenwerk Heyboer verricht op Borneo. Zeker een keer kijken.
Pelgrimstocht op aarde
29-02-2008
Zo is er vreugde over een bekeerde zondaar
De Farizeën en schriftgeleerden waren dikwijls heel boos op Jezus en mopperden veel. Zo ook morden ze dat hij met zondaars en tollenaars at. Maar Jezus antwoordde hen in parabels. Zo ook lezen wij bij Lucas 15 dat hij vertelt over een schaap die verloren was en een echte herder laat de overige schapen in de steek om het verloren schaap te zoeken. Maar het mooiste verhaal met diepe betekenis is wel het verhaal van de verloren zoon, die terugkwam. Iemand had twee zonen. De jongste van hen zei tegen zijn vader: "Vader geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb. De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte.Terwijl hij het zo goed had bij de vader, wilde hij toch weg, zijn eigen leven leiden. En wat voor een leven. Een leven, dat aards genot en losbandigheid waren de ingrediënten van zijn losbandig leven. Maar daar kwam een einde aan . Geld was op en een grote hongersnood brak uit. Hier had hij niet op gerekend en het ging ook spoedig bergafwaarts met hem. Nu voelde hij aan de lijve wat gebrek en honger lijden betekent.Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: de dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: "Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners. Nu kwam hij tot inkeer en dacht hij weer aan zijn vader, waar hij het zo goed had, zonder zorgen. Hij bedacht, wat hij zou zeggen in de hoop, dat zijn vader hem niet weg zou sturen. Want wat hij gedaan had was niet zo mooi. Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader.Zijn vader zag hem in de verte aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. "Vader,"zei zijn zoon tegen hem, "ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden." Maar de vader luisterde hier niet eens naar, zo blij was hij dat zijn zoon was terugkeerd. Heel hartelijk sloot zijn vader hem in zijn armen. Hij zei dan ook: Deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en is weer teruggevonden. Of de schriftgeleerden dit begrepen hadden staat niet vermeld, maar hij wilde hiermee duidelijk aangeven, waarom hij met zondaars en tollenaars omging. Zij stonden meer open voor zijn woord als hun. En God is als de vader, die blij en gelukkig is wanneer de zondaars zich bekeren en zich weer tot hem wenden. Wat ook hun leven is geweest. Hoeveel kwaad ze ook uitgericht hebben. Het is nooit te laat, wanneer ze tot de gedachten komen; waar ben ik toch mee bezig. Als ze zich dan voor hem neerwerpen op hun knieën en zeggen: "Vader ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u." zal hij hen oprichten en in zijn armen sluiten. Want God de Heer is geen veroordelende en straffende God, maar een vergevende God. Wat wij ook misdaan zouden hebben. Zo zien we bij Johannes 8 dat de Farizeën een overspelige vrouw bij hem brachten en wilde testen, wat hij zou zeggen. Ze zetten haar in het miden en zeiden tegen Jezus: "Meester deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt u daarvan?" Zo gebrand waren ze om precies letterlijk de wet van Mozes uit te voeren. Maar Jezus zei niets. Hi ging in het zand schrijven. Jezus bukte zich op de grond en schreef met zijn vinger op de grond. Toen ze bleven aandringen, richtte hij zich op en zei: "Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen. Maar niemand durfde en Jezus ging verder met schrijven. Waren ze bang dat hij hun zonden in het zand aan het schrijven was? Ze dropen een voor een af en bleef Jezus alleen met de vrouw achter. En nu laat Hij zien de vergevingsgezindheid van de Heer. Waar zijn ze? heeft niemand u veroordeeld? Niemand Heer, zei ze. "Ik veroordeel u ook niet,"zei Jezus. "Ga naar huis en zondig vanaf nu niet meer." En zo komen we vele verhalen tegen van vergevingsgezindheid van De Heer. Hij hoopt dat allen zich bekeren en het zondig leven vaarwel zeggen en dat geeft vreugde in de hemel. Zo zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt. Het is goed het verhaal van de verloren zoon niet éénmaal, maar meerdere keren te lezen en ons er in te verdiepen om te zien hoe de Hemelse Vader bezorgd om ons is en blij is als wij na het vallen weer ootmoedig tot hem terugkeren.
Maar jou Israël, mijn dienaar, Jacob, die ik uitgekozen heb, nakomeling van Abraham, mijn vriend, jou die ik heb weggehaald van de einden der aarde, die ik van haar verste uithoeken terugriep- jou zeg ik: jij bent mijn dienaar, jou heb ik gekozen, ik heb je niet afgewezen. Wees niet bang, want ik ben bij je, vrees niet want ik ben je God. Ik zal je sterken, ik zal je helpen, je steunen met mijn onoverwinnelijke rechterhand. Jesaja 41:8-11 Want ik ben de Heer, je God. Ik neem je bij de rechterhand en zeg je: Wees niet bang, ik zal je helpen vers13Deze woorden, die Jesaja namens God tot Israël sprak, zegt hij door Israël ook tot ons. Ik neem je bij de rechterhand en zeg je: Wees niet bang, ik zal je helpen. De Heer zal ook ons begeleiden, als we maar vertrouwen in hem hebben. Dan hoeven we niet bang te zijn, wat er ook gebeurt. Hij zal ook ons helpen en sterken door alle hindernissen, tegenspraak en door het duister van het ongeloof heen.Niets kan ons dan deren, want de sterke God is bij ons en waakt over ons. Ook tot ons zal hij zeggen: jij bent mijn dienaar, jou heb ik uitgekozen, ik heb je niet afgewezen. Abraham, Isaäk en Jacob hadden een groot geloof en vertrouwen in de Heer en wisten, wat hij belooft, dat zal geschieden. Ze hebben veel moeilijkheden moeten overwinnen, maar ze bleven hem trouw. Ook wij weten, wat de Heer ons beloofd heeft, als we hem maar blijven volgen door alle moeilijkheden heen. Wees niet bang, want ook ons neemt hijbij de rechterhand om ons te behoeden voor het afglijden naar de afgrond. De afgrond van ongeloof,twijfels en voor alles wat uit den boze is. Vrees niet, wees niet bang, maar stel je volledig open voor de Heer en blijf hem trouw.
Bij Mattheüs 13 staan we stil bij de gelijkenis die Jezus aan de menigte vertelde over de zaaier die uit ging om te zaaien, waarvan 'n deel op de weg viel, een ander deel op de rotsen; een deel tussen de distels en een deel op de goede grond. Een verhaal, waarin de Heer duidelijk aangeeft, wat er met zijn woord, dat uitgezaaid wordt; gebeurt, als het op de verkeerde plekken terecht komt. Aan zij leerlingen geeft hij uitvoerig uitleg, de betekenis van de parabel.Hoor en begrijp dan nu de gelijkenis van de zaaier. Bij ieder die het woord hoort maar niet begrijpt, komt hij die het kwaad zelf is en rooft wat hun in het hart is gezaaid; bij hen is op de weg gezaaid. Dat betekent dus, ze hebben het woord wel gehoord, maar doen er niets mee. Ze gaan gewoon door met hun leven en vergeten het weer. Het kwaad heeft het zaad van het woord weer weggeroofd.Het zaad dat op rotsachtige grond is gezaaid, dat zijn zij die het woord horen en het meteen met vreugde in zich opnemen. Het schiet echter geen wortel in hen, oppervlakkig als ze zijn. Worden ze vanwege het woord beproefd of vervolgd, dan houden ze geen ogenblik stand. Dat zijn dus zij die zich verheugen om de blijde boodschap van de Heer, maar het heeft geen diepgang. Zo gauw er problemen ontstaan met de omgeving, omdat zij wel geloven, haken ze af. En volgen de Massa, zoals hun leven geleid wordt.Het woord van de Heer schiet geen wortel in hun hart en denken er niet over na wat de Heer hun wil vertellen. Het zaad dat tussen de distels is gezaaid, dat zijn zij die het woord horen, maar bij wie de zorg om het dagelijks bestaan en de verleiding van de rijkdom het woord verstikken, zodat het zonder vrucht blijft. Hier zien we duidelijk, dat de Heer bedoelt, die zich steeds maar zorgen blijven maken, zonder even een pas op de plaats te maken en na te denken, wat het belangrijkste is. En bovendien de wereldse rijkdom is zo verleidelijk, dat men dat graag wil na streven.. Dat is niet de juiste weg. Want alle rijkdom vergaat en eens komt de dag dat we er niets meer mee kunnen doen. Alleen de hemelse rijkdom is blijvend. Het zaad dat in goede grond is gezaaid, dat zijn zij die het woord horen en begrijpen. Zij dan dragen dan ook rijkelijk vrucht, deels honderdvoudig, deels zestigvoudig, deels dertigvoudig.Mattheüs13:16-24 Het zaad in goede grond; het woord van de Heer, dat gezaaid is in hen die er volledig voor openstaan en het voortdurend voeden, zodat het wortel schiet en rijke vrucht draagt. Een goede overweging voor ons, of wij werkelijk openstaan voor de blijde boodschap van de Heer, en ons steeds met hem in contact blijven. Zijn weg te volgen en te zorgen dat ons hart steeds vruchtbaar blijft voor zijn woord.
Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel. Wij zuchten in onze aardse tent en zouden willen dat onze hemelse woning er nu al over wordt aangetrokken. We zijn er echter zeker van dat we ook ontkleed niet naakt zullen zijn. Zolang we in onze aardse tent verblijven zuchten we onder een zware last, omdat we niet willen dat deze kleding wordt uitgetrokken; we willen dat er nieuwe over wordt aangetrokken, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden. Hiervoor heeft God zelf ons gereedgemaakt, door de Geest als onderpand te geven. 2 Kor 5Dit moge voor ons een troost zijn, dat onze aardse tent, ons lichaam met al z'n kwalen en ongemakken, dat het leven hier soms heel zwaar maakt, ooit uitgetrokken zal worden en we een volmaakte eeuwige woning zullen krijgen. Als het uur aanbreekt hoeven we niet bevreesd te zijn, om ons lichaam achter te laten, dat afgebroken zal worden, want een verheerlijkt lichaam wordt ons door zijn liefde geschonken. Alleen we moeten vertrouwen hebben en niet de moed verliezen zegt Paulus: Dus wij blijven altijd vol goede moed, ook al weten we dat zolang dit lichaam onze woning is, we ver van de Heer wonen. We leven in vertrouwen op God; wat komen gaat is nog niet zichtbaar. We blijven vol goede moed, ook al zouden we ons lichaam liever verlaten om onze intrek bij de Heer te nemen. Daarom ook stellen wij er een eer in te doen wat God wil, zowel in dit bestaan al in ons bestaan bij hem. We hebben nou eenmaal op aarde een taak te vervullen tot zijn meerdere eer en glorie. Wat we ook doen, laat alles zijn tot zijn glorie. Onze gewone dagelijkse plichten en alles wat de Heer in zijn onderricht aan ons geleerd heeft. Blijven wij in ons gewone dagelijks leven in geloof en vertrouwen zijn weg volgen die leid tot het eeuwig leven.
Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijf elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn.. Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan. Mattheüs 5:17-20 Dat betekent dus, Al de wetten die de Heer aan zijn volk gaf, aan Israël, blijven van kracht, todat ales vervuld zal zijn. Als we het nieuwe testament goed lezen, kunnen we zien dat ook Jezus zich trouw aan de wet hield, de wetten, die de Heer van hemel en aarde aan Mozes gaf voor heel het Israëlisch volk. En daardoor een verbond met hen sloot. Jezus haalde ook regelmatig Mozes en de profeten aan in zijn prediking en verkondiging, van het komende Koninkrijk. In Jezus heeft God met zijn volgelingen ook een verbond gesloten en allen die in hem geloven zullen ook in hoog aanzien zijn in het koninkrijk van de hemel. Als we hoofdstuk 5 van Mattheüs verder doorlezen, merken we dat de Heer op de tien geboden een verdere aanvulling geeft, waar we ons aan dienen te houden. Maar ook een waarschuwing, dat ook op ons betrekking heeft. Ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de Farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan. Dat betekent, als wij stipt de voorgeschreven regeltjes onderhouden en met minachting neerzien op hen die dat niet doen, vergeet het belangrijkste gebod, het gebod van de naastenliefde. Hoe dikwijls spreekt God niet tot de profeten, dat hij een liefhebbende God is, die vol ontferming en barmhartigheid is en zo heeft Jezus ook zijn Hemelse Vader aan ons laten zien. Heb elkander lief, zoals ik jullie heb liefgehad. God is niet een veroordelende maar een liefhebbende God. Zowel bij Israël, als bij ons Christenen laat hij dat steeds weer duidelijk blijken. Oordeelt dus niet over de ander, maar bemin de ander, zoals God ons bemint. Hij wil alleen, dat alle mensen gered worden, en deelgenoot worden van zijn liefde. Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: "Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten." En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel. Wanneer je merkt, dat iemand je helemaal niet mag, laat dat niet wederzijds zijn, maar laat tekenen zien, dat je hem wel mag en van hem houd. Dat is pas de liefde, die de Heer bedoelt. En Matheüs besluit hoofstuk 5 met de woorden: Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.
Zes dagen na de voorspelling van zijn lijden en dood in Jeruzalem, openbaart de Vader de heerlijkheid van Jezus Christus, zijn zoon.Terugblikkend op dit wonderlijk gebeuren zullen de leerlingen beseffen dat deze ervaring een voorafbeelding was van Jezus verrijzenis. Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jacobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren. Voor hun ogen veranderde hij van gedaante, zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht. Plotseling verschenen aan hem Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren. Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: "Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als u wilt zal ik hier drie tenten opslaan, een voor u, een voor Mozes en een voor Elia." Hij was nog niet uitgesproken, of de schaduw van een stralende wolk gleed over hen heen, en uit de wolk klonk een stem: "Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik mijn vreugde. Luister naar hem!" Toen de leerlingen dit hoorden, wierpen ze zich neer en verborgen uit angst hun gezicht. Jezus kwam dichterbij, raakte hen aan en zei: "Sta op, jullie hoeven niet bang te zijn."Ze keken op en zagen niemand meer, Jezus was alleen. Het was maar een moment, dat de leerlingen Jezus in verheerlijkte gedaante zagen. Petrus had het niet begrepen en wilde dit vasthouden voor altijd. Daarom het voorstel van drie tenten. Maar dat ging niet door. Want Jezus moest eerst zijn opdracht vervullen om als een lijdende dienaar de weg te volgen, zoals zijn Hemelse Vader dat wilde en door de profeten voorspeld was. Daarvoor, zes dagen terug had hij nog met zijn leerlingen uitvoerig gesproken over zijn komende lijden en zijn sterven. Ze hadden wel duidelijk de stem gehoord om te luisteren naar hem. Ook Jesaja laat horen, wat de Heer te vertellen heeft. Hier is mijn dienaar, hem zal ik steunen, hij is mijn uitverkorene, in hem vind ik mijn vreugde, ik heb hem met mijn geest vervuld.42:1 Om even verder in 52 en 53 de voorspelling te doen van de lijdende dienaar. Zoals hij velen deed huiveren- zo gruwelijk, zo onmenselijk was zijn aanblik, zij uiterlijk had niets meer van een mens---- Onopvallend was zijn uiterlijk, hij miste iedere schoonheid, zijn aanblik kon ons niet bekoren. Hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende en met ziekte vertrouwd was, een man die zijn gelaat voor ons verborg, veracht, door ons verguisd en geminacht. De gedaanteverandering was een voorafspiegeling zoals het zal zijn, na zijn dood, maar dan voor eeuwig. Door lijden en dood naar de verheerlijking. Ook voor ons geld dat, wij zullen hem navolgend ons dagelijks kruis moeten dragen, om eens op het einde van ons aardse leven deelgenoot te kunnen zijn in zijn verheerlijking. Zegt ook Paulus niet; wat weegt het lijden in deze wereld op, als wij eens zijn heerlijkheid mogen binnengaan? Als wij veel tegenslagen in ons leven tegenkomen, moeten we niet angstig zijn, of in paniek raken. Wij zullen zijn steun ontvangen om dit te boven te komen en houdt uwzelf gericht op de toekomst op het moment, dat de Heer ons zal roepen en zal zeggen: Komt gezegende mijns Vaders, veel hebt u in voorspoed en tegenspoed gegeven, veel zult u terug ontvangen.
Op de eerste zondag in de veertigdagentijd staat centraal het veertig dagen vasten van de Heer in de woestijn. Hierin geeft Jezus ons een voorbeeld om aan de verleiding van de duivel te weerstaan en trouw te blijven aan onze roeping: zijn ware leerlingen te zijn en hem te volgen. Daarna werd Jezus door de Geest meegevoerd naar de woestijn om door de duivel op de proef gesteld te worden. Nadat hij veertig dagen en veertig nachten had gevast, had hij grote honger. Nu kwam de beproever naar hem toe en zei: "Als u de Zoon van God bent, beveel dan dat die stenen in brood veranderen." Maar Jezus gaf hem ten antwoord: "Er staat geschreven: De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God." Mattheüs 4:1-5 Het belangrijkste is te luisteren naar Gods woord, dat ons leven schenkt. Natuurlijk hebben we brood nodig om ons lichaam te onderhouden, maar wel brood dat op eerlijke wijze verkregen is. Brood dat we verdienen met werken. Als we verder lezen, zien we nog twee beproevingen, waaraan Jezus blootgesteld wordt. Namelijk de zonde van vermetel vertrouwen en van hoogmoed. Vervolgens nam de duivel hem mee naar de heilige stad en zette hem op de hoogste punt van de tempel. Hij zei tegen hem: Als u de Zoon van God bent, spring dan naar beneden". Want er staat geschreven: zijn engelen zal hij opdracht geven om u op handen te dragen, zodat u uw voet niet zult stoten aan een steen." Jezus antwoordde: "Er staat ook geschreven: "stel de Heer uw God niet op de proef." De duivel nam hem opnieuw mee, nu naar een zeer hoge berg. Hij toonde hem alle koninkrijken van de wereld in al hun pracht en en zei: "Dit alles zal ik u geven als u voor mij neervalt en mij aanbidt." Daarop zei Jezus tot hem: " Ga weg, Satan!. Want er staat geschreven: "Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen hem." Daarna liet de duivel hem met rust en meteen kwamen er engelen om voor hem te zorgen. Onze les hieruit is, geef nooit toe aan de verleidingen van de wereld, die ons strelen, maar weersta ze en ge zult er voor beloond worden. Als ook wij door het kwaad met zijn aanlokkelijke weerspiegelingen verleid worden, doe dan als Jezus en zegt kort en bondig, ga weg Satan, ik behoor aan de Heer toe. Hij is mijn enige steun en toeverlaat; op wie ik kan bouwen. 40dagentijd. Zoals Mozes 40 jaar met zijn volk door de woestijn moest om gelouterd te worden; Jezus ook deze loutering wilde meemaken door 40dagen te vasten in de woestijn, zo moet de veertig dagen tijd ook voor ons een loutering zijn, om ons waardig voor te bereiden voor het grote Paasgebeuren, waarbij wij de verheerlijking van de Heer gaan vieren. En dan aan iedereen kunnen vertellen: Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt; dit is de dag, dat de Heer waarlijk is opgestaan en de dood overwonnen heeft.
Vaak stellen wij uit wat we vandaag best kunnen doen. Wij verplaatsen naar morgen. Maar morgen is het te laat. Vandaag moeten we ons ook bekeren. Wie ons dat ook zegt of vraagt breng ons een boodschap van God in de woorden van van een profeet of een apostel, in de vraag van uw directeur of van uw kinderen, in de oproep van een politieke voorman of van de paus. Als wij God en de mensen nog echt willen geven wat hen toekomt, dan zullen wij luisteren naar deze stem en ons van ganse harte tot God bekeren; dan zullen wij vechten voor gerechtigheid en vrede, bidden en vasten, en aalmoezen geven, niet voor het oog van de mensen, maar voor hem die ons kent, de genadige en barmhartige God. Bekering moet altijd gemeend zijn. De profeet Joël ziet dit als levensnoodzakelijk. Dan kan men ook altijd op Gods vergeving vertrouwen. Hij is dan immers altijd bereid zijn volk te vergeven. Want hij is de enige ware God, trouw aan zijn verbond. Dit zegt de Heer: Keer tot Mij terug, van ganse harte, met vasten, met geween en met rouwklacht. Scheurt uw hart en niet uw kleren, keer terug tot de Heer uw God, want genadig is hij en barmhartig, lankmoedig en vol liefde. Joël2:12-14 Bekering moet altijd gemeend zijn. Steeds weer opnieuw tot God terugkeren. Laat je niet afleiden door wereldse zaken en tracht je te onthechten van aardse goederen. Gedenk hen die honger lijden en geen onderdak hebben. Want die hongerig zijn hand uitsteekt, kan wel eens de hand van Jezus zelf zijn. Hij juist komt op voor de zwakken, de hongerigen en de noodlijdenden. Zeg nou niet, dat is goed voor de verenigde naties, voor de politieke leiders, die moeten het maar oplossen. Neen, de Heer doet op ons allen persoonlijk een beroep om de nood te lenigen. In deze vastentijd zou dat voor ons allen een goed voornemen zijn. Niet wat afstaan van je luxe, maar datgene wat je raakt; dan is het een echte offergave. Wat gij aan de minste der mijnen hebt gedaan, dat hebt gij voor mij gedaan. Bekering tot God betekent vooral zorg dragen voor de ander. Want de Heer houdt van alle mensen en wil niet, dat er velen moeten lijden. Hij wil van ons, dat wij de nood lenigen. Dan pas zijn wij zijn ware leerlingen. Het past niet om de armen het evagelie te verkondigen en voor de rest denken, dat ze het zelf maar moeten uitzoeken. Neen alleen door ons volledig weg te cijferen voor de ander, laten we pas zien wat de boodschap van de Heer inhoud. De boodschap van de onbaatzuchtige liefde, vrij van eigen belang of wat dan ook. Zoals gij wilt, dat ze u behandelen, behandel dan ook zo de ander. Stel het niet uit tot morgen, want morgen wordt het weer uitgesteld naar morgen. Handel vandaag nog; niet zodanig dat iedereen het ziet en u daarom gaan prijzen, maar doe het in eenvoud en nederigheid, zonder op te vallen. Heer in deze veertigdagentijd vragen wij u: Help ons door daden van boetvaardigheid en liefde onze neiging tot het kwaad te bedwingen, en zuiver ons van zonden, zodat wij met toewijding het lijden kunnen gedenken van uw zoon, Jezus Christus, onze Heer.
Een nieuwe ontwikkeling sinds enkele jaren, bedacht door de samenwerkende kerken, om de goede week onder de aandacht te brengen. Samen de teksten van deze dagen onder handen te nemen en je daarin zodanig verdiepen, dat jezelf de tocht meemaakt van Jezus in die dagen. Hoe hij naar Jeruzalem gaat, gezeten op een ezel en met palmtakken en gejuich door het volk wordt begroet. Hoe hij steeds weer opnieuw belaagd wordt door de leiders, die hem niet als de Messias willen erkennen en hem steeds weer opnieuw op de proef stellen met lastige vragen en in het geheim besluiten dat hij sterven moet. Maar voor de Heer was het geen geheim, want hij wist dat allang. De voorspellingen van de profeten van zijn lijden, wat hij, die onschuldig naar de slachtbank geleid wordt te verduren zal hebben. Was het Palmzondag; hosanna, de zoon van David,op goede vrijdag klinkt echter; kruisig hem, kruisig hem en riepen allen laat Barrabas, (die als moordenaar vastzat) vrij.De witte donderdag, waarin hij met zijn leerlingen het laatste avondmaal vierden en zijn uitgebreide oproep, om elkaar lief te hebben zoals ook hij allen liefheeft. En dan tenslotte de lijdensweg van Getsmane naar Golgota.Voor alle dagen is er een speciaal thema te bedenken om te overwegen. wat betrekking heeft op de teksten van de bijbel, voor die dagen bestemd. En uiteindelijk; de bestemming: Pasen. De dag der heerlijkheid dat de Heer de dood overwonnen heeft en opstaat uit het graf. CHristus, de verrezene de opgestane heeft de dood, niet alleen van hemzelf, maar ook van ons allen overwonnen en te mogen delen in zijn glorie en heerlijkheid. Ik wens allen in deze veertigdagentijd een waardige en diepe meditatieve voorbereiding toe op weg naar Pasen.
Aan het begin van de vastentijd, dat vandaag begonnen is, wat wij in de Katholieke kerk aswoensdag noemen; staat een mooie tekst bij Mattheüs. Wanneer jullie vasten zet dan geen somber gezicht als de huichelaars, want zij doen dat om iedereen te laten zien dat ze aan het vasten zijn. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader die in het verborgene is. En jullie vader, die in het verborgene ziet, zal je er voor belonen. Tegenwoordig, heel anders als vroeger wordt niet opgeroepen, om veertig dagen te vasten, door je te onthouden van vlees en minder te eten, als je dat normaal doet. Maar meer aandacht te schenken aan hen, die niets hebben om te eten en worden projecten opgestart, waaraan men kan meedoen, door wat van jezelf af te staan, ten behoeve van hen. Zoals, je wil graag een luxe artikel hebben voor jezelf, om nog luxer te leven; dat bedrag gebruiken voor de armen en de behoeftigen. Ga dan er echter niet groots op , dat je dat gedaan hebt, want ook hiervoor worden we door Jezus gewaarschuwd in het evangelie van Mattheüs in hoofdstuk 6 Let op dat jullie de gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, alleen om door hen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet. Dus wanneer je aalmoezen geeft, bazuin dat niet rond, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als je aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Zo blijft je aalmoes in het verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je er voor belonen. Mattheüs 6:1-5 Ga dus er niet groots op, dat je zoveel gegeven hebt als aalmoes. Houd het dus verborgen voor anderen, zodat zij niet jouw daarover gaan bewonderen en prijzen. Zoals Jezus zegt, dan heb je je loon al ontvangen. Als je het dus geheim houdt voor de anderen, zal het voor God onze Vader niet verborgen blijven en Hij zal je ervoor belonen. Overal worden we opgeroepen om in deze vastentijd een deel van jezelf af te staan voor de noodlijdenen, zoals bij ons het project is opgestart voor Bangladesh met als thema "zorg voor elkaar." Een prachtig thema als voorbereiding op het Paasfeest, waar weer een nieuwe naam voor gekozen; is op reis gaan, met de intercity naar Pasen; waar we ook een thema aan zullen wijden binnenkort. Op reis naar Pasen met zorg te dragen voor elkaar, zodat we veilig en gesterkt door Gods genade zullen aankomen. Het hoogste punt van ons Christendom; de verrijzenis van de Heer. Met de vermaning van de Heer elkaars misstappen te vergeven: Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven. Maar als je anderen niet vergeeft, zal jullie Vader je misstappen evenmin vergeven. 6;Vers 14 en 15 Vergevend en zordragend voor elkaar. Extra zorg voor onze zieken in onze omgeving. Extra zorg voor hen die in nood verkeren en alles wat er in ons opkomt ten bate van onze naaste. Wie zorg draagt voor de ander, ontvangt zorg van de Heer.
Toen de tijd was aangebroken dat ze zich overeenkomstig de wet van Mozes rein moesten laten verklaren, brachten ze hem naar Jeruzalem om hem aan de Heer aan te bieden, zoals is voorgeschreven in de wet van de Heer: " Elke eerste zoon moet aan de Heer worden toegewijd. lucas 2:22 Dit is door Mozes in de wet vastgelegd ter herinnering, dat alle oudste zonen van Israël gespaard werden, terwijl de engel des doods alle oudste zonen van Egypte trof, omdat ze de Israeliërs niet wilden laten gaan. Exodus 12:4 2Februari is de dag dat deze gebeurtenis herdacht wordt van de opdracht van de Heer in de tempel. Tegelijkertijd moest er een offer gebracht worden van een koppel tortelduiven of gewoon twee jonge duiven. Want volgens de wet van Mozes waren alle moeders die een kind ter wereld brachten onrein en moesten door een offer te brengen zeer weer rein laten verklaren. Maria en Jozef brachten als offergaven twee jonge tortelduiven. In de Katholieke kerk wordt dit feest gevierd als Maria lichtmis. Een mooie traditie in het verleden was, dat de moeders van pasgeborenen op 2 februari s'morgens naar de kerk gingen en in processie naar het altaar gingen met een brandende kaars om zoals Maria God dank te zeggen voor de nieuwgeborene en zijn genade af te smeken, dat het kind in geluk en voorspoed mag opgroeien. Als een mooie gedachte ter overweging voor vandaag schrijft Frère Roger:
Toen Maria en Jozef Jezus in de tempel aan God toewijdden, hadden ze slechts twee tortelduiven om te offeren. Zijn ook wij geen armen in Christus, die tastenderwijs op zoek zijn naar God? En richt God zijn blik niet op het kwetsbare in ons? De twee tortelduiven waren hier het symbool van de armen. Ook wij in onze kwetsbaarheid dienen als armen te staan voor de Heer zodat hij ons kan vervullen met zijn licht en rijkdom, en daardoor bezield raken van zijn liefde voor ons en wij deze liefde uitdragen naar allen om ons heen.
Verenigd rondom het kruis willen we nadenken en mediteren over het Paasmysterie, over het lijden, sterven en de opstanding van Christus onze Verlosser en Heiland.
Frère Roge, stichter van Taize.
Samen verenigd in gebed en bezinning
Heer wees Gij mijn licht op de weg naar U, opdat ik anderen op de schitterend lichte weg naar U kan begeleiden. Zonder U kan ik niets, met U alles. Karl Leisner.