En de boer , hij ploegde voort! Eens pelgrim , altijd pelgrim!
Na mijn vorige tochten op de jakobswegen ( zie www.bloggen.be/anne_als_pelgrim ) stap ik in 2013 nu op de camino del norte onderweg naar Santiago de Compostela.
In 2014 volg ik de camino primitivo door de bergen van Asturias. Na 5 jaar kom ik weer eens aan in Santiago de Compostela zelf! Heerlijk!
13-06-2013
Van Zarautz naar Deba, meer dan 21.3 km
Regen tot 14 u Terwijl ik gisteren internette, zat Pieter nog met een biertje bij Gilbert. Hij zucht over zijn vrouwelijk gezelschap: Juliette en Yvette. Gilbert is erg vrijgevochten en Yvette weet goed wat ze wil... In de krant stond op de voorpagina een grote foto met vrolijke badgasten. Gisteren blijkbaar de 1ste zonnige dag sedert lang.
Vanmorgen fijne, aanhoudende regen. Pas vertrokken om 8.40 u , je kon maar ontbijten vanaf 8 u. We kunnen kiezen: de weg langs de kust: je ziet de zee, maar je hoort voortdurend auto's of de oude , middeleeuwse weg met hoogteverschillen, dan moet je wel de strijd aanbinden met de dalen en beken die van zuid naar noord lopen en die je dus moet oversteken. Rarara, wat doen we?
Langs wijngaarden naar omhoog. Txakoli is de naam van de plaatselijke wijnstruik ( voor een goede witte wijn). Na een tijd splitsen zich onze wegen. Pieter neemt de GR door het binnenland, ik volg de gele pijlen tot Getaria. Het loont de moeite af te dalen naar het stadje, de kerk is open en ik vind meteen de 4 roltrappen om weer boven te geraken. Hellende straatjes rond de gotische San Salvadorkerk. Die past zich wonderwel aan het ongelijke terrein aan, allemaal trappen rondom en binnen helt het schip naar boven naar het altaar toe. Een restauranthouder poseert fier met zijn piepschuimen bak vis: salmonitas ( kleine zalm, geen salmonella) en nog een andere vissoort, lenguado. Een meneer met een Baskische pet onder een zwarte paraplu wijst me terecht. " Ga jij naar Santiago, dan mag je niet mee met de roltrap!" Maar als ik uitleg dat ik van boven kwam met de trap en nog het kerkje binnen geweest ben, krijg ik toch nog zijn zegen.
De koeien staren me aan als ik hijgend voorbijkom. Ik let goed op aan de kruisingen. Soms is de gele pijl overgroeid door een wijnrank en de nevel komt op, het begint ook feller te regenen. Bij de afdaling naar Zumaia zoeven 3 bicigrinos ( pelgrims per fiets) mij voorbij. Zonder te remmen, durvers! Pieter heeft Zumaia bereikt voor de regen. Hij wacht me op aan een terrasje. We eten belegde broodjes in een bar, kwestie van wat op te drogen.
Regen tot na 14 u. De hemel klaart op. Net voor Elorragia kiezen we voor de GR langs de rotskust. dan hoeven we niet te klimmen naar het dorpje Itziar. Wat een grandioze natuur! Een witte wolkensliert blijft hangen net voorbij de horizon boven de Atlantische Oceaan. Bossen en weiden glooien af naar zee, dal na dal. door modderige weiden: hekjes open, hekjes dicht. Koeien: ik zie de uiers hangen... Pieter roept van de overkant van het dal: " Let op, modder beneden". Geen probleem met de stokken. Door een dennenbos met hoge varens. Bloeiende hondsroos. Geiten op het pad, bewaakt door een hond. Die laat het stuk argwanende pelgrim voor wat het is. Geitengemekker ook achter mij. Pieter loopt even op sandalen, trekt dan droge sokken aan, maar zijn schoenen zijn doorweekt. Een flyschwand, loodrecht op de kust, 50 miljoen jaar oud, nog van voor de Pyreneeën omhoog gestuwd werden. Paarden lopen wild een weide op. Misschien opgeschrikt door Pieter. Ik volg het paadje waar zij uitkwamen, beland in struikgewas. Ik roep. " Op je passen terugkeren, je hebt een hekje gemist". Inderdaad. Ik word meteen beloond met een prachtige orchidee. Volgende aanwijzing uit de verte: " je moet een beek oversteken". Ik geraak er droog over, maar blijf haperen aan een prikkeldraad: 2 winkelhaken in de regenhoes van mijn rugzak. En dan moet ik nog 2 meter over modderwater naar de GR. Ik hou er natte voeten aan over... Pieter wacht op me aan een parking. Blijkbaar was het 10 m stroomopwaarts veel gemakkelijker om over het beekje te geraken... Beter opletten dus! Een breed pad, misschien wel een vroegere spoorwegbedding. Een enkele eucalyptus. De Gr leidt ons via een waterzuiveringsstation naar de weg. Nog 4 km naar Deba. Pieter is verder gewandeld over de GR. Op het einde waren de stenen zelfs naar beneden gerold. Blij dat ik dat niet geriskeerd heb!
In het toeristisch bureau kun je je slaapplaats in de albergue regelen voor € 5. Daar zien we ze allemaal terug. Yvette en Juliette, Gilbert, Martine en haar man. Ook Francisco die we al in Irún ontmoet hadden. Slaap wel, peregrinos! ( 1 blaartje op mijn linkerhiel...)
Vanaf 7.30 u konden we ontbijten. We betalen hier ¤ 13,50 alles inbegrepen. Pelgrims betalen minder dan andere gasten. Pieter was gisterenavond stijf, maar nu is hij weer helemaal fit. Hij had goed gestretcht en had zijn spieren gemasseerd. We vertrekken om 8.30 u, meteen de berg Igueldo op. Een gewezen Santiagoganger biedt de pelgrims fris water en een stempel aan. Op de muur staat " Ultreïa". Ik zing voor Pieter het pelgrimslied. De strofen zijn 20ste-eeuws , maar het refrein is de oude, middeleeuwse pelgrimsgroet.
Tous les matins, nous prenons le chemin Tous les matins nous allons plus loin Jour après jour la route nous appelle C'est la voix de Compostelle
Ultreïa, ultreïa y sus eya, Dios adjuva nos ( Steeds hoger, steeds verder, God sta ons bij)
Het wijsje blijft in mijn hoofd hangen, ik neurië als ik alleen ben. Pieter fluit dan. We hebben een prachtig zicht op de Cantabrische kust: blauwe zee, blauwe lucht , geen wolkje aan de hemel. We zien " El ratón" van Getaria ( rotsen in de vorm van een muisje) en nog verder de kaap van Machichaco. De rotskust is minder ruig: glooiende weiden en boerderijen, dicht bij zee. Het Baskische lanbouwgebied, wel geen akkerland, behalve enkele tuintjes bij de dorpjes in de valleien. In San Sebastiánwas de stedelijke onderhoudsdienst het granieten terras voor de Windkammen van Chillida aan het uitbreiden. Hier komen de gewone Basken samen om hun doden te gedenken, de slachtoffers van de terreur van de gewelddadige ETA. Pieter is al weer ver voor. Ik stap op het wijsje van een Taizélied dat we met het koor brengen. " El alma que anda en amor ni cansa, ni se cansa." ( De ziel die in liefde wandelt, vermoeit de anderen niet, en wordt ook zelf niet moe). Ideaal voor een pelgrim! Een modderig bospad. Kastanje, eik, es, beuk, berk. Pieter heeft ook eucalyptus gezien, ik heb dat niet opgemerkt. Af en toe grote, platte, grijze natuurstenen. De natuursteen gisteren was okerkleurig, zoals veel gebouwen in San Sebastián. Op open plekken steekbrem, bloeiende bramen, heide, en het felblauwe bloempje, "bleuet de montagne" , beweert een Franse pelgrim. De doorwinterde pelgrim van gisteren blijkt een zwerver te zijn, Gilbert, echt wel een speciaal exemplaar! Er is ook een Frans koppel. De vrouw, Martine, ziet niet zo goed, ze gaf gisteren bijna op... Gisteren sliepen we met 8 pelgrims in de jeugdherberg. In Irúnwaren er dat veel meer, maar van daaruit kan je ook de camino del interior stappen. Groene, glooiende heuvels aan de voet van het Cantabrische hooggebergte. De boeren zijn volop aan het hooien. We dalen af. Gebulder van auto's. We lopen onder de autoweg A 8 door. Net daarna komen we langs een romaans kerkje, gewijd aan Sint-Maarten van Tours, patroon van pelgrims en reizigers. De pelgrims sliepen vroeger in het voorportaal. We picknicken in het kustdorp Orio. Ook hier is er een voorportaal aan de San Nicoláskerk. Ik vind er Pieter terug met een roséwijntje op een terrasje aan de markt, in een levendig gesprek gewikkeld met Gilbert. Te laat voor de stempel in het informatiebureau ( net over 13 u). We steken de zee-inham over op de brug en gaan weer bergop langs een wijngaard. Al om 15 u arriveren we in Zarautz: 27 graden. We hadden de bedoeling hier te verblijven in de jeugdherberg, omdat de albergue enkel open is tijdens de zomermaanden juli en augustus. Ik had vanmorgen al willen bellen om te reserveren, maar mijn gsm gaf altijd " fout bij verbinding". Blijkbaar is het niet nodig om 0034 voor het Spaanse nummer te draaien. Ontgoocheling aan de albergue Iguerrain aan het andere eind van het stadje: " completo". De verantwoordelijken voor de middelbare school hier, instituto de Monte Albertia gebruiken enkel hetzelfde gebouw en hebben niets te zien met de jeugdherberg. We wachten nog tot 16 u. Geen mens te zien, wel nog 5 andere pelgrims waaronder de uitgeputte Martine. We kunnen terugkeren met bus / trein naar Orio of nog 7 km bergop stappen naar Getaria - Askizu. Geen optie voor Pieter: hij is ook moe. Telkens ik probeer te bellen krijg ik de foutmelding als de mensen de telefoon niet opnemen, en het is hier nog siësta! In het boekje van de Fransen staat nog een andere mogelijkheid: Hotel Norte ( 1 ster) vlakbij de Santa María La Realkerk van Zarautz. Daar heb ik succes. Met zijn 7 kunnen we binnen aan pelgrimsprijs: 3 kamers met een dubbel bed ( cama de matrimonio ) en Gilbert slaapt dan maar op een extra bed in de kamer van de Vietnamees-Franse met haar vriendin. Op voorwaarde dat hij niet naar zijn radio luistert! Hij belooft oortjes te gebruiken!... oef! Het is niet eens ver wandelen... We hebben uiteindelijk een kamer met zicht op zee. Daar maken we gebruik van: een duik in de Atlantische Oceaan. Het water is even koud als dat van de baden in de grot in Lourdes, waar ik vorige week was als vrijwilligster met Ziekenzorg. Toen voelde ik de kou niet, omdat ik mij concentreerde op mijn gebedsintenties. Hier spelen we als kinderen, we springen over de aanbeukende golven. 's Avonds eten we een menú del día op de brede dijk. Zarautz is een familiebadplaats, een beetje zoals Sint-Idesbald waar mijn broer een appartementje heeft. Palen met stoffen kleedhokjes op het strand, het voorhangsel kan je bevestigen aan een soort waslijn ervoor, voor de schaduw. Surfers op de aanstormende golven. Ze richten zich op in het schuim en surfen mee tot de golf uitloopt. We keren terug langs het water, Pieter met zijn voeten in de zee, ik op het nat zand... Nog wat koninklijk nieuws voor Roland, grote fan van het koningshuis: In Getaria is Fabiola's moeder geboren. Fabiola heeft haar verloving in Zarautz aangekondigd en ze heeft hier haar bruidsjurk besteld. Gisteren was het haar verjaardag !...
Van Irún naar San Sebastián, 27,6 km tot de jeugdherberg
Gewekt met zachte pelgrimsmuziek om 6.15 u. Daarom waren er dus geen deuren aan de kamers... Pieter komt zo wel meteen in de pelgrimsspirit ! Amparo, zo heet de hospitalera, heeft een lekker ontbijt klaargezet. We vertrekken om 7.20 u.
De eerste gele pijl op een wegje tussen bloeiende ligusterhagen met daarachter volkstuintjes. We lopen rond een beschermd natuurgebied, de moerassen van Jaitzubia. Dan bergop naar het kloostergebouwtje van Guadalupe. Pieter neemt meteen voorsprong. Een mini-regenbuitje om de gedachten op te klaren. Weelderig-witte aronskelken aan de boerderijen. Geurige kamperfoelie in de hagen. Nog even te vroeg om rijpe kersen te plukken. Op het pleintje voor de kerk ontmoeten we een doorwinterde pelgrim, al 6 maand onderweg op de jakobswegen. Hij heeft duidelijk de microbe te pakken ( ik ook een beetje).
We lopen verder over een breed onverhard pad halfweg de berghelling van Jaizkibel. Door een loofbos, veel kastanjes, eiken en ook wel dennen. Af en toe een doorkijkje op de Pyreneeën en de baai van Hendaye - Irún. Varens, bloeiende heide en ook een felblauw bloempje dat ik niet kan thuisbrengen. Bergbeekjes kruisen het pad. Voldoende stenen om droog te blijven. Tot mijn verrassing haal ik Pieter in bij een bron. Ereprijs in de bermen. Toch wel een steile afdaling naar het kustdorp Pasajes de San Juan, langs een betonwegje, met diagonale strepen doorkerfd, om de vaart wat te minderen. Aan de diepe zee-inham bevindt zich de bedrijvige haven van San Sebastián, maar het dorp zelf ligt meer naar de zee toe, beschermd door hoge rotsen erachter. We nemen het veerbootje voor € 0.70 . Aan het kerkje staat er een bronzen standbeeld van een vissersvrouw. Vroeger waren het de vrouwen die de pelgrims en de reizigers overzetten met de veerpont. Aan de overkant, in San Pedro, picknicken we met zicht op de authentieke huisjes. Een oud vrouwtje kijkt van op haar groengeschilderde balkon op ons neer. Ze zit te glunderen te midden van haar vogelkooien. Sympathiek!
Daarna de zigzagtrap omhoog om weer op de rotskust te geraken. De stokken doen goed hun werk. Ook daarboven zijn er picknickbanken. Meeuwen en krekels. "Cicaden", verbetert Pieter me. We volgen een GR-pad tuseen brem, struikgewas, varens. Niet gevaarlijk voor mensen met hoogtevrees zoals ik. Wel spectaculaire vergezichten over zee tussen fris acaciagroen. De einder is wazig, je kunt enkel vermoeden waar de zee overgaat in de hemel. Nog even op de tanden bijten voor de beklimming van de berg Ulía. Pieter verdwijnt weer ... En dan zien we San Sebastiánal uit de verte, een levendige badstad aan de Atlantische Oceaan, prachtig gelegen aan de Baai van de Schelp ( Bahía de la Concha). 23 graden, zonnig, het strand vol badgasten. Vroeger kwam de Spaanse koninklijke familie hier op vakantie. Nu verkiest Juan Carlos andere oorden. We wandelen langs de Bulevar, voorbij het stadhuis en volgen de kustlijn. Om 16.15 u aan de jeugdherberg. (De albergue in de lagere school gaat enkel open in juli en augustus). We krijgen weer een kamer voor ons alleen. ´s Avonds gaan we nog kijken naar de Peines del Viento, de windkammen in de branding van de Baskische beeldhouwer Chillida. Hij heeft reuze ijzeren krammen in de rotsen geslagen. Ze zijn te zien vanaf een granieten terras met windgaten in de stenen. Ga je erboven staan, dan voel je de wind langs je benen strijken en hoor je het gebulder van de zee. Een attractie voor kinderen en voor dames met rokken aan! Net iets voor Floris en Joene! We proeven nog de pintxos van San Sebastián, hoofdstad van deze lekkere Baskische tapas en schrijven kaartjes naar huis...
Pieter slaapt in zijn oude bed thuis. Lang geleden! Om 6.53 u vertrokken uit Gentmet de Thalys. In Parijs vlot van de Gare du Nord naar Gare de Montparnasse geraakt via lijn 4 van de metro, richting Montrouge ( vroeger Pont d' Orléans). 10 juni: de dag waarop de nazi´s in 1944 het dorpje Oradour-sur-Glaneuitmoordden als wraak voor de landing in Normandië, lees ik in de Franse "Metro". We zullen tijdens onze tocht nog vaak met de erfenis van WO II geconfronteerd worden, want we stappen ook door Guernica.
Heel Frankrijk doorkruist onder een zwaar wolkendek. Vanaf Bayonne schijnt de zon. Dat belooft voor morgen. Met 6 minuutjes vertraging toegekomen in Hendaye om 16.17 u. De Franse spoorwegen verontschuldigen zich zelfs voor die lichte vertraging. In België kunnen we daar nog van leren!
De brug over de Bidasoa over en we zijn in Irún. Gemakkelijk de pelgrimsherberg gevonden. Pieter krijgt hier zijn geloofsbrief, gratis, voor niets. We slapen ook voor een donativo. Je mag dan zelf beslissen hoeveel je geeft. De hospitalera is bijzonder vriendelijk en geeft meteen al een heleboel informatie. Pieter trekt zich goed uit de slag met zijn Spaans van toen hij op stage was in Ecuador. We hebben er allebei zin in!
In de herberg krijgen we een "suite" met een stapelbed voor ons tweeën, het deurgat staat wagenwijd open: er is gewoon geen deur. Vanavond hangen we nog de toerist uit: een biertje met tapas ( pintchos, zeggen ze hier in Baskenland) en daarna een menú del día in de calle de la Estación, denken we! De kokkin komt niet opdagen - ondanks de crisis - en de kelner loodst ons naar een ander restaurantje van dezelfde eigenaar. We vragen "bonito", een plaatselijke vissoort met de typische Baskische pipperadesaus. Pieter vindt de vis smaken naar kip. Blijkbaar toch een heel stevige visfilet... Om kwart na 10 gaat het licht uit in de albergue.
Vandaag weer eens geoefend met de rugzak gevuld met flessen water, in de Vlaamse Ardennen waar ik woon. Onlangs zongen we met het koor het Franciscuslied. Onze nieuwe dirigent liet zich net als de paus inspireren door Franciscus van Assisi. Franciscus bejubelt de schepping. Wie als pelgrim ( of zoals mijn zoon als natuurliefhebber) door het landschap gaat, bewondert en geniet. Ongelooflijk hoe de natuur verandert van wandeling tot wandeling. Twee weken geleden stapte ik de Koppenbergtocht: 50 tinten groen! elke boomsoort een andere nuance. Het groen van de bomen is nu meer egaal, maar wat een weelderige bloemenbermen ( bijna bloemenweiden)! Fluitenkruid; boterbloemen; witte, roze, paarse smeerwortel; smalle weegbree; heermoes; paardenbloemen: een enkel exemplaar nog met de pluizenbol, de meeste al uitgewaaid; hondsdraf net niet verstikt door het hoge gras... Een kraai op een bruine akker, eenzaam aan de einder onder de grijze wolkenhemel... twee hazen met gespitste oren in de verte... de roep van een fazant... Vier paarden staren rustig naar dat vreemde wezen op twee poten met een rode zak op de rug... Twee fietsers met de kap stevig over het hoofd getrokken, de sjaal tot over de neus. Wees gerust, jongens! Vandaag regent het niet. Het vrouwtje gaat wandelen... een uitbundig bloeiende blauwe regen aan een huisgevel... schuchtere aardappelplantjes boven de aangebalkte aarde... frisse, jonge maïsjes ( scherper uitgelijnd dan mijn printer tegenwoordig!) ... geraas van een voorbijdenderende trein... een rij petieterige huizen aan de andere kant van de Zwalmvallei, speelgoedautootjes ervoor. Een schoolbus stopt even... Gedruis van een watermolen... Dijen die dansen op de kasseien van de Molenberg, staat er in een gedicht voor de renners van de Ronde Van Vlaanderen. Zo ver zit ik nog niet. Het blijft zwoegen bergop, zeker met gewicht in de rugzak... Een paard negeert me, het kijkt liever naar de windmolen en twee kerktorens op de andere heuvelkam. Grootbloemige muur, robertskruid, witte dovenetel... een veldleeuwerik hoog boven me... voorbij de basisschool van Elst waar Floris en Joene naartoe gaan. Pieter verwelkomt me met een liedje op de ukelele. We trekken samen terug naar Mater. Massa's donkere ooievaarsbek aan de Perlinckmolen... Landerijen met rogge, wiegende groene tarwe, kool en bieten langs ruilverkavelingsweggetjes... Geurige witbloeiende meidoorn... een roze gazon onder een Japanse kerselaar... Na de middag samen weer naar Elst. Een tjiftjaf... een merel... een vink die suskewiet. Opgeploegde stenen tussen prille spruitkolen. We ontdekken verrast onze eigen streek, lopen wijdbeens langs een kerkwegel tussen hoge hagen fluitenkruid. Ik heb er 33 km opzitten, Pieter 22. Blij dat ik weer op tocht mag gaan. Roland gunt het mij voor 200 %, schreef hij op mijn verjaardagskaart...!
Ook dit jaar ga ik op stap op de jakobswegen in Spanje: van Irún naar Oviedo. Mijn vorige tochten ( Camino francés 2009, Via Podiensis 2011, Een lus op de camino via Lourdes en de camino aragonés 2013) stonden in het teken van mijn moeder. Deze nieuwe tocht draag ik op aan mijn jongste broer. Er is nog iets wat mijn camino del norte uniek maakt: mijn zoon Pieter gaat mee tijdens de eerste 7 dagen tot Bilbao. Moeder en zoon samen op pad! En de papa komt even mee genieten op mijn rustdag in Santander. Vorig jaar eindigde mijn tocht in Puente La Reina. Ik reisde toen via Pamplona naar Irún en nam daar ( Hendaye) de trein terug naar België. Nu wordt Irún dus mijn nieuwe vertrekpunt. Waar de ene tocht eindigt, begint de volgende... Afspraak op 10 juni!
Ik ben Anne Verschoore
Ik ben een vrouw en woon in Mater (Oudenaarde) en mijn beroep is lerares Nederlands en Engels met pensioen.
Ik ben geboren op 24/04/1953 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: ons plaatselijke Tabitakoor op keyboard begeleiden, Spaanse les volgen en uiteraard wandelen..