Gewekt met zachte pelgrimsmuziek om 6.15 u. Daarom waren er dus geen deuren aan de kamers... Pieter komt zo wel meteen in de pelgrimsspirit ! Amparo, zo heet de hospitalera, heeft een lekker ontbijt klaargezet. We vertrekken om 7.20 u.
De eerste gele pijl op een wegje tussen bloeiende ligusterhagen met daarachter volkstuintjes. We lopen rond een beschermd natuurgebied, de moerassen van Jaitzubia. Dan bergop naar het kloostergebouwtje van Guadalupe. Pieter neemt meteen voorsprong. Een mini-regenbuitje om de gedachten op te klaren. Weelderig-witte aronskelken aan de boerderijen. Geurige kamperfoelie in de hagen. Nog even te vroeg om rijpe kersen te plukken. Op het pleintje voor de kerk ontmoeten we een doorwinterde pelgrim, al 6 maand onderweg op de jakobswegen. Hij heeft duidelijk de microbe te pakken ( ik ook een beetje).
We lopen verder over een breed onverhard pad halfweg de berghelling van Jaizkibel. Door een loofbos, veel kastanjes, eiken en ook wel dennen. Af en toe een doorkijkje op de Pyreneeën en de baai van Hendaye - Irún. Varens, bloeiende heide en ook een felblauw bloempje dat ik niet kan thuisbrengen. Bergbeekjes kruisen het pad. Voldoende stenen om droog te blijven. Tot mijn verrassing haal ik Pieter in bij een bron. Ereprijs in de bermen. Toch wel een steile afdaling naar het kustdorp Pasajes de San Juan, langs een betonwegje, met diagonale strepen doorkerfd, om de vaart wat te minderen. Aan de diepe zee-inham bevindt zich de bedrijvige haven van San Sebastián, maar het dorp zelf ligt meer naar de zee toe, beschermd door hoge rotsen erachter. We nemen het veerbootje voor € 0.70 . Aan het kerkje staat er een bronzen standbeeld van een vissersvrouw. Vroeger waren het de vrouwen die de pelgrims en de reizigers overzetten met de veerpont. Aan de overkant, in San Pedro, picknicken we met zicht op de authentieke huisjes. Een oud vrouwtje kijkt van op haar groengeschilderde balkon op ons neer. Ze zit te glunderen te midden van haar vogelkooien. Sympathiek!
Daarna de zigzagtrap omhoog om weer op de rotskust te geraken. De stokken doen goed hun werk. Ook daarboven zijn er picknickbanken. Meeuwen en krekels. "Cicaden", verbetert Pieter me. We volgen een GR-pad tuseen brem, struikgewas, varens. Niet gevaarlijk voor mensen met hoogtevrees zoals ik. Wel spectaculaire vergezichten over zee tussen fris acaciagroen. De einder is wazig, je kunt enkel vermoeden waar de zee overgaat in de hemel. Nog even op de tanden bijten voor de beklimming van de berg Ulía. Pieter verdwijnt weer ... En dan zien we San Sebastián al uit de verte, een levendige badstad aan de Atlantische Oceaan, prachtig gelegen aan de Baai van de Schelp ( Bahía de la Concha). 23 graden, zonnig, het strand vol badgasten. Vroeger kwam de Spaanse koninklijke familie hier op vakantie. Nu verkiest Juan Carlos andere oorden. We wandelen langs de Bulevar, voorbij het stadhuis en volgen de kustlijn. Om 16.15 u aan de jeugdherberg. (De albergue in de lagere school gaat enkel open in juli en augustus). We krijgen weer een kamer voor ons alleen. ´s Avonds gaan we nog kijken naar de Peines del Viento, de windkammen in de branding van de Baskische beeldhouwer Chillida. Hij heeft reuze ijzeren krammen in de rotsen geslagen. Ze zijn te zien vanaf een granieten terras met windgaten in de stenen. Ga je erboven staan, dan voel je de wind langs je benen strijken en hoor je het gebulder van de zee. Een attractie voor kinderen en voor dames met rokken aan! Net iets voor Floris en Joene! We proeven nog de pintxos van San Sebastián, hoofdstad van deze lekkere Baskische tapas en schrijven kaartjes naar huis...
 
|